Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
jtet ontwerp Ouderdomswet
Van jKinister Treub.
Een schoon getuigenis Voor de
Openbare School.
Compliment Van J)c Standaard
aan dc XatholieKeu.
MARCELLA GRACE.
EB No. 2448.
Zaterdag 21 Februari 1914.
25 e Jaargang.
FEUILLETON.
straat
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent by vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc, No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver«
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
II.
Volgens art. 1 van het ontwerp krijgt ieder
recht op een ouderdomsrente, die den leeftijd
van 70 jaar heeft bereikt en kan aantoonen
le. dat hij en eventueel ook zijn echtgenoote
behoettig is 2e. dat hij na zijn 65ste jaar
geer, badeeling heeft gehad van openbare of
kerkelijke armbesturen.
Uitgesloten zijn volgens art. 2 degenen, die
na hun 60ste jaar tot gevangenisstraf of tot
plaatsing in een Rijkswerkinrichting voor een
jaar of langer zijn veroordeeld alsmede zij, die
misbruik van sterken drank plegen te maken
of op andere wijze een beker.d slecht levens
gedrag leiden. In art. 3 worden verder nog
uitgesloten Nederlanders of andere Neder-
landsche onderdanen, die niet gedurende de
laatste vijf jaren voor hun rente-aanvrage
onafgebroken in Nederland hun hoofdverblijf
hebben gehad Zij, die in ons land wonen,
doch geen Nederlander zijn, moeten de laatste
twintig jaar voor hun rente-aanvrage onafge
broken in Nederland hun hoofdverblijf hebben
gehad.
Met de hierboven vermelde redenen voor
uitsluiting kunnen wij ons ook vereenigen.
Een ernstig, onoverkomelijk bezwaar hebben wij
echter tegen de uitsluiting van de bedeelden. Hoe
toch is eigenlijk de groote beweging in ons
land voor de Staatspensionneering ontstaan
Indien er geen bedeelden waren, door burger
lijke armbestuur en diaconie, en indien er geen
armhuizen waren, zou nooit een massa he-
weging zijn ontstaan voor de Staatspension
neering. Juist de behoeftigheid, die aan den dag
kwam door bedeeling, heeft de gemoederen
gaande gemaakt en de oogen geopend voor
de vernedering waaraan een groot aantal van
de Staatsburgers op hun ouden dag worden
bloot gesteld.
Temeer, waar bij de diaconiën bleek dat 80
a 90 0 van de bedeelden buiten eigen schuld
behoeftig werden, werd gevoeld, dat de Staat
tegemoet moest komen aan den wantoestand
die onze tegenwoordige samenleving schept.
liet komt ons dan ook voor, dat juist de
bedeelden d. w. z. zjj die 't meest behoeftig
Een roman uit Ierland.
ROSA MULHOLLAND.
25)
Een oogenblik later warmde Marcella wat
melk, die zjj in haar karretje mee had ge
bracht en bood ze der moeder aan. Deze lag
sprakeloos over het wiegje gebogen en hield
het kleine, bleeke wezentje in hare magere,
bruine armen gekneld.
ijk geloof, dat het alleen maar uitputting
is, misschien is het nog niet te laat," zeide
*i):" „Laat mjj het eens beproeven," en ter-
wjjl zjj de versufte vroow zachtjes op zijde
duwde, nam zjj het kind op, ging op eeneu
gebroken stoel zitten, en begon de lipjes van
het kind te bevochtigen. Je bleeke lipjes
bewogen zich en dronken het vocht gretig op,
en na eeD poosje gingen de oogjes open en
schenen om meer te vragen. Na een kwar
tier was het kind veel beter. Marcella bleef
t>og een half uur bezig met het te voeden,
eu te liefkozen, terwjjl de moeder haar spra
keloos gadesloeg, en evenmin tusschenbeide
durfde komen, als wanneer bet de Heilige
Maagd in eigen persoon ware geweest, die uit
zijn dienen te worden geholpen en dat de uit
sluiting in het wetsontwerp-Treub niet ge
rechtvaardigd is. De argumenten van den
minister waarmede ZEx. die uitsluiting goed
praat gaan o. i. niet op.
Toch is er een argument waarvoor ook de
felste voorstanders van de staatspensionneering
zullen moeten zwichten. Dit argument wordt
naar voren gebracht in de memorie van toe
lichting, waar wij lezen
Ondergeteekenden willen niet verhelendat bij
hnn antwoord op de vraag nlrente aan be
deelden) Jinanciëele overwegingen zich mede hebben
doen gelden De minister komt op blz. 14
van zijn Memorie van Toelichting tot de con
clusie, dat de uitsluiting der bedeelden ten
gevolge zal hebben, dat 42000 ouden niet
voor ouderdomsrente in aanmerking komen.
De minister schat, dat 45000 oudjes wel voor
een rente in aanmerking zullen komen. Sloot
de heer Treub de bedeelden dus niet uit, dan
zouden de kosten van uitbreiding van art.
369, welke nu ongeveer 5 millioen zullen
bedragen, dus ongeveer het dubbele beloopen.
