Vrijzinnig Nieuws-en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Bekendmaking. Ongewenschtc Vragen. MELANIE. No, 2499. Zaterdag 22 Augustus 1914. 25e Jaargang BUITENLAND. DE OORLOG. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden 75 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. N'o 15. ADVERTENTIEPRIJS: V an 1 tot en met 5 regels 60 cent; elke rege] meer 10 oent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag morgen by den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter kennis van de ingezetenen dat, volgens een bij hem ingekomen bericht van den heer Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland, H. M. de Koningin den wensch heeft te kennen gegeven, dat met het oog op de ernstige tijdsomstandigheden, Haar aanstaande verjaardag niet feestelijk zal worden herdacht. Ter Neuzen, den 20 Augustus 1914. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Het kamerlid, de heer Juten, heeft tot de regeering de schriftelijke vraag gericht of het niet noodig was aan verschillende postambte naren een toelage wegens het vele werk, dat zij te verrichten hebben, te verstrekken. Wij vinden een dergelijke vraag buiten gewoon onsympathiek. Wie in vasten dienst is van rijk of gemeente, is in dezen tüd be voorrecht boven die tienduizenden in het par- ticulier bedrijf, voor wie alle verdienste stil staat. Millioenen zullen noodig zijn om den nood dier werkloozen ook maar eenigszins te lenigen. Gaat het nu aan, waar zooveel arbeid belangeloos door honderden ten bate der ge meenschap wordt verricht, voor ééne categorie extra-betaling te vragen voor meer gepres teerden arbeid Is de dienst inderdaad zoo afmattend, laat de regeering dan een aantal werkloozen belasten met eenvoudige werkzaam heden. De ambtenaren zullen den heer Juten vol strekt niet dankbaar zijn voor de vraag, die hij deed. Het best is maar, zijn weinig doordachte vraag op rekening van een zekere naïveteit te stellen. In de Noordzee. IJMUIDEN, 19 Aug. (Part.) Een rapport van het Woensdagmorgen te IJmuiden van Londen^ binnengekomen Nederlandsche stoom schip Vliestroom, welk rapport wij vooralsnog Een jong meisje vliegt de wenteltrap op ademloos blijft zjj boven staan, de kleine hand op het kloppende hart ziet zjj nieuwsgierig en toch angstig rechts en links in den langen schemerigen corridor. „Als ik mij niet vergis," fluistert zij. „dan ■was het de derde deur links," en zweeft met bijna onhoorbareu tred op deze toe, die zich door niets van de andere hooge vleugeldeu ren onderscheidt, die in een geregelde rij de eentonigheid der muren verbraken en met hun donkerbruine kleur en ouderwetsch snijwerk toonen, dat zjj, solide en duurzaam, reeds aan vele geslachten dea toegang verleend hebben en nog yelen zullen zien komen en gaan. Het jonge meisje staat voor de deureen oogeD- blik leunt zjj, als door zwakheid overmand met het voorhoofd tegen een der gesneden eiken kransen, daarop strijkt zjj zacht met de hand over de oogeD en vat zacht den deurknop. „Mjjn God," zucht zij, „het is zeker verkeerd van mij; als oom mij zoo zien kon,schaamde ik my dood, en öitta, hoe zou zjj knorren meenden te künnen verzwijgen krijgt in ver band met de berichten uit Londen over scher mutselingen ter zee meerdere beteekenis. Door de Vliestroom is namelijk gerapporteerd dat het van de Theems komende, uit noordelijke richting langdurig kanongebulder vernam. Kort daarop verscheen een Engelsche torpe doboot die de Vliestroom raadde niet te veel in noordelijke richting te stoomen, aangezien zulks ernstig gevaar kon opleveren. Telegrafische verbinding met België. De telegrafische verbinding met Brussel is thans ook verbroken. Nederland heeft, wat België aangaat, nu nog slechts langs telegra- fischen weg communicatie met Antwerpen. Ook de telegraaflijn Brussel Antwerpen is afgebroken. Van de Limburgsche grens. Men schrijft ons uit Maastricht, dd. 19 Augustus. Het drama is nog niet afgespeeld. Van alle kanten kwamen er heden nog vlnchtelingen in de stad. Hedennamiddag van den kant van Wijck uit Vise, van de Brusselsche poort uit Bilsen en van den kant van Sint Pieter uit de dorpen Halambuye en Hocsourt, aan de overzijde van Visé gelegen. Vrouwen en kin deren, die vandaar kwamen, verleiden, dat de Duitschers daar ook weer de huizen in brand staken en de inwoners noodzaakten om te vluchten. Van de 500, die in de Rijkskweek school vertoefden, zijn er heden een gedeelte ondergebracht