Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J)e juiste toedracht.
MELANIE.
fruiten Verwoest.
Eette Kleine inbrettKeene
groote inbreuK.
No. 2503.
Zaterdag 5 September 1914.
25e Jaargang
FEUILLETON.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen.
Voor België 95 cent by vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. In tere No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelyk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter NeuzeD,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdag
morgen
Toen in de eerste dagen van den oorlog in
ons land een consortium werd gevormd, dat
200 millioen bijeenbracht tot steun van cre-
dietinstellingeu, middenstand enz., hoorde men
al spoedig: nu ja, maar dat is alleen voor de
grooten. Herhaaldelijk heeft minister Treub
de onjuistheid dier bewering aangetoond en de
Vereeniging voor den Geldhandel heeft door
advertenties in verschillende bladen er op ge
wezen, dat het consortium wel degelijk gevormd
is om verschillende kringen te helpen.
Van de Beurswet, die minister Treub bij de
Kamer aanhangig heeft gemaakt, hoort men
ook al weerdie wet is van belang voor de
grooten.
De Vereeniging voor den Effectenhandel te
Amsterdam heeft een nuttig werk gedaan, door
in een adres aan de Kamer uiteen te zetten,
hoe dwaas die meening is.
Hoe loopt het raderwerk op de finantieele
markt? EeD aantal geldgevers zet zijn gelden
tegen onderpand van effecten uit. Die geldge
vers zijn de Nederlandsche Bank, de Rijks
postspaarbank, de Rijksverzekeringbank, Spaar
banken, Stoomvaart- en Levensverzekering
maatschappijen, Cultuurondernemingen, parti
culiere instellingen enz.
Voor hen treden als de vertegenwoordigers
op banken, bankiers en groote commissionairs.
Zij zijn de geldgevers op de beurs. De
geldnemers zijn daar een groot aantal kleinere
commissionairs.
Dezen vinden weer als geldnemers, die geld
op onderpand van effecten nemen, provinciale
kantoren, particulieren, handel en industrie.
Waarom is nu ingrijpen der regeering
noodig
Liet men nu op het kritieke tijdstip van
de opening van de beurs de bestaande voor
schriften voor geldleeningen op prolongatie
en on call werken, zonder dat daarin met het
oog op de exceptioneele omstandigheden eenige
tijdelijke wijziging is gebracht, dan zullen de
geldgevers (Nederlandsche Bank enz.) in over-
grooten getale hun geld opvragen, doch de
geldnemers (provinciale kantoren enz.) zullen,
daar hun finantieele positie door de omstandig
heden oogenblikkelijke terugbetaling niet toe
laat, niet aan stonds aan hun verplichtingen
Id het volgend oogenblik was zij de dear
uitgesneld, de mannen te gemoet.
In de vestibule ontmoetten zij elkander, zjj
wilde haar gemaal het kind ontrokkenhij
hield het vast.
„Geef mij mijn kind!" riep zjj op hartver-
scheureoden toon, „ziet gij dan niet, dat bet
naar mij toe wil, het wil met m(j spelen!1'
„Melanie," sprak de graaf ernstig, terwjjl
hij bet kind in mjjn armen legde, „mjjn arme
melanie, hond u bedaard, kom tot bezinning,
ik zal u naar nw kamer brengen."
„M(jn kind, mjja kleine ernst!" riep zjj
weder, terwjjl zjj haar echtgenoot terug stiet
en mjj het koode kleine lichaam ontrokte, „o
mjjn lief kind!" Zjj droeg het met duizend
vleiende namen in haar kamer, legde het in
zjju bedje, wreef het koude lichaam en stond
toe, dat wjj bjj dezen arbeid holpe boden. De
graaf was haar gevolgdmet schreiende oogen
aanschouwde hij den jammer. Geen vermaning
hielp, om toch droge kleeren aan te trekken,
zjj bleef bjj het ljjkje, tot de arts verscheen;
kunnen voldoen. Daarop volgt dan de executie
van de zeer groote hoeveelheden onderpanden,
die door het aldus ontstane aanbod nog verder
in waarde zullen dalen. Het zoogenaamde
afslachten neemt een aanvang, de koersen dalen
eu het fondsen-bezittend publiek, ook al beeft
het zijn fondsen niet beleend, ziet de waarde
van zijn effectenbezit van dag tot dag slinken.
