Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. MILITIE. ©1 TSBSLAA& Om de baan Vrij te matsen. j)« finantiüclc toestand. ten wraakoefening C GEMEENTERAAD. KERMIS. No. 2402. Woensdag 10 September 1913. 24e Jaargang Voorkeur omtrent de inlijving. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 75 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen. Voor België 95 cent by vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken ffoen sdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuze n. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat Openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal worden gehouden op Donderdag dr-n II September 1913, des roormiddags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 8 September 1913. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester der Gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat de lotelingen dezer Gemeente, lichting 1914, die hunne wenschen met betrekking tot de inlijving niet b\j den Keuringsraad of op andere bij de geldende voorschriften bepaalde wijze hebben kenbaar gemaakt alsnog vóór 10 October a. s. van deze wenschen ter Secretarie dezer Ge meente kunnen doen blijken. Ter Neuzen, den 5 September 1913. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend dat gedurende de kermis, die Maandag 15 Sep tember a. s. begint en Zaterdag 20 September d. a. v. des nachts te 12 uur eindigt, de tapperijen, spellen, kramen enz des nachts mogen open blijven, tenzij sluiting wordt bevolen: dat gedurende de kermis voor de dansmuziek draaiorgels mogen worden gebruikt, onder voor- waardedat deze alleen bediend worden door mannen, zoo mogelijk ingezetenen der gemeente, en er geen trommel of ander geruischmakend instrument aan verbonden is, tenzij het geluid op de een of andere wijze wordt gedempt; dat de dansmuziek niet mag beginnen voor 10 uur 's morgens en moet eindigen om 2 uur s nachts dat bet verboden is langs den openbaren weg z. g. n. wandel- of spaanschrietstokken te verkoopen. Ter Neuzen, den 8 September 1913. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Zwitserscbe vertelling van ERNST ZAIIN. 5) Toen dit laatste nieuwtje Jakob Troger ter oore kwam, bekroop hem een onaangenaam gevoel, dat hg zicb zelf niet wist te verklaren. Hg ergerde zich, zonder reebt te weten waar over en waarom. Maar deze ergernis verdween ook al spoedig weer. Het dagelijksche gedoe bracht hem op andere gedachten, en over de aangelegenheid van Kathrine brak hij zich het hoofd niet meer. Alleen was het zonderling, dat hij op den avond, nadat hij van de ver loving gehoord had, zijne viool opnam, en dat zijn spel toen iets bijzonder klagends en weemoedigs had. Kathrine Lombardi, uit het Parijsch rumoer in de dooasstilte van het gebergte aangelanad vond in bet eerst deze stilte weldadigmaar al spoedig miste zij, behalve de drukte der groote stad, ook de verstrooiïug, die het leven haar daar opgeleverd had. - „Jesses, 't is hier boven als op een kerkhof", zeide zij al geeuwenden zij begon er van te praten, dat Peter, haar verloofde, haar iu lang niet Het Volk wenscht zich zijn oordeel omtrent dit ministerie voor te behouden tot het bekend worden der troonrede. Nu, dat is verklaarbaar en geeft bij een oordeel meer vastheid. Maar tegelijk tracht het bij voorbaat alle verantwoordelijkheid voor wat gebeurd is orf nog staat te gebeuren van zich en zijne partij af te wentelen. Om zelf vrij te kunnen blijven in zjjne critiek en om de S. D. A. P. volkomen vrij te doen staan tegenover dit ministerie (vrije critiek is voor de S. D. A. P. altijd het ge makkelijkst) tracht het eigen tekortkomingen en eigen onverantwoordelijke houding te be mantelen door de vrijzinnige concentratie aan te^ vallen en op die de schuld te leggen, die bij de S. D. A. P. zelf schuilt. Dat is wel gemakkelijk maar niet eerlijk. Trouwens, de kiezers weten het ook wel, wie in dezen de schuld treft. Reeds een paar malen bracht-de bekende teekenaar in »De Courant* den iinantiëelen toestand van het land in beeld. En inderdaad is het voor den minister van finantiën, den heer Bertling geene gemakkelijke taak, orde te brengen in den desolaten boedel, hem door zijn' voorganger nagelaten. Dat, ondanks het zeer ruim vloeien der geldmiddelen de tekorten zoo aanzienlijk uitdijden, dat de begrooting