bjj de ürsulinen en vanavond nog ruim 100 bij de Fransche Zusters in de Capucijnenstraat. Een auto vol kleeren en schoenen ging naar het kasteel van den graaf de Geloes. En zoo wordt voor allen op de beste manier gezorgd. Tot zelfs speelgoed toe werd er gebracht, terwijl blikken vol koekjes, manden met ontbijtkoek, worstjes en allerlei versnaperingen binnen kwamen.' En dankbaar dat de menschen zijn Men hoort niets anders danOn est si bien ici. In het Roode Kruis werd vandaag één gewonden Duitscher uit Riempst en 4 Bel gische militairen uit Visé binnengebracht. Er waren nu in t geheel 24 Belgen, van welke 2 overleden zijn en 1 geïnterneerd is. Twee menschen uit het Belgische dorpje Emael, die in de stad waren, deelden mij maar mijn moedertje NeeD het is niets verkeerds zjj zou het mij, haar eenig kind, zeker vergeven, dat ik zoo nieuwsgierig ben en, om van haar te droomen, in ooms heiligdom binnendring." Mot vaste hand draait zjj aan den deur knop, maar o wee, hij was gesloten. Radeloos staat zjj daar. „O, hoe kon ik ook zoo dwaas zjjD, te gelooven, dat dit vertrek altijd open zou zijn Da groote oogen vullen zich met tranen, zy ziet boos naar de deur, daar valt haar oog op een in het sDijwerk verborgeo koperen knopje, schielijk grijpt de kleine hand er naar, een druk, daar beweegt zich een stuitje van den eikenkrans en in de kleine opening ligt een sleutel. „De sleutel," juicht zij, „nu kan ik toch naar binnen Zacht opent zij bet slot, ziet nog eens angstig naar beide zijden en zij is binnen, naar den wensch baars harten. Een oogenblik blijft zij schuchter bij den ingang staan, terwijl zjj met rasschen blik het vertrek overziet. Hier ook heerscht koele schemering; de zware zijden gordijnen zijn dicht getrokken en laten een getemperd roos kleurig licht in de ruimte doorde groote oogen van het meisje dwalen vol verbazing van het eene voorwerp naar het andere, een zachte uitroep van verwondering ontsnapt baar lippen. „Is het mogelijk, dat dit bekoorlijk vertrek onbewoond is sedert vele jareD mede, dat de Duitsehe troepen nog steeds door Eben trekken, dat ze paarden en wagens opeischen, dat ze de magazijnen leegmaakten en slechts betaalden met bons, te voldoen na den oorlog. Gewelddadigheden werden daar niet gepleegd. Het gebeurde te Visé. Omtrent de treurige tooneelen, die zich Zaterdagavond en Zondagavond te Visé héb ben afgespeeld, wordt aan »de Maasb.« nog gemeld. Zondagmiddag kwamen te Maastricht 13 zusters uit Visé die het Allerheiligste hadden meegebracht en het in de kerk van Wijck plaatsten. De zusters vertelden o. a. dat het platbran den van Visé geschied was door dronken Duitsehe soldaten. Deze hadden alles geplun- dend en waren daarna zich aan sterken drank te buiten gegaan. Zelfs hadden ze op hun eigen officieren geschoten. De pastoor van Visé deelde mede, dat niet alleen de toren van de dorpskerk, maar het heele kerkgebouw was vernield De dorpsgenecsheer was door de dronken soldaten gearresteerd en zou uaar Aken wor den gebractff om daar gefusilleerd te worden. In Maastricht heeft men gedaan weten te krijgen, dat hij werd vrijgelaten. De Koningin te Antwerpen. De »Nieuwe Gazet* schrijft De koningin en haar kinderen zjjn binnen onze muren^ Zij zijn welkom in de Scheldestad. Antwerpen kan in vredestijd wel eens ge dacht hebben aan de gevaren van zijn positie als laatste bolwerk der Belgische onafhanke lijkheid Op dit oogenblik nu het gevaar er werkelijk is, nu denkt het maaralleen meer aan de eer, die aan het gevaar verbonden is. De Koning staat aan het hoofd van de troepen en deelt, als de eerste soldaat de beste, in al de verschrikkingen en de ontberingen van het oorlogsveld. Hij vertrouwt aan Ant werpen thans het liefste toe wat hij bezit zijn vrouw, die door onze gewonde soldaten als een heilige wordt vereerd en zijn kinderen kan gerust zijn Zij zijn veilig in ons midden. Heel Antwerpen betrekt de wacht rondom hen, het paleis op de Meir, zooals het er nu staat, met zijn ramen gloeiend van licht, is Neen, hier moet een bewoonster zijn, de scboone vrouw is zeker zoo pas van het rust plaatsje opgestaan, daar ligt het boek, dat haar ontvallen is, op het tapijt." Het rose gordijn om het rustbed is door haar teedere baud terzijde geschoven om meer licht binnen te lateo. Het schrijftafeltje aan den tegenovergesteiden muur draagt in be vallige wanorde al die duizend kleine bekoor lijke zaken, die een scboone, jonge vrouw zoo