Gemeenteraad van Zaamslag.
geven ook les op laatstgenoemde school, ver
lichting en verwarming is een.
Men mag dus niet spreken van 7 leerlingen
voor het middelbaar onderwijs, men moet daar
zeker die van de tweede en derde klasse der
M. U. L. O. school bijtellen en dan zijn er
een dertig meer, jian zou men tot een billijker
kosten berekening per kind komen.
De stichtingskosten der school kannen de
leden gerust voor hunne rekening nemen, wel
is ƒ70 000 een groot bedrag, maar het toont
toch bescheidenheid, als men nagaat dat onlangs
een rijks hoogere burgerschool voor B-jarigen
cursus werd gebouwd voor 150.000 en men
te Leiden een 5-jarige bouwt die 235.000
moet kosten.
Als de heer De Jager meent dat de ambte
naren onvoldoende gesalarieerd worden, behoort
hij verhooging voor te stellen, dan mag daar
mede niet gewacht worden tot de gemeente-
financien er anders voorstaan. Er is echter in
de voor-vergadering van den raad noch van
den heer De Jager, noch van een ander lid
een dergelijk voorstel gedaan.
Integenstelling met den heer De Jager acht
spreker dat de gemeente er goed voorstaat.
Hij heeft voor eenige maanden reeds door een
vergelijking met verschillende andere gemeenten
zulks bewezen. Er is voortdurend stijging
van de middelen en het is te voorzien dat dit
in eene naaste toekomst zoo zal blijven.
Er zal hier, door de ontwikkeling, altijd
wat te doen blijven, maar de werken verkeeren
in goeden staat. De hoofdelijke omslag kon
weer wat hooger worden uitgetrokken zonder
dat het percentage behoeft te verhoogen, door
de vestiging van personen, o. m. de leeraren
der H. B. S. Dat is toeneming van opbrengst,
geen verhooging. Spreker heeft een goed ge
loof in de toekomst dezer gemeente.
De vergadering wordt geschorst tot 5 ure.
Bij de voortzetting der vergadering is de
heer Dees afwezig.
Alvorens de behandeling voort te zetten der
begrooting, doet de Voorzitter nog mededeeling
van een bezwaarschrift der bootwerkersver-
eeniging, die zich daarin beklaagd over on
eerlijke concurrentie hen aangedaan door een
agent van politie te Sluiskil, die door de
directie der cocesfabriek is aangesteld om uit
de gelost wordende schepen monsters kolen
te nemen. Er was daarvoor eerst bij boot
werkers prijsopgave gevraagd, maar de agent
doet dat werk nu voor belangrijk lager loon.
Adressanten vragen zulk werk voortaan aan
politieagenten te verbieden.
Dhr. De Jager meent dat in het adres wel
eenigen grond van recht is.
De Voorzitter wil gaarne inlichtingen geven.
Er wordt ongeveer eenmaal 's maands drie
maal een monster kolen genomen uit een boot
die aldaar kolen lost. Dat monster nemen
heeft plaats uit de boven-, midden- en onder
lading en vordert telken male een arbeid van
een kwartier, terwijl het meerendeels door den
agent in zijn vrijen tijd wordt verricht. Zijn
dienst kan er niet onder lijden. Dat dit hem
is opgedragen komt omdat de firma voor wie
dat gebeurt een beëedigd persoon daarvoor
wenschte. In hoeverre hij onder het daarvoor
de bootwerkers gestelde tarief werkt, kan
spreker niet zeggen. Naar zijn meening be
wandelen de bootwerkers niet den juisten weg.
Zij moesten een hunner als meter en weger
laten beëedigen, die kon dan zulk werk doen.
In elk geval verklaard spreker zich bereid
om grieven ook in dit opzicht uit den weg
te ruimen.
De Voorzitter geeft te kennen dat nog een
waarnemend directeur voor de H. B. S. moet
worden aangewezen. Met 9 stemmen wordt
als zoodanig benoemd dhr. F. D. de Soet.
Op dhr. W. Estor was 1 stem uitgebracht.
Nog wordt bepaald, omdat de notulen der
vorige vergadering op dit punt niet duidelijk
zijn, het salaris van wijlen den ambtenaar
D. Tolhoek over de volle maand November
uit te betalen.
