Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Jtet ontwerp Ouderdomswet Van minister Trenb. VACCINATIE. HINDERWET. MARCELLA GRACE. No. 2450. Zaterdag 28 Februari 1914. 25e Jaargang FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. Interc, No 15. ADVERTENTIEPRIJS: V an 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen. Deze Courant verschijnt eiker W o e ii sdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN makend bekend dat gelegenheid tot gratis vaccinatie en revaccinatie door den heer D. BUIJZE, gemeente geneesheer, zal bestaan in de kom der gemeente op Dinsdag 3 Maart 1914, in het lokaal bij school C op Java 's namiddags ten half twee ure, en te Sliuskil op Zaterdag 7 Maart 1914, in een der lokalen van de openbare school, 's namiddags ten vier ure. De zoogenaamde trouwboekjes moeten worden medegebracht. Ter Neuzen, den 23 Februari 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. IV. De onderteekenaren van het wetsontwerp, of laat ons liever kort weg zeggen, minister Treub, verwijst in verband met de uitsluiting der bedeelden ook naar Engeland. Een Ionian uit Ierland. ROSA MULHOLLAND. 27) HOOFDSTUK XIII. Marcella als landvrouw. Gedurende eenigen tyd bad Marcella het zeer druk. Bjjna al baar tyd werd in beslag genomen door allerlei maatregelen om Crane's Castle bewoonbaar te maken, en door de be zoeken, die zjj aan hare onderboorigeu bracht, vergezeld door Kilmorey of vader Daly, of dikwijls ook door beiden. Met een paar ge ruststellende woorden bad 3ryan baar nage noeg overtuigd, dat hem geen gevaar dreigde, zoodat zy in staat was hare gedachteu geheel te wyten aan de regeling barer zaken en eenen hechten grondslag te leggen voor eene goede verhouding tusschen haar en hare onderhoo- rigen. Langzamerhand begonnen de arme lieden, die de kleine groene plekken tusschen de moerassen en de naakte heuveleoreeks be woonden, reikhalzend uit te zien naar de be- zoeken der vriendelijke dame, die „zoo goed Wij lezen hieromtrent o. m. in de Memorie van Toelichting »Het is hun niet onbekend, dat in Engeland de bedeelden aanvankelijk van het pensioenrecht der 70-jarigen waren uitgesloten, maar dat men betrekkelijk spoedig die uitsluiting heeft laten vallen. Het gaat echter niet aan, in deze zaak ons land met Engeland op één lijn te stellen. Iu Engeland is de armenzorg zoo goed als geheel overheidszorg en worden de kosten daarvan door de heffing eener belasting, de bekende poor rategedekt. Voor zoover dus daar te lande de ouderdomspensioenen, die aan bedeelden worden uitgekeerd, de kosten der armenverzorging hebben verminderd, is dit ten hoogste een verplaatsing van belastingdruk geweest. Wat uit de algemeene belastingen wordt besteed aan pensioenen voor oude arm lastigen, komt aan de poor rate betalers ten goede, zooals blijkt uit het verslag door het Local Government Board in Augustus 1913 uitgebracht. (Zie de bijlage van deze Memorie.) In Engeland levert het dus geen bezwaar op, dat zij, die onder de wet op de old age .pensions vallen, niet langer ten laste van de armenzorg komen. Integendeel, sedert het wegvallen van de uitsluiting der bedeelden is in Groot-Brittannië de overheidszorg voor de arme ouden beter en men kan misschien zelfs zeggen -»waardiger« geworden." Inderdaad werd in artikel 3 van de Staats- pensionneeringswet (The Old-Age Pensions Act) in Engeland die in 1908 werd aangenomen, bepaald, dat alleen die bedeelden werden uitgesloten van Staatspensioen, die een gave trokken uit de kas van het openbaar arm bestuur (Burgerlijke armbestuur). Het ontwerp Treub gaat echter veel verder. Dit sluit ook de bedeelden uit van particuliere instellingen van weldadigheid. Immers artikel 1 der wet luidt letterlijk Ieder die den leeftijd van 70 jaar heeft be reikt of overschreden en aannemelijk maakt dat hij a. behoeftig is b. niet na bet bereiken van den leeftijd van 65 jaar onderstand heett genoten van een gemeente of van een instelling van weldadigheid voorkomende op de lijst, 'in artikel 3 der Armenwet bedoeld, en indien hij gehuwd is c. dat ook zijn echtgenoot behoeftig is was, dat men niet zou denken, dat zjj eene groote dame was", en de ruwe vermagerde gezietiteD helderden op als zjj kwam, en de kleine bruine kindereD, met hunne bloote voeten en hunne schamele kleeding van eigen gesponnen rood flanel klommen als wilde geiten over de rotsen haar tegemoet. Langzamerhand verteldeü zjj haar van al hunne ellende, boe zj) dikwjjls