BRUSSEL. 13 Augustus. Het Fransche
gezantschap deelt mede, dat de oorlogstoestand
tusschen Frankrijk en Oostenrijk-Hongarije
bestaat sedert middernacht.
Volgens het gezantschap zouden tegen eenige
Fransche consuls in Duitschland handtastelijk
heden gepleegd en bedreigingen met den dood
geuit zijn. Men was zonder tijding van de
consuls te Dantzig en Neurenberg.
Ernstig gevecht hij Diest.
BRUSSEL, 13 Aug. Voor de poorten van
Diest heeft gisteren een gevecht plaats gehad.
De »XXe Siècle* meldt hiervan dat het succes
der Belgen volkomen is geweest.
's Morgens hadden zich 2500 uhlanen die
van kanonnen voorzien waren en versterkt
waren door infanterie, in de richting van
Diest begeven. De bereden artillerie benevens
de wielrijders met mitrailleuses versperden
den vijand den weg. Het gevecht, dat zich
hierop ontspon was zeer levendig. De Belgen
legden bewijzen af van buitengewone koel
bloedigheid en prachtig élan. Na zeer ge
voelige verliezen geleden te hebben, trokken
de Duitsche ruiters en de infanterie terug in
de richting van Berbroeck.
De »XXe Siècle« teekent hierbij aan Alles
bijeen genomen zijn dus alle pogingen van
den vijand die ten doel hadden zich een weg
te banen naar het hart van ons land, op niets
uitgeloopen.
Dinsdag en Woensdag hebben de Duitschers,
die een aanvallende beweging maakten, in de
grootste wanorde den aftocht geblazen. Het
schijnt dus, dat ze van deze zijde elk denkbeeld
aan een aanvallend optreden moeten laten
varen. Anderzijds is het zeker, dat de Duitschers
zich te Luik en in den omtrek hebben ver
sterkt, evenals in het gebied van de Ourthe.
Het schijnt, dat ze daar een verdedigende
houding zullen aannemen. Het is echter ook
niet onmogelijk, dat zij van daaruit zullen
trachten Frankrijk binnen te dringen door
het gebied van Longwy na door het zuiden
van Belgisch Luxemburg getrokken te zijn.
Verder berichten de bladen dat van de forten
van Luik nog steeds op de Duitschers ge
schoten wordt, zoodra zij zich binnen het
bereik van het geschut vertoonen.
BRUSSEL, 13 Aug. (Reuter.) De gevechten
van gisteren, die den naam zullen dragen van
slag bij Haelen, hadden den geheelen dag
plaats. De granaten vielen nog te halfacht in
den avond op de wegen naar Diest leidend.
Het centrum van den slag lag bij Haelen. Te
7 uur in den avond was het geheele terrein
tusschen Diest, Haelen en Zellich van Duit
schers gezuiverd, doch bedekt met dooden en
gewonden. Daar een deel van den linkervleugel
op een oogenblik wankelde werden verster
kingen gevraagd uit DiesJ, De brandweer ver
zocht aan het gevecht te mogen deelnemen,
3 man werden gewond.
De Belgische genie liet twee bruggen sprin
gen over de Demer. De kerk, de brouwerij
en eenige huizen in Haelen werden in brand
geschoten. Aan Duitsche zijde werden meer
dan 200 dooden geteld, over een afstand van
50 meter. De Duitschers waren ongeveer 5000
man sterk, de Belgische troepenmacht was
samengesteld uit lanciers, chasseurs a cheval,
karabiniers en artillerie.
Een groote buit is opgestapeld voor het ge
meentehuis te Diest. Een aantal paarden zijn
buit gemaakt.
Een Nederland cr te Luik.
Een Nederlander, die tot Zaterdag j 1. te
Luik woonde met zijn gezin, een betrouwbaar
poging in het werk te stellen, om door mid
del van zjjue vrouw hem er toe te brengen
zich weder in onze gelederen te scharen. Wjj
dachten, dat een man, die voor eeuwig als
een ter dood veroordeelde gebrandmerkt was,
de wetten, waardoor uij veroordeeld werd,
wel zou haten en zijn verder leven aan onzen
dienst zou wijden. Daar ik in de eerste zaak
zoo goed geslaagd was, werd mjj ook de tweede
opgedragen. Ik kreeg bevel eerst Mike nit
den weg te ruimen, tot straf voor zijne ge
tuigenis tegen ons en tot waarschuweud
voorbeeld voor anderen, en daarop de vrouw
van Mr. Kilraorey zulk een vrees aan te jagen,
dat zjj zich bij ons aansloot. Wanneer a(j
weigerde, moest ook zij sterven.
