Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, MILITIE. VEDELAA Onderzoek betreffende roorgeoefendbeid, Aan mijn vriend Bram te Klapdorp. (B.) No. 2403. Zaterdag 13 September 1913. 24e Jaargang FEUILLETON. INGEZONDEN. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 96 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. In tere No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 60 oent; elke regel meer 10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters nair plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M, DE JONGE, te Ter Neuzen. De Burgemeester der Gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat in de maand November a. s. zal plaats hebben het onderzoek tot het verwerven van het bewijs betreffende het voldoen aan de eischen van voorgeoefendheid, bedoeld in art. 70 der Militiewet. Het bezit van dat bewijs geeft in geval van toe wijzing aan de Infanterie, de Vesting-Artillerie of de Genietroepen aanspraak op een twee maanden kortoren eerste oefeningstijd Bedoelde eischen zijn vastgesteld bij Koninklijk besluit van 17 Juni 1912 (Staatsbl. No. 188.) Inlich tingen omtrent deze eischen zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer Gemeente Het onderzoek zal aanvangen op Dinsdag II November e- k. en, zoo noodig, de twee volgende dagen worden voortgezet. Het wordt gehouden in de volgende garnizoens plaatsen Leeuwarden, Groningen, Assen, Kampen, De venter, Arnhem, Nijmegen, Doesburg, Harderwijk, Ede, Utrecht, Amersfoort, Amsterdam, Haarlem, Hoorn, Heider, Naarden, 's-Gravenhage, Leiden, Delft, Gouda, Gorinchem, Vlissingen, 's-Hertogen- bosch, Breda, Bergen-op-Zoom en Maastricht. Aan het onderzoek kunnen deelnemen de lote- lingen die bestemd zijn om voor de lichting van het volgend jaar bü de militie te worden ingelijfd. De lotelingen, die aan het onderzoek wenschen deel te nemen, moeten zich vóór 10 October a. s. aanmelden bü den Burgemeester der Gemeente, voor welke zü hebben geloot Zy moeten by de aanmelding opgeven in welke Gemeente zy aan het onderzoek wenschen deel te nemen. Zy, die niet verblyf houden in de Gemeente, waar zy aan het onderzoek wenschen deel te nemen, moeten bovendien te kennen geven, of zy geduren de het onderzoek voor Ryksrekening legering en voeding wenschen te genieten. Aan de lotelingen, die zich voor het onderzoek aanmelden, wordt, voor zooveel zy ter inlyving bestemd zyn, later bericht gezonden van de plaats (localiteit), waar en van het uur, waarop zjj zich voor deelneming aan het onderzoek moeten ver voegen. Ter Neuzen, den 12 September 1913. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Zwitserscbe vertelling van ERNST ZAHN. 6) „Zeg, begon Jakob „'t is jammer, dat je weer weg gaat„ en hij legde zijne hand op de bare. Maar in zynen toon was geen zweem van iets hartstochtelijks of ongewoons. Blijkbaar beschouwde bjj 't als vanzelfsprekend, dat alles liep zooals het loopen moest. Geen haar op zijn hoofd dacht er aan, haren verloofde zijn meisje afhandig te maken, „Ja ja dat is wel waar," gaf Kathrine ten antwoord. Daarop zaten zij weer een poosje heel kalm. „Ja het is nu eenmaal niet anders/ zeide Kathrine nog. Jakob haalde nog een paar malen den strijk- Btok over de snaren, klimperde met de vingers er aan, en neuriede zachtjes voor zich heen. Toen kwam er een koelere lnchtstroom van de bergen, zoodat Kathrine huiverde. „Nu moet ik toch weer naar huis," zeide zfj. „Tante zal niet weten waar ik zoolang blijf." Beste Bram Het is al een tijdje geleden ouwe jongen, dat we onze hartelijke brieven met elkaar wisselden. Door dat gedurige heen en weer trekken van je kwam er niet veel van. Maar nu ben je weer in Klapdorp terug en na het beschrijven van je wederwaardigheden en opgedane indrukken, waaruit ik zoo goed den ouden Bram van vroeger herken, zet ik mij er voor om je heerlijken, opgeruimden brief te beantwoorden. En je vraagt naar onze oude bekende, naar de Ter Neuzensche kermis, die ons jaren ge leden zoo vaak in zorgelooze vreugde bijeen zag En je wilt zelf komen, als het kan Als je wilt, dan kan het, Bram Doe het, beste vriend. Dan kan je je echt Neuzensch hart weer eens ophalen en je zult mij, je ouden, ge trouwen vriend een groot genoegen doen. Vele oude en goede bekenden zullen je de hand komen drukken. Want, al vermindert door vertrek of erger nog door