Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Oneerlijke mededinging.
„garbaarsch Rcderland."
MARGELLA GRACE.
No. 2493.
Zaterdag 1 Augustus 1914.
25e Jaargang
FEUILLETON.
OiTZE OOST.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc. No 15.
AD VERTEN TI EPR IJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgeil bjden Uitgever M. DE JONGE, te Ter N e n c e n
Het is een niet te weerspreken feit, dat
bij de heffing van belastingen de middenstand
naar verhouding het zwaarst wordt getroffen.
Zoo dragen bijvoorbeeld zij, wier inkomen
van 1500.tot 4000. bedraagt, in de
bedrijfsbelasting over 1911/1912 ruim het
vierde deel bij, In de personeele belasting
draagt uit den aard der zaak de winkeldrij-
vende middenstand, vooral in de stad, heel
wat bij, ook al bevat de wet voor hen wat
gunstiger bepalingen. Intusschen, dit zijn
ten slotte lasten, waaraan niet te ontkomen
is. Doch er zijn andere, die op den winkel-
drijvenden middenstand worden gelegd, op
zeer onbillijke manier. Wij noemen bijvoor
beeld de zoogenaamde vliegende winkels*.
Op het middenstandscongres te Dordrecht is
daar terecht een hartig woordje over gezegd.
Den serieuzen winkelier doen deze schijn-
winkels een oneerlijke mededinging aan,
waaraan paal en perk moet worden gesteld.
Van tijd tot tijd komt op een leegstaand
winkelbuis een groot plakkaat, den volke
kond doend, dat de bekende Amsterdamsche
kooplieden daar een groote partij goedereii
tegen uiterst lage prijzen zullen verkoopen.
Zelden ontbreekt bij de aankondiging, dat de
Amsterdamsche heerenc de goederen uiteen
faillissement hebben aangekocht. Het op
koopjes beluste publiek loopt er in. Het
koopt gretig de fijne pantalons voor 1.95(!)
van echt wol. Een andere maal zijn het
ijzerwaren, fietsen, fietsbanden en andere onder
deden, die gepresenteerd worden voor een
zoogenaamd koopje, want later blijkt dat bij
een solieden handelaar nog betere banden of
onderdeden van bekende merken even goed
koop of goedkooper te verkrijgen zijn.
Van die koopwaren worden dikwjjls namen
of merken genoemd, die aan bekende soliede
firma s doen denken en het op koopjes
loopend publiek koopt voor zijn goede geld
inferieure goederen. De vliegende winkel
verdwijnt met enkele dagen, om in een ander
stadsdeel of een andere plaats weer geopend
te worden.
De »bekende kooplieden* hebben een on-
uitputtelijken voorraad faillissementsgoe
deren*.
Een roman uit Ierland.
66)
ROSA MULHOLLAPÜ).
HOOFDSTUK XXVII.
De wolken verdeelen zich.
Toen vader Daly omkeek, nadat bjj eenige
schreden afgelegd had en haar met de hand
zag wuiven, trof het hem dat hjj baar nooit
zoo schoon en zoo liefelijk had gevondeD, als
dezen morgen. Zjj droeg een donkerblauw
kleedje, en haar zwarte hoed werd door een
weinig donkerrood verlevendigdde onde
man dacht bjj zichzelve, dat zjj er zooveel
beter uitzag de laatste maanden, en dat
Bryan haar zelfs in bare gelukkige dagen
Dooit zoo bloeiend gezien had als nu. De
gedachte aan het gevaar, dat haar bedreigde
maakte, hij haar nauwlettender gadesloeg
dan anders. Zij was hem even dierbaar als
zfjne eigene kleindochter het zou zijo ge
weest. Niets dao juist het denkbeeld, dat eene
ziel onvoorbereid en zonder bieebt de eeuwig
heid ia zou gaan, bad hem er op dat oogen-
blik toe bannen brengen baar te verlaten.