„Ik kon geen indruk op haar maken zjj
bezat te veel moed, en ofschoon ik haar, als
het van mjj had afgehaugen tijd gelaten zou
hebben, moest ik de bevelen, die ik gekregen
had, opvolgen. Ik had mjj reeds eene week
tusschen de bergen verborgen gehouden en
mij al dien tjjd reeds ongesteld gevoeld maar
ik dacht, dat net van vermoeienis en ontbering
kwant. Den morgen, dat ik de daad volbrengen
zou, voelde ik mjj zoo ziek, dat ik tot dengeen,
die bjj mjj was, zeide, dat ik vreesde het
niet te kunnen doen. Hjj noemde mij een
lafaard en herinnerde mjj, dat het mjjo dood
zou zjjn, als ik ongehoorzaam was, en dat
zjj toch niet aan haar vonnis ontsnappen zou.
Ik ging dus naar de bepaalde plaats ofschoon
persoon deelde ons de volgende bijzonderhe
den mede
In den nacht van 3 op 4 Augustus vertrok
ken 24 Belgische lanciers onder een officier
uit Luik, om de beweging van het Duitsche
leger te verkennen, zij namen tien postduiven
mee en verscholen zich in de Leuvensche
bosschen, ongeveer halfweg Luik en Aken.
Telkens wanneer eenige verandering werd waar
genomen in de beweging der Duitschers werd
een postduif afgezonden, zoodat de verdediging
van Luik voortdurend, goed op de hoogte
bleef.
Dinsdagmorgen 4 Aug. werd voor het eerst
van de Luiksche forten gevuurd en omstreeks
vijf vuur des namiddags gelukte het aan de
bezetting van Luik 24 Duitsche kanonnen te
veroveren en een tal van Duitschers gevangen
te nemen.
Woensdagmiddag om twee uur werd door
de Duitschers een wapenstilstand aangevraagt.
Twee Duitsche officieren werden geblinddoekt
binnen Luik gebracht door twee Belgische
collega's en naar het stadhuis geleid, waar
geconfereerd werd met generaal Leman en bur
gemeester Kleyen. De Duitschers eischten over
gave van de iorten en van de stad. Ze vroegen
een wapenstilstand van 24 uren, wat de Belgen
weigerden. Toegestaan werd echter een wapen
stilstand van vier uren voor het begraven
van dooden en het vervoerenvan gewonden.
Klokslag zes uur openden de Belgische
forten weer het vuur, dat voortduurde tot
Donderdagmorgen half acht.
Woensdagavond half acht was reeds de
gasfabriek in brand geschoten en met ver
schillende particuliere gebouwen afgebrand.
De geheele stad zat tijdelijk zonder gas.
Reeds in den nacht* van Woensdag op
Donderdag werden duizenden soldaten door
generaal Leman verplaatst in de richting
van Namen. Ans (een uur van Luik), St.
Truijea en Thienen.
Donderdagmorgen om half acht werd door
de Belgen in Luik de witte vlag gehpschen voor
een conferentie tusschen Duitsche generaals
en Koning Albert te Ans.
Wederom eischten de Duitschers de over
gave van de forten en de stad Luik, doch
de Koning weigerde beslist de overgave der
forten met deze woorden: »Dan ga ik liever
met mijn schoon Luik de lucht in«
Hierop stelden de Duitschers voor de stad
over te geven en hun vrijen doortocht toe
te staan, met dien verstande, dat de Duitschers
bij het doortrekken niet in den rug beschoteD
mochten worden. Dit werd goedgekeurd.
Donderdagmiddag werden door geheel Luik
proclamaties aangeplakt, onderteekend door
den Duitschen commandant waarvan de inhoud
luidde dat alle Luikenaren hun wapens moesten
brengen op het stadhuis.
Als het weer voorkwam, dat burgers op
de Duitsche soldaten schoten, dan zou Vrijdag
om vijt uur de stad gebombardeerd worden,
totdat geen huis meer stond.