uit buDns woningen gezet werdeu e? k°°g de pacht geworden was. Terwijl zjj bjj dep haard zat, waar de oude groot vader in een boekje de tabak zat te rooken, die z\j mee had gebracht, en zjj de thee hielp opdrinken, die uit baar eigen zak in den kleinen bruinen trekpot was overgebracht, leerde zjj al de ellende kennen waaraaD deze arme schepsels bloot hadden gestaan, alleen opdat bare inkomsten nog zouden vermeederen. Sinds Mrs. O'Kelly, vyf jaar geleden, hetstof van Distresna van nare voeten geschud had, beleedigd door eenige klachten over haar be stuur, dat naar hare vaste overtuiging niet beter zijn kon, en zij Crane's Castle verlateu had om er nooit meer terug te komeD, had haar rentmeester laugzamerhaud de pacht ver hoogt, en getracht telkens nog wat meer geld uit de moerassen en rotsen te slaan en al dien tijd waren de zomers juist koud en nat ge weest het gras had niet kunnen drogen, de aardappeloogst was mislukt, en een gedeelte van de zuurverdiende pacht, in Amerika, Engeland of waar dan ook bjjeen gebracht, was wegge- heeft recht op een ouderdomsrente, voor zoover hij niet op grond van artikel 2, 3 of 54, derde lid, ot krachtens artikel 11 dezer wet is uitgesloten. De rente gaat in op den dag, waarop de aanspraak op rente is verkregen, doch niet vroeger dan drie maanden voor den dag, waarop de rente-aanvrage bij het gemeente bestuur inkwatn. Oorspronkelijk sloot de Engelsche wet de behoeftige 70jarigen uit, die in hun 69e jaar bedeeld waren geweest. De Engelsche wet nam dus een termijn van 1 jaar. Het wets ontwerp Treub stelt een termijn van 5 jaar. Hieruit volgt duidelijk dat het ontwerp-Treub o. i. heel wat minder biedt, laat ons zeggen heel wat slechter is, dan de Engelsche wet. Inderdaad was dan ook in Engeland de uit sluiting van de bedeelden, hetgeen maar korten tijd heeft geduurd zeer beperkt. De bevolking van Engeland is ongeveer 7 maal zoo groot als die van Nederland, volgens het ontwerp Treub zullen 42000 bedeelden worden uitgesloten. Werkte de wet Treub in Engeland, dan zou dit cijfer dus moeten zijn 294000 en wat blijktdat van 1909 1911 slechts 50.000 bedeelden werden uitge sloten. Het verschil tusschen de beide wetten komt hier scherp op den voorgrond. Reeds 2 jaar na de tot-standkoming der Engelsche wetjheeft Lloyd George de uitsluiting der bedeelden opgeheven en ook voor hen de gunst der bedeeling omgezet in het recht op Staatspensioen. Wij vreezen dat het bij ons Diet zoo vlug zal gaan. Engeland, dit moet wordeu erkend, staat er finantieel beter voor dan ons land. Laten wij toch hopen, dat de beraadslagingen in de 2e kamer zoodanig resultaat zullen geven, dat althans] binnen afzienbaren tijd de uitsluiting der bedeelden zal ophouden. Het opDemen van een bepaling in de wet, waarbij in 1918 de opname der bedeelden wordt voor geschreven, komt ons gewenscht voor. Indien eenige jaren tijdruimte daartoe wordt gegeven, dan kan de regeering de noodige finantieele maatregelen bijtijds voorbereiden. Het komt ons voor, dat eigenlijk alleen het finantieel bezwaar kan verklaren, waarom het ontwerp uitsluiting der bedeelden bevat. Wij wezen er reeds op in ons eerste artikel. Kaan aan het ellendige voedsel, dat maar joist eveu voldoende was, om de arme niet-betalers voor den hongerdood te behoeden. Verscheidene gezinnen waren uit bnnne woningen gezet in bet jaar voor Mrs. O'Kelly's dood. Enkele dezer ongelukkigen waren nit bet land ver dwenen, anderen hadden een onderkomen by hunne buren gevonden, terwijl een zoon of eene dochter afs eene soort voorhoede naar Amerika gegaan was, om te beproeven daar geld te verdienen, om zoo mogelijk bnnne woning weer terug te krijgen. Enkele buizen, die er netter dan de andere uitzagen, en ten koste van harden arbeid een minder armoedig voor komen hadden verkiegee, stonden daar als een waarschuwend voorbeeld nm niet te trachten wat vooruit te komen in de wereld. Want zij, die ze bewoonden, waren er uit gezet om buune dwaasheid te betreuren, de jonge lieden in ballingschap, de onde van dagen in het armenhuis. Als Marcella dan zoo zat toe te luisteren en de ellende romdom haar gadesloeg was zij diep ontroerd, en ging het baar maar niet uit de gedachte dat ook zij eeD kind uit het volk was. Hoewel zij door bare moeder aan de boogere standen verbonden was, die deze arme Meden zoo slecht bestnurden en nog slechter behandelden, behoorde zij door haren vader onder heD. Als door een wonder had zy de macht verkregen