Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
K ADASTE It.
Ontstemming.
MARCELLA GRACE.
jYlett was Veeleer gezind te
Vechten.
No. 2464.
Zaterdag 1$ April 1914.
25e Jaargang
FEUILLETON.
~"-'~~~ÏÏIT~W2E OMGEVING.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 oent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij Tooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere No 15
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 60 sent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M- DE JONGE, te Ter Neuzen.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat de Landmeter van het Kadaster op
Maandag, 20 April a s. een aanvang zal maken
om de gewone jaarljjksche veranderingen voor den
dienst van het Kadaster in deze gemeente op te
nemen.
Ter Neuzen, 16 April 1914.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Banier, het orgaan der vroegere christe-
ljjk-bistorische party schrijft over het behouden
blyven der rechtsche coalitie en meent, als
dit gewenscht wordt, dat dan bijtyds de leger
orden en verouderde maatregelen behooren
herzien te worden.
Het wjjst op de ontstemming, die verleden
jaar terecht bij de chr.-bist. heerschte en
keurt het streng al, dat de anti-rev. partij
eerst 3, later twee zetels boven haar leeuwen
aandeel eischte.
Het blad herinnert er aan, hoe het hoofd
bestuur der Chr.-Hist. Unie tegenover de
eischen der anti-rev. partij het hoofd in den
schoot legde en hoe door de krachtige ver
dediging van het hoofdbestuur het accoord,
hoewel onder veel protest, werd aangenomen.
«Opgedrongen heette het terwijl het
bestuur verklaarde zich de achteruitzetting
wel te moeten getroosten ter wille van het
behoud van het ministerie-Heemskerk.
Wel uitzondering alsof de ant-rev. partij
niet in de eerste plaats belang had bij dat
behoud, en zoowel besluiten als benoemingen
duidelijk de richting der laatstgenoemde partij
aanwezen. (Cursiv. van ons, Red.)
»De toeleg van anti-rev. zijde was al te
duidelijk gij moet ons helpen in het behoud
onzer 25 zetels, waarbij eigenlijk nog 3 be
hooren, U gunnen we nog wel 10. Slaagt
die actie, dan kunnen wij over u zonder
u beschikken en het gevolg ligt voor
de hand."
De Banier wenscht zich dus nog geen smaad,
als verleden jaar den Chr.-Hist. aangedaan
door de anti-rev. broeders, te laten welgevallen.
Dat de anti-rev. meer belang dan de Chr.-
Hist. bij het bestaan der coalitie hebben, staat
vast.
Een roman uit Ierland.
ROSA MULHOLLANI).
39)
Wanneer gjj over iets komt spreken dat
met mynen zoon in verband staat wensck
ik bet liefst dadeljjk te hooren," zeide de
arme moeder met haperende stem terwjjl zjj
bjj de onheilspellende woorden van den vreem
deling ineenkromp„ik ben bem bet naast,
niemand is bem nader dan zjjne moeder. Men
mag mij niets verbergen."
Mr. O'Malley zuchtte. Met den zieke, be
vende doodsbleeke moeder zou hjj minder
goed kunnen spreken dat met eene forsche
groote vrouw met mannelijk voorkomen, zoo
als men Mrs. Kilmorey beschreven had.
Maar zyn tjjd was kostbaar en bij zjjne
plichtsvervulling was geen medelyden en fijn
gevoel voorgeschreven.
Hjj merkte dus alleen maar op, terwjjl hjj
een notitieboekje uit zynen zak haalde„Ik
zon liever deze jonge dame alleen gesproken
hebben; maar zooals gjj wilt."
Marcella bad in hare gedachte den gehee-
len toestond verzien en vooelde dat een strjjd
Ook in onze streek is dat bij verschillende
benoemingen enz. duidelijk aan den dag ge
komen. En ook hier was de ontstemming
onder de Chr.-Histdie de minderwaardige
rol van handlangers voor de anti-rev. mochten
vervullen, duidelijk merkbaar, behalve dan bij
diegenen, die door nog andere dan politieke
banden aan hunne coalitiegenooten waren
gebonden.
Deze woorden van Vondel komen ons in de
gedachte, telkens als de heer Van Wijnbergtn
het spreekgestoelte in het meetingslokaal be
stijgt, om den vulke voor te lichten, zoo
lezen wjj in De Vaderlander*. Wie ook ver
langt naar pais en vree op politiek gebied,
hy zeker niethij zou wel dadelijk aan den
slag willeö, net als zeker soort van spelers,
die net zoo lang willen blijven spelen, tot ze
eindelijk winnen, en wie weet niet, dat dezulken
doorgaans op den duur alles kwijt raken
En zijne vrijmoedigheid in het spreken gaat
steeds crescendo, waar hij zeider. of nooit
debat geeft, en dus in het bewustzijn van op
al te fantastische voorstellingen achterhaald te
zullen worden, de rem mist, die voor iemand
van zijn temperament volslagen onmisbaar is.