Bij den berooiden toestand der schatkist is
het begrijpelijk, dat het finantiëele bezwaar
bij den minister sterk heeft gewogen. Be
grijpelijk, doch meer ook niet.
Intusschen doet het ons dubbel onaange
naam aan, dat het finantieel bezwaar niet geldt
waar de militaire uitgaven worden opgedreven.
Wij weten wel, dat de defensie noodig is.
Wij willen zelf met minister Cort van der
Linden medegaan, waar hij zegt dat de ver
dediging van het land no. 1 is.
Ook Jaurès, de bekende Fransche socialist,
heett beweerd dat een land zich op sociaal
gebied niet kan ontwikkelen als de defensie
niet in orde is.
Maar wij bedolen hier de defensie uitgaven
die wel degelijk nagelaten kunnen worden.
Het klinkt vreemd, te hooren dat er geen
geld is om de bedeelden te helpen, terwijl
bekend is, dat men onzen afgevaardigde den
heer de Muralt kwalijk nam dat hij slechts
protesteerde tegen de uitgave van een kwart
mil|oen voor herstel van een oud marineschip,
dat nog slechts drie jaar mede kan.
Laten wij eens nagaan, welke bezwaren de
heer Treub nog meer weet aan te voeren,
tegen de opname van de bedeelden in zijn
wetsontwerp.
den hemel was neergedaald en haar het kind
uit de handen genomen bad. De groote jon
gen met zjjn ruig hoofd stond op eenigen af
stand, met zjj a holle oogen op Marcella ge
vestigd eo eene uitdrukking van innige vol
doening op zjjn bleek gelaat. Toen liet kind
eindeljjk in eenen natuurlijken slaap scheen
te vallen, legde Marcella het weer in de ar
men der moeder.
De arme vroow drukte haar kind harts
tochtelijk aan haren boezem, terwijl zjj op den
stoel ging zitten, dien Marcella verlaten had
zjj kon geen woorden van dank vinden, maar
lichtte den zoom van Marcella's kleed op en
bracht dien aan hare lippeo.
„Ik zal deze flesch melk hier laten gd u
morgen ochtend andere zenden. Misschien wil
Mike ze wel komen halen," zeide Marcella,
terwjjl zij den knaap aankeek. Mike ant
woordde gretig: „Als u 't belieft, Miss."
Hij veegde met de hand over zijne oogen,
en geleidde de dame buiten de hut en zag
toen met een soort eerbiedige verrukking naar
haar op, terwjjl zij op het gras stond en naar
Kilmorey uitzag, die, nadat hjj getuige was
geweest van een gedeelte van het tooneel in
de hut, in gepeinzen verzonken het kleine
vlugge paard van vader Daly stond te voeren.
Het varkeu, dat mede getuigen was geweest
van de gebeurtenis in de hut, kwam du ook
te voorschjju om de jonge dame uitgeleide te
doen.
De minister schrijft
De ouderdomsrente aan bedeelden zou ten
gevolge hebben, dat ten aanzien van de ouden
van dagen, die door kerkelijke of particuliere
instellingen worden ondersteund, die instellingen
zouden worden teruggedrongen en haar werk
door een ondersteuning van Staatswege, buiten
de organisatie van de armenzorg om, zouden
zien overgenomen. Het is bekend genoeg, dat
hiertegen bij velen in den lande principieele
bezwaren bestaan.
Hier ontwaart men dat de schrijver van
de Memorie van toelichting geen echte voor
stander van de Staatspensionneering is.
Wij hebben er maling aan, of de weldadig
heids-instellingen al verdwijnen. Men versta
ons goed, niet dat wij de personen en instel
lingen die de liefdadigheid uitoefenen en mo
gelijk maken niet hoog achten. Wij doen
in dezen voor de waardeering van dezen voor
niemand onder. Maar wij beschouwen alle in
stellingen, die aan oude waardige arbeiders een
aalmoes uitreiken, als een aanklacht tegen
onze samen leving.
De heer Treub schreef in zijn boek over
sociale wetgeving betrelfende de armenzorg en
het uitreiken van een aalmoes het navolgende
»voor den gever moge zij zalig zijn, maar
»voor den ontvanger is zij, omdat hij er
»om bedelen moet en niet met opgehe-
»ven hoofde als een recht kan doen
»gelden een pest.*
En die pest! laat de minister Treub moet
willig (voor zooverre geen finantieele argu
menten gelden) bestaan.
Wordt vervolgt
In »Een ernstig woord tot katholieken*,
door Christiaan, R. K. Pr., wordt gewaarschuwd
tegen vertrouwelijken omgang met Protestanten.
De R. K. Pr. noemt een vertrouwelijke
omgang »zulk een, die bestaat vooreerst op die
scholen, welke men de openbare, neutrale noem',
waar kinderen van tweeërlei geloof, zooals het
heet. bij elkaar zijn, met elkander wandelen,
spreken, spelen, samen leeren en jaren achtereen
„Waarom verkoopt gij dat varken niet
liever dan honger te ljjden vroeg Marcella
aau Mike, toen het dier tegen haar stond te
knorren, of uit dankbaarheid, of bjj wijze van
verwijt, wie zal het zeggen
„Het varkeD, Miss Dat is voor de pacht.
