Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, GEMEENTERAAD. Oitaattnctndijlj! MARGELLA GRACE. No. 2441. Woensdag 28 Januari 1914. 25e Jaargang. FEUILLETON. BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 7 5 cent yoor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent by vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. Interc. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. By Abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsi uimte- Redactie-adresNoordstraat 10, Ter Neuzen, Woensdag- Zaterdagmorgen bjj den Uitge.er M. DE JONGE te Ter Neuzen. Afgaande op hetgeen wij uit de handelingen vernemen, omtrent de in de Tweede Kamer gevoerde discussiën, bij de behandeling van de begrootingen voor oorlog en marine, komen wij tot de bedroevende conclusie, dat niet alleen van inkrimping van militaire uitgaven geen sprake is, maar dat zelfs eenige opdrijving daarvan is waar te nemen. Zeer zeker is dit laatste in hoofdzaak de schuld van het vorig ministerie, dat den nieuwe ministers begroo- tings-ontwerpen naliet, die in korte spanne tijds, door de betrokken bewindslieden, niet konden worden omgewerkt. Ook zijn een deel van de verhoogde uitgaven zoo niet bet «overgroote* deel het gevolg van de milietiewet-Coliju. Toch krijgen wjj den indruk, dat onze beide extra parlemen taire defensieministers zich sterk voelen. Niet omdat hunne voorstellen zoo schitterend zijn, maar omdat zij inzien, dat de Kamer zich wel tweemaal zal bedenken, alvorens hun te laten vallen. Het staatspensioen en het algemeen kiesrecht vertoonen zich aan den horizon. De beëindiging van den schoolstrijd schijnt nabij. Spreekt het niet vanzelf, dat de volksvertegenwoordi*- ging huiverig is door afstemming van begrootingsposten of door het aannemen van moties en amendementen een minister thans tot heengaan te dwingen. En met die minister wie weet het geheele kabinetHet is ver dacht, dat bij kritieke stemmingen, steeds de heer Lort van der Linden mede naast den be trokken minister zich aan de regeeringstafel vertoont. Bij de behandeling van de motie Terlaan luidende ,,De Kamer, van oordeel dat de derde herhalingsoefening, bedoeld in de wet op Een roman uit Ierland. ROSA MÜLHOLLAND. 19) Het sombre voorkomen der kamers, de armoedige kleeding zijner beschermster, ston den hem weer voor oogen en hij verweet zichzelf dat by nog niets gedaan had om eenige verbetering te breDgen in het lot van hen, onder wier dak hij voor ellende bewaard was gebleven. Wel was er misschien gevaar voor hem aan verbonden om naar die plek terug te keeren, en zich weer in betrekking te stellen met de menschen, die in dat huis woonden. Wanneer de politie werkelijk het oog op hem had zooals men hem had medegedeeld, zou het misschien niet ge raden zyn, eenige betrekking aan te knoopen met heD, die hem eene schuilplaats verleend hadden en die hij daardoor misschien aan de verdenking bloot zou stellen hem op dien nacht aan de rechtelijke macht onttrokken te hebben. Maar toch zou het in dit geval lafhartig zfjc overvoorzicbtig te wezen. Hij had reeds ontdekt dat de eigenaar van het huis P6U zydewever waszou hij hem niet te gemoet de nationale militie, niet behoort te worden gehandhaafd en mitsdien wijziging dier wet te dien opzichte gewenscht is, gaat over tot de orde van den dag*. Hoorde men reeds van de zijde van den minister van oorlog een soort geluid, dat op «onaannemelijk* geleek. De minister ver klaarde, dat hij die herhalingsoefening voor de paar lichtingen die nog onder de oude militiewet vallen, niet kon missen. Wij weten allen, hoe drukkend deze derde herhalingsoefening op tal van huisgezinnen werkt. Hier gold het een motie. Zij werd verworpen met 83 tegen 31 stemmen. Het is wel opmerkelijk, dat een drietal sociaal- demoeraten n. 1 de heeren Sannes, Duijs en van Leeuwen, niet aan de sttmming deel namen. Waren deze heeren op hun post geweest dan zouden tal van gezinshoofden zoo goed als zeker van de derde herhalingsoefening verlost zijn geworden. Laten wij er direct bij zeggen, dat de heer Sannes wegens ziekte de vergadering niet bijwoonde. Van den heer Duijs was hier omtrent niets bekend. De heer Van Leeuwen was niet ziek. Toch kunnen onoverkomelijke bezwaren voor die heeren hebben bestaan om ter vergadering te verschijnen en willen wij, zonder gerechtigd te zijn eenig verwijt uit te drukken, het bij de opmerking laten. Ook onze afgevaardigde de heer De Muralt meende, dat de derde herhalingsoefening voor de twee overblijvende lichtingen gerust achterwege kon bljjven en het deed ons groot genoegen, dat hij voor de motie stemde evenals de meeste zijner par ijgennoten. Bij de behandeling van