den grooten scheidsman, den dood, die groote, vroolijke schare, waarmede wij in vroeger dagen de kermis opgingen, de meesten zijn er toch nog en het zal je prettig stemmen, hen nog eens te zien, wel ouder geworden, maar nog met dezelfde inborst van vroeger. Je hebt maar een paar dagen tijd op zijn hoogst, zeg je. Ik zag je liever eens de geheele kermisweek hier. Maar nu dat niet kan, kom dan de laatste dagen op onze kermis doorbrengen. Dan kun je weer meemaken de sluiting der kermis en opnieuw bewon deren den ordelijken geest, waarop je vroeger zoo trotsch was. Daarin had je ook weer op kunnen gaan, als je bij ons onafhankelijkheidsfeest geweest was. Bij het zingen der cantates, bij het spelen der verschillende muziekgezelschappen en bij het afsteken van het vuurwerk was eene groote menschen menigte op de markt, maar er was ordelijkheid en stille aandacht, iets wat velen uit de omgeving opviel en wat een gunstige Toen zy van den muur gleed, nam ook Jakob de viool onder den arm en ging met haar mee. Tusschen de „Ster" en Troger's buis zeiden zij elkaar goeden nacht. Zy gaven eikaar de hand en drukten stevig. Daarop gingen zy uiteen. Zóóveel stond vast, dat het verschijnen van Kathrinein Troger's leven eene gebeurtenis, misschien wel de grootste van al zyne dagen was. Maar niet minder vast stond het, dat hy veel te taai, te droog en te sterk was, om den kop te laten hangen als hy baar niet krygen kon. Hij ging na dien manescbjjcnacht geen enkel maal met een zwaarder bart naar bed, dan vroeger of kreeg melankolie, of begon zyn leven te verwenschen. Maar ééa ding viel niet te loochenen: namelijk, dat, sedert by zyn hart aan dit meisje hing, zyne zonder meester zich ontwikkelde kunst van vedelen eene laatste en groote verionerlyking en verhooging onderging. Zelfs de Capncyner die reeds heel wat in de wereld had rondgekeken en veel goede en schoone muziek gehoord had, stond in deze dagen dikwijls onder Troger's venster, en schudde zyn hoofd en dacht „Ja by moest 't er toch niet by laten. Hij moest toch nog naar de muziekschool. Er zit wat in hem. 't Lykt haast zonde, zoo'n gave Gods Diet beter tot eere te brengen." Maar toen hij nu ia allen ernst den boer den raad gaf om in de stad het conservato rium te gaan bezoeken, en hem ook zyne getuigenis voor de plaats mijner inwoning aflegt. Wat die onafhankelijkheidsfeesten betreft, Bram, Ter Neuzen vertoonde zich daarbij niet op zijn schitterendst. Er werd niet veel geoiferd, enkele buurten uitgezonderd. De een zegthet is op eene verkeerde wijze aangepakt, een ander zegt de verkiezingen zitten er een beetje in. Toch was er nog een mooie dag. Het bleek, dat Ter Neuzen over mannetjes beschikt, die met zeer weinig toch nog veel kunnen doen. En ook bleek, dat onze plaats nog altijd eene aantrekking oefent voor velen. Want er was eene massa volk, ook den volgenden dag nog. En ondanks het talrijk bezoek behoeft niemand met centen in zijn zak gebrek te lijden. Met de verkiezingen, Bram, is het druk geweest. Er is dikwijls gestemd, en er werd lang voor de stemming gestemd en nog lang daarna. Op de ouderwetsche, leuke manier van voor twintig jaar gaat het niet meer, al zyn er ook nu nog grappige momenten genoeg. Er is thans meer ernst, soms ook wel eens meer hatelijkheid. Ge hebt wel eens gemeend, afgaand op uiterlijke en toevallige omstandigheden, dat de vrijzinnigheid in onze goede plaats aan het tanen was. Maar ze gaat vooruit, Bram, zij het ook langs andere banen dan in onzen jongen tijd. Sterk, zeer sterk is hier in Ter Neuzen en de omgeving links gestemd. Dat toch een zeer goed gemeenteraadslid het af moest leggen, was weer eene uiting van dien kleinen geest, dien ook onze goede plaats niet altijd kan afleggen. Maar daarover een weinig uitvoeriger, als ge hier komt. En ge moet komen, Bram Ge zult onze vergroote markt zien, verkregen door de demping der kaai, ge zult onze muziektent zien, zoo lang ontbeerd, maar nu met niet weinig fierheid door ieder goed Neuzenaar aanschouwd, met den meesten trots natuurlijk door hen, die iets offerden voor dezen tempel der kunst, ge zult de H. B. S. zien, daar gekomen na Jangen strijd, maar eene belofte in zich bergend voor de toekomst. voorspraak beloofde, keek Jakob Troger hem verbaasd aan en zeide lachend „Neen, Hoogwaarde, daarvoor ben ik al veel te oud. Op myn