Dat is alles, wat wij overgehouden hebben.
Waar hjj ingaat, zullen wjj bem wel allen
moeten volgen, want het dier gaat in den zak
van den landheer."
Marcella koD eenen glimlach niet bedwin
gen bjj bet denkbeeld, het varken en Mike
in haren zak te hebben.
„Ik wil het van u koopen," zeide zjj „en
dan bewaart gij bet voor mij, tot de landheer
het komt halen. Ik zal het n morgen betalen,
als gjj komt. Den hoogsten marktprijs. A
propos, wie is uw landheer
Mike was zoo stom van verbazing, niet al
leen door haar voorstel om het dier te koopen,
maar ook door hare eigenaardige denkbeelden
over hare rechten op bet gekochte beest, dat
bij geen antwoord gaf, maar vuurrood werd
tot onder zjjne haarwortels.
„Wie is uw landheer, Mike?" Maar Mike
verstond haar nog Diet, zoozeer speelde hem
die verkoop van het varken door zijn hoofd.
„Dat is te veel, Miss," zeide hij ten laatste.
„Gij weet zeker niet, hoeveel het diet waard
is. Het is de pacht van een half jaar."
„Zeven pond, Mike."
„O, Miss, zóó veel niet. En toen, geheel
samen worden opgevoed, 't Is wel niet gezegd,
dat ze de kennis zullen aanhouden, dat
er juist tusschen hen een gemengd huwelijk
(de brochure handelt over het gemengde hu
welijk, Red.) zal tot stand komen, doch door
het gaan op die school worden de kinderen
te veel aan den omgang met protestanten
gewend, zij vinden dat iets gewoons, waar
geen kwaad in steekt, waar zij niet bijzonder
voor behoeven te passen".
Zelden hebben we uit christelijke pen schoo
ner getuigenis voor de openbare school ge
lezen. In die school toch zijn allen gelijk
de Jood en de Protestant, de Katholiek en de
Lutheraan. In die school moeten allen op
groeien tot menschen, die, in de maatschappij
gekomen, moeten leeren, dat ook daar de
menschen dagelijks met elkander moeten om
gaan, dat daar noodzakelijk is de eenheid, die
de grondslag is der menschelijke samenleving.
Die eenheid brengt de openbare school.
Zonder het te willen heeft Christiaan R.
K. Pr. aan de openbare school de grootste
lof toegezwaaid. Zijn getuigenis zullen wij
dankbaar accepteeren en onthouden.
Het kan te pas komen.
»De Standaard* schreef onlangs over de
beweging tegen het drankmisbruik. Het blad
constateerde, dat onder de Roomsche land-
genooten een wassende beweging is om tegen
het drankmisbruik te velde te trekken.
Maar »nog lang niet alle Roomsche
kamerleden zijn tot deze beweging toegetreden.
Veeleer staan niet weinigen altoos op den
uitkijk, om te zien of ze hun vriendjes achter
de toonbank niet wat bij kunnen springen
Aldus »De Standaard.* Voor enkele jaren
werden de >kroegbazen* als de hechte steun
der liberalen door het nobele blad van dr.
Kuyper aan de kleine luyden voorgesteld.
Thans krijgen de Roomschen een beurt.
Is het wonder, dat bij zulke lieflijke com
plimenten wel eens wordt herinnerd aan een
frisch potje bier te Brussel
verbluft door zooveel edelmoedigheid, keek hjj
strak voor zich, terwjjl allerlei verwachtingen
van komende welvaart in zjjn hoofd dooreen
dwarrelden.
„Maar nu hebt gjj mjj niet gezegd, wie uw
landheer is, Mike
„Zjj is dood, Miss, en de rentmeester is
weg, en onze nieuwe landheer is ook eene
dame, maar wjj hebben baar nog niet gezien
en ook nog niets van baar geboorden mis
schien zullen we dat wel ook wel nooit. Maar
de nieuwe rentmeester zal hier wel zjjn tegen
dat de pacht weêr betaald moet worden. En
hjj is natuurlijk Dog hardvochtiger dan de
andere."
„Waarom zou hij dat zjjn, en waarom denkt
gjj, dat er een rentmeester komt?"
Dames hebben altjid reotmeester," zeide
Mike, en de nieuwe rentmeester is altjjd er
ger dan de oude. Dat is alles, want wjj er
van weten, Miss."
„Wel Mike, wjj zullen ons varken tegen
hem laten oprukkeD, als hjj komt, en voor
dien tjjd behoeven wjj niet bang voor hem te
zijn," zeide Marcella lachend. „Maar hoe
hebt gjj dan tot nu toe kunnen
„Mjjn schoonbroeder, Miss, dat is haar man,
(met zijn duim naar de hut wjjzend) is in
EogelaDd om te hooien, en zal wel wat geld
meebrengen. Ik zon ook bjj hem zjjn, als ik
niet een heelen tjjd de koorts gehad had. Ik
ben de laatste van een groot geziu, en als ik
8 li
8 4'
85!
MIZEM VOLKSBLAD.
NAAR HET EnGELSCH VAN