pc Stigebche cn de andere liberalen. Gemeenteraad van Ter Neuzen. ÏÏIT ONZE OMGEVING. Gelukkig is het rapport der Staatscommissie, ingesteld door het ministerie-Heemskerk om te onderzoeken, hoe en door welke middelen Nederlandsch Indië te verdedigen is, nog in nader beraad te nemen. De commissie eischt in de eerste plaats een sterke vloot. Deze zal bestaan uit 9 groote oorlogschepen (Dreadnoughts), die ieder 25 millioen gulden kosten eenige torpedokruisers a 2 millioen eenige torpedojagers a 600 duizend gulden eenige onderzeebooten van 700 tot 1100 duizend gulden. Verder moeten eenige havens worden inge richt tot oorlogshavens. Voor bemanning zullen de Nederlandsche miliciens dienst doen. De zeemilitie wordt uitgebreid van 600 tot 2500 man en dejaar- lijksche lichting van 23 tot 25 duizend man. 't Is goed, dat wij ons hierop nog eens kunnen beslapen. Het komende ministerie zal goed doen eens een ernstig onderzoek in te stellen naar het besteden van de subsidiegelden voor het kerkelijk onderwijs. Te Alteveer gemeente Onstwedde, een op komende veenkolonie, bestond eene openbare school. Met het oog op de snel aangroeiende bevolking, was het gebouw dadelijk zoo groot gemaakt, dat er één lokaal nog niet in geDruik behoefde genomen te worden. Voor twee winters kwamen de Ger. predikant ds. Hagen en de orthodoxe pred. der Herv. Kerk n.l, ds. Lodder overeen, te bewerken de oprichting van een School met den Bijbel. Het gelukte maar toen eischte ds. Hagen voor de Gereformeerden, die ver in de minder heid waren, het hoofdzeggenschap in 't bestuur der school Hierover verbitterd, bewerkte ds. Lodder, dat er nog eene christelijke school kwam voor zijne gemeenteleden. Zoo zijn er nu dus drie kleine schooltjes, terwijl de eerste school nog niet bezet was. Over de christelijke middelen, om deze christelijke scholen tot stand te brengen en te bevolken, zullen we hier niet nader uit wijden. Later stond in een kerkelijk blad, dat de School met den Bijbel geopend was met 40 leerlingen. Ik voor mij geloof, dat op andere datum dan 15 Januari geteld, er niet de helft van 40 zouden zijn, ook dit tellen der leerlingen dient bij de wet beter geregeld te worden. Te Franeker bestond een Katholieke school voor jongens en meisjes. Deze school telde in 1910 in 't geheel 176 leerlingen en ontving '3374.47 gld. aan subsidie uit 's Rijks kas. In 1912 werd die school gesplitst in een jongens- en een meisjesschool, die 104 en 72 leerlingen telden. Samen genoten deze beide scholen nu een rijkssubsidie van 4851 gld. De splitsing kostte het Rijk dus ruim 1176 gld. Zoo is de toestand op honderden plaatsen. De lezer behoeft nu niet te vragen, waar het geld blijft. Het is eene eigenaardigheid van onze christelijke ministeries, om het even of het een kostbaar ministerie is, (zooals dat van Mackay), of dat het in onvoorzichtigheid is geboren, dat zij telken male hunne opvolgers met de gebakken peren laten zitten. De van God gegeven leider, gaf dadelijk na de verkiezingen het parool: »Wij moeten het de nieuwe Regeering van 't begin af lastig maken. Zelf heeft hij zich met dit doel in de Eerste Kamer laten verkiezen, waar het met eene volgzame meerderheid gemakkelijk zal vallen het ministerie te bestoken en zijne werk zaamheid te verlammen. Echt christelijk Tot dr. K. zijn nog niet doorgedrongen de woorden van de schim van Oranje >Laat af, ge hebt nu reeds kwaad genoeg gesticht,* ook in andere opzichten maken de heeren het lastig. Onze clericale regeeringen laten steeds aan hnnne opvolgers ontredderde financiën na. Toe.n in 1891 het christelijk ministerie-Mackay aftrad, zat het nieuwe, liberale ministerie al dadelijk voor de vraag, hoe het in het tekort zou voorzien en hoe het 't geld zou vinden voor de subsidiën van de bijzondere scholen. In 1905 was 't evenzoo. Bij 't aftreden van het ministerie-Kuyper moest het ministerie-De Meester wetten uit voeren, die 5 millioen kostten en waarvoor het geld niet