Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. D« flootwerljffswd. HINDERWET. MARCELLA GRAGE, Bekendmaking. GEMEENTERAAD. Kamer van Koophandel en Fabrieken, No. 2478. Woensdag 10 Juni 1914. 25e Jaargang FEUILLETON. ABONNE M*E NTSPRIJ8: Per B maanden 7 5 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. IVo 15 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 aent; elke regel meer 10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen eIkaR Woensdag- en Zaterdagmo r g e n by den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat Openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal worden gehouden op Donderdag den II Juni 1914, dea voormiddags te 10 ure. Ter Neuzen, den 8 Juni 1914. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZING A Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gezien de artt, 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad no. 222 van 1896) maken bekend dat op heden ter gemeente secretarie ter visie is gelegd een verzoek van de firma P J. VAN DE SANDE, te Ter Neuzen, om vergunning tot het plaatsen van electromotoren, in een gedeelte van het perceel plaatselijk gemerkt 6 en gelegen aan de Havenstraat, kadastraal bekend sectie L No. 74; en dat op Maandag 22 Juni 1914, des namiddags van 3 tot 4 uren, ten raadhuize dezer gemeente, gelegenheid zal worden gegeven om tegen het maken dier inrichting bezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten. Ter Neuzen, 8 Juni 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. N.B. Wij vestigen er de aandacht op, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zjj, die niet overeenkomstig art 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn verschenenteneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. (Herziening der kiezerslijst.) De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN Gelet op art. 7, 2e lid, sub B, van het Konink lijk besluit van den 4den Mei 1896 (Staatsblad no. 76) Noodigt hen, die niet voorkomen op de laatst vastgestelde lijst van kiesgerechtigden voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Ter Neuzen, maar aanspraak kunnen maken om op de kiezerslijst te worden geplaatst, uit, daarvan vóór 1 Juli a s. aangifte te doen. Het model dezer aangifte is door den Heer Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid vastgesteld en ter Secretarie verkrijgbaar. Om kiezer van leden eener Kamer te zijn, moet men A. kiezer zijn vau leden van den Raad dei- gemeente, waar de Kamer is gevestigd; Een rouian uit Ierland. ROSA MULHOLLAND. 51) Het was waar, dat Kilmorey ziek, toen hy zes tien jaar was, by de Fenians nad aangesloten waar, dat zyn vader alles had gedaaD, wat in zyne macht was, om de gevaarlijke be trekkingen, die zyn zoon had aangeknoopt, te verbreken, evenzeer waar, dat de oude Mc. Kilmorey niet was geslaagd in zyne pogiu- gen en dientengevolge van hartzeer gestorven was. Dit alles werd triomfantelijk bewezen door de getuigenis der beide Fenians, en wie zou het beter weten dan de Fenians zeiven de verdediger deed geen poging om bet feit in twijfel ie trekken, dat Mr. Kil morey in zyne jeugd tot de Fenians bad be hoord, ofschoon op enkele panten, de ge woonten en den dood van den ouden Kilmo rey betreffende, nadat ook bij de getuigen ondervraagd bad, een gebeel ander hebt ge worpen werd maar de verdere verklaringen van den aanbrenger, dat de gevangene in betrekking stonl met de hoofden van gebei me genootschappen en dat by zijn verbond B aldanr bestuurder of mede-bestuurder zijn en gedurende ten minste twaalf achtereenvolgende maanden zijn geweest van een bedrijf van handel of nijverheid. Voor eene gemeenschappelijke Kamer moeten de kiesgerechtigden, ten opzichte van do Gemeente hunner inwoning voldoen aan de sub A en B hiervoren genoemde vereischten. Ter Neuzen, 8 Juni 1914. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter kennis, dat een afschrift van het proces verbaal en van het advies der Commissie uit Gedeputeerde Staten, welke in deze gemeente zitting heeft gehouden inz.-.ke de onteigening rooi den aanleg van havenwerken, voor ieder die dit verlangt, ter lezing liggen ter gemeente secretarie. Ter Neuzen, 8 Juni 1914. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Al hebben wij te Ter Neuzen een kleine haven, toch is de wet, die op het oogenblik in de Tweede Kamer in behandeling is, ook van belang voor de werkgevers en werknemers die bij onze haren betrokken zijn. Een tweetal hoogst belangrijke artikelen van het wetsontwerp zijn ia den afgeloopen week afgehandeld. Breedvoerige discussiën hadden plaats over artikel 1 van het wetsontwerp. De sociaal-democraat, de heer Spiekman, diende hierop een amendement in, om een ruimere omschrijving te verkrygen van hetgeen valt onder „stuivadoorsarbeid"Inderdaad kwam ook ons die ruimere omschrijving gewenscht voor. De minister kwam dan ook hierin tegemoet. Van de amendementen van den heer Spiekman betreffende de toelatingvan werkgevers tot het i. g. n. stuwadoorsbedrijf, wilde minister Treub niets weten. De minister verklaarde zeer goed te begrijpen, dat een sociaal-democraat er veel voor voelt, om voor de uitoefening van een bedrijf een vergunning" ot een toelating te eischen. Voorzooverre het mogelijk is zich eenig denkbeeld te vormen van den toekomstigen heilstaat van de socialisten is het duidelijk, dat de uitoefening van welk met de Fenians na den dood van zijnen va der, en nadat liy meerderjarig was geworden hernieuwd had, werdeu door Kilmorey's ad vocaat geheel ontzenuwd. De heide getuigen, die het verbaal konden umdedeelen van het geen er in den nacht van den moord gebeurd was, omdat zij er zelve bij tegenwoordig ge weest waren en gratiti gekregen hadden door Kilmorey aan te wyzen als da hoofd persoon van bon complot, waren nog niet gebeel en al verboord, t>en bot vallen van den avond voor dien dag een einde aan de zitting maakte. Volgens buuue madedeeling was xMr. Flont die een hardvochtig mensch en een slecht landheer was geweest en zich door zyne wreedheid eu onmenscbelykheid den haat van een ieder, die van hem afiiing, -op den bals bad gebaald, door het genootschap, dat zulke tyrauneu richt, schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. By bet lot was beslist geworden, dat Mr. Kilmorey den moord zou leiden, en zorg zou dragen, dat alles behoor lijk afhep, en ioor zynen eed was bjj ge noodzaakt dit bevel op te volgen. In deu nacüt van den moord vas uy op aangewezen plek, en gaf bet seiu om op Mr. Ffint te vuren. Daar de politie plotseling verscheen, verdeelde zich de bende en vluchtte. Waar heen Mr. Kilmorey gevlucht was, wisten zij met, maar zy geloofden, dat by vrienden in die buurt had, die er op voorbereid waren bedrijf ook, door de overheid voor de burgers zal worden geregeld. Het concurrentie- en het productievraagstuk hangt daarmede nauw samen. Wij vrijzinnigen moeten van die vage heilstaat waarvan wij wel veel goeds hooren maar inderdaad weinig goeds verwachten, niet veel hebben. Principieel stond de minister alzoo tegenover de z. g. toelating* en wij prijzen het in onze afgevaardigde dat hij het echt vrijzinnig standpunt innam en zijn stem tegen het amendement uitbracht. Typisch kon het amendent dan ook alleen de stemmen van de socialisten verwerven. Ook uit practisch oogpunt vinden wij het goed, dat het amen dement over de «toelating* werd verworpen. Het zou voor een havenplaats als Ter Neuzen eenvoudig belachelijk zijn geweescht de eisch van «toelating* in te voeren. In elk geval had voor de kleine havenplaatsen een uitzon dering moeten zijn gemaakt gesteld het amendement ware aangenomen en wij weten, dat onze afgevaardigde indien de kans op aanneming van het amendement Spiekman had bestaan, met anderen een subamendement in dien geest zou hebben ingediend. Bij de behandeling van artikel 5 werd breedvoerig gediscussieerd over het voorschrift, of het vol doende was dat de havenarbeider was voorzien van een „arbeidskaart" Deze kaart bedoelt niet anders dan aan te geven, dat de houder „havenarbeider* is in den geest der wet, en dat op hem de wets bepalingen van kracht zijn. Een identiteits bewijs dus zonder meer De socialisten wilden liever ingesteld zien de voorwaarde, dat de havenarbeider moest voorzien zijn van een „arbeidsboekje In zulk een beekje moest worden aangeteekend de tijden van aanvang en ophouden van het werk. Hierdoor zou dan kunnen worden nagegaan, hoeveel uren per week de arbeider werkte en bij wie. Verder zou hiermede overdadige arbeidsduur worden vermeden en zou kunnen worden ge constateerd, welke patroon die overdadige arbeidsduur toeliet. Immers het boekje zou dit alles uitwijzen. Wij willen erkennen, dat wij veel voor die arbeidsboekjes voelden. Uit een briefwisseling die wij hierover hielden met onzen afgevaardigde bleek, dat ook de heer de Muralt met de arbeidsboekjes medeging. Wel maakte deze ons hier de opmerking, dat voor een kleine havenplaats als Ter Neuzen, hom te ontvangen en te verbrengen. De advocaat van Kilmorey wendde aller lei pogingen aan, om de getuigenis der bei de aanbrengers te verzwakken, maar het mocht hem niet gelukken. Marcella hield hare oogen onafgebroken op de heide aanklagers gedurende den tijd, dat zy ondervraagd werden en eeB van hen wekte vooral haren afschuw op. Hij was