Bijna dagelijks kan men in de stad zoo'n
zoogenaamde faillissementsverkoop zien. Nu
eens zijn het photographie-artikelen, dan weer
lederwaren of wat ook. Voor den reëelen
handel en voor den winkelier, in wiens buurt
zoo n prachtwinkel wordt geopend, is deze
mededinging even schadelijk als onaangenaam.
Voor het publiek, dat inferieure waarvoor
zijn geld krijgt, is zij al even ongewenseht.
Het middenst congres sprak dan ook'terecht
den wensch uit, dat aan deze vliegende winkels
paal en perk zal worden gesteld.
Men kent de geschiedenis van den Franscben
automobilist, die op een tocht door ons va
derland, gee'n besten indruk heeft opgedaan
over wellevendheid en goede manieren bij
ons anders gunstig bekend staand volk.
Vooral Harderwijk beeft in dat opzicht
eene reputatie verworven, die bet niet spoedig
zal afleggen, al moge ook later blijken, dat
er in de eerste berichten overdreven werd.
Dr. A. W. Bronsveld houdt naar aanleiding
hiervan eene beschouwing over bet gedrag
van onze jeugd in zijne Stemmen voor Waar
heid en Vrede.
Hij schrijft, dat niet alleen de echte straat
jongen, maar over 't algemeen de jeugd in
't openbaar een slechten indruk op ons maakt.
V ernielzucht eu baldadigheid nemen hand
over hand toe. Ledig staande huizen worden
beschouwd als een gelegenheid om moedwil
bot te vieren. Men moet de vensterruiten
door planken beveiligen tegen de steenen,
waarmee ze anders worden verbrijzeld.
btraatvuil is maar al te vaak het projectiel
waarmee voorbijgangers besmet worden.
Geen boom. geen bloem, geen dier is meer
veilig tegen den lust oir te schenden en te
vertreden. Meuschen met lichaamsgebreken
worden nagejouwd. Met sneeuwballen werpt
men bij voorkeur niet naar kameraads
maar naar zwakken en ouden van dagen.
Dikwerf kookt ons het bloed als wij °zoo
moedwillig ons jeugdig groen zien vernielen
of een dier zien mishandelen. Zeg er iets
van en gij wordt overladen met de ge
meenste scheldwoorden
Maar toen bjj zich omdraaide en haar uit
het oog verloor, kreeg ujj plotseling hetzelfde
vertrouwen, dat haar zoo sterk maakte. „Zij
heeft gelijk,-1 dacht hjj, er zal ongetwijfeld
voor haar gezorgd worden."
Marcella ging rustig verder. Hare poging
om vader Daly gerust te stellen, had haar
zelf allen angst benomen. Zij liep met vlug
gen tred voort, maar volstrekt niet, alsof zjj
zenuwachtig was of iemand ontloopen wilde,
loen de weg eenen draai maakte, zag zjj een
paard en wagen staan, en toen zjj er langs
ging, merkte zjj, dat zjj den voerman niet
kende, die aan den kant van den weg stond,
terwjjl het paard van het gras af, dat den'
weg omzoomde. Toen zij naderde, wendde
hjj het gelaat af, en keerde haar bijna den
rug toe.
Op dit punt moest zjj deD grooten weg ver
laten, en over een groot stuk veenland gaan,
dat aan den eenen kant begrensd werd door
groote, donkere poelen. Ongeveer eene halve
mijl verder lag het hospitaal, welks houten
muren zjj in het heldere zonlicht onderschei
den kon, maar het pad, dat er heenvoerde,
was doodeltjk eenzaam. Er was geene hut,
geen levend wezen in de nabijheid. Maar Mar
cella was dezen weg zoo dikwijls gegaan, dat
de eenzaamheid en verlatenheid van deze strook
gronds haar Diet meer trof. Zij vond het juist
een hoogst eigenaardig gedeelte van hare dage-
Jjjksche wandeling, vooral wanneer zjj aan den
Het spijt den schrijver zeer, dat alle gevoel
van betamelijkheid, van ridderlijkheid en piëteit
ontbreekt.
