Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Uitdagen.
P« oplossing der Schoolkwestie.
MARCELLA GRACE,
feuilleton.
No. 2437.
Woensdag 14 Januari 1914.
25e Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Por 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere, No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsi uimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Zaterdagmorgen by den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuron
Hebben we reeds opgemerkt in ons blad,
hoe onrechtvaardig de ouderdomsrente in vele
gevallen werkt, waar menscben, die eigenaars
zyn van ettelijke woningen of kapitaal bezitten
of een tamelijk ruim inkomen hebben, ervan
genieten, terwijl daartegenover andere gevallen
staan van menschen, die bijna het allernoo-
digste ontberen en toch buitengesloten zijn,
de redactie van Luctor et Emergo schijnt
daarvoor geen oog te hebber, en daagt onzen
afgevaardigde maar steeds tot een debat in de
pers uit.
Gelukkig weten de menschen over het alge
meen beter en zij, die de kiesvergaderingen
bijwoonden, zullen bemerkt hebben, dat de
fouten, waarop van de linkerzijde, ook door
onzen tegenwoordigen afgevaardigde gewezen
is, duidelijk uitgekomen zijn en bij minder
ruime toepassing van art. 369 nog' scherper
zouden gebeken zijn
YY aar dus de redactie van Luctor et Emergo
naar den bekenden weg vraagt, zal de heer
De Muralt een antwoord onnoodig hebben ge
acht. Toch schijnt het blad met zekere voor
gewende onnoozelheid nog antwoord te wachten.
Quasi meewarig bespreekt het den ge
zondheidstoestand van onzen afgevaardigde en
wil nu nog een paar maanden tijd voor "beant
woording toestaan.
Het wil nu nog antwoord op een andere
vraag.
De heer De Muralt heeft op verkiezingsver
gaderingen ook over „rijstcbristenen" gespro
ken en nu komt de redactie vau Luctor et
Emergo na maanden lang het brein gespitst
te hebben op dit onderwerp, bewijzen vragen.
ijd en plaats moeten genoemd worden,
waarop iets dergelijks voorviel.
Jammer, dat de redactie of hare geestver
wanten dit niet op eene der talrijke vergade
ringen, waar de heer De Muralt sprak heeft
gedaan.
Er is gelegenheid te over geweest.
Waar zoo ruime gelegenheid is geweest, ge-
looven wij, dat de heer De Muralt het thans
zonde van zijn tijd zal vinden, om thans een
pennestrijd met Luctor et Emergo te gaan
houden. s
Jhr. De Muralt is een gemakkelijk man.
voor ieder toegankelijk en tot inlichting en
hulp gaarne bereid.
Maar sommige menschen kunnen het te
bar maken.
Zooals nu de redactie van Luctor et Emergo.
De bezoekers der verkiezingsmeetings weten
bovendien, dat de heer De Muralt bij deze
zaak in zeer waardeerende bewoordingen over
de zending sprak.
Het is een opmerkelijk feit, hoe thans, nu
een Staatscommissie zal traehtan het onder
wijsvraagstuk te verwijderen van het politieke
terrein, door enkele woordvoerders alles wordt
gedaan om de oplossing te bemoeilijken. Die
woordvoerders vindt men uitsluitend in den
Kuyperiaanschen hoek. De antirevolutionaire
heer Bijlevelt komt vertellen, dat overeenstem-
ming alleen mogelijk zal zijn, als Links alles
toegeeft. Broeder van der Voort van Zijp. in
den lande befaamd geworden door het uiterst
droeve figuur, dat Dr. Kuyper hem in de Twee
de Kamer liet maken, verklaart het te betwij
felen of ,,de Linkerzijde zich zoo maar voet
stoots neer zal leggen bij de eischen vanrechts"
zulke uitlatingen toonen aan, dat de antirevo
lutionaire heeren niet weten, dal overeenstem
ming alleen mogelijk is, als men van weers
zijden toenadering betoont, ot dat zij doods-
bang zijn, dat het coalitiecement bij oplossing
der schoolkwestie geheel zal afbrokkelen. Wat
stellen die antirevolutionaire heeren zich dan
toch wel voor? Dat een nog verder gaande
hnantiëele steun aan de bijzondere school ver-
li legen zal worden zonder behoorlijke waar
borgen voor de richtige besteding van 's Lands
penningen en voor het peil van het onderwijs
Reeds het feit alleen, dat Mr. Lohman bij de
laatste Algemeene beschouwingen verklaarde,
dat zijn partij thans niet zou zijn tegen een
amendement-Bos, als de clericalen bij de sub
sidiewet-Kuyper in 1905 éénstemmig verwier
pen, bewijst, dat de antirevolutionaire heeren
ook hun houding zullen hebben te wijzigen.
