Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. it den Raad. Treurig. Belasting op het honden ian honden. No. 2416. Woensdag 29 October 1913. 24e Jaargang. Gemeenteraad van Ter Neuzen. Telef. Interc. No 15. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 96 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. AD VERTEN TIEPR IJS: Van 1 tot en met 6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant Terschjjnt eiken W oeilHdag- en Zaler(lt;«»r»» bij den üitgeyer M. DE JONQB. te Ter Neuzen. Ter Neuzen, den 28 October 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Ter Neuzen is wel in deze streek de plaats, waar de meeste bijeenkomsten der vroede vaderen plaats hebben en ook moeten plaats hebben, in verband met zijn grooter zielental en de meer verscheiden belangen, die hier be hartigd moeten worden. Het lidmaatschap moet in onze plaats voor een ernstig vertegenwoordiger niet als eene sinecure worden opgevat. Heel wat uren vergen de verschillende ver gaderingen, nog meer uren vergt voor een degelijk lid de voorbereiding. In dat opzicht hebben we zeer veel verloren aan het niet herkozen lid van dezen zomer en wjj vreezen, dat de plaatsvervanger, afgezien nog van het verschil in politieke richting, al een zeer magere vergoeding zal scheuken voor datgene, wat gemist wordt, iets, wat de plaats vervanger natuurlijk zelf niet kan helpen en wat wij hem dan ook niet kwalijk nemen. Donderdag waren we bijeen geroepen voor de vergaderingen, die wat duur en belangrijk heid betreft, ieder jaar het record pleegt te slaan. Het is die, waarin behalve een aantal andere zaken, groote en kleine, de begrooting voor het volgende jaar wordt behandeld, fy. Die eenigszins van ons kan, is dan tegen woordig. We waren er dan ook met zjjn twaalven, daar ons medelid de heer Wieland wegens ziekte de bijeenkomsten nog niet kon bijwonen. Het is misschien een beetje tegen den draad in, maar nu ik een kort woord aan die ver gadering wil wijden, waarvan reeds uitvoerige verslagen den lezers onder de oogen gekomen zjjn, begin ik met punt 17 van de agenda, dat was de vaststelling van de gemeente- begrooting voor 1914. De behandeling begon op een oogenhlik, dat sommige leden naar schorsing verlangden. Maar de voorzitter met zijn groot uithou dingsvermogen wist te bewerken, dat werd doorvergaderd tot half een. Ik mocht dat ook wel, omdat, wat we te genieten kregen vóór de koffie beter kwam dan er na. Aan algemeene beschouwingen bij onze ge- meentebegrooting zijn wij niet zoo gewoon. Maar ik had, zoo onzen kring rondziende, toch al gemerkt, dat er iets op til was. Zekere zenuwachtige bewegingen en eene meer dan gewone bleekheid deden zien, dat het oogenhlik afgewacht werd, om eens van leer te trekken. De heer De Jager wenschte onmiddellijk van de gelegenheid gebruik te maken, om eene algemeene beschouwing te houden. Hij hield eene soort rede, die aan politie- kerigheid inderdaad niets te wenschen overliet. Als ik nu nog voor mezelven releveer, wat de heer De Jager aanvoerde, dan zit ik nog zoo'n beetje te schuddekoppen en ik zeg zacht voor me heen Men moet toch maar durven Inderdaad, men moet maar durven Het is overbekend, dat de heer De Jager^ een hardnekkige tegenstander is geweest van de gestichte H. B. Smaar het is evenmin een geheim, dat dezelfde heer De Jager zich in al de jaren van zijn lidmaatsehap, eene enkele uitzondering daargelaten, steeds ver zette tegen eenige verbeteringen van de schrale traktementen der kleine ambtenaartjes. Niet, dat de heer de Jager nog eens met wat cijfers aan komt dragen, niet, dat hij nog eens wat pijlen op de H. B. S. afschiet, is mijne grief, maar dat hij met de geschiedenis van zijn geheele lidmaatschap van den Raad voor oogen, wil poseeren als vriend der ambtenaren. Ik herinner me nog, hoe de allerkleinste verbeteringen voor de minimumlijders onder de onderwijzers, in hem niet eens maar immer een tegenstander vonden, dat onder de ge meenteambtenaren slechts één in dat opzicht reden tot dankbaarheid kan hebben en dat is geheel toevalligde gemeenteontvanger, de heer Klaassen. De heer Waalkes heeft daar in de avond- zitting terecht op gewezen. Nu vindt de heer De Jager de salariëering van den secretaris te gering. Ook mijne meening is, dat voor eene plaats als Ter Neuzen èn het salaris van den secre taris èn dat van den burgemeester niet aan redelijke eischen voldoet, dat van een groot aantal ambtenaren in onze plaats de trakte menten niet in overeenstemming zijn met de meest bescheiden wenschen. Waarom heeft de heer De Jager dan geene verbetering voorgesteld Waarom deed hij dit vroeger