een bleek, teringachtig man met magere scherpe trekken en zwervende oogen, die nooit rechtuit keken. Zyne besliste, eenigszins nor- sche wyze van spreken overtuigde de recht bank vau de waarheid van zyn verhaal. Hy scheen het onwaardige .van zyne rol te ge voelen en legde zyne getuigenis af met eene bitterheid, die den indruk maakte, alsof hy bj elk woord wenschte, dat hy het niet ge zegd bad. Zyn gedrag maakte een goeden indruk op het putiliek, maar wekte by Mar- celia een gevoel van afschuw op, dat baar byna verstikte; haar starende blik bleef zoo iaDg op zyn terugstootend gelaat rusten, dat het zich voor haar geheele leven in haar geheugen prentte. Toen hy zyne getuigenis afgelegd had en weder weggevoerd was, werd zy door eene duizeling overvallen zy had al hare wilskracht uoudig om niet in zwijm te vallen, waardoor zy de aandacht van h9t geheele hof op zich gevestigd zou hebben. Toen zy weer zoover tot zichze'f gekomen de boekjes volkomen overbodig waren. In een klein bedrijf is het gemakkelijker te consta- teeren of er te lang wordt gearbeid en naar zijn meening woog de omslag met die boekjes voor een kleine havenplaats niet op tegen de nadeelen. Al staan wij in dezen niet ge heel aan zijn zijde, toch deed het ons ge noegen te vernemen, dat de heer de Muralt dan toch voor Rotterdam de noodzakelijkheid der boekjes inzag. Dat de arbeidskaart is blijven bestaan en het boekje er toch niet doorgekomen is heeft de minister te danken aan zijn uitroep van «onaannemelijk*. Naast de omslag die de boekjes met zich mede zouden brengen, zocht de minister achter het sociaal-democratisch voorstel om de boekjes in te voeren iets anders. Het is de bedoeling zoo sprak ZijnExcellentie om met die boekjes een statistiek te verkrijgen hoeveel havenarbeiders er „te veel" zijn. Na eenige jaren zal dan de uitgifte van die boekjes worden beperkt om de concurrentie te beperken. En dat van overheidswege. Tot zulk een socialistisch bedrijf wilde de minister zich niet leenen. Coucurrentie-vrijheid moet er blijven. Het moet een ieder vrij zijn havenarbeider te worden, of er te veel zijn of te weinig doet£er niet toe. De overheid heeft hier niet in tegrijpen. Streng klonk hierop zijn «onaannemelijk*. Hier kwam met gestreng heid voor den dag hoe de heer Treub als democraat niet op het socialistisch pad wilde waarop de anti-revolutionnair Talma hem was voorgegaan. De heer van der Voort van Zijp wilde aan het bezwaar van den heer Treub tegemoet komen, door de uitgifte van de arbeidsboekjes niet op te dragen aan de havencommissie, maar aan een ambtenaar. Van het aanleggen van een statistiek, met de bedoeling de vrijheid van het arbeidersberoep te beteugelen, zou dan geen sprake meer kunnen zijn. Ook dit amendement vond geen genade. Wij voor ons zagen en zien nog niet in dat de argumenten van den minister tegen het «arbeidsboekje* steek hielden. Het gevaar is denkbeeldig. Intusschen na het woord «onaannemelijk* sprak het vanzelf, dat de vrijzinnigen tegen het amendement stemden. Ook onze afgevaardigde stemde tegen. Liever een half ei dan een leege dop. Een verstandige redeneering van een verstandig man. Er wordt vermoed dat de socialisten tegenstemden, er was, dat zy ia staat was hare oogen op te slaan en haar hoekje te verlaten, bemerkte zy, dat Bryan u^t de bank der besebuldigdeu verdwenen wa9, dat de rechters waren opge staan en dat de menigte reeds naar buiten drongzy volgde den menscneostroom en giug huiswaarts om te trachten den vreese- lyken nacht zoo goed mogelyk door te kocuen. Da volgende morgen vond haar weder op hare plaats, luisterend naar het verhoor van den aaubreuger Barrett, wiens lage, valsche getuigenis zy nu door hare mededeelingen zou moeten bevestigen. Toen haar naam afge roepen w 3rd, heerschte er plotseling eene doo- delyke stilte in de zaaldaarop volgde een algemeen gefluister en werden de hoofden by elkaar gestoken, daar iedereen zjjnen buurman vroeg of by wel goed gehoord had. Marcella hoorde dat gesmoorde geluid vau verwondering, dat haar het goruisch toescheen van eeae gtoote golf, die op het punt was haar te overstelpen, en daarop zag zy niet meer dan Bryan's bemoedigenden glimlach. Het gebeim was zoo wel bewaard gewor den, dat toen Miss O'Kelly opstond en hare plaats op de bank der getuigen innam, de menigte niet wist of zy voor of tegen Kil morey zou getuigen. Alies in aanmerking genomen vond de meer- derheid het eerste het waarsehynlykst, en voor eenige oogeublikken keerde de publieke opinie zich ten gunste van den gevangene. NAAE HET EnGELSCH VAN —TT— MWIMTIJBI—IM—mUM—

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1914 | | pagina 1