Bewijs daarvan kregen we weer uit hetgeen
de atgevaardigde voor Eist op 31 Maart te
Amsterdam in Plancius ten beste gaf voor de
Rechtsche kiezers in district III, en waarin
hij sterk opkwam tegen de bewering, dat er
in de politiek tegenwoordig een geest van
verzoening zou heerschen. Nu, in het hart
van dezen christen-staatsman zal die geest wel
geene plaats kunnen vinden dat is onbestaan
baar met zijn buitengewoun hartstochtelijk
optreden tegen den politieken tegenstander.
Maar vermakelijk wordt het geval, als Baron
van Wijnbergen betuigt alleen dan te willen
gelooven in de verzoeningsgezindheid vaD Links,
als deze aan Rechts we weten niet, of dat
geknield moet geschieden vergiffenis wil
vragen voor de volksmisleiding, waaraan ze
zich schuldig maakte met het opwekken van
anti-papisme.
nutteloos zou zyn zy zat doodstil, met bet
toegeslagen boek overeind op hare knieën,
waar zjj het met beide handen vasthield, alsof
het een zinnebeeld was van de barricade, die
zy opgeworpen had tusschen haar en de macht
die Bryan ten ondergang zon brengen.
„Ik moet u verzoeken niet te schrikken
van hetgeen ik u te zeggen heb, en my
myne vragen niet euvel te duiden, Miss O'Kelly,"
ging de bezoeker voort, terwjjl hy zijnen vinger
tusschen de bladen van zyn notitieboekje stak
en Marcella vriendelijk, maar ferm in de oogen
zag. „Ik hoop, dat gij gelooven zult, dat het
geene persoonlijke nieuwsgierigheid is, die
mij u sommige vragen Iaat doen. Gjj en ik
hebben beiden eenen plicht te vervullen en
ik vertrouw, dat gy mjj zult vertellen, wat
gij u herinnert van de feiten, waarover ik u
ondervragen moet."
Marcella boog het hoofd, en sloeg een
oogenblik hare oogen neder, om ze echter het
volgend oogenblik weder op hem te vestigen.
Haar gelaat was doodsbleek, hare trekken
scherp geworden en alleen de groote, wijdge
opende oogen schenen televen. Lippen, voor
hoofd, kin, alles stond strak, als by niemand,
die in zwijm ligt.
„Ik sprak n aan by den naam, dien gij te
genwoordig dra8gt, Miss O'Kelly; nuwensch
ik tot n te spreken als Miss Marcella Grace.
Als Marcella Grace waart gjj in de zaak be
trokken, waarover ik u wensch te ondervragen."
Onze lezers vragen allicht, of de baron Van
Wijnbergen, die zoo sprak, dezelfde is als
iemand van dien naam, die met de bewering
aankwam, dat alle canaille Links stemt En
dan kunnen wij niet anders zeggen dan Ja,
zeker er is trouwens in ons land maar één
Mr. Antonius Ignatius Maria Josephus baron
van Wijnbergen.
Het lust ons niet nogmaals uitvoerig aan
te toonen, dat het anti-papisme, dat ook tot
ons leedwezen een element geweest is in den
laatsten verkiezingsstrijd, op rekening moet
geschreven worden van het Kabinet-Heemskerk,
en dat de groote omvang, dien het heeft
verkregen, in hoofdzaak te wijten is aan
mannen van Rechts, en wel aan een deel
der christelyk-historischen en aan hanganschen
achterban. Toen het Kabinet-Heemskerk
toch tegenover de Borromaeus-Eneycliek niet
de houding aannam, die een Nederlandsch
Kabinet ook al had het uit enkel
r o o m s c h-k a t h o 1 i e k e n bestaan
daartegenover had moeten aannemen toen
het, uit vrees voor den roomschen bondgenoot,
den moed miste voor de Protestanten in
Nederland te doen, waartoe zelfs de roomsch-
katholieke koning van Saksen zich verplicht
gevoelde, sloeg velen van Rechts, wien het
verbond met Rome in den grond van hun
hart toch steens tegen de borst had gestuit,
de schrik om het lijf, en het optreden van
de heeren baron Van Wijnbergen, Mr. Dr.
Jan van Best, Pater Boomaars, et tutti quanti,
was weinig geschikt om deze geschokte ge
moederen tot bedaren te brengen. Men kon
zich toch niet voorstellen, dat zooveel durf
uit andere overweging kon voortspruiten, dan
dat de heeren zich nu in dit land almachtig
gevoelden. De heer Van Wijnbergen steke
dus de hand in eigen boezem, en dan zal hjj
wel tot de conclusie moeten komen, dat de
wijze van optreden van hem en van hen, die
de politieke propaganda in hetzelfde genre
beoefenen, het anti-papisme zeer in de hand
heeft gewerkt.
Maar het is slim van een advocaat, om,
als men aan verkeerde handeling schuldig
staat, de aandacht daarvan af te leiden door
als beschuldiger op te treden, al zullen wij
niet zeggen, dat deze manier nu juist in de
eerste plaats door advocaten van goede zaken
„Gij vergist u," zeide Mrs. Kilmorey met
iets zegevierends in hare stem. „Zij is de dochter
van eenen neef van Mrs. O'Kelly van Distresna
en Merrian Square. Zjj heeft nooit Grace
geheeten."