Denken de paladijnen van Dr. Kuyper soms,
dat de staatscommissie ooit zal kunnen voor
stellen, dat naar Dr. Kuyper's eisch de plaats
der openbare school een zoodanige zou worden,
liaf naar zijn woorden, in de „Standaard" No.
12580 het „een smaad en schande wordt, als
een ouder zijn kind zendt naar de Openbare
School?" Dan vergissen de heeren zich Nooit
zal de Linkerzijde het goed recht der Open-
lare School prijsgeveu en dat mannen als Ter
Laan en Ketelaar zitting hebben in de Staats
commissie, staat daarvoor borg.
Van een compromis iii den oriverzoenlijken
geest, als de antirevolutionaire heeren dat vra
gen en dat niets van een compromis heeft, zal
dus geen sprake kunnen zijn. Het is wel zeer
opmerkelijk, dat jaist nu de Standaard bijna
dagelijks met nieuwe onderwijswenschen voor
den dag komt, waarvan men niets hoorde, toen
Dr Kuyper en Mr. Heemskerk de macht op
het binnenhof in handen hadden. Dat getuigt
allerminst van het ernstig voornemen om tot
een oplossing der schoolkwestie te geraken.
Onverklaarbaar is de antirevolutionaire hou
ding intusschen niet. Is de'schoolkwestie een
maal van de baan, dan is het èn met de coalitie,
waarvan heel wat katholieken den buik vol
hebben, èn met de machtspositie der Kuyperi-
anen gedaan. Dat snapt Dr. Kuyper ook wel
Schreef hij zelf niet kort na 25 Juni, dat het
met de coalitie op een eind loopt?
Wij gelooven intusschen niet, dat de bond-
genooten van den heer Kuyper zich veel be
legen zullen laten liggen aan het sputteren
van de H.H. Van der Voort van Zijp, Bijlevelt
en anderen. Integendeel, het oogenblik schijnt
met zoo ver, dat uit hun mond tot Dr. Kuyper
het onsterfelijk geworden woord van Kampen's
befaamden anti-revolutionairen paladijn zal
klinken Saluut, wij gaan onzen eigen weg
De taak der Staatscommissie is een moeilijke.
Men is er niet mee af, wil men tot een
oplossing komen, die inderdaad afdoende mag
heeten, de schatkist zeer ruim open te stellen
v'or de bijzondere school. Aanvaardt men
een stelsel, dat er toe leidt, dat particulieren
een school kunnen stichten, die bijna geheel
door den staat wordt betaald, dan zullen
atheïstische, anarchistische en alle soort scholen
in de toekomst even goed het staatssubsidie
moeten ontvangen als andere.
Het heftig verzet, dat ds. Kromsigt nu reeds
laat hooren tegen deze consequentie de strijd
die de »Beukelaar« daartegen nu reeds voert,
wijzen er op, dat aan de rechterzijde de een
stemmigheid over geheele finantiëele gelijk-
Een roman uit Ierland.
ROSA MULHOLLAND.
15)
Waar by zulk eene stem gehoord had, wist hij
niet, maar hjj hoorde die tonen in zijne verbeel
ding, toen hij naar haar gelaat keek. Zou het
mogeljjk zyo, dat hy vroeger wel eens over
dat meisje gedroomd had, en zich nn dien
droom herinnerde, nu hy haar zag? Onzin!