Publiek om die fondsen op te nemen is er
niet. Het resultaat zal dus zijn dat de geld
gevers de onderpanden zelf moeten inkoopen.
De geldgevers ontvangen dus het door hen
terugverlangde geld niet terug, doch komen
op lage koersen in het bezit van de onder
panden en behouden voor het verschil tusschen
hunne geldvorderingen en de opbrengt der
executie een aanspraak op de geldnemers
(particulieren, provinciale banken enz.) Deze
geldnemers, over het geheele land, in alle
kringen der samenleving verspreid, zullen dus
voor langen tijd debiteur blijven, terwijl de
geldgevers een langzaam herstel der door hen
op lage koersen ingekochte onderpanden zullen
moeten afwachten.
De strijd tusschen geldgevers en geldnemers
speelt zich af op de beurs.
Het doel van de Beurswet nu is in dien
strijd het afslachten te voorkomen en onnoodige
hardheden te beletten. Om dat doel zal de
Kamer haar ongetwijfeld aannemen. Het ont
werp is inderdaad van zoo algemeen belang,
dat de zoo scherpziende Minister van Land
bouw ons aller dank verdient, dat hij het heeft
voorgesteld.
Daar is in de ontzettende wereldslachting
wellicht geen droever feit, dan dat twintig
eeuwen van arbeid voor cultuur, voor hoogere
beschaving ons geen stap vooruit hebben ge
bracht. De historie vermeldt, dat Attila met
zijn horden brandend en plunderend, moor
dend en roovend door Europa trok. Nog thans
wordt in menig geschiedkundig werk gewag
gemaakt van de gruwelen, die werden be-
"dreven.
In de twintigste eeuw heet de menschheid
hoog beschaafd. Men snijdt den vijand niet
meer ooren en neus af, zooals de Watergeu
zen deden en men kielhaalt den gevangene
er werden nogmaals pogingen aangewend, om
hem in het leven terug te roepen, te ver
geefs, de kleine graaf ernst was dood.
„Comtesse, het was een vreeseljjke dag
De graafzat stom en terneergebogen bjj het
bedje van zjjn zoontje, de gravin had zich
als vernietigd laten wegleiden met strakke
blikken zat zjj in haar slaapkamer, geen traan
kwam in haar oog. Ik wilde haar juist het
natte kleed uittrekken, toen de deur, geopend
werd en baron eduakd binnentrad om zich
aan haar voeten te werpenhjj verweet zich
haar geluk verstoord, haar tot het watertochtje
verleid te hebben; zjj zag hem wezenloos
aan.
„Waarom hebt gij mjjn kind niet gered!
waarom ben ik niet verdronken? Ik ben zoo
rampzalig, zoo ellerdig," jammerde zjj.
„Melanie, vergeef mij!" riep hjj, terwjjl
hij haar handen greep, en nu ontlastte zich
uit zjjn arm geplaagd hart de bekentenis
zjjner vurige, ongelukkige liefde tot baar.
„Ik zag alleen U in de golven zinken
ik dacht slechts aan u, aan nw leven,
het kind, het kind had ik vergeten, o, oordeel
mij niet te hard nooit ware deze bekentenis
over mjjn lippen gekomen, zonder dit onge
lukkige voorval? Melanie, vergeef mjj wjj
zien elkander nooit weder, laat mjj niet in
het verschrikkeljjke leven terugkeeren, zonder
een blik, een woord van medelijden!"
Zjj reikte hem zwjjgend de hand.