aanwezig was. In 1913 is 't al weer zoo. venster scheen de zon. Johanna's steel was naar het venster toe gekeerd zoodat het licht ten volle op haar vielnaast haar stond de kinderwagen. „Als je vandaag ook niet gekomen was, had ik je morgen geschreven" daar begon zij mee en stak hem haar beide banden toe, die heet en klam waren. „Ik moet je mjjn geluk nog laten zien zij wendde zich naar bet slapende k>nd toe. (Slot volgt). De Radenwet, de Ziektewet, de Invaliditeits wet, de Subsidiewet, de Toeslagwet, zij vragen, als ze worden uitgevoerd, tal van millioenen. En die millioenen zijn er nog niet. Onze christelijke heeren leven van de hand in den tand en de paganisten moeten de boel maar weer in 't reine brengen. Apeldoorn. J. Bakker L zn. Onlangs schreef de Nederlander, dat de liberalen in ons land geen echte liberalen zijn. De echte liberalen vindt men, zoo heette het, nog in Engeland, en de Christelijk-historischen zijn aan die echte libeialen verwant. En nu zegt de Standaard, dat het woord liberaal »uit den revolutionairen hoek* komt, en ook in Engeland de gedachte der revolutie zoover is gegaan, dat »er tusschen het Engel- sche Liberalisme en dat op 't Continent bijna geen onderscheid meer is vast te stellen.* Als nu de Christelijk-historischen de ware geestverwanten van de Engelsche liberalen zijn, hoe moet het dan tusschen anti-revolutionairen en Christelijk-historischen staan Maar wie van de twee rechtsche hootdbladen heeft er nu gelijk. Zitting van 28 Juli 1913. Voorz.Dhr J. Huizinga, burgemeester. AanwezigDhrn Visser, Dees, Moggré, Scheele, Lensen, Drost, De Feijter, De Bruijne, Donze, Eijke en Van Borssum Waalkes. AfwezigDhrn Wieland en De Jager. Na opening der vergadering komt aan de orde I. Notulen. Het vaststellen der notulen wordt aange houden tot een volgende vergadering. II. Onderzoek geloofsbrieven nieuw gekozen raadsleden. De Voorz. benoemd de heeren Moggré, De Bruijne en Eijke, om de ingekomen geloofs brieven van de herkozen raadsleden de heeren R. Scheele, A. C. Lensen en A. H. Donze en van het nieuw gekozen raadslid D. Scheele te onderzoeken. Nadat genoemde heeren aan die opdracht hebben voldaan, adviseeren deze bij monde van den heer Moggré tot toelating, op grond dat de stukken door hen in orde zijn bevonden. III. Ingekomen stukken a. Bericht van de heeren R. Scheele, A. C. Lensen, A. II. Donze en D. Scheele Az., dat zij de benoeming tot lid van den Raad aannemen. Voor kennisgeving aangenomen. b. Door den Voorzitter wordt namens den secretaris dank betuigd voor het gegeven verlof tot het aannemen eener bijbetrekking. Voor kennisgeving aangenomen. c. De Voorz. deelt mede, dat ter comple teering van het personeel aan de H. B. S. nog benoemd moet worden een amenuencis en concierge. Burg. en Weth. stellen voor beide betrekkingen door één persoon te laten waarnemen, die verder ook zorgen moet voor het schoonhouden van het gebouw. Burg. en Weth. stellen daarom voor hen te machtigen tot het oproepen van sollicitanten op een jaarwedde van 800,of als de gemeente noodig oordeelt bij het terrein der H. B. S. een woning voor hem te bouwen een jaarwedde van 650,met vrije woning. Dhr Van Borssum Waalkes vraagt of aan den te benoemen persoon eischen van be kwaamheid zullen worden gesteld. De Voorz. antwoordt, dat de bedoeling natuurlijk is, iemand te benoemen, die geschikt is voor de diensten die verlangd worden en bekwaamheid bezit met de gereedschappen en instrumenten om te gaan en deze ook kan herstellen. IV. Aanbieding gemeenterekening over 1912. Door Burg. en Weth. wordt aangeboden de rekening over 1912, die tot onderzoek gesteld wordt in handen eener commissie bestaande uit de heeren De Bruijne, Donze en Eijke. De Voorz. deelt mede, dat de rekening sluit met een goed slot van f 8000. Dhr Drost vraagt of in dat goed slot ook zit overschot van leeningen, of dat dit alleen bestaat uit overschot der gewone middelen. De Voorz. deelt mede, dat het totaal