Alsnu wordt voortgegaan met de behande
ling der begrooting, beginnende bij de uit
gaven.
Burg. en W. stellen voor het salaris vam
den bode te verhoogen met 100 en te brengen
op ƒ670. In verband daarmede zal de bode
dan bij het trouwen niet meer aan den in
gang der raadszaal mogen staan voor het
aannemen van fooien.
Dhr. De Jager merkt op dat de menschen
dat geld dan voortaan in de bus voor het
armbestuur kunnen steken, dan wordt de zaak
met gesloten beurs betaald.
Dhr. Lensen zou dan willen dat den bode
in zjjne instructie het aannemen van fooien
geheel verboden wordt.
Het voorstel wordt aangenomen met alge-
meene stemmen.
Dhr. Waalkes wil bjj deze afdeeling er nog
even op wijzen, dat dhr. De Jager van morgen
bljjkens zijn betoog zoo gezind was voor ver
hooging van de salarissen der gemeente amb
tenaren, maar dat, wanneer men de behande
ling van vroeger begrootingen eens nagaat,
daarvan niet veel gebleken is, en hij meer
malen tegen verhoogingen stemde.
De heer De Jager geeft dat toe, maar merkt
op, dat men dan ook de omstandigheden moet
kennen waaronder dat geschiedde terwijl boven
dien een mensch ook tot ander inzicht kan
komen.
Op hoofdstuk 4 is onder afdeeling 1, politie,
een post van f 525 uitgetrokken als salaris
voor een aan te stellen nieuwen agent.
Dhr D. Scheele acht geen uitbreiding der
politie noodig. 7 politiemannen is genoeg-
Men beschikt ook over marechaussee. Het is
hier vreedzaam en als het hoofd der politie
niet te vrijgevig is met zeker verloven, waardoor
de politie meer werk krijgt, kan ze het best
af zooals het nu is.
Dhr. Donze is van tegenovergesteld gevoelen,
hij is voor uitbreiding, om de agenten wat
meer een vrijen dag te kunnen bezorgen. Hij
zou echter liever uitbreiding zien van boven af,
door aanstelling van een adjunct-inspecteur,
wegens den stijgenden leeftijd van den
inspecteur.
De heer De Jager sluit zich aan bij den
heer Scheele.
De Voorzitter acht aanstelling van den agent
noodig met het oog op regelmatige uitbreiding
van het personeel. Later zou het misschien
met groote sprongen moeten gebeuren. De
agenten kunnen dan wat meer vrjje dagen
krijgen. Hun rusttijden zijn nu beslist onvol
doende. Extradiensten worden door hen ge
daan op de eenmaal bestaande hoogdagen en
bij muziekuitvoeringen, in het openbaar, om
te verzekeren dat de burgerij daarvan rustig
kan genieten. De verloven waarover men
spreekt geven geen aanleiding tot meerderen
dienst voor de politie. Hij verdedigt zich ook
tegen het verwijt te vrijgevig te zijn.
Als de raad het bedrag afstemt, zal hij dit
niet als een tegen het hoofd der politie ge
richt votum beschouwen, maai als een maat
regel van zuinigheid. Hij zal niet aan Ged.
Staten vragen hem dien agent toch te geven,
maar de verantwoording voor den loop van
zaken in de toekomst rust dan op den Raad.
Voor uitbreiding der politie in de hoogte
acht hij den tijd nog niet gekomen.
Ook deelt spreker nog mede dat hij de
pogingen om te Driewegen een rijksveldwachter
gestationneerd te krijgen, zal voortzetten.
De heer D. Scheele stelt voor de gelden voor
een nieuwen agent te schrappen.
Dit voorstel wordt met 7 tegen 4 stemmen
verworpen. Voor stemmen de heeren R. Scheele,
Waalkes, D. Scheele en De Jager, tegen de
overige leden.
Naar aanleiding eener vraag van den heer
D. Scheele maakt de Raad nu uit dat de
hedenmorgen vastgestelde pensioenregeling ook
gelden zal voor nieuw aan te stellen amb
tenaren.
Daarna ontspon zich een breedvoerige dis
cussie over de brandweer.