het artikel betref fende de vliegtuigen stelde de heer Ter Laan voor het geheele artikel te schrappen. Voor een antimilitarist in merg en been, was het niet moeielijk met den socialistische afgevaardigde mede te gaan. Voor iemand echter, die een ander standpunt inneemt, en maent dat een leger van een klein land met zoo weinig mogelijke uitgaven zoo hoog mo gelijke weerbaarhei 1 moet hebben, moet de dienst der vliegeniers juist aanlokkelijk zijn. Bij dit wapen toch het werd door den Minister ook opgemerkt beteekent over macht niet zoo veel. Al staat in tijd van oorlog 1 Nederlandsche vlieger tegenover 20 Duits he, die twintig vijandelijke vliegers kunnen komen, door hem eenige bestellingen te doen. Den man had Kilmorey nooit gezien het meisje zon zijn geheim wel bewaren, daarvan was hy overtuigd. Hy gevoelde plotseling eenen sterken aandrang om iets te doen om zijne schuld tegenover hen te verminderen. In deze moeiljjke tijden kon iemand als hij er niet zeker van zijn in welke omstandigheden hij zich morgen kon bevinden. Het was beter dat hij dadelijk deed wat hij dacht dat noodig was. Onder den invloed vaD deze aandrang richtte hij zijne schreden naar „The Liberties", ea Dam zijnen weg door dat gedeelte van Dublin dat met de geschiedenis van Ierland zoo nauw verbonden is. Hier over deze kade, waar de ondergaande zon zelfs de vuile wate- reD der Liiïey in stroomea van vloeiend goud veraoderdt waar zy den toren der Four Courts helder tegen de licht-roode wolkjes doet afsteken en de masten der schepen ver guldt, liepen de „opstandelingen" van '89" met brandende, in pik gedoopte mutsen op het hoofd om zich in wanhoop in het water te werpen en zoo een einde aan hunne mar teling te maken. Ongeveer op deze plaats werd het laatste droevige tooneel in de korte maar veelbewogen leven van den jongen Robert Emmet afgespeeld langs dezen weg kwam hij met uitgetogen zwaard aan het hoofd van dat ellendig-, leger waarmee by gedacht bad Ierland voor den Ieren te ver- zullen niet in staat zijn de verkenning door die eenen Nederlandschen vlieger onmogelijk te maken. Het luchtruim leent zich niet daarvoor. Hier liet de Minister van oorlog zich beslister uit. De Minister zou zich «ten krachtigste" tegen elke beknibbeling, laat staan tegen het niet toestaan der gelden, voor de vliegdienst verzetten. Alweer «onaannemelijk* De stemming was zeer verdeeld. Onze afgevaardigde stemde voor. Welke beweegredenen hij daartoe had zijn ons niet bekend, maar wij nemen aan, dat ook hij die zich nimmer als antimilitarist bij ons deed kennen, de vliegerij voor een klein leger onontbeerlijk acht. De wijze waarop de minister van marine de geer Rambonnet echter in de vergadering van den 23 Januari j.l. het «onaannemelijk* in de kamer heeft doen weerklinken, zal zeker zijn positie niet hebben versterkt. Het gold hier het voorstel van den minister, om een bedrag van bijkans een kwart millioen gulden beschik baar te stellen voor reparatie van het schip «de Holland* dat volgens de verklaring van den minister zelt dan nog slechts drie jaar mee zou kunnen gaan. W ij prijzen het in alle afgevaardigden die daartegen hun stem deden opgaan. De heer Hugenholtz deed het voorstel om den minister deze gelden niet toe te staan. De minister, begrijpende dat zijn zaak zwak stond, liet on middellijk het «onaannemelijk* hooren. Deze uitlating bracht algemeene ontstemming in de kamer teweeg. Scherp, laten wij zeggen «bijzonder scherp« kwam onze afgevaardigde hiertegen op. Wij lezen hieromtrent in de handelingen De heer de MurultMijnheer de Voorzitter Ik moet mij aansluiten bij de opmerking van den geachten afgevaardigde uit Appingedam, dat de wijze van optreden van den Minister van Marine in deze betrekkelijk ondergeschikte zaak wel wat kras is. Waar de Minister voor de h rstelling van een schip, dat nog ten hoogste drie jaar in de vaart zal blijven, verklaard de afvoering van de kosten onaannemelijk te zijn, daar dwingt hij misschien de sociaal-demo craten, maar zeker mij, als ünie-liberal, om tegen het daartoe strekkende amendement te stemmen, omdat wij weten wat aan de aan neming vast zit met het oog op de groote zaken, die wij van dit Kabinet verwachten. overenen daar stond de galg van waar zijne jonge ziel haren weg naai naar de plaats waar geen honger en verdrukking heerseht en waar geene vergissing of misrekeningen voor jeugdige menschen gloeiend van vrij heidsliefde meer mogelyk zyn. In dat huis werd Lord Edward Fitzgerald in hinderlaag gelokt, gewond, gevangen genomen en naar de gevangenis te Kilmainhara gesleept, waar bij stierf aan zjjne wonden. In deze straat stierf Lord Kifwarden. En zoo ging het verder