niet, vóór er sprake was van de H. B. S. Omdat de heer De Jager zijne ware bedoe lingen maskeerde, omdat hij de H. B. S., eene openbare instelling, en dus eene doorn in het oog van hem en zijne medestanders nog eens als politiek wapen wenschte te ge bruiken. Omdat hij toch iets wilde en iets moest zeggen na den langdurigen strijd zijner hevigste parlijgenooten, omdat het voor hen een tegen slag was, dat het percent van den H. Omslag niet behoefde verhoogd en de begrooting toch sluitend was. De heer De Jager noemde een hoop ver beteringen op, die nog konden plaats hebben op het gebied van rioleering, bestrating enz. Waar bleef de heer De Jager vroeger met zijnen drang naar verbeteringen Denk eens even aan de dagen van wethouder Van den Hoek. Noch op het gebied van billijke bezoldiging, noch op dat van verschillende noodige ver beteringen van allerlei aard, noch op dat van billijke belastingheffing is de heer De Jager of eenige andere anti-rev. voorman in het krijt getreden. De rede van den heer De Jager beschouwe men dan ook als eene politieke phrase, als eene poging om bij menschen niet op de hoogte van de gemeentepolitiek der laatste jaren, een plasdankje te verwerven. Wie wel op de hoogte is, ziet onmiddellijk de tegenspraak tusschen de woorden des heeren De Jager en zijne daden in zijne hoedanigheid als raadslid. De burgemeester heeft hem aardig beant woord, de heer Waalkes stelde duidelijk de tegenspraak in het licht, waarop het onnoozele antwoord van den heer De Jager kwam, dat men van meening kan veranderen. Na hetgeen de heer De Jager te berde bracht, moet men de hoffelijkheid van den voorzitter en den heer Waalkes werkelijk tegen dit politiekerig oreerende raadslid be wonderen. De geschiedenis der laatste jaren nagaande vraag ik met verontwaardiging Waar haalt de heer De Jager den treurigen moed van daan te spreken, als hij deed Weg met alle onoprechtheidzeg ik. Hiermede neem ik voorloopig afscheid van den heer De Jager, om in een volgend over zicht op nog eenige andere zaken het licht te doen vallen. Maar het ergerlijkste moest het eerst aan de kaak gesteld. Toen de wet-Talma bij de Kamer in behan deling kwam, werden uitvoerige debatten over dwangverzekering en Staatspensioen gehouden. Aan het Staatspensioen werden allerlei ondeug den ten laste gelegd. Het zou het verantwoordelijkheidsgevoel der arbeiders verzwakken de spaarzaamheid ver minderen enz. De voorstanders der Staatspen- sioneering hebben de voosheid dier argumenten toenmaals afdoende aangetoond. Herinneren wij ons wel dan is er verleden jaar in de Kamer debatten niet aan gedacht, door hen die zoo beducht waren voor verzwakking van verant woordelijkheidsgevoel bij de arbeiders dat bij anderen dan de arbeiders het verantwoordelijk heidsgevoel weinig ontwikkeld kon blijken. In December wordt Talma's »feestgave« aan een deel de behoeftige 70-jarigen uitgekeerd. We,lazen injde bladen dat er patroons zijn die nu reeds den ouden zwoeger te kennen hebben gegeven dat zij de toelage die de oude kreeg zullen inhouden als de feestgave wordt uitge reikt. Ons dunkt zoodanige patroon moet het armzalig pensioentje dat hij den armen onden thans inhoudt tot meerdere glorie van zijn eigen brandkist op de ziel branden als bij nog eenig verantwoordelijkheidsgevoel bezit. We lazen dat armbesturen nu reeds aan behoeltige oudjes hebben aangezegd dat zij in December hun gulden of daalder onderstand zullen moeten missen als de feestgave wordt uitgereikt. Is het niet allertreurigst dat armbesturen, waarin immers »Christenen« zetelen met chris telijke naastenliefde bij de eerste leniging van den grootsten nood door Staatspensioen als plicht der gemeenschap nu oogenblikkelijk van de gelegeheid gebruik maken om zich van het lot «'an den oude niets meer aan te trekken Waarschijnlijk hebben de brave bestuursleden die in hun grenzelooze barmhartigheid den daalder aan den oude ontnemen, gevreesd dat de stakker het al te weelderig zou gaan aanleggen als hij over f 3 of ƒ4 per wveek kreeg te beschikken. Het Huisgezin® heeft helaas gelijk dat er tegen deze dingen niets te doen is. Er is maar één weg. De pers make openbaar waar zich deze uitingen van schrielheid openbaren en signaleere de nobele werkgevers en arm besturen die op zoo ergerlijke wijze tegen den geest van artikel 369 der wet Talma handelen. Misschien dat er dan nog zooiets als eerge voel bp deze menschen zal ontwaken en hen zal terughonden van hun treurig voornemen. Vervolg.) XVII. Vaststelling begrooting 1914. Dhr. De Jager maakt gebruik van de ge legenheid tot algemeene beschouwingen om te betoogen dat de gemeentefinanciën