Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
B.
SCHOOLBEEOEFTEU,
Kantoor- en Schrijfbehoeften,
Cectic Verdediging^
VretU eti rust.
Patiljbaar, doch «iet Voldaan
MARGELLA GRACE.
No. 2424.
Woensdag 26 November 1913.
24e Jaargang.
FKU1LLETON.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc. No 15.
AD VERTEN TIEPR IJS:
Van 1 tot en met 5 regela 50 cent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsiuimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M- DE JONGE, te Ter Neuzen.
Burgemeester en Wethouders fan
TER NEUZEN, zullen op 9 De
cember* 1913, des voortniddags 10 ure,
ten gemeentehuize aldaar
A in het openbaar aanbesteden,
de levering van
voor de openbare lagere scholen,
voor liet schooljaar aanvangende
1 Mei 1914;
prijsopgaaf' inwachten van ten behoeve
der gemeente-administratie te leveren
voor het dienstjaar 1914.
De voorwaarden van aaubesteding, opgaven,
monsters enz. liggen ter inzage voor belang
hebbenden op de gemeente-secretarie, alwaar
teveDS nadere inlichtingen zijn te verkrijgen.
Ter Neuzen, 25 November 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
„Een naieve" schrijft in Luctor et Emergo
van j.l. Zaterdag een toornig stuk, omdat wij
ons in ons raadsoverzicht naar aanleiding van
de onbewoonbaarverklaring van een perceel in
de Noordstraat de opmerking veroorloofd
hadden, dat ook anti-rev. hun geld op alle
terreinen des levens verdienen.
Het is geen heilige toorn, die uit het stuk
spreekt, het is meer eene woeste aaudoening,
die zich uit.
Men kan zoo voelen, dat deze naieve er
een gloeiende hekel aan heeft, dat deze zaak
in onzen Raad tot openbaarheid kwam.
De verdediging blijft dan ook in het heele
stuk zoek.
Waar wij het hadden over de zaak zelf en
even op de inconsequentie wezen van de
anti-rev. door hunne houding op Zaamslag in
herinnering te brengen, maakt deze inzender
een hoogst verwarrenden indruk.
Wij hadden het over de melksalon en de
Een roman uit Ierland.
ROSA MULHOLLAND.
6)
En altijd en altjjd weer dacht zjj er over
wat toch bet gevaar zou zijn geweest waaruit
zij hem gered bad. Wat zou het zjjn dat hg
niet openlijk onder de oogen kon komen met
dien moedigen, doordringenden blik Het sloeg
zes uur en de meoscben begonnen zich al op
straat te vertoonen. Marcella blies haar licht
nit, sloeg bare kalen, oude mantel om en
ging naar de mis, waarheen zjj baren weg
moest nemen door de morsige stegen, waar
de aanbrekende dag het vuil langzamerhanp
weder aan het licht deed komen. Dit vroege
ochtenduur waarin zg nagenoeg alleen liep
hare oogen op het roode schemerlicht gericht
dat juist even op de schoorsteenen viel toen
zg den boek eener straat omsloeg of op de
zilveren wolkjes die boven de slechte daken
romdom baar dreven was het eenige in da
vier-en-twiutig waarop zg zich gelukkig ge
voelde. Het voerde haar naar de kerk waar
heen zjj gewoon was al bare nooden en zwak
heden te dragen ben aan de voet van het
inzender schrijft maar steeds over de H. B. S.
Het verband kunnen wij niet snappen.
Het zijn beide gebouwen en beide ook van
steen opgetrokken.
Maar daarmede houdt ook alle overeen
komst op.
Het is dan ook geen stuk om op in te
gaan.
Allepn is het een treffend bewijs, dat onze
opmerking gevoeld en begrepen is.
In een nummer te voren deelde een andere
inzender mede, dat de huurder der zaak op
het laatste oogenblik bericht had gedaan, dat
hij de voorgeschreven veranderingen zou aan
brengen.
Men begint zoo zoetjes aan den indruk te
krijgen uit wat in den Raad openbaar werd,
uit de verschillende ingezonden stukken en
wat men zoo buiten hoort, of er een soort
comediespel gespeeld is.
Dit maakt de zaak nog ergerlijker.
Het is een bewijs te meer. dat degenen, die
voor het voorstel van B. en W. stemden, het
beste deel gekozen hebben.
Met de liberalen stemden, zooals bekend is,
ook mede de heeren Dees en de Bruijne.
De rol vnn de twee tegenstemmers is en
blijft geen benijdenswaardige.
Dit wordt trouwens ook vrij algemeen
ingezien.
Ook door „een naieve". Vandaar dat zijn
stuk te boos is, om naief te klinken.
Zelandia begint hare mistrootigheid over
den afloop der Kamerverkiezingen wat te boven
te komen.
Ze beeft ontdekt, dat op de candidaten harer
partij dit jaar zijn uitgebracht 127,058 stemmen
en in 1909 maar 81,953.