-»»
by den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
met meer. In den tachtigjarigen krijg werden
te Naarden een aantal menschen in de kerk
opgesloten en deze daarna in brand gestoken.
Dat doet men niet meer.
thans zijn die middelen te klein, te wei
nig in overeenstemming met de grootte der
menschenslachting. Thans heeft men een
gansche stad, die in heel de wereld was be
roemd om de schoonheid harer oude gebou
wen, om haar rijkdom van de hoogste voort
brengselen van menschelijk veruuft, aan de
vlammen prijs.
Men zegt, dat uit de huizen werd gescho
ten op de Duitsche bezetting.
't Kan zijn.
Doch was dan de tuchtiging niet reeds
vreeselijk, toen vrouwen en kinderen werden
uitgedreven en tal van mannen werden ge
fusilleerd?
Was het niet reeds een vreeselijk zoenoffer
dat priesters met hun leven boeten voor het
misdrijf van schuldige bewoners?
VA ij weten niet, wie schuldig staan.
Wij weten wel, dat de vernieling van zoo
veel schoons als in boekerijen, in kerken en
stadhuis te Leuven getuigde van menschelijk
intellect, indruischt tegen elk begrip van
20ste-eeu w-beschaving.
Welke waarborg is er, als straks wellicht
in Brussel of Parijs een wanhopig inwoner,
éen, die wellicht alles door de menschenslach
ting verloor, in radeloosheid een schot lost
op den vijand, dat dan niet de schoonste
monumenten der voorgeslachten, aan vernie
tiging zullen worden prijsgegeven
En helaas, het barbarisme en vandalisme
komt niet van Duitschen kant alleen. De
Russen branden in Oost-Pruisen tal van plaatsen
plat, de Oostenrijkers vernielen Belgrado, de
Serviërs plegen dezelfde daden op Oostenrijksch
gebied. Overal op de slagvelden van dezen
onteerenden krijg worden tractaten tot scheur
papier gemaakt. De demon van het militairis-
me grijnslacht over den idealist, die droomde
van [geëerbiedigde verdragen, op vredesconferen
ties aangegaan. Duizenden zulleD het thans
inzien, dat het ijdele praat is den oorlog te
willen humaniseeren, holle woorden, als de
wapening werd doorgedreven tot het uiterste
als waarborg voor den vrede.
VV ij toonden onlangs aan, hoe de bepalingen
van een Haagsche overeenkomst door de oorlog-
„Ook dat nogfluitsterden de bleeke lippen
„vaarwel, ik vergeef u. Gjj koDdt het niet
helpen, ik alleen draag de vreeseljjke schuld."
Hjj wilde de konde hand aan zjjn lippen
drukken zij verhinderde het.
„Vaarwel, word gelukkig ik kan het nooit
weder worden," sprak zjj toonlooshjj stond
op en wierp een onuitsprekelijk treurigen
blik op de gravin doodsbleek stond hij daar,
toen keerde hjj zich om en zonder een woord
te spreken ging hjj de deur uit. De oogen
der gravin volgden hem; toen hjj verdween
strekte zjj met een hartstochtelijk gebaar de
armen naar de deur uit; toen viel zjj bewus
teloos neder.
Ik ontkleedde haar met behulp der kame
nier; wjj droegen haar te bednog dienzelfden
nacht werd zjj doodziek en lag den volgenden
morgen in wilde droomen. De graaf zat diep
ternedergebogen bij haar leger; op den dag,
toen men den kleinen graaf begroef, woedde
de koorts het hevigst en eerst na vele weken
verklaarde de arts, dat het gevaar voorbij
was, maar zjj herstelde niet, zjj sukkelde
verder, zjj was er niet toe te bewegen zich
aan een badkuur te onderwerpen. Zjj klaagde
Dooit, en als haar gemaal kwam of ik u in
de kamer bracht, comtesje, dan poogde zij te
lachenzjj zat altjjd op dien stoel en met
verhelderden blik staarde zjj steeds in de
ledige ruimte. Voor het venster, dat op het
meer uitziet, moesten wjj een gordjjn hangen
voerenden met voeten worden getrapt. De oorlog
maakt den mensch tot een dier, neen tot een beest.