Voortgaande zegt hij
Zijn dat nu de vruchten, zoo vragen wij,
van al onze inspanning tot welzjjn van de
kinderen onzes volks? Wat laten onze be
waarscholen, voorbereidende scholen, lagere
scholen, herhalingsscholen, zondagsscholer?
wat laten al die fraaie lokalen, voortreffelijke
leermethoden, leerplicht, enz. na? 't Is dik
werf om wanhopig en moedeloos te worden.
Li moet iets aan dat alles haperenDe vrien
den van het openbaar en van het „christelijk"
onderwijs hebben elkander niets te verwijten.
De straatjeugd is zoowel van „neutrale" als
van „christelijke" afkomst, en samen boeten
zij hun moedwil ook aan 't vernielen en
schenden van wijkgebouwen en kerken. Wij
weten 't bij ondervinding. Ik herinner mij,
dat mr. van der Brugghen als tuchtmiddel
in zekere gevallen lichamelijke straffen aan
beval. Hjj nam de woorden van een Duitscher
over: „Sie sollen gepeitscht werden!" Ik ge
loof ook, dat een jongen, die een laagheid
begaat, moet opgepakt en gevoelig aan den
lijve gestraft worden. Natuurlijk moeten de
zedelijke middelen tot verbetering niet nage
laten worden, maar toereikend zijn ze niet.
Ik weet dat veel paedagogeu van hetzelfde
gevoelen zijn. Het klinke niet barbaarsch
tegenover „Barbaarsch Nederland."
Wat zijne opmerking betreft, dat vrienden
van het openbaar en van het „christelijk"
onderwijs elkander niets te verwijten hebben,
dit moge het rechtsche orgaan zich aantrek
ken, dat öp zoet-vergiftige wijze uit het ge
beurde een slaatje voor de rechtsche partijen
trachtte te slaan.
Daarbij stom vergetende, hoe de rechtsche
geest overheerschend is langs den rand der
Veluwe. We zijn het met Dr. Bronsveld eens,
dat eene tuchtiging onmiddellijk bij het be
drijven van baldadigheid, een' uitmuntenden
invloed teD goede, zou oefenen.
Bij zoo iets dient de straf oniniddelijk en
op gevoelige wijze toegediend.
Als groote menschen bij het zien van der
gelijke onbetamelijke handelingen onmiddellijk
zoon jongen flink aan den arm voelden, dan
zou hem eu zijnen kameraden al spoedig de
lust voor eene herhaling vergaan
Nu is het evenwel een feit, dat in meer
dan ééne plaats grooteren met glundere blik
ken staan toe te zien, zonder tusschenbeiden
te komen.
En evenzeer is het waar, dat zoo iemand
een baldadigen knaap eene berisping of eene
kastijding toedient, de houding van het pu
bliek somstijds tegenover hem niet welwillend
is en vader of verzorger dikwijls in toorn
ontsteekt, dat ze zijn jongen durven aan te
raken.
School, maar vooral ook het huisgezin
kunnen veel doen, om deze barbaarschheden
uit te roeien.
En ongetwijfeld is het een goed werk van
de pers, op deze misstanden te wijzen.
Daardoor kunnen aan velen de oogen open
gaan en zullen betere begrippen omtrent wat
onvoegzaam en afkeurenswaardig is bjj de
groote menigte ingang viuden.
grooten poel een weinig verderop kwam, waarin
de wolken zich weerspiegelden, als zjj er over
trokken, en zoo de eenzaamheid eenigszins
verbraken
Even voor zjj aan den poel kwam, verbeeldde
zjj zich dat zjj eene gestalte achter de lage,
donkere straiken langs deD kant op den loer
zag liggen. Maar zij ging verder en dacht, dat
zjj toch eigeoljjk zenuwachtiger was dan
zjjn moest, als zjj zich giDg verbeelden ge
heimzinnige gestalten tusschen de struiken te
zien. Doch een oogenblik later bemerkte zjj,
dat hare verbeelding haar geen parten ge
speeld had. Er lag een man achter een dich
ten doornstruik en meteen viel haar oog op
den loop van een geweer.