voor het jaar 1914 onmiddellijke maatregelen op finantiëel gebied dringend noodzakelijk maakt, het is iets, waar ernstig op moet gewezen worden. Het bewijst, dat bij het z.g. Christelijk bewind, gedreveD in de richting der succes- politiek, de verantwoordelijkheid te klein, de zorgeloosheid te groot was. Het is dus wel eene zware arbeid, die den nieuwen minister, den heer Bertling, wacht. En toch twijfelen wij niet of deze bewinds man, zal als hem de tjjd geschonken wordt in den verwarden toestand klaarheid weten te brengen. Dat hij onder de gegeven omstandigheden had gezien, en dat z(j dus misschien al spoediger weêr vetrekken zoo, dan zij aan vankelijk van plan was geweest. Bij het zoeken naar tijdverdrijf kwam zij er toe, aan de Alplener merkwaardigheid, Jakob Troger, hare aandacht te wijden. Zij vond dat de vedelaar ook zonder zijn instrument een heel onderhoudend mensch was, stond dus gaarne bij hem aan de huisdeur of in den stal, liet zich door hem zijn beetje levensloop vertellen, danste een keer met hem, toen een troepje in de Ster overnachtende reizende muzikanten daartoe gelegenheid gaf, en antwoordde op de vraag vaD hare tante, waarom zij toch zoo vaak bij Troger was, schouderophalend „Och non ja ik wil me toch niet dood vervelen hier op, dit dorp Jakob Troger was geen heetbloedige, veeleer een lauwe van natuur. Hij dacht er niet aan, dat er uit de van lieverlede zich ontwikkelende kameraadschap met Kathrine iets anders zou kuDnen groeien en het kwam niet in hem op, den grendel, die hem door de verloving van het meisje voorgeschoveu was, een beetje terug te schuiven. Maar hij liet zich Katbrine's gezelschap ais iets schoons en aangenaams welgevallen. En hij wist niet, dat juist dit gezelschap er schuld aan was' dat bij zich dikwijls zwaarmoedig en eenzaam voelde. Hij wist slechts dat zijne andere kameraad, de viool, hem daardoor des te liever werd, en dat het goede houten ding hem alles ver- de portefeuille, die bet minst de ambitie moest wekken, dorst te aanvaarden bewijst in ieder geval, dat het hem niet aan moed ont breekt. Te Naarden zijn, zoo wordt aan »Het Hbld.« gemeld, 3 gehuwde onder-officieren van het 18de regiment infanterie overgeplaatst, op nader te bepalen datum, naar Amsterdam, als straf voor het laten verspreiden van een strooibiljet bij de herstemming voor den ge meenteraad op 7 Juli j. 1. Bij de herstemming tusschen 2 kath. en 2 vrijzinnige candidaten hebben bedoelde per sonen in hun qualiteit als chr.-hist kiezers op 6 Juli een strooibiljet onderteekend en laten verspreiden tegen de katholieken in het algemeen en waarin o. a. op grond van een gelijkluidende mededeeling in »De Gooilander* van 23 Maart 1912, het volgende werd gezegd Denken wij slechts aan de woorden van den geachten heer pastoor Van der Waarden, twee jaar geleden van den kansel verkondigd, om nimmer eenige inkoopen te doen bij en leveranties te doen verrichten door anders denkenden*. Een tegenspraak van die woorden was den 3 onderteekenaars ontgaan en van clericale zijde werd onmiddellijk een ongeteekend strooi biljet verspreid met bedoelde tegenspraak, terwijl daaronder stond met vette letters Bovengenoemde personen zullen strafrechte lijk vervolgd worden.* De pastoor bracht een bezoek bij den roomschen regiments-commandant Olrée en daarna moesten de drie onderteekenaars, allen gehuwd en onberispelijk in hun dienst en levenswandel, verschijnen voor den bataljons commandant Fabius. De bataljons-commandant zei aan het einde van het verhoor, dat hjj er over gedacht had, de onderteekenaars disciplinair te straffen, doch meende, dat het beter was dit niet te doen, omdat het strooibiljet in de hitte van den strijd was geschreven. Gelegenheid om zich nader te verklaren werd den drie onder officieren niet gegeven en ze konden vertrekken. Daarmede was de zaak dus uit, dacht men algemeen. tolken koD, wat hem bedrukte en wat b(j toch niet onder woorden zou hebben kannen brenger. Daar brak nu eens voor die beiden, voor Jakob en voor Katherine, een veelbeteekenende avond aan. Jakob zat, als gewoonlijk, op deu lagen muur aaD den weg en tuurde gedachtenloos, enkel maar met het behanlijke gevoel van de afgedane dagtaak over de groene hellingen afwaarts. Het was hier buiten al heel vroeg stil. Jakob rookte zjjn pjjp, en toen die pijp was