Deze proclamatie veroorzaakte een vreese-
lijke paniek in Luik.
Vrijdag vluchtten dientengevolge duizenden
naar omliggende plaatsen. Onze zegsman ging
met zjjn gezin naar Herstal, doch keerde met
velen terug naar Luik, toen bleek dat geheel
noodeloos de paniek was ontstaan.
De landing der Engelschen aan de
Fransche kust.
Fransche en Belgische bladen hebben al
het bericht gebracht, dat te Havre Engelsche
troepen van de striking force, het snelst te
ik nauwelijks wist, wat ik deed. Ik herinner
mij, dat de zon bloedrood opging, en toen I
was het, alsof de zee opkwam en het land
overstroomde, en toen opende zich de aarde
en dacht ik aan eene aardbeving. Daarna
herinner ik mij niets meer, maar gedurende
mijne geheele ziekte, zag ik haar gelaat voor
rnjj. Het viel mjj hard alles aan te nemen,
wat ik van haar genomen heb, en daarbjj te
weten, wat ik wist. Ik zou reeds eerder weg
zjjn gegaan, ais ik gekund bad, want ik durfde
mjjnen eed aan bet genootschap niet verbreken
en alles vertellen; maar nu ik ga sterven,
wil ik alles goedmaken. Misschien kan ik
u later nog meer mededeelen, als ik wat tjjd
heb gehad, om alles nog eens na te gaan,
maar ik geloof, dat dit voor het oogenblik
voldoende is. Alleen wil ik hier nog bijvoegen,
dat, als alle landbeeren zoo waren als Mr
en Mrs. Kilmorey, ik en mijne Iotgenooten'
nooit zjuden geworden zjn, wat wjj nu zjjn.
„(Geteekend), James Barrett, lid van de
„Iersche Onoverwinlijken," voornaamste „aan
brenger" in het proces Kilmorey."
Getuigen van deze bekentenis waren de
beide overheidspersonen, de gerechtsdienaars,
de dokter, vader Daly, Marcella eo twee
liefdezusters.
„Gjj kunt du verder hier blijveD, om uwen
gevaDgene te bewakeo," zeide de dokter tot
de twee gerechtsdienaars, „maar denkt er aan,
dat bjj niet meer in staat is zjjn bed te ver-
mobiliseeren gedeelte van de expeditionary
force, aan wal zijn gezet. Een stadgenoot
bevestigt ons dit in den volgenden brief:
»Zoo juist uit Havre in ous vaderland terug
gekeerd kan ik u mededeelen, dat Zondag 1.1.
de eerste Engelschen in Havre zijn gesignaleerd.
In den volgenden nacht kwamen vier Engel
sche schepen binnen, bemand met ettelijke
duizenden Engelsche infanteristen. Maandag
middag zag ik een der grootste bodems van
de Oastie-lijn binnenstoomen. welke met groot
enthousiasme door de bevolking werd verwel
komd. Ook de Engelschen van hun kant
juichten en joelden als feestgangers. Ik be
hoef u niet te zeggen hoe warm de ver
broedering was.
Een I ransch officier van de kurassiers ver
telde mij, dat een ander groot contingent via
Duinkerken is overgebracht. Als attachés bij
den stat van generaal French waren eenige
afstammelingen van aanzienlijke Napoleontische
families aangewezen. In het Café Torton,
kon men dagelijks zien vereenigd een prins
Murat, een hertog van Eichlingen (een na
zaat van maarschalk Ney) en een hertog van
Montebello (een nazaat van maarschalk Lannes),
ze dienden tevens met een zestigtal andere
kurassiers als tolken.
De stemming te Havre was kalm en waardig.