leeftjjd nog eens op school te gaan en Herrgott, neen liever zeulde ik vijftig korven zwaren mest den Winterberg op, dan dat ik daar onder dat trotsche stadsvolk giDg zitten een kinkel als ik De pater Capucijner meende daarin ook weer iets waars te zien. In zyne manier, in zyn geheele wezen en leven toch had Jakob niets van een kunstenaar aan zich. Zoo kwam hy tot aDder inzicht en gaf toe dat Troger maar beter deed met te blijven wat hy nu eenmaal was. Ouder die bedryven giugeu de weken van Kathrine voorbij. Zy verzekerde dat zy te Alpleo ontzettend gezond geworden was. Den eenen dag babbelde zy vroolyk en veel over Parijs, over hare aanstaande bruiloft, over Peter, baar steedschen beminde, eu over hare schoone vooruitzichtenen den anderen dag zat zy by Jakob Troger aan den weg of op de huisstoep, en bejammerde 't daarbij heime lijk, dat haar tyd reeds om was. En toen stond opeens de dag van vertrek voor de deur. Hij begon met een klaren, warmen morgen. De zon was nog Diet op. Haar voorbode, het ochtendrood, lag eerst rozig op do hoogste bergspitsen, toen Kathrine reisvaardig uit de Van verbazing zult ge de handen ineen slaan, zoo ge vanaf de Axelsehe brug in de richting van het ziekenhuis ziet. Wat een groot, vlak, open terrein, waar zich vroeger de wallen verhieven. Misschien zult gij een zucht niet kunnen weerhouden, nu gij die wallen ziet verdwjjnen. Een mensch bewaart graag de herinnering ongerept. Maar daarna zult ge toestemmen, dat ondanks het verlies van menig schilderachtig en intiem plekje hier eene groote verbetering tot stand is gekomen. Ook zonder de kermis is je oude woon plaats een bezoek waard. De oude matrone zelf, zij blijkt nog niet aan sterven te denken, al lijdt ze bijwijlen aan bloedarmoede. Dansmuziek zal er volop wezen en inrich tingen zullen er dit jaar te over zijn. Wegkamp komt met zijn bioscoop en zijne rollende tonnen, de schouwburg van Hart (in jou herinnering leeft natuurlijk nog de familie Bakker) is ook present, een stoom- caroussel verschaft genoegen aan de liefhebbers van draaien, een circus komt er, dan nog eene menagerie met heusche wilde beesten, al zullen ze minder gevaarlijk zijn dan die te Gent (wat zeg je van dien anderen oud- Neuzenschen Bram daar; heeft die zich niet kranig gehouden een museum, een Ameri- kaansche houpla, waar de dubbeltjes zoo ge makkelijk gaan huppelen en de noodige koek en galanteriekramen. Gedeeltelijk is de kermis reeds opgebouwd, de jeugd helpt als voorheen en heeft voor eten nauwelijks tyd, gezichten van kermis gasten ontmoet men overal, al wat de kermis voorafgaat, ziet men als ieder jaar en brengt ongemerkt de kermisstemming erin. Kom, oude vriend, dan zullen wij nog eens op ouderwetsche manier vroolyk zijn en toonen, dat men genoeglijk kermis kan vieren, zonder losbandig te zijn. Wij hebben geen hekel aan de kermis, Bram. Volgende week wacht ik je stellig. Je vriend DORIS. P.S. Breüg je eigen wandelstok uit je tegenwoordig pays mede De verkoop langs de straat van die goedkoope wandelstokjes is verboden Je zoudt dus gebrek kunnen hebben. D. huisdeur van de herberg trad. De waardin verscheen naast haar, en de waard, vet, rood en blazend, trok, aan het touw, dat Kathrine's koftertje op een draagjuk bevestigen moest. Daarna hielp hy een jongen knecht bet juk op den rug tillen, stak bet nichtje zijnen breedeD poot toe, wenschte droog weg „Nou, wel thnis, hoor!" en ging weer Daarbinnen. Daar kwam Jakob Troger over de s'raat, in zijne beste kleeren, met den hoed op het hoofd. „Zoo Gaat die óók mee vroeg de waardin op norschen toon aan het meisje. „Natuurlijk," antwoordde Kathrine, eu even schoot baar het bloed Daar de wangen. Jakob echter deed alsof er niets bijzonders aan was. Hy zeide goeden dag en vroeg „Kan ik temet ook iets voor je dragen Zijne leukheid hielp de waardin over haar kwade humeur heen heen. Zij lachte. „Wel zekerJe kunt haar wel ineens naar haar vrijer te Parijs brengen," zeide zy tot Jakob. »0, met hem zou ik veiliger kunnen gaan dan met menigen oude," zeide Kathrine bits. Hierop namen de vrouwen afscheid van elkaar, kort, met weinig woorden. „Nog maals bedankt voor al het genotene," zeide Kathrine nog. De knecht was met zijn vrachtje op weg gegaan en liep reeds de dorpsstraat af. Nu TER

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1913 | | pagina 1