uitgerookt, was ook de dag voor hem op een eind geloopen. Over de beek, die in het dal verdween, stond een witte, spookachtige nevel, die in onrustige beweging rees en daalde en zich omwentelde, alsof er een eigen, geheimzinnig leven in school. De bergkloof afwaarts verzonk al meer en meer in schemering de woelende nevelgestalten werden al vager en schenen in het donker zich op te lossen, Hoe meer echter daar in de diepte alles reeds door den naderenden nacht verzwolgen werd, des te nader en scherper traden aan den avondhemel de bergreuzen nog te voorschyn. Het zwerk was grijsachtig blauw, met een zilverachtigen weerschijn. En daartegen was het alsof de bergen, zoo groot en geweldig alreeds, nog groeiden en zich rekten, de witte koppen nog hooger en steiler opwaarts tilden en de breede flanken nog deden zwellen. Jakob meende, al peinzend, ze nog zoo groot en zoo nabjj, ja, zoo schrikwekkend nabij te Doch de pastoor en een paar anti-revolutio nairen zaten niet stil. De pastoor zond een aanklacht [in bij den officier van justitie, en te Naarden werden de drie onderofficieren door den burgemeester verhoord. De auditeur-militair zond de geheele zaak terug als niet vervolgbaar en het bevreemdde hem, dat de pastoor zich nu wèl beleedigd achtte en niet, toen dezelfde bewering een jaar geleden in »De Gooilander* voorkwam. De gereformeerde dominee, een anti-rev. raadslid en nog een paar coalitie-mannen zonden een request aan minister Colijn, om hem te verzoeken maatregelen te nemen, dat »zoo iets niet meer kon voorkomen*. Dit geschiedde zoo geheim mogelijk. Enkele weken geleden werden de drie onder officieren weer bij hun bataljons-commandant Fabius geroepen en door hem werd hun een 8-tal vragen ter beantwoording gegeven, welke vragen hoofdzakelijk gingen over een des betreffend artikel in het vrijzinnig weekblad Vooruit*. Omtrent die vragen en de be antwoording daarvan werd hun de strengste geheimhouding opgelegd door den majoor. Op 2 Sept. j.L, dus bijna twee maanden na de verkiezing, wordt hun door den batal jons-commandant aangezegd, dat zij op last van den brigade-commandant, ingevolge de berisping ontvangen in Juli j. 1., met hun gezinnen zijn overgeplaatst naar Amsterdam. Deze overplaatsing is geschied onder officieele goedkeuring van minister Colijn. De drie betrokken onderofficieren hebben aan den nieuwen minister van oorlog een ver zoek om recht verzonden. Het zooveelste staaltje, op welk een wille keurige wijze onder het bewind-Heemskerk werd opgetreden. Het Nederlandsche volk heeft waarlijk wel reden zich gelukkig te prijzen, dat de ver kiezingen van Juni een einde hebben gemaakt aan een bewind, dat zoo eigenmachtig optrad en de individueele rechten met voeten trad. Colijn is weg. leder, die op individueele vrijheid prijs stelt, zal nimmer zulk een bewindsman terug- wensschen. Ons land is -- GoddankRussischen toestanden reeds lang ontgroeid. hebben gezien. Een zonderling gevoel bekroop hem iets angstigs, iets huiveringwekkends, en toch iets zeer verheffends, iets van eene onzagljjke majesteit. En terwijl hij, hali vervaard, daar zoo tuurde naar die machtige gevaar ten, die schenen op hem toe te schuiven, schrikte hjj bjj het hooren van een voetstap, die achter hem naderde, Kathrine stond naast hem. „Aha lachte bet meisje dat heb ik wel gedacht, dat je nog bier zoudt zijn. Uit mijn venster zag ik je al zitten." Zij zette zich mede op den lagen muur, zoodat zij naast hem zat. „Het wordt een heerlijke nacht," zeide zij. Jakob Troger hief den arm op en wees oostwaarts heen, waar een andere bergketen, veel verder nog, den gezichteinder afsloot. Daar gloeide in eene spleet een rossig licht, dat snel aan omvang en klaarheid toenam. „De maan komt op," zeide hjj. Zijne stem klonk gedemptom de groote stilte, die rondom was, niet te verstoren, sprak hij onwillekeurig zacht. En zoo tuurden zij zwijgend naar het rijzen van de maan, Het schijnsel goot zich reeds uit over het dal en deed hier en ginds het water van de bergbeek glinsteren. En ook aan de bergen was alweer verandering van tooneel. De witte toppen begonnen te lichten. De gletsehers glimmerden wat. Do sneeuwvelden lagen helder blaDk en scherp omgrensd, als witte tuinen onder den donkeren TER NETZENSd VOLKSBLAD.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1913 | | pagina 1