door verscheidene straten totdat de wegen vuiler en smaller werden totdat de toren der St. Patrickskek al minder eu minder hoog boven de huizen uitstak en de groote klok haar geluid deed weergalmen over ellendige woningen en ongezonde strateD. Er was een tyd, waarin de wandelaar de groote kerk kon binnentreden om een gebed «oor de levenden en dooden op te zenden: maar én de levenden én ie dooden zouden nu nog lang die voorbede moeten missen, want er moesten velerlei formaliteiten worden vervuld, voor de drempel van St. Patrick overschreden kon worden door eene knie, die wilde buigen en eene ziel, die wilde bidden. In de buurt, waarin Kilmorey zich nu bevind, lag bet Weversplein. Kilmorey zag scherp om zieb heeD, toen hij het betrad. Ja, bet was dit groote huis aan bet einde der straat. Het zag er somber, ver vallen, verlaten uit. Was het mogelyk, dat er Wanneer ik dus tegen dit amendement stem, doe ik dat omdat de aanneming ons den Mi nister van Marine zou kosten en misschien wel het geheele Kabinet, maar niet omdat ik instem met de herstelling van dit schip. In het feit dat de heer de M. zich hier qualificeerde als unieliberaal en daardoor wel eenigzins den indruk vestigde of ook zijne naaste geestverwanten er zoo over dachten, vond de heer de Meester aanleiding er uitdrukkelijk op te wijzen, dat de heer de M. slechts voor zich zelve hal gesproken. Het doet ons intusschen genoegen, dat onze afge vaardigde in dezen met de andere leden zijner club verschilde. Wij meenen, dat zijn opmer king zeer terecht werd gemaakt. Het vertrouwen in de mededeelingen van de vrijzinnigen in programma's en manifesten wordt geschokt, indien zij alles slikken, en dat zonder protest, wat de defensieministers hun voorleggen. De geheele discussie over deze aangelegenheid in de kamer, maakt op ons den indruk, dat eigenlijk zeer vele leden er net zoo over dachten als onze afgevaardigde en dat het schrikbeeld van «onaannemelijk* ditmaal, maar wellicht ook alleen voor ditmaal, den minister een schijnsucces bezorgde. De oud-liberale pers gaat op scherpe wijze te keer tegen den heer de M. Men deelt hem bjj de antimilitaristen en wat dies meer zij, in. Wij kennen onze afgevaardigde te goed om te weten dat hij nog voor laster noch voor onverdiende onnoodig scherpe afbrekende kritiek op zijde g»at. Wij staan aan zijne zijde, daarvan kan bij verzekerd zijn. Uit den Balkan. Nu de oorlog in den Balkan ten einde is, hebben de Bulgaarsche benden hare actie hervat. Bij Drama deden zij dezer dagen een aanval op de Grieksche troepen en brachten hun ernstige verliezen toe, zoodat de Grieken dringend om versterking moesten vragen en bij Okdjilar vielen zij onverhoeds de Grieksche stellingen aan, waarvan zij verschillende namen. De Grieksche militaire autoriteiten zijn nu druk in de weer om maatregelen te nemen, teneinde een verder voortdringen van de benden te verhoeden. Troepen, munitie en geschut worden gezonden naar Drama en Serres om iemand binnen deze muren leefde? Hy sprak eenen jongen aaD, die voorby ging en vroeg naar de bewoners van dat eigenaardige huis. „Het staat leeg, raynhe^r. De oude man is dood, en zijne dochter is weggegaan. Zy zeggen, dat zy ver weg is, uit Ierlaod, naar hare vrienden." „Dood, weggegaanNaar hare vrieuden gegaan Ik hoop dat zij goede vrienden heeft," dacht Kilmorey en toen begon hy zichzelf te verwijteD, dat hy niet eerder eene poging aangewend had, om wat van haar te weten te komen. Maar toch zeide de voorzichtigheid hem, dat het zoo beter was. Hoe minder het meisje wist van den man, dien zy gered had, hoe veiliger het voor hem was. Dat de engelen haar mogen beboedeo, op dat plekje op aarde, waar het ook zjjn moge, waarheen het lot haar gevoerd heeft, dat ernstige gezichtje met dien medelydenden glans in hare zachte, sympathieke oogen Toen by de straat verliet, dacht hy niet meer uitsluitend aan het meisje, maar ook aan zyn persoonlijke veiligheid. „Als iemand my dit huis heeft zien binnen gaan," dacht hy, „en met zulk een getuigenis misschien eene zware verdenking op mij laadt, wat zou men dan wel kunnen denkeu van de plotselinge verdwijning van het meisje. Zou men het niet waarschijnlijk vinden, dat ik haar uit den weg geruimd had Eu al wandelende dacht hy lang na over MJZEM3H Do Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekendT dat Openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal worden gehouden op Donderdag d^n 29 Januari 1914, des voormiddag» te 10 ure. Ter Neuzen, den 26 Januari 1914. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZING A NAAR HET EnGELSCH VAN

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1914 | | pagina 1