Of waren dit de symptonen van liefde op het
eerste gezicht? Even belachelijk! Want hij
was niet iemand, die zich in 't algemeen veel
met vrouwen inliet, en by dacht niet aan
trouwen.
Later op den avond slaagde hij er in aan
haar voorgesteld te worden, en kreeg hij
verlof haar naar de zaal te geleiden, waar de
ververscbingen waren, om een portie fis te
gebruiken. u
„Ik beloof u, dat ik niet over politiek met
w za.r8preken." zeide bij glimlachend.
n Marcella ging met hem door de volle
zalen met hare hand op zjjnen arm. Zoo
nelder stond haar hunne vorige ontmoeting
voor den geest zoozeer was zij vervuld van
hetgeen vroeger tusschen hen was voorge
vallen, dat zjj niet anders verwachtte dan dat
hij zeggen zon: „Wat beteekent dit alles?
Hoe komt het dat ik u bier vind Ik dacht
dat gij een arm meisje waart, dat ik nooit
meer terng zou zien eo bij wie mijn geheim
veilig zou zijn. Kan ik er nu wel zJter van
zijn, dat gij het tegenover al dia menschen
waaronder gij nu schijnt te leven, zult bewaren!
En in welke gedaante speeldet gij comedie;
als het doodarme meisje in „The Liberties",
of als de bloedverwante van eene rijke adellijke'
dame
Maar bij zeide niets van dat alles. Hij
maakte alleen maar eenige opmerkingen over
den ouderdom der groote St. Patrick's zaal, en
over de schitterende en tragische tooneelen,
die eikander binnen de moren van het kasteel
waren opgevolgd. Hjj sprak eenigen tyd met
haar en hoorde slechts even genoeg van hare
stem om zich te vergewissen, dat hi) zich in
zijne verwachtingen over haar geluid niet
bedrogen had en toen hy haar een portie ijs
en eenen stoel bezorgd had, deed hij eene
poging om de verbazing en verwarring op te
helderen, die hem met eiken blik van hare
oogen, met elk woord van hare lippen meer en
meer beving.
Gij hebt buitenslands gewoond, niet waar
Miss O'Kelly Hoe vindt gij ons mistig eiland
wei, nadat gij zoolang in een liefelijker klimaat
vertoefd hebt
Oogenblikkelijk bemerkte Marcella, dat zij
zich vergist bad, en dat hij haar niet her
kende, en dadelijk was zjj op hare hoede.
Ai.) wilde hem niet uit het veld slaan door te
bekennen, wie zij was, ofschoon het haar niet
mogelijk was tegenover hem Mrs. O'Keli'y
verzinsel omtrent haar verblijf in den vreemde
vol te houden. Met menscben zooals Mrs.
O'Flaherty had zij dat geduld en hare onwe
tendheid van bet leven in de vreemde voor
domheid laten doorgaan, maar tegenover hem
wilde zij de waarheid spreken.
„Ik ben nooit buiten Dublin geweest, Mr.
Kilmorey. Ik ben maar eene arme bloedver
wante van Mrs. O,Kelly," voegde Marcella er
glimlachend bij, „maar gij moogt niet ver
tellen, dat ik u dat bekend heb. Mrs. O'Kelly,
is heel lief voor mij geweest, en ik geloof,'
dat zij bet beste met mij voor heeft, daarom wil
zij bet doen voorkomen, alsof ik beel wat
gezien beb van de wereld, plaatsen, die ik nooit
onder mijne oogen gebad heb. Maar zeg het
aan niemaud want het zoo baar boos maken."
„Ik zal er nooit over spreken," zeide hij
zelfs de pijnbank zou het mij niet kunnen
afdwingen. Maar ik sta er van verbaasd, dat
Mrs. O Kelly kon denken dat gij zulk een
verzinsel noodig zondt hebben om een voor-
deeligen indruk te maken. Het is, dunkt mij.
moeilijk voor u, om die rol te spelen. Hoe doet
gij dat toch?"
stelling ontbreekt De subsidiewet-Kuyper
had ten gevolge, dat een sterke verbrokkeling
van scholen plaats vond, waartegen zelfs prof.
