Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
JtaVerKiezing in Rotterdam 1.
1
No. 2392.
Woensdag 6 Augustus 1913.
24e Jaargang
UIT ONZE OMGEVING.
FEUILLETON.
Telef. Interc, No 15.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiteD Ter NeuzeD.
Voor België 96 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken W oeundag
en
Zaterdagmorgen bij den Uitgever M. DE JONGE. teTer N e u z e n.
Ia Rotterdam, district 1, moest plaats
hebben eene nieuwe stemming, daar de heer
Spiekman, in 2 districten gekozen, voor dit
bedankt had.
Er werden uitgebracht 8862 stemmen.
Hiervan verkregen de heer D. de Klerk
(U.-L.) 2343 stemmen, B. J. Gerretson (C.-
H) 3934, A. B. de Zeeuw (S. D. A. P.) 2531
en dr. W. v. Ravesteijn (S. D. P.) 54 stemmen.
Het is dus herstemming tusschen den C.-H.
heer Gerretson en den socialisten candidaat
A. B. de Zeeuw.
Eerlijk gezegd, vinden wij het jammer, dat
het sympathieke, eerlijke en practische oud
kamerlid D. de Klerk niet bij de herstemming
komt.
Yooral bij de onverantwoordelijke houding
door de S. D. A. P. thans aangenomen, spijt
ons dat dubbel.
Om praetiscb werk te verrichten, om
werkelijk vruchten van de linksche zege te
plukken, was juist versterking van de vrij
zinnige concentratie het meest gewenscht.
Het blijkt hoe langer, hoe meer dat het
Nederlandsche Volk tot het. bereiken van een
praetisch resultaat meer met vrijzinnige dan
met socialistische leden gebaat is.
Hun partijbelangen doen de landsbelangen
en ook de belangen des volks voorbijzien.
Geen 18 opzichters hadden wij noodig.
Hadden we er 7 of 9 gehad, dan zou althans
het regeeren voor de vrijzinnige concentratie
mogelijk geweest zijn.
Dan hadde tenminste de concentratie, wat
aantal zetels betreft, boven de coalitie gestaan.
Het laatste woord in dezen is evenwel nog
niet gesproken.
Nu Dr. Bos wegens weigering der b. L>. A.
P. om tot de regeering toe te treden, van zijne
opdracht tot vorming van eene ministerie uit
de geheele linkerzijde heeft afgezien, zal de
S. D. A. P. toch uog een congres houden.
Zal het zich verklaren voor samenwerking
met de vrijzinnige op de reeële punten, bij
de herstemming vastgesteld, of zal het zich
blijven blind staren op grauwe theorieën
Wij zijn in afwachting.
Groote brand.
In den nacht van Zaterdag op Zondag, te
ongeveer half twee, werd de burgerij alhier,
voor een groot deel in baar eersten slaap,
gewekt, door het gelui van de brandklok en
het hoornsignaal van de brandweer.
Er was aan het spoor brand en op onze
informatie antwoordde men, dat er een wagon
met bout in brand stond. Wij spoedden ons
daarheen, maar uit den rossen gloed, die zich
hoog in de lucht afteekende en de groote
vlammen, die reeds van verre zichtbaar waren,
bleek dat er meer aan 't branden was.
En werkelijk, toen wij naderbij kwamen,
stonden reeds vele stapels hout in volle vlam,
die, aangewakkerd door een flink oosten-windje,
oversloeg van stapel op stapel.
Ondertusschen was de gemeente-brandweer
aangerukt, die eerst een reurenwerk moest
verrichten om over de rails, wissels, draden
enz. met de spuiten bij het terrein van den
brand te komen. Daarbij kwam, dat het terrein
voor de mannen van de brandweer onbekend
was, terwijl de wind de vlammen, rook en
vonken, juist naar de kanaalzijde joeg, zoodat
voor de brandweer de eene moeilijkheid de
andere volgde.
Maar niettegenstaande dat alles gaf spuit
C te 2.15 reeds water.
Het was intusschen spoedig te zien, dat er
aan blusschen van zoo'n geweldige vuurmassa,
van die honderden stapels hout, niet te denken
viel. De andere spuiten, die volgden moesten
dan ook, evenals de vrijwillige motorspuit
voorloopig een afwachtende houding aannemen.
De manschappen en het gerequireerde volk
gingen over om te trachten door wegdragen
en omgooien van eenige stapels den brand
het overslaan te beletten.
Reeds spoedig werd de noordelijk van het
houtterrein staande kuiperij van de firma Van
Cantfort en Koeh aangetast en ook zuidwaarts
kreeg de brand zoodanige uitbreiding, dat de
groote houtloods van genoemde firma al
spoedig verloren ging.
Ondertusschen was men noordelijk er zoo
ver in geslaagd, dat voor uitbreiding aan dien
kant niqt veel kans meer bestond. Men ging
daarom over hetzelfde te probeeren aan den
zuidkant.
De motorspuit van de vrijwillige brandweer,
die geplaatst was op de pont van den ater-
staat, was met vereende krachten aan de
zuidelijken kant van den brand geplaatst -en
juist intijds begon den strijd tegen de
woedende vuurzee.