der inkomsten heeft bedragen f 167.064.40 en der uitgaven f 121.970.095. Alzoo een batig slot van f 45.094.305. In dit batig slot is evenwel begrepen een som van f 38.362.885dit bedrag is het ge deelte dat nog niet is uitgegeven van het kapitaal van f 60.000 dat is geleend voor den bouw der H. B. S. In die f 8000. zit nog een klein gedeelte van een leening voor de kadedemping. Het zuiver overschot kan dus op f 7000. worden gesteld. V. Benoemen leeraren H. B. S. Dhr Lensen vraagt hoe of Burg. en Weth. de acte van aanstelling denken te formuleeren. De Voorz. zegt, dat het de bedoeling is om in het benoemingsbesluit op te nemen, de bepaling, dat de te benoemen leeraren gehouden zijn ook onderwijs te geven aan de M. U. L. O. school volgens nader vast te stellen instructie. Dhr Lensen zou ook de bepaling willen maken, dat de leeraren te Ter Neuzen moeten wonen. De Voorz. en de overige leden zijn het daarmede eens, maar eerstgenoemde vraagt of ook bij force majeure niet tijdelijk kan toegestaan worden elders te wonen. Dhr Drost zou willen bepalen, dat dit kan »behoudens toestemming van den Raad.* Dhr. Lensen's voorstel dat de leeraren te Ter Neuzen moeten wonen, wordt met alg. st. aangenomen. Alsnu hebben de volgende benoemingen plaats. a. Voor wis, natuur- en werktuigkunde en cosmografie. Op de lijst van aanbeveling zijn geplaatst de heeren W. Estor te Hoogezand en A. D. Nathans te Groningen. Benoemd wordt de heer W. Estor met algemeene stemmen. b. Scheikunde, plant- en dierkunde. Op de lijst van aanbeveling zijn geplaatst de heeren Dr. W. Middelberg te Apeldoorn en P. Muller te Utrecht. Benoemd wordt de heer Dr. W. Middelberg met algemeene stemmen. c. Fransche taal. Op de lijst van aanbeveling zijn geplaatst de heeren D. Klerk te 's Gravenhage, W. Temperman te Middelburg en Nieuwenhuijze te Leeuwarden. Benoemd wordt de heer W. Temperman met algemeene stemmen. De heer D. Klerk had zich teruggetrokken. d. Hoogduitsche taal en letterkunde. Op de lijst van aanbeveling zijn geplaatst de heeren W. J. Noordhoek te Groningen, mej. Valeton te Arnhem en G. L. Horn te Schiedam. Benoemd wordt de heer W. J. Noordhoek, met algemeene stemmen. e. Engelsche taal en letterkunde. Op de lijst van aanbeveling komen voor de heeren F. D. de Soet te 's Gravenhage, A. Speijer te Amsterdam en A. C. Stehouwer te Leeuwarden. Benoemd wordt de heer F. D. de Soet, met 10 stemmen. 1 stem was uitgebracht op den heer Stehouwer. Gymnastiek. Op de aanbevelingslijst komen voor de heeren K. Duizendstra te Amersfoort, L. van der Steen te Vlissingen en Th. Postma te Leeuwarden. Benoemd wordt de heer K. Duizendstra met 10 stemmen. 1 stem was uitggbracht op den heer Van der Steen. g. Hand- en rechtlijnig teekenen. Op de lijst van aanbeveling komen voor de heeren A. Scherpenhuijsen te Gouda, L. G. van der Eijk te Balkbrug (Avereest) en C. J. J. Bosch te Bussum. Benoemd wordt de heer L. G. van der Eijk met algemeene stemmen. Dhr Moggré wenscht den Voorzitter een vraag te doen naar aanleiding van de ver hooging, die de Noordstraat van af de Schotsche Hoek tot aan Maandag ondergaat, waardoor alle aangrenzende straten eveneens moeten worden verhoogd. Hij vraagt wat de motieven zijn die hiertoe hebben geleid. De verhooging aan de Vlooswijkstraat is wel het meest en de opril aldaar is daardoor veel steiler ge worden, bovendien ligt de straat nu geheel rond. Wat is de reden van deze manier van werken De Voorz. zegt, dat die verhooging ook zijn en anderer aandacht reeds heeft getrokken. Daarom heeft hij met den bouwmeester over deze zaak gesproken. De bouwmeester gaf deze verklaring »De Noordstraat van af den heer De Jonge tot aan die van den heer Maandag helde aan den buitenkant sterk af, waardoor voor auto mobielen, die met eenige vaart de straat in rijden, gevaar voor slippen bestond en dan tegen de lichtpaal aldaar kunnen aanrijden. De opril in de Vlooswijkstraat zal echter veel beter komen te liggen, de