B. en W. stellen voor de toelage aan de
Vrijwillige Brandweer voor 1914 te verhoogen
van 75 tot 150.
De heer Waalkes zou die toelage desnoods
willen verhoogen tot drie of vierhonderd gulden
als de vrijwilligers altjjd gereed zijn en geregeld
oefenen, daar de spuiten der gemeente blijkens
den laatsben brand niet veel beteekenen. Hij
zou ten spoedigste de zaak willen oplossen
door het aankoopen van een flinke motorspuit
en de oude rommel maar verkoopen.
Dhr. Lensen wil alles laten zooals het is
en de door B. en W. toegezegde nieuwe rege
ling afwachten.
De Voorzitter deelt mede dat dit voorstel
spoedig zal kunnen ingediend worden.
Dhr. Eijke wil ook afwachten hij verklaart
zich echter nu reeds tegen het overnemen
eener oude spuit.
Dhr. Donze zou de zaak zoo spoedig moge
lijk flink willen aanpakken. Hjj is ook tegen
overname van de spuit der vrijwillige Brand
weer. Desnoods schaffe men 2 flinke nieuwe
spuiten aan.
De Voorzitter betoogt dat het beste nu
juist niet de kapstok moet zijn waaraan men
het goede ophangt.
Dhr. De Jager wil nu niet pleiten voor
overname der spuit van de vrijwillige Brand
weer, maar wijst op de verdiensten door die
vereeniging gedurende een 25 jaar aan de
gemeente bewezen, al is het dan ook een lief
hebberijzaakje. Hij wijst er op, dat motoren
pas betrouwbaar zijn, wanneer ze door een
bekwaam machinist worden beheerd. Hij sluit
zich aan bij het voorstel om voorloopig de
vrijwillige Brandweer 150 subsidie te geven,
onder voorwaarde dat ze steeds voor de ge
meente disponibel zal zijn.
Dat voorstel wordt met 8 tegen B stemmen
aangenomen. Voor stemmen de heeren R.
Scheele, De Feijter, De Bruijne, Eijke, Waal
kes, D. Scheele, Visser en De Jager; tegen
stemmen de heeren Lensen, Donze en Moggré.
Bij den post straatverlichting geeft de Voor
zitter enkele inlichtingen van ondergeschikten
aard.
Bij den post subsidie voor de gezondheids
commissie, waarvoor de bijdrage der gemeente
is uitgetrokken op 346,46l/a, stelt dhr.
Waalkes voor dat bedrag met 103,40 te
verminderen, zijnde het bedrag dat de gemeente
indertijd bij suppletoire begrooting heeft
moeten betalen voor het verrichten van grond
boringen, waarvoor de Gezondheidscommissie
zich verbonden had een deel der kosten te
betalen. Naar aan spreker is gebleken heeft
dhr. Franken dat bedrag nimmer opgevraagd,
heeft de commissie dus dat bedrag, dat door
vele gemeenten onder den drang van Gedep.
Staten is betaald niet noodig gehad, maar
het voor andere doeleinden aangewend. Dat
acht hij niet zooals het behoort en hij doet
daarom zijn voorstel als protest tegen die
handeling.
De Voorzitter ontraadt aanneming, het is
al over 2 jaar verrekend, zoodat vermindering
der begrooting voor 1914 geen zin meer heb
ben zou bovendien zullen Ged. Staten zoo
danig besluit niet goedkeuren.
Het voorstel van dhr. Waalkes wordt ver
worpen met 8 tegen 3 stemmen voor stemmen
de heeren Lensen, Waalkes en Moggré tegen
de andere leden.
Bij den post voor keuring van levensmid
delen vraagt dhr. De Feijter tot-wie belang
hebbenden zich moeten wenden, wanneer een
door hen geslacht dier door de keurmeesters
wordt afgekeurd. Hij. wijst verder op het be
lang der keuring van levensmiddelen.
De Voorzitter geeft te kennen dat her
keuringen moeten geschieden door een veearts.
Er is misschien thans een goede gelegenheid
om verbetering in de keuring te krijgen, door
dat zich hier een veerarts heeft gevestigd.
Hij acht ook verbetering gewenscht.
Een verzoek van den grafdelver Ph. Haak
om verhooging van jaarwedde wordt afgewezen.