Geen overmoed en geen noodelooze bluf. Zelfs
de overwinning van Altkirchen en Mühlhausen
werd meer beschouwd als een moreel dan als
een groot militair succes. Bij allen heerschte
niettemin een vast vertrouwen op de over
winning en den zegepraal van een rechtvaardige
zaak. Het vertrek van het 32ste regiment
naar de grenzen was een ontroerend schouw
spel. Vroolijk, opgewekt en met gezang trok
het regiment des nachts langs den boulevard
de Strassbourg, de geweren waren alle ver
sierd met bloemen, de officieren droegen groote
'ruikers in de hand. Geen tranen en veel
feestvreugde. Aldus ging het Fransche volk
ten strijde. Slechts de minderwaardige be
handeling, die de Fransche gezant Cambon
van de Duitschers had ondervonden, zweept
een oogenblik de gemoederen op. Het gerucht
had namelijk geloopen, dat Cambon in plaats
van naar Frankrijk's grenzen in de richting
van Denemarken was vervoerd, dat men onder-
weg zijn trein had aangehouden en hem slechts
tegen betaling van 4500 francs verder had
willen vervoeren. Voor den Duitschen am
bassadeur v. Schoen daarentegen had het
Fransche gouvernement eene luxe-trein be
schikbaar gesteld, dien de Duitschers nog
bovendien hadden ingepikt. Deze geruchten,
hoe ongeloofwaardig ook, werden den volgen
den dag door een officieele mededeeliug van
Poincaré bevestigd. De wrevel, dien deze
onbeschaatde, schaamtelooze handelwijze op
wekte, was algemeen, ik zag zelfs Amerikanen
de vuisten ballen van woede.
tijdens de zeereis van Havre naar ons
vaderland werden wij verscheidene malen door
Engelsche oorlogschepen aangehouden. Het
geheele Nauw van Calais is gemineerd, de
Engelsche en Fransche vloot gaven echter de
schepen van neutrale landen een groote sleepboot
mee, die den kapiteins een veiligen weg aan
wijzen
PARIJS, 13 Aug. (Part.) De bijzondere
correspondentie te Brussel van de Petit Parisien
seint, dat een groote slag op handen is in
Belgisch Luxemburg. Het belooft,
zegt hij, een geweldige worsteling te worden.
De Belgische troepen zullen er waarschijnlijk
slechts voor een klein gedeelte in betrokken
zijn. Het Fransche leger, dat tot nog toe zijn
stellingen heeft weten te verbergen en niets
van zich liet verluiden, wacht met vertrouwen
het oogenblik van den strijd af.
Er zijn verschillende teekenen, die den
toestand bij den vijand verraden. De bevelen
van deD Duitschen staf zijn volgens den cor
respondent met elkaar in tegenspraak, zoodat
de Duitsche troepen dikwijls tegenstrijdige
marscben ondernemen. Om er een eind aan
te maken veinzen Duitsche soldaten verdwaald
te zijn en laten zij zich gevangen nemen,
meestal zelfs zonder tegenstand te bieden. Zij
steken dan de handen op en roepen krijgsge
vangenen te zijn. Voorts verlangen 4) te eten
en te slapen. Sommigen van hen vragen, of
Parijs nog ver weg is. Men had hun verzekerd,
dat de Belgen hen snel naar Parijs zouden
leiden.
PARIJS, 13 Aug. De Fransche bladen spre
ken over een koop van de Göben en de Breslau,
lateu. Laat hem in vrede sterven."
„Mevrouw," zei de stervende, die z(jce
oogen uiet van Marcella's gelaat afgewend
had, sinds het oogenblik, dat b(j z(jne beken
tenis begon, „nu gaat g(j naar uwen echtgenoot
en ik zal er niet meer zijn, als g(j terugkomt.
Maar ik heb u nog iets te vragen, laat
mjj uwe hand kusseD."
Terstond kwam Marcella bjj hem en gaf
hem hare band. „Moge God u zegenen en
u vergiffenis schenken, zooals ik u vergiffenis
schenk voor mijzelve en voor hem."
(Slot volgd.)
de twee Duitsche kruisers in de Middellandsche
Zee door Turkjje. De Petit Parisien zegt, dat
die koop waarschijnlijk is en dat de zonderlinge
handel aanleiding zal geven tot besprekingen
tusschen de drie landen der drievoudige en-
ente en de Porte.
PARIJS, 13 Aug. De Petit Parisien meldt,
dat de convooien van krijgsgevangen Duitsche
infanteristen eu cavaleristen naar Poitiers ge
zonden zijn. Zij zouden op het oogenblik
ongeveer 1000 man tellen.
PARIJS, 13 Aug. (Part.) Het beheer van
het Instituut Pasteur te Parijs is op militairen
voet gebracht om het gebruik van de serums
voor het leger en de bnrgelijke bevolking
oordeelkundig te regelen.