En waaraan schrijft het blad dien vooruit
gang toe
Het zegt: «Bij den jongsten stembusstrijd
was de inzet der Katholieke partij het ver
krijgen der algeheele gelijkstelling van de
bijzondere school met de openbare, om daar
door te komen tot het hoogste doel, waarvoor
reeds meer dan een halve eeuw gestreden is
bijzondere school regel, openbare school aan
vulling*.
«Raar achter te laten en in hanne plaats iets
mede te nemen dat baar in staat stelde den
dag door te komen wel niet met de vreugde
vau een heilige, maar toch met een zekere
stille onderwerping.
Hier in de doffe schaduwen van eene der
armste kerken voor het volk vond zjj de lamp
des geloofs beider brandende en de beloften
van den Heiland overal romdom haar op de
muren gegrift. Waarom zou zg wanhopeo,
terwijl bg haar gered bad Zalig zjjn de zacht-
moedigen want hunner is het koDinkrgk der
hemelen. Zalijp zijn de treurenden want zg
zulleu getroost worden. Zjj was treurig eo zg
zou getroost worden. Zjj wilde trachten zacht
moedig te zjjn opdat zg haar bemelsch erf
deel zou mogen deelachtig worden. Wanneer
het leven voor haar een donkere reis moest
zjjn, zou zjj trachten die dapper af te leggen
het pad dat het kruis haar wees op bare
knieën volgend evenals nu.
Terwjji zij zich zoo van den eenen duisteren
boek der kerk naar den anderen voortbewoog
langs dien weg der smarte in de schemering
nog maar juist even de figuren in dat groote
drama onderscheidende volgden hare oogen
verlangend één van hen op zijn pjjnlgken gang
en toen bg haar als 't ware wenkte om tot
hem te komen werd baar hart veel lichter
en kreeg zg plotseling de vaste overtuiging,
dat hare toekomst haar niet zwaarder gemaakt
zon worden dan zij kon dragen.
Dit bracht volgens Zelandia de geestdrift
in de gelederen.
Wij voor ons gelooven, dat de opzweeping
op vele plaatsen juist het aantal clericale
stemmen vergrootte.
In ons distrikt hebben we dat tenminste
hier en daar kunnen aanschouwen.
Wat Zelandia verder schrijft
„Omdat in ons land de Katholieke begin
selen overal doordringen en veldwinnen, is het
dan ook in ons Vaderland rustiger dan elders",
kan niet anders dan een glimlach wekken over
zooveel zelfgenoegzaamheid.
Het blad, dat gedurende maanden den gods
diensthaat aanwakkerde, dat zich pas nog van
zoo'n treurige zijde in het Beilisproces deed
kennen, dat in de laatsté jaren heel wat onrust
bracht en kwaad stookte, dat durft zoo iets
schrijven.
Want, als we ons niet vergissen beschouwt
dat blad zich ook als draagster der Katholieke
beginselen.
In weinige landen nu ziet men zoo'n hevig
clericalisme, als dit blad ons gedurig te lezen
geett.
Splitsing brengen, verdeeldheid zaaien, haat
stichten, schijnt dit orgaan synoniem te achten
met rust brengen.
Een rare vredesapostel toch, die Zelandia.
In «De Voorhoede*, het orgaan van mr.
Aalberse, schrijft een zekere beer Kellenaers
een geestdriftig artikeltje over de feestgave,
die op 9 December aan tal van 70-jarigen
zal worden uitgereikt ten gevolge van art.
369 der Invaliditeitswet.
»Aan den vooravond van een groot feest*,
zoo betitelt de sehrijver zijn lofzang en hij
jubelt»0, wat zal dat eeu vreugde, wat zal
dat een feest in de harten dezer oudjes, in
de huisgezinnen van zoovelen onzer armen
en bedeelden zijn*. Wij gelooven met den
schrijver, dat voor heel wat oudjes de 2
uitkeering een uitkomst zal zijn. De beer
Kellenaers zij ietwat voorzichtig met de vreug
de, die hij schetst bij de «bedeelden*. Immers
het kan hem niet ontgaan zijn, dat in het
Roomscbe «Huisgezin* reeds met verontwaar
diging is vermeld, dat er nu reeds armbe-
De keik was op dit vroege nur gevuld met
een menigte geduldige zwoegers en leiders
zwakke, slechts gevoede meisjes, die op weg
waren naar ban dagwerk, dat te zwaar en
te lang voor baar was en haar lanzaam deed
wegkwijnen; huismoeders door zorgen gebukt,
met gezichten, die medelijden inboezemden,
hartstochtelijk om hnlp biddende voor de zie
len eu lichamen aan hare zorg toevertrouwd
wegkwijnende, half verhongerde oude maoueo
en vrouwen, die uit ellendige holen, waar
in zg zich voor bet armen huis verborgen hiel
den, in het flauwe schemerlicht naar de voeten
van hunne Christen gekropen waren, huiverig
om zich in het vollen daglicht te laten zien.