zeer bemint; de zilveren pen naast het schrijf gereedschap, om welks met gouden krullen versierde randen liefdegoodjes rozenkransen vlechten, massief zilveren kandelaars met half afgebrande kaarsen staan aan beide zijden der groote pendule op den marmeren schoorsteen mantel, waarvoor twee zetels met rose zijde overtrokken en ter zijde een tafeltje op dunnen voet, en op 't verlakt blad een verwelkt takje naast een geopenden bonten waaier. De deuren, die naar de nevenvertrekken voeren, zijn even als de ramen bedekt door gordijnen van dezelfde zware rose stof; de sierlijke stoelen staan in bevallige wanorde om de ovale tafel in het midden der kamer, alles ademt hier leven, zelfs de rijk voorziene bloemtafel toont, dat men hier gaarne vertoeft en dit kleine boudoir een lievelingsverbljjf is. Het lieve meisje bij de deur heeft dit alles met één blik van verbazing overzien. Zij nadert de schrijftafel en beschouwt met vochtige oogen den bonten inhoud, als het hart van Antwerpen geworden, waarin al het bloed der Scheldestad warm en bruisend te zamen stroomt. r Het gevaar is er, maar de nood neg niet. Nog in verre niet. Maar, moest ooit .de nood aan den man komen ook de hóógste nood - dan zullen, met hun geëerbiedigde vorstin in hun midden, de Antwerpenaren tot den laatsten man en de laatste vrouw zich het vertrouwen van de natie waardig toonen. De stelling van Antwerpen. Uit de weinige berichten, welke de Belgi sche bladen daaromtrent bevatten, blijkt dat met groote belangrijke stelling van Antwerpen zoo krachtig mogelijk te maken. Deze stelling die een omtrek heeft van 105 K.M. geldt voor de sterkste van Europa. De laatste jaren heeft het parlement groote be dragen toegestaan voor de moderniseering van de vesting. Een gedeelte der werken kan gedekt worden door inundaties. Van groot belang is natuurlijk de toevoer van levensmid delen enz. langs de Schelde. De militaire autoriteiten hebben aan de bevolking bekend gemaakt, dat de stelling Antwerpen thans zoo is toegerust, dat zij een langdurig beleg kan doorstaan. De Antwerpsche bladen stellen de burgerij gerust door te herineren aan de schitterde belegering van Antwerpen in de zestiende eeuw. ANTWERPEN. Donderdagnacht 1 uur is een Kabinetsraad gehouden, bijgewoond door de ministers van Staat. Er is een proclamatie aangeplakt dat het Belgisch leger Dinsdag in de stelling welke verscheidene dagen dapper en met goed gevolg werd verdedigd, plotse ling door een aanzienlijk grootere Duitsehe krijgsmacht is aangevallen. Na een moorddadig gevecht werd besloten het hoofdkwatier over te brengen naar Me- chelen en vervolgens naar Antwerpen en het veldleger te doen terugtrekken op de stelling Antwerpen. De burgemeester van Brussel heefteen pro clamatie aangeplakt waarin de bevolking tot katmte wordt aangemaand bij het binnentrek ken der Duitschers.' ANTWERPEN. Op order van Jen minis ter van oorlog moeten alle correspondenten, ook van de bevriende naties, het land verlaten. „Arme mama," lispelt zjj, „zoo jong. zoo schoon, zoo omgeven door rijkdom en teedere liefde en toch te moeten sterven O, als ik slechts wist, wat geheimzinnigs uw vroegen dood omgeeft, maar niemand zegt mij de waar heid, en wat zjj mij bedekt zeggen, kan ik niet gelooven alleen dit ééne zegt mjj ieder, die u gekend heeft, dat gij zoo schoon, zoo engelachtig goed waart." Vol heiligen eerbied waagt zij het niet een der sierlijke voorwerpen aan te rakenvoor den grooten tot aan den grond reikenden spiegel ligt een rose lint met zilveren gesp. „Een ceintuur van haar, o mijn God zij bukt zich„of de klenr der rozen haar lieve lingskleur was?" vraagt zy met een blik op de rose gordijnen en meubelsde frissche lippen drukken een zachten kus op het verkleurde lint, daarop legt zy het weder op de oude plek. Liefkozend gljjdt de hand over de stoelku8sens daarop treedt zij naar den haard. „Welke der beide stoelen zou zjj wel altjjd gebruikt hebben En of papa den ander ge bruikte O, dat ik mjj toch een voorstelling van mijn ouders maken kon ik, arm kind, weet niet eens hoe zjj er nitgezien hebben „Hoe gezellig is het toch hier," fluistert zjj verder en legt het bekoorlijke kopje met de brnine lokken op het rose kusseD de kleine voeten steunen op het vergulden hekwerk van den haard„als gitta mij zoo zien kon," lacht zjj, „wat zou zjj boos zjjn en knorren, TER YE! ZEISCH VOLKSBLAD

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1914 | | pagina 1