Voor het oogenblik wordt de toeneming der
werkzaamheden niet van beteekenis geacht en
bij het aanleggen eener nieuwe begraafplaats
zal toch eene geheel nieuwe salarisregeling
moeten gemaakt worden.
Bij den post voor gewoon onderhoud geeft
de Voorz. in antwoord op een vraag van den
heer Waalkes te kennen dat de werken, die
vatbaar zijn voor omschrijving in een bestek
zullen worden aanbesteed. Voor verschillende
kleine werkzaamheden zal de gemeente echter
zijn timmerman, metselaar en werkman voor
het graafwerk in dienst moeten houden.
De Voorzitter stelt namens B. en W. voor
den post voor wandelplaatsen en beplantingen
met 100 te verhoogen en te brengen op
112, met het oog op verschillende kleine
uitgaven voor versiering.
Dhr. Waalkes wenschte nog 100 meer
te ramen en dan op de Markt weer boomen
te planten.
Dhr. D. Scheele steunt dat voorstel.
De Yoorz. ontraadt het, omdat hem :s
verzekerd dat de boomen er toch niet groeien
en ook zou het in de toekomst uitbreiding
van het verkeer over de Markt in den weg
staan.
Het voorstel van den heer Waalkes wordt
verworpen, dat van den Voorz. aangenomen.
Bij de behandeling der kosten van het
lager onderwijs wijst de heer Waalkes op
een ongewenschten toestand in de school van
Sluiskil. Daar moeten de kinderen om de
kleedkamer te kunnen bereiken door het
schoollokaal. Dit was te voorkomen door
het maken eener deur aan de zuidzijde.
De Voorz. dankt voor dien wenk. Bij de
verandering die ingevolge de wet aan de
lokalen moet worden aangebracht, zal daarop
ook gelet worden.
Bij de behandeling van hoofdstuk VIII,
armwezen, wordt aan de Vereeniging voor
Ziekenverzorging alhier weder eene subsidie
toegekend van 400, overeenkomstig het
voorstel van B. en W., die geen vrjjheid
vonden om 500 toe te staan, zooals de
vereeniging vraagt. Wel wordt ook weder
toegestaan de bijdrage van 0,50 per dag,
voor ingezetenen die niet in den hoofdelijken
omslag zijn aangeslagen.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W.
wordt naar aanleiding van het desbetreffend
verzoek weder eene subsidie toegekend van
50 aan de vereeniging »Hulp in Nood«.
Dhr. D. Scheele, opmerkende dat de ver
eeniging veel goed doet, voelt er wel wat
voor' om 100 te geven. Hij vraagt of de
vereeniging voordeel zal hebben van de
invaliditeitswet.
De Voorz. kan, wat het laatste betreft,
wel zeggen dat de vereeniging van de uit-
keering aan de 70-jarigen niets profiteert.
Die uitkeering ontslaat haar niet van de
verplichting tot het geven van uitkeering in
geval van ziekte. Een andere vraag, welke
in de afdeelingen besproken is, is, welke de
gevolgen voor haar zullen zijn van de nog
niet ingetrokken ziektewet. Dat nu voor het
oogenblik eene subsidie van 50 wordt
voorgesteld, moet beschouwd worden als eene
waardeering van het werk der vereeniging.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van B. en W. aangenomen.
Bij den post voor armverzorging is de
subsidie voor het Burgerlijk Armbestuur
uitgetrokken op 6700 of 400 hooger dan
het loopende jaar.
De heer Waalkes deelt mede dat de Voorz.
van den Kerkeraad der Ned. Herv. Kerk zich
bij hem heeft beklaagd, dat het Burgerlijk
Armbestuur geen briefjes voor geneeskundige
verpleging en medicijnen wil afgeven ten bate
van de armen dier kerk. Die diaconie zou
gaarne, evenals vroeger, een subsidie van 30
aan het Burgerlijk Armbestuur betalen, wan
neer ze dan zelf die briefjes ten behoeve barer
armen mocht afgeven. Hij zou zoodanige
regeling willen aannemen in het belang der
armen, die nu dikwijls van de een naar den
ander gestuurd worden.