er niet goed voorstaan. Hij wijst er op dat de be grooting begint met een goed slot van een vorig jaar van f 8065,23®, terwijl de post voor onvoorziene uitgaven maar aanwijst 4650,29. Er is verder 4500 minder geraamd voor onderhoudswerken dan het vorig jaar, terwijl er hier en daar in de gemeente toch nog wel wat te doen valt. Er is alleen meer uitgetrokken salaris voor een nieuwen agent, overigens is alles gewoon geraamd. Die f 7500 welke dus aan de gewone middelen onttrokken zijn, vindt lip terug op den post voor het middelbaar onderwijs. De begrooting toont verder aan dat voor het middelbaar onderwijs door de gemeente moet worden uitgegeven 18.173.33®, waarvan de gemeente terugkrijgt aan rijkssubsidie 10.000 en aan schoolgeld 800 wordt geraamd, blijvende alzoo voor de gemeente te betalen 7373,33®. Er maken nu 7 leerlingen van het middelbaar onderwijs gebruik, zoodat die aan de gemeente elk ruim 1000 kosten. dpreker noemt dat geen kleinigheid, waar zoovele zaken naar verbetering vragen. Vooral is dit het geval met de salarissen der ambtenaren, die behooren bezoldigd te worden in evenredigheid van hetgeen ze presteeren. Door de hooge uitgaven voor het middelbaar onderwijs moet dat nu achterwege blijven en kon men straks bij de pensioenregeling ook niet verder gaan. Was die hoogere burgerschool er niet, dan kon alles hink geregeld worden. Straten eischen verbetering, er is de kwestie met de brandweer, rioleering der westzijde van de stad is dringend noodig. Daarentegen is de hoofdelijke omslag tot het maximum opgevoerd, de opbrengst daar van kan niet hooger meer worden opgevoerd, zoodat verhooging van het percentage zal noodig zijn. Dat de verhooging van het percentage nog niet noodig was om de be grooting sluitend te maken, dankt men aan de verhooging met 4000 van den hoofde- 1 ijken omslag in het vorig jaar. Hij blijft er bij dat op 28 Dec. 1911 door den raad een roekeloos besluit is genomen, de gemeente financiën komen daardoor in het gedrang en hij vraagt maatregelen te beramen om dien drukkenden last van de gemeente af te wentelen, of te verminderen. De Voorz. acht het noodig aan dit betoog een wederwoord te wijden. Naar zijne meening geeft de begrooting een juist beeld van de ontwikkelingsgeschiedenis dezer gemeente. Hij begrijpt niet hoe de heer De Jager, die als raadslid reeds 10 jaar den loop der zaken kon volgen, en mede zijn invloed daarop kon uitoefenen, kan spreken zooals hp thans deed. Hij groepeert de cijfers verkeerd, als men dat op de juiste manier doet, staan de ge meente-financiën in een ander, gunstiger teeken. Voor een paar jaar zag de raad in, dat de hoofdelijke omslag f 5000 meer kon opbrengen. Die opbrengst werd bestemd voor het middelbaar onderwijs, en zoolang ze daarvoor niet noodig waren, zijn ze voor andere doeleinden aangewend, maar worden in deze begrooting voor het eerst gebruikt voor het doel waarvoor ze bestemd waren. De resteerende 3000 van het saldo worden in de begrootiug aangewend voor de pen sioneering der gemeente-ambteuaren tot een bedrag van 1500, terwijl ongeveer 600 voor een nieuwe agent is geraamd. Doordat de laatste jaren groote sommen voor de bestrating konden worden uitgegeven zijn deze thans in een staat dat met gewoon onder houd kan worden volstaan. Door te spreken als hij deed heeft de heer De Jager dankbaar materiaal verschaft aan de bestrijders der hoogere burgerschool, doch het komt hier aan op de groepeering van de cpfers. Wel sprak hij van een roekeloos besluit, maar als men over dat besluit wil spreken, moet men het beschouwen in het licht der geschie denis. Het is toch ook den heer De Jager wel bekend dat het besluit een voorgeschiedenis had, de raad werd eeniger mate door de omstandigheden tot het nemen van dat besluit gedrongen, en het stichten der school voor middelbaar onderwijs met daaraan verbonden school voor meer uitgebreid lager onderwijs, geschiedde op een wenk van boven af. De Raad achtte dusdanige inrichtingen nuttig en noodig voor deze gemeente en de geheele omgeving. Bij eene beschouwing moet men de beide scholen, hoewel administratief gescheiden als een geheel beschouwen. Verschillende lokalen worden zoowel voor het middelbaar als voor het M. U. L. O. gebruikt, verschillende leeraren TER VOLKSBLAD. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis, dat het suppletoir kohier van de belasting op het houden van Honden in deze gemeente voor 1913 in afschrift gedurende vjjf maanden op de secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is nedei'gelgd. SA

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1913 | | pagina 1