helling zou niet veel vermeerderen omdat de verhooging in de Vlooswijkstraat wordt opgehaald*. De Voorzitter zal met den bouwmeester deze zaak nogmaals bespreken, die zeker wel rekening zal houden met de opmerkingen hier gedaan. Dhr. Scheele wil nog opmerken, dat vroeger aan de Vlooswijkstraat de Noordstraat is ver laagd, omdat de opril wat minder steil zou liggen en nu gaat men die weer verhoogen. Dhr. Lensen vraagt wat de Commissie van Fabricage over de bestratingen heeft gezegd. De Voorz. antwoordt, dat die daarover niet gehoord is. Deze en andere werken stonden op de begrooting en worden uitgevoerd, voor wat de bestrating betreft, zonder dat de Com missie en B. en W. nu precies een denkbeeld hebben hoe dit na de uitvoering er uit zal zien. Natuurlijk kan voor ieder werkje voor die kleine bizonderheden niet door de Commissie worden vergaderd. Hij wil de Commissie wel bijeenroepen en als deze dezelfde bezwaren tegen die ver hooging heeft, dit laten veranderen. Dhr. Lensen vindt dat dan wel erg jammer want als het nu weer veranderen moet kost het de gemeente ongeveer ƒ1000, Dhr. Moggré meent uit hetgeen de Voorz. zegt te mogen opmaken, dat ook hij het met hem eens is en de bestrating niet goed wordt uitgevoerd en dat in plaats van de straat vlak deze rond gelegd wordt. De Voorzitter heeft ook den bouwmeester er op gewezen, dat de goot bij M. Leunis- Kurvink zoo laag lag, deze antwoordde toen, dat het wel zou meevallen als het werk ge reed was. Dhr. Eijke meende, dat de opril weer onder dezelfde helling zou komen te liggen. Dhr. Dees zegt dat ook hjj in de vergadering van B. en W. over die zaak gesproken heeft. Toen deelde de bouwmeester mede, dat alles wel in orde zal zijn als het werk gereed is. Nu weet hij wel, dat het dan feitelijk te laat is, om opmerkingen te maken, maar hij wijst er op dat hij geen deskundige is en dat B. en W. een deskundig ambtenaar moet kunnen vertrouwen. De eenige deskundige in hun college is de heer Visser. Dhr. Scheele zegt, dat het waar is, dat de straat voor automobielen te veel helde, maar dan had men de straat aan den anderen kant kunnen verlagen, waardoor het gevaar evengoed was weggenemen. Dhr Van Borssum Waalkes meent, dat men daarom nu juist de toestanden niet moet ver anderen om met automobielen in de bebouwde kom nog sneller te kunnen rijden. Het gaat z. i. al veel te snel en acht het gewenscht een maximum snelheid te bepalen. Dhr De Bruijne wijst op den omdraai aan het Naaikussen, die ook gevaarlijk is en waar al een ongeluk heeft plaats gehad. De Voorz. kan mededeelen, dat op het Naaikussen waarschuwingsborden zullen wor den geplaatst. Verder zullen B. en W. overwegen om aan de hand van de motor- en rijwielwet de politie-verordening te wijzigen. Dhr Visser wil nog even opmerken, dat ook hij den bouwmeester op de verhooging heeft gewezen, toen men bij den heer De Jonge aan het werk was, maar de bouwmeester verklaarde dat het werk wel in orde zal zijn. Hij kan er toch ook niet van begin tot einde bij blijven. Dhr Scheele zegt, dat het Dag. Bestuur den Raad en Commissie van fabricage het er allen over eens zijn dat de opril niet goed ligt, daarom zal hij voorstellen, de straat in zijn vroegeren toestand terug te brengen. De Voorz. vraagt daarvoor het Dag. Bestuur te willen machtigen. Dhr. Lensen is daar voor, maar wenscht dan de verzekering, dat voortaan dergelijke domme dingen, wat eigenlijk geldverspillen is, niet meer zullen voorkomen. De Voorz. kan die absolute verzekering niet zoo maar geven. Het gaat niet aan om in deze nu bepaald van een verkeerde handeling te spreken. De bouwmeester voert de werken naar zijn beste weten uit en het is volgens hem hier meer bepaald doordien hij een anderen kijk op de zaak had en met vorige toestanden niet bekend was. Op voorstel van den Voorz. wordt besloten, dat B. en W. met de Commissie van Fabricage zullen overwegen wat in dezen het beste zal kunnen gedaan worden. De vergadering