YYoltjer destijds in de Eerste Kamer waar
schuwde. De Staatscomm. zal ook dit gevaar
hebben te overwegen. Als slechts een zeer
klein getal leerlingen de oprichting van een
met staatsgeld betaalde school toelaat, zullen
een- en tweemansschooltjes als paddestoelen
verrijzen en het volksonderwijs aan ernstige
benadeeling blootstellen. Bij zoodanig stelsel
is zelfs in kleinere plaatsen de gewetensvrij
heid niet eens verzekerd, als de oprichting
van een aantal sectescholen tot verdwijning
der openbare school heeft geleid. Uit' zoo
danige kwestie's blijkt wel, dat de taak der
staatscommissie een zeer moeilijke zal zijn.
Joch de heer Kuyper, noch de heer Heemskerk
hebben in hun regeertijd eenige poging aan
gewend om deze moeilijkheden door een wet
telijke regeling te ontwarren. Zij hebben
volstaan met het bijzonder onderwijs steeds
meer subsidie toe te stoppen, doch voor een
fi«a;e regbling zijn zij steeds terruggedeinsd.
Wel zijn zij eiken verkiezingsstrijd opnieuw
jegonnen met een nieuwe aanhitsing tot den
schoolstrijd, doch aan het extra-parlementaire
kabinet-Cort van der Linden bleef het over
gelaten, door een Staatscommissie een regeling
te doen beproeven, die de beste waarborgen
biedt voor goed en deugdelijk volksonderwijs
in zijn verschillende schakeeringen. Wij,
voorstanders der openbare school, overtuio-d
als wij zijn, dat de Openbare School de mede
dinging op voet van gelijkheid niet heeft te
vreezen, verkiezen een regeling, die onder de
noodige waarborgen borgstaat voor goed onder
wijs op de bijzondere scholen boven het tegen
woordige stelsel, dat de gelegenheid maar al
te zeer biedt door bedeelingsdwang en andere
practijken de pomp op de Openbare School
te zetten.
Het welslagen van den arbeid der Staats
commissie achten wij in het belang van goed
volksonderwijs.
V oor al de leden dier commissie zal het
devies moeten zijn Gelijke monniken, gelijke
kappen. Ook wat plichten betreft
„Ik houd mij maar stil," zeide Marcella
eenvoudig, „ik ben wel zeer ontwetend, maar
dat is toch iets, wat ik kan."
Zij drukte op deze laa'ste woorden, den
kende, dat als by later eens mocht ontdekken
wie zy eigelyk was zy hem misschien wel
voor den geest zouden komen en hem zouden
doen vertrouwen dat zijn geheim wel bewaard
was.
„Dat is een oitmuntend talent," zeide by
„maar het kan wel eens te veel aangekweekt
worden. Ik ben blijde, dat gjj met my eene
uitzondering gemaakt hebt. Maar wanneer gy
nooit buiten ijubliro geweest zyt, Miss O'Kelly
is het dan ook mogelijk, dat ik u meer gezien
heb? Uw gelaat en zelfs uwe stem komen my
zonderling bekend voor, bekend en toch ook
weer niet. Het schijnt my eerder toe, dat ik
iemand gekend heb, die verwonderlijk sterk
op u geleek.
Hij hield plotseling op met spreken daar
hy haar eerst rood en toen weer bleek zag
worden. Zy was doodelijk beangst dat by op
't punt stond te ontdekken wie zy was, niet
zoozeer voor zich zelve dan wel voor hem,
daar zy niet wist hoe onaangeoaam hem die
ontdekkingen misschien zou zijn. In dit oogen
blik maakte de bleekheid barer wangen en
de angstige uitdrukking barer oogen de ge
lijkenis nog treffender met dat gelaat dat hy
maar het niet vinden kon en plotseling was
het raadsel voor hem opgelost.
TER MJZEM» VOLKSBLAD.
NAAR HET EnGELSCH VAN