Tot hen allen keerde Marcella's bart zich,
terwijl bet zich afwende van de meer gezonde
en gelukkige gezichten, die de kerk hiel
pen vullen. Die sterke mannen en vrouwen
die gekomen waren om Gods zegen over hun
vrij voorspoedig dagwerk af te smeeken, boe
zemden baar niet zooveel belangstelling in als
die oogelukkigen. Terwijl zg bad voor allen,
die in nood of in gevaar verkeeren, hoorde
zjj plotseling het geluid van de stem van
den vreemdeling, dien zij gered had, on
zag zg de gejaagde, ofschoon onbevreesde
uitdrukking in zjjne oogen, en terwijl zij
haar gebed met eene hartelijke smeekbede
voor zijn welzijn besloot, verliet zjj slechts
noode de kerk en ging naar buis.
Toen zg hare schreden nam door het vuil
sturen zijn, die de bedeelden hun ondersteuning
zullen onthouden, nu zij de 2 staatsuit-
keering krijgen.
De goedhartige, jubelende heer Kellenaers,
die de oudjes tot dank maant aan het christe
lijk bewind, bad naast zijn jubelkreet een
scherpe klacht moeten laten hooren.
Zeker, daar zal vreugde zijn in vele ge
zinnen. Doch er zal droefheid zijn in hon
derden andere, waar de uitkeering evenzeer
noodig is en waar, dank zij de wet-Talma,
de uitkeering wordt geweigerd.
Al de duizenden kleine werkgevers, die
stram gebogen door den levensstrijd, econo
misch er even slecht aan toe zijn als oude
loonarbeiders, oude moedertjes, die de 156
loondagen als grond voor de uitkeering, niet
kunnen bewijzen, zal de jubel van den heer
Kellenaers schrijnend in het oor klinken. Eu
als zij wat afwisten van de werking van art.
369, zouden zij wanhopig vragen, hoe bet
mogelijk is, dat in Nederland een wet is
gefabriceerd en als roem van een christelijk
minister wordt verkondigd, die aan duizenden,
die de uitkeering niet behoeven, de ƒ2 geeft
en aan duizenden, die ze bitter noodig hebben,
de staatshulp weigert.
Weet de heer Kellenaers dan niet, dat de
feestgave waarschijnlijk krijgen
de gepensioneerden der spoorwegmaatschap
pijen,
de gepensioneerden van groote fabrieken,
beide omdat het ontbreken der kon. goed
keuring van de statuten hen daarvoor in
aanmerking doet komen
Weet de heer Kellenaers niet, dat tal van
menschen met 14 of f 15 inkomen per
week de 2 krijgen, die den ouden schoen
maker, den afgeleefden keuterboer, den hulp
behoevenden winkelier, den ouden smid als
zoo menig ander worden geweigerd
De heer Kellenaers zal dit wel weten.
Doch dan ook is zijn jubel te luid geheven.
Het «dankbaar, maar niet voldaan* hadde
beter gepast. Dankbaar kunnen wij den heer
Talma zijn, dat bij de staatspensioneering
onvermijdelijk beeft gemaakt. Voldaan zullen
wij pas zijn, als de heer Treub de uitbreiding
van art. 369 zal hebben gebracht, die het
onrecht aan duizenden gepleegd, zal goed
maken.
en den modder, die nu pijnlijk zichtbaar was
waren de roode streepen van den dageraad
boven de daken verdwenen en de loodkleurig
lucht van een sombere winterdag hing zwaar
over de nauwe stegen.
Maar wat deed dat er toe zoolang de lich
ten op de eeuwige heuvelen nog met bet ge-
loofsoog te zien waren boven de daken dezer
wereld Toen zjj de deur vao hare woniDg
binnentrad gevoelde Marcella zich versterkt
door de hoop dat zg op een verren dag in de
toekomst, dien zg nu nog niet zien kon, een
beter, edeler, nuttiger leven zon leiden dan zij
tot nn toe gekend had, en dat baar geduld
voor bet oogenblik zoo ver mocht reiken, dat
zg voor dien dag mocht voorbereid zgn.
Vrooljjker dan gewoonlijk zette zg het ontbijt
klaar voor baren vader. Op dat oogenblik
kwam bij bianen, met eene courant in de
band.
„Kijk eens," riep bg uit. „De politie had
toch gelijk. -- Er is een mooid gepleegd
van nacht geen zes straten van ons van
daan."
„Een moord," herbaalde Marcella, terwijl zij
witter werd dan de melk, die zjj in zjjn thee
schonk.
„Maar kind, gij behoeft niet zoo te schrik
ken. Niemand kan zeggen, dat wij de moor
denaars verborgen hebben, zooals men meende.
Kom, geef mg gauw mgn ontbgt, terwjji ik
de bijzonderheden er van lees. En denk er
NAAR HET EnGELSCH VAN