Verwildering en barbaarschheid, verstikking
van elk beter gevoel spreken uit de gruweldaden
die wij zien plegen en die culmineeren in de ver
woesting van het oude Leuven. Welke der oorlog
voerende partijen het ook betreft, voor allen
geldt, wat de heer Dake schrijft: »Het over-
winnnende volk bezoedelt zijn naam als cul
tuurvolk door in blinde woede, zonder eenig
spoor van zelfbeheersching, monumenten van
beschaving, kunstvoortbrengselen, uit een zeer
hoogstaand verleden, te vernietigen*.
Een bericht uit Weenen, de hoofdstad van
Oostenrijk, gedagteekend 25 Augustus, luidt
aldus
De Marokkaansche regeering heeft den
diplomatieken agent van Oostenrijk-Hongarije
te Tanger zijn paspoort uitgereikt en hem
genoodzaakt om onmiddellijk met den Franscben
kruiser Cassard te vertrekken, die hem naar
Sicilië heeft gebracht.
Het is niet noodig hierbij te voegen, dat
deze handelwijze, blijkbaar op bevel der
Franschen uitgevoerd, een flagrante inbreuk
is op het volkenrecht, daar Tanger en het
omringende gebied geen Fransch protectoraat
zijn, maar op grond vaD de overeenkomst door
alle mogendheden te Algeciras onderteekend,
onder internationaal régime staan.
Men merkt hetin Weenen keurt men deze
inbreuk op het volkenrecht zeer af.
De inbreuk op het volkenrecht te voren in
België gebeurd en die oneindig veel zwaarder
is, keurt men daar niet at.
Waar blijven de consequentie's
KAMEROVERZICHT.
De kamer kwam Maandagmiddag bijeen
voor de afdoening van het Beurswetje en het
wetje voor de surséance van betaling. Het
feitje dat de zitting juist plaats had op 31
Augustus wanneer is dit in onze historie
ooit eerder gebeurd gaf president Borge-
sius gelegenheid voor een goedgeslaagde
speech op den verjaardag van Hare Majesteit.
Al is deze dag aldus de president
niet tot een feestdag gemaakt, wij gevoelen
toch allen meer dan anders hoezeer de band,
die ons verbindt aan ons vorstenhuis, èn door
zjj werd zoo ontroerd als zjj het water door
de boomen blinken zag; alleen op den dag
voor haar dood heeft zjj zelf de gordjjnen
teruggeschoven en zag met vochtige blikken
op woud en meer.
„Zie, gitta," sprak zjj, „ik wil nog eenmaal
de plek zien, waar ik zoo ongelukkig werd,
niet waar? Ik ben een dwaas, jjdel kind
geweest, gitta, maar God heeft mjj hard
terechtgewezen en ik wil niet morren, liet ik
maar mjjn lief klein meisje niet hier; beloof
mij, goede bbigitte, voor haar te zorgen, voed
haar op in gehoorzaamheid jegens haar edelen
vader; zjj moet hem onophoudeljjk smeeken,
dat hjj mjjner in liefde gedenkt; en dan, zeg
aan baron eduard, dat hjj een vriendschap
pelijke herinnering van mjj bewaren en ge
lukkig worden moet, want ik ben het ook,
ik ben met mjjn kind vereenigd."
Zjj zag er zoo schoon uit, comtesse, ik bad
kuDuen nederkuielenals een engel stond zjj
daar
„En" snikte het jonge meisje „het
andere weet ik, mama stierf, papa stierf, en
ik had niemand, niemand!"
(Wordt vervolgd.)
TER MIZMSCH VOLKSBLAD.
ZOBffiRB