Nederland en België.
Wij lezen in het Handelsblad
De heer Roland de Marès, de hoofdredac
teur van de »Indépendance Beige», blijkt nog
niet gerust, of zijn land uit het noorden geen
gevaar dreigt. Onze noordelijke buren, schrijft
hij, kunnen zich er niet over verwonderen,
dat wij hun houding van groot belang achten,
aangezien een schending van de Nederlandsche
neutraliteit België nieuwe en ernstige moeilijk
heden zou brengen.
Het is zeer goed mogelijk, gaat de heer
De Marès voort, dat. Duitschland beloofd heeft
de neutraliteit van Nederland te zullen eer
biedigen, maar, schrijft de Belgische journalist,
wij weten bij ondervinding wat de verzekeringen
van de Duitsche regeering waard zijn, waar
mede zij officieel en officieus, zoo kwistig is.
De quaestie is zekerheid te hebben wat de
Nederlanders zullen doen, indien de Duitschers
pogen zouden door Nederlandsch-Limburg
België in het Noorden binnen te vallen.
Heeft Holland afdoende maatregelen genomen
om ook metterdaad een eventueele schending
af te wijzen
De heer Roland de Marès hoopt, dat Ne
derland in deze belangstelling geen bewijs
van wantrouwen zal zien, maar begrijpen zal,
dat België strijdt voor zijn leven en vrijheid
en zich daarbij niet mag blootstellen aan
levensgevaar door de fout of zwakheid van
anderen.
Wij begrijpen de overspanning en de daaruit
voortvloeieude ongemotiveerde en bijna be-
leedigende bezorgdheid vau den heer Roland
de Marès. Hij kan echter gerust zjju en
verzekerd, dat de woorden, door onzen minister
president den 3en Augustus in het parlement
gesproken, geen ijdele klanken waren
Wij zijn gereed tot handhaving van onze
onzijdigheid en moet het zijn van ons afhan
kelijk volksbestaan met al onze krachten.
>Wij zullen eendrachtig stand houden en
de spreuk van ons Vorstenhuis getrouw
blijven:
Ik zal handhaven.»
Het eerste gevecht met een onderzeeboot.
Omdat het de eerste maal is dat een onder
zeeboot in werkelijk gevecht kwam met een
kruiser laten we hier de beschrijving volgen
die de »Scotsman« gaf van het gevecht, waarbij
de Duitsche duikboot U 15 in de grond is
geboord.
De plaats wordt weer niet gemeld, evemin
het aantal aanvallende onderzeeërs en de be
wegingen, waardoor de Engelsche kruisers den
vijand uit den weg zijn gegaan, van wien zij
alleen de periscopen boven het oppervak van
de zee zagen.
We brengen hierbij in herrinnering dat een
periscoop is de boven water uitstekende buis,
die door een stel spiegels den kom mandant der
boot in staat stelt ook bij de vaart onder water
te zien, wat op de oppervlakte der zee gebeurt.)
De periscoop van de dichtst bijzijnde duikboot
werd juist binnen de gevaarlijke zone gezien,
terwijl het vaartuig met volle kracht voer.
Het eerste schot was niet bestemd om de duik
boot te doen zinken, doch op het kleine doel
wit van de periscoop gericht. Het was een
prachtig schot en de periscoop werd vernield.
De duikboot was nu blind geworden en liep
onder water voort, in het gevaar verkeerende
zichzelf te vernietigen door een botsing met
een van de kruisers.
De andere Duitsche onderzeeërs bemerkten
het gevaar en trokken af, doch de in haar
periscoop getroffen boot was wel gedwongen
boven te komen.
Het duurde ook niet lang, of de donkere
massa van den uitzichtoren van den vijand
vertoonde zich boven de oppervlakte. In een
oogwenk was een tweede schot afgevuurd.
Men kon nog juist cijfer en letter van het
vaartuig zien, voordat de granaat den voet
van den uitzichttoren geheel openreet.
Het bovengedeelte werd afgescheurd en zonk
als een baksteen.
UIT QNZE OMGEVING.
Bij het examen voor de Hoogduitsche
taal 1. o. is o.m geslaagd de heer W. M.
Balkenstein te Rotterdam (geboren te Ter Neu
zen).