om hunne behoeften, hunne ellende te lenigen en aan goeden Dat bezwaar zal echter alleen de eerste jaren gelden. De minister berekent naar den toestand op 31 Dec. 1913 de kosten van renten volgen art. 369 en volgens de ouderdomswet op ƒ14.250 000 voor dekking van dit bedrag zal dus gezorgd moeten worden. Echter de kosten van art. 369 dalen van jaar tot jaar. Reeds in 1919 zijn zij 4.110.000 minder dan in 1913. Over vijf jaar kan het finantieele be zwaar des ministers en wij herhalen te verineenen, dat dit wel zijn gewichtigste zal zijn niet meer klemmen. Er is ook daar om o. i. geen reden de uitsluiting der be deelden voor altijd in de wet vast te leggen, zooals de minister doet (Wordt vervolgd). ONZE OOST. Een eigenaardige geloofs-qnaestie. Woensdagmorgen om negen uur had in de Klenteng op Pasar Bong de beëediging plaats van den heer Lim Tjoen Ing, die, zooals wij reeds mededeelden bij besluit van den gouver neur-generaal is benoemd tot luitenant der Chineezen alhier," zoo lezen wij in het »Soer. Hbl." van 28 Jan. »De resident, de assistent-resident, de con- troleur-kota, de regent, majoor der Chineezen en andere Chineesche officieren waren bij deze plechtigheid tegenwoordig, terwjjl honderden nieuwsgierigen zich om en nabij de Klenteng verdrongen om getuige te zijn van de plech tigheid. Er doet zich echter bij deze beëediging een eigenaardig geval voor. Het is nl. de gewoonte, dat een dergelyke installatie gepaard gaat met een godsdienstige plechtigheid, bij welke gelegenheid de nieuw benoemde luitenant den eed van trouw aan het bestuur moet afleggen voor een beeld van de godin Kwang Yin, een der vormen van Boeddha. Nu wil het Boeddhistische ge loof, dat Boeddha, die gedurende het geheele jaar in het beeld huist, van Chineesch Nieuw jaar tot aan den vierden dag, der eerste maand afwezig is, omdat hij in hoogere regionen zaken heeft te behartigen. De conservatieve Chineezen zijn dus van meening, dat de Woensdag afgelegde eed niet geldig is, omdat Boeddha niet voor Vrijdag terugkomt wil daartoe zou het niet ontbreken. Met het grootste geduld ging zy ieders omstan digheden en inzichten kennen en zag zy aan welke, Verzoekingen zij blootstonden en hoe moedig zjj er weerstand aanboden. Aan den eenen kant stond de landheer, die hen onderdrukte en verbitterde en aan den anderen kan stonden de geheime genoot schappen die hem er toe aanzetten om zich in banden van eene macht te stellen die ban recht zon verschaffen bet was dus niet te verwonderen dat de wanhopigsten dikwijls blindelings tot medeplichtigheid aan eene misdaad vervielen. Wel was bet een wonder dat de groote massa er zich van onthield. En mocht men er zich in zulke omstandigheden over verbazen dat de belofte der Fenians van eeoen oorlog die een gebeele onwenteling in den stand der zaken zou brengen, de moedigste en meest onverschrokken jongelin gen medesleepte hen de hangreepen van het geweer deed leeren en hen naar de geheime samenkomsten in den door het maanlicht be schenen bergpas lokte. Over al die dingen peinsde en mymerde Marcella. Wanneer Bryan als jongeling reeds van zyn moeders zyde gevloden was, om er naar te streven de verongelijkten recht te doen wedervaren, hoeveel te meer kon men dat dan niet verwachtea van ben, wier be jaarde ouders of kleiDe kinderen voor hnnne oogen wegkwijnden onder het onrecht, dat haa TER MMSCH VOLKSBLAD. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gezien de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad no. 222 van 1896) maken bekend dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd een verzoek van B. D. KOENE, broodbakker, wonende te Ter Neuzen, om vergunning tot het plaatsen van een electromotor, in een gedeelte van het perceel plaatselijk gemerkt 5 en gelegen aan de Noordstraat alhier, tot het in werking brengen van een kneedma chine enz., kadastraal bekend sectie L No. 1537. en dat op Maandag 9 Maart 1914, des namiddags van 3 tot 4 uren, ten raad huize dezer gemeente, gelegenheid zal worden gegeven om tegen het maken dier inrichting bezwaren in te brengen en deze mondeling of schrifte lijk toe te lichten. Ter Neuzen, 23 Febr. 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. N.B. Wij vestigen er de aandacht op, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn verschenenteneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. NAAR HET EnGELSCH VAN i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1914 | | pagina 1