Dhr. Donze, voorzitter van het Armbestuur
verklaart dat de domine schijnt te denken dat
er een partipris bestaat tegen de Her. diaconie,
wat geheel niet waar is, maar het Burgerlijk
Armbestuur mag geen briefjes afgeven voor
armen die door een ander lichaam worden
bedeeld, dat is volgens de wet.
De Voorzitter antwoordt dat dit thans on
juist is, dat was onder de vroegere wet. De
nieuwe wet laat dubbele bedeeling toe. Het
Armbestuur zal daarom zijn desbetreffend be
sluit moeten herzien. Hij had deswege met
den voorzitter van den Ned. Herv. Kerkeraad
en den secretaris-ontvanger van het Burger
lijk Armbestuur eene bespreking, waarbjj dat
bleek. Spreker maakt echter bezwaar dat
voorstellen betreffende eene overeenkomst van
deze vergadering zouden uitgaan, de kerkeraad
moet, indien hij dat wenscht, zelf met een
verzoek komen.
De heeren D. Scheele en De Jager betoogen
dat de Ned. Herv. Diaconie zelf voor hare
armen behoort te zorgen, evenals andere kerk
genootschappen dat doen. Er is op billijke
wijze met de geneesheeren en apothekers een
overeenkomst te treffen.
Dhr. R. Scheele verklaart dat de Herv.
Diaconie de kosten van geneeskundige ver
zorging harer armen niet kan betalen. Zij
is bereid een vast bedrag van f 30 aan het
Burgerlijk Armbestuur uit te keeren.
De heer Waalkes zou dat de eenvoudigste
oplossing vinden.
Verschillende heeren blijven hieromtrent op
hun ingenomen standpunt.
Een voorstel van den heer R. Scheele, om
in te gaan op het voorstel van den Ned. Herv.
Kerkeraad, dat hjj namens haar doet, wordt
verworpen met 8 tegen 3 stemmen. Voor
stemmen de heeren R. Scheele, Waalkes en
Moggré, tegen de andere leden.
De verdere posten der uitgaven geven geen
aanleiding tot verdere bespreking.
Ook wordt geen discuss e gevoerd over de
ontvangsten.
De hoofdelijke omslag die het vorig jaar
was uitgetrokken op een bedrag van 35,000
is thans uitgetrokken op f 36,500, naar de
Voorzitter mededeelt in verband met te ver
wachten hoogere opbrengst, zonder verhooging
van het percentage.
De begrooting wordt ten slotte vastgesteld
op een eindcijfer van ƒ113.879.31. met een
post voor onvoorziene uitgaven van ƒ1271,67.
Daarna werd de vergadering door den
Voorzitter gesloten.
Zitting van 28 October 1913.
Voorzitter: de heer J. de Feijter, burgem.
Tegenwoordig alle leden.
Secretaris de heer J. Stolk Lz.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna
de notulen der vorige vergadering worden
gelezen, die onveranderd worden goedgekeurd
en geteekend.
Mededeeling wordt hierna gedaan, dat de
stoep iu de eerstraat bereids is verbeterd
en dat B. en W. onderzocht hebben da wensche-
lijkheid tot het aanbrengen van een drietal
lantaarns en dat hun geblekeD is, zulks over
bodige weelde te zijn, wel zijn ze van meening
dat het gewenscht is de lantaarn op het dorp
gedurende den geheeleu tijd der verlichtings
periode te doen branden, evenzoo die bij het
postkantoor.
Na langdurige discussie, waarbjj dd heeren
De Klerk, Scheele, Wisse en De Jonge doen
uitkomen dat het wel gewenscht is, wordt
in stemming gebracht of al dan niet drie
lantaarns zullen worden bijgeplaatst.
Met 5 tegen 6 stemmen wordt tot de niet
plaatsing besloten.
Voor stemden de heeren Scheele, Faas,
Wisse, De Jonge en De Klerktegen de
overige leden.
Hierna deelt de Voorz. mede dat B. en W.
op 24 October jj. de kas en boeken van den
Ontvanger hebben opgenomen en deze in orde
hebben bevonden, sluitende in ontvang op
f 52907,56 en uitgaaf op f 52536,55'/* met
een kassaldo van f371,001/,.
4