Oogenblikkelijk herinnerde zjj zich den
wachtenden wagen en de bedreigingen van
haren nachteljjken bezoeker, en zjj begreep,
dat haar moed haar ondergang was. Met een
onuitgesproken gebed op de lippen bleef zjj
unbewegljjk staan.
Zjj was volkomen onder het bereik van den
moordenaar, en omdraaien en wegvluchten zou
de vreeseljjke daad slechts kuDnen verhaas
ten. Er gingen eenige seconden voorbjj, die
haar uren toeschenen. Waarom wachtte hij
Waarom schoot hjj niet Haar geest werd
weer helder, toen zjj van den eersten schok
bekomen was. Zjj zag scherp toe en luisterde
aandachtig en bemerkte toen, dat de gestalte
zich bewoog. De man trachtte niet op te staan
De opstand der Chineezen.
Omtrent het bericht van een opstand der
l hineezen te Mampawa seint de correspondent
van de N. R. C. te Batavia aan zjjn blad
De civiele gezaghebber met de pradjoerits
zijn ingesloten. De woning van den civielen
gezaghebber is afgebrand. Zijn vrouw en
kinderen zijn te Pontianak in veiligheid. Voorts
is de opiumverkoopplaats geplunderd en daarbij
in brand gestoken.
Len talrijke bende oproerlingen rukt over
land naar Pontianak, waar de ingezetenen in
groote ongerustheid verkeeren.
Het blad teekent hierbij aan
De onrust is in de Westerafdeeling van
Borneo niet van de lucht. Men herinnert
zich, dat al dadelijk gemeend werd, dat de
eenige dagen geleden gemelde opstand onder
de Dajaks op de grens van Sambas en Mampawa,
te wijten was aan stoken van de Chineezen.
Om welke redenen nu de Chineezen van Mam
pawa openlijk in opstand zijn gekomen, weten
we niet. Dat zij echter het wagen naar de
hoofdplaats van het gewest, Pontianak, op te
rukken bewijst dat wij daar den toestand niet
geheel meester zijn; grootere krachtsont
wikkeling schijnt wel geboden.
Mampawa is door een vrij goeden weg met
Pontianak verbonden de afstand is een goede
maar kromp ineen op den grond, en oogen-
biikkeljjk begreep Marcella, dat hjj haar geen
kwaad kon doen, maar dat zjj zelf hulpeloos
was. Toen zjj om de struiken heenliep, zag
zjj den man voorover liggen in eene houding
die de vreeseljjkste smart aanduidehet ge
weer, dat zjj gezien had, stond tegen eenen
boomstronk op eenige passen afstand.
Zjj zag dadeljjk, dat dit een geval der heer-
scheude ziekte was, en jjlde terug naar dat
punt van den weg, waar zjj den wagen had
zien wachten. De voerman stond nog juist,
waar zjj hem verlaten bad, maar staarde haar
vreemd aan, toen zjj hem naderde. Zjj zeide
hem, dat een vjjftig ellen verder een man ziek
lag en vroeg, of hjj hem naar het hospitaal
zou willen vervoeren.
„Ik wacht hier op iemand", zeide hjj„ik
kan nu niet weg."
„Het hospitaal is hier vlak bjj", antwoordde
zjj, „gjj zjjt immers binnen een paar oogen-
blikken weer terug."
Hjj zag haar met nog meer bevreemding
aan en keek daarna den weg op, dien zjj af
gekomen was. Na nog oen oogenbliK besluiteloos
te hebben rondgestaard, nam hjj zyn paard
bjj den teugel en begon het voort te leiden
over den hobbeligen veengrond, waar niets
dan eea smal voetpad was.
„Gie ellendige weg zal mjjne veeren geheel
en al bederveD," knorde hjj, terwjjl hjj haar
volgde.
(Wordt vervolgd.)
MIZMSCH VOLKSBLAD.
NAAE HET EnGELSCH VAN