Marcella antwoordde niet en Mrs. Kilmorey
zonk uitgeput in hare kussens terug.
Mr. O'Malley zag haar met eeoeu deelne-
menden blik aan, en vervolgde toen zyn onder
vraging.
„Gij woondet in Januari in het groote hoek
huis op het Weversplein in „The Liberties"
te Dublin? Gjj woondet daar met uwen vader
die zjjdewever was?"
Marcella's lippen bewogen zich toestemmend.
„Herinnert gjj u den nacht ven den lOen
Januari
„Ja, ik herinner mjj dien zeer goed. De
politie wekte mjjnen vader en mjj uit onze
rust en zeide, dat hjj het hnis moest door
zoeken. Mjjn vader was daar zeer verstoord
over, maar moest er zich om de Uitzonderings
wet aan onderwerpen. De politie doorzocht het
geheele hnis maar moest onverrichter
zake weer vertrekken."
Hare oogen glinsterden en de kleur was
weer op hare lippen teruggekomen. Haar blik
bleef onverpoosd op haren ondervragen rusten,
toen zjj deze verklaring aflegde.
„Is dat alles, wat gjj u van den nacht van
10 Januari 11. herinnert? Denk er eens goed
over na. Liet gjj niet iemand binnen op een
wordt toegepast. Die manier herinnert ons
aan den advocaat, die geraadpleegd werd door
eene cliënte, wier man op zeer gegronde re
denen een eisch tot echtscheiding had inge
steld, en die haar den raad gaf van haren
kant zoo spoedig mogelijk hetzelfde te doen.
Maar, aldus de schuldige vrouw, ik heb geen
enkelen grond daarvoor. Reden te meer,
mevrouwtje, klonk het uit den mond van den
gewiksten dienaar van Themis, wie niet in
staat is om zich behoorlijk te verweren, blijft
niets over dan aan te vallen.
Ondertusschen staat het alweer vast, dat
ook onder de katholieken een zeker aantal
gezaghebbende mannen zijn, die juist als de
anti-revolutionairen het separatisme op de
spits willen blijven voeren, en de heer Van
Wijnbergen had niet met zijne gewone open
hartigheid behoeven te spreken, om ons te
doen weten, dat hij er één van was. We
denken er natuurlijk niet aan, voor zijne
uitingen de gansche katholieke party ver
antwoordelijk te stellen, maar op het dryven
van mannen als de afgevaardigde van Eist en
zijn scholier van Best, zal wel steeds de aan
dacht gevestigd moeten worden. Wij achten
hun ophitsende taal, die zelfs de kans op
samenwerking tusschen zonen van hetzelfde
land ook op totaal onzijdig gebied doet ver
loren gaan, hoogst bedenkelijk. Dat in zulk
streven toch een groot gevaar ligt, speciaal
voor een kleine natie als de onze, die eigen
lijk geene enkele kracht heeft te missen tot
ontwikkeling van de volkswelvaart, zal wel
geen betoog behoeven. En dat gevaar kan
niet genoeg gesignaleerd worden.
Twee jongens van 17 en 18 jaar, die
op den Baandijk alhier, met de feestdagen
wat druk aan 't zwieren waren, kwamen den
agent van politie Van Doorn wat verdacht
voor. Hij noodigde het tweetal uit met hem,
ter nadere kennismaking, even mee naar het
politie bureau te gaan.
Aldaar bleek, dat het twee jongens uit St.
Nicolaas waren, die bekenden te St. Nicolaas
bij een oom uit een kastje geld te hebben
weggenomen. Na-eerst in Brussel eenige dagen
vroolijk te hebben doorgebracht waren ze naar
Ter Neuzen gereisd.
Zij werden in arrest gehouden tot den
ongewoon nur?"
„Neen."
„Werkeljjk niet? Zijt gy daar zeker van?
Klopte er niemand aan uwe deur toen gy
nog laat zat te naaien en vroeg niemand u
om eeneschnilplaata?"
„Niemand"
Mr. O'Malley zag Marcella eenige oogen-
blikken stilzwjjgend aan zeide toen: „Zoo!"
en dacht daarop weer eenige tyd na.
„Er is eene geheime schuilplaats in het
huis waar hy woondet, Miss O'Kelly," ging
hy voort, alsof hjj over een andere punt ge
heel voldaan was en daar niet meer op terag
wilde komen.
„Ja!"
„Gy hebt die niet aan politie laten zien
in dien nacht toen zjj een onderzoek bij u
instelde en haar ook niet gezegd dat er zich
zulk eene schailplaats in uw huis bevond
„Neen."
„Waart gjj er wel heel zeker van, dat er
toen niemand in verborgen was
„Ja."
Mr. O'Malley maakte eenigoaanteekeningen
iu zijn boek en ging toen voort met zijne
vragen alsof bjj volkomen tevreden was met
de antwoordden, die hjj tot nog toe gekregen
had.
„Zeg mjj nn eens, wanneer gjj het eerst
gehoord hebt dat er in den nacht van 10
Januari eeu moord gepleegd was niet ver van
NAAK HET EnGELSCH VAN