Op dit oogenblik was de aanblik van deze
meer dan 200 M. lange en ongeveer 60 M.
breede vuurmassa verschrikkelijk. Het was
nu en dan of er een storm loeide, zoo'n
geweld maakten de vlammen. Alles stond
nu in brand vanaf de kuiperij, daarnaast het
geheele terrein met de stapels planchetten,
de zes groote aan elkaar gebouwde hout-
loodsen van de firma Stevens, benevens het
terrein waarop de vele stapels rondhout van
den heer R. Drost stonden.
Het was daar waar kans was den brand
tegen te houden en de daarnaast staande
houtloodsen »Malines—Ter Neuzen* met
daaraanpalend woonhuis en verder volgende
houtstapels te behouden.
De strijd, met kracht door de vrijwillige
brandweer aangepakt, was hevig en langen
tijd bleef het gevaar voor uitbreiding bestaan.
De vrijwilligers met hun motorspuit leverden
prachtig werk en te 7 uur ongeveer begon
men zichtbaar den brand meester te worden,
waartoe ook medewerkte de hulp van de andere
spuiten, die noordwaarts niet meer noodig
waren.
Ondertusschen was ook de spuit van ïmuis-
kil gearriveerd, die flink en vlug dadelijk aan
pakte. Kort daarop kon men gelukkig zeggen,
dat de brand bedwongen was, dank zij het
krachtdadig optreden van brandweer en vele
gerequireerde personen.
Het was een brand zoo ontzettend van
aanblik als nimmer te voren.
Hoe de brand is ontstaan is onbekend.
Alles was verzekerd, behalve eenige partijen
spoorleggers van de spoorwegmaatschappij
Mechelen—Ter Neuzen.
De schade wordt door deskundigen op on
geveer 200.000 gulden geschat.
Zondagmiddag te 3 uur traden de leden
van de vischclub »De Baars* in hun lokaal
bij den heer De Boij aan, gereed voor den
wedstrijd in het visschen, die even buiten
de stad in het kanaal zou gehouden worden.
Deze dag zou niet alleen merkwaardig zijn
voor de prijsvisscherij, maar ook tot viering
STANLEY WEYMAN.
1)
Op een avond in de maand Augustus kwamen
twee mannen het pad afgedaald, dat van de
heuvelen achter het gehucht Actoo neêrglooit
naar de rivier. Zij schonen, naar het uiterlijk
althans, slecht bij elkaar te passen. De een,
nog geen dertiger, blondbarig, roodwangig en
van middelbare grootte, was gekleed als een
geestelijke, maar fijner, netter dan de platte
lands- zieleherder zich in den regel kleedt.
De ander was een van de langste en schraalste
manspersonen, die ooit buiten een kermistent
zijn gezien zoodat al zjjne kleereu hem
om het lijf flodderden als zakken. Hjj had
het kostuum aan van een jachtopziener. In
werkelijkheid was hjj de schoonzoon van den
Squire, met name Jim Foley.
„Ik begrijp niks van je," zeide de lange
tot den ander, zjjn geweer van den eenen
schouder op den anderen tillend. „Wat voer
je eigenlijk zoo een heelen dag uit, zonder
ooit iets te schieten Ik voor mjj, ik zon
niet kunnen leven zonder schieten. Ik moet
eiken dag iets schieten!"
„Eu raak je wei eens wat
„Zelden mis ik," antwoordde de lange.
„Konijnen, ratten, otters, snoekeo, kraaien,
soms een havik, en soopb, zooals heden, een
paar woudduiven. Patrijzen en hazen natuurlijk
in den tijd Ik kan 't niet laten, kerel
Zijn makker keek hem even aan, keek toen
weer vóór zich, en zuchtte.
„Wat is 't? Waar moet die zucht naar
toe vroeg Foley.
nOch ik dacht zoo maar eens," zeide
de dominee droog „wat een gelukkige
kerel jij bent, dat je niets te doen hebt dan
schieten."
De lange floot. „Hoor eens," zeide hi]
„voor iemaud dio binnen veertien dagen
op trouwen staat, ben je niet te best gemutst
is 't wel Ik zal je eens wat zeggen,
beste jongen Jij bent niet erg happig naar
je geluk. Ik zie mjjne znster Patty door
den tuin fladderen als eene groote witte mot,
natuurlijk naar je uitkijkend en op je wachtend.
en jij laat je voeten sleepen, en je zet een
gezicht van oude lappen. Wat is er met je
aan de hand
De dominee lachte, maar niet vroolijk. En
er was iets stugs in den toon waarop hij
antwoordde„Niets. Een mensch kan niet
altoos loopen grinniken."
„Neen. Maar paté de foie gras is geen
dageljjksch eten," gaf Jim onverstoorbaar terug,
„Zeg eens, Jones
van den 50en jaardag van 3 bestuursleden
dezer vereeniging. Een dier jubilarissen had
zijn verjaarfeest op den dag van den wedstrijd
zelve, de twee anderen hadden reeds vroeger
hun halve-eeuWfeest doorgemaakt.
Bij monde van de heeren Bliek en Van
der Peijl werden den drie vijftigjarigen namens
de vereeniging een drietal fraaie cadeaux
overhandigd, t. w. een chronometer op mooien
standaard en twee barometers.
Wat is een visscher ook meer dienstig dan
tijd en weersgesteldheid
Vervolgens werd geloot over de plaatsen
der deelnemers aan den wedstrijd.
De wedstrijd was verdeeld in twee helften,
ieder van 3 kwartier. Daartusschen was nog
een kwartier pauze.
De eerste helft zou met steurkrabben, de
tweede met wormen worden gevischt.
Eene flinke hoeveelheid was van beide
exemplaren aanwezig.
Maar de visch wilde niet.
Er werd weinig gevangen.
Toch verliet de opgewektheid de visschers
niet en evenmin verdroot het kijken der toe
schouwers.
Na afloop van deze excursie trok men terug
naar het vereenigingslokaal, waar de heer de
Boij, als jubilaris van den dag, op onbekrompen
wijze voor verversehingen zorgde.
Tevens dankte hij oprechtelijk voor de hulde,
hem en zijn huisgezin te beurt gevallen.
Hierna had een kleine rondgang plaats,
waarna de sociëteit arriveerde op het boven
lokaal van den heer A. de Zeeuw.
Daar spraken ook de overige jubilarissen,
de heer O. de Pauw en de heer A. Maandag
hun dank uit voor de betoonde belangstelling.
Thans ging de heer O. da Pauw, de voor
zitter, over tot uitreiking der behaalde prijzen.
Een hartelijk en opwekkend woord deed hij
hieraan voorafgaan.
De prijzen waren artikelen, te pas komend
in het hengelaarsbedrijf.
De heer Bowbijes had met 2 visschen den
eersten prijs voor het grootst getal, de heer
Joz. Bliek den 2en voor den zwaarsten visch.
Daarna moesten 6 visschers wegens gelijk
aantal, loten.
Zoodoende had de heer H. de Cooker den
3en prijs, die bij losmaking van het pakket
een hansworst bleek te zijn.
„Wel?"
„Er is met jou iets niet in den haak.
Neen, neem mij niet kwalijk maar ik ben
in mijn recht. Het gaat hier om mjjne eigen
zuster en als mjjn vader blind is, en Patty
verliefd, ik ben geen van beiden. Das
heb ik 't recht om in deze zaak een woordje
mee te praten. Je hebt iets op je gemoed^
kerel, dat je voor ons allemaal geheim houdt.
De jonge predikant keek zijnen makker
aan, eu Jim Foley, hoewel een van de leuksten,
was getroffen door de verandering op zijn
gelaat. Zelfs zjjne stem had een anderen
klank gekregeD. „En wat zon 't, Jim
Foley?" riep hjj, eensklaps tegenover den
ander front makend. „Wat zou 't, als ik
zoo iets had?"
„Wat 't zon?" gaf Jim ten antwoord,
volstrekt niet van zijn stuk gebracht. „Dan
moet je er schoonschip mee maken, Jones.
Dat weet je."
„Eo als ik dat niet kan
„Als je niet wilt, bedoel je."
„Neen! Niet kan!" antwoordde de do
minee heftig.
„Dan hoor eens ik ben geen zeden
meester maar Patty is mjjne zuster. Dan
dient nw Weleerwaarde ergens anders naar
eene vrouw om te kijken hoewel 'c daartoe
al wel een beetje te laat isliet Jim er
schamper op volgen.... „Wat, ga je niet
mee naar ons huis
„Neen riep de ander driftig en zonder
een woord of groet draaide hjj zjjnen metgezel
deD rug toe en liep langs een zijweg het
dorp in.
Jim Foley stond hem even na te kqkea.
„Wel wel," mompelde hij „daar sta
ik nu toch verbaasd van. Als ik van iemand
ooit gedacht had dat hij Diets op zijn kerfstok
had,» dan was 't van dezen dominee. Hij is
algemeen geliefd. De oude vrouwen zweren
bij hem, en de joDge dwepen met hem. Ze
verslijten hem voor niets meer of minder
dan een heilige. En nu dit!... Arme Patty!
Er is geen beter hartje in heel 't land
behalve mijn eigen beste wijf
Hij keek weer naar den tain voor hem
en toen, daar hij den schoorsteen zag rooken,
bedacht hjj dat het naar etenstijd liep en
stapte met zjjne lange beenen naar het hek
toe.
Middelerwijl liep de jonge predikant haastig
Daar het dorp, zijne oogen half verblind door
de lage stralen der zon, die hem in het
gezicht schenen, en zjjn geest verward door
de woeling zjjner gedacbteD. Eene crisis,
die hjj lang had voorzien en gevreesd, stond
nu voor de deur, en hjj was er machteloos
tegen. Wat hjj vroeger had kannen doen,
om haar af te weren, dat had hjj verschoven,
verzuimd. Het was eene kleinheid, eene
lafheid van hem geweest, met de waarheid
niet voor den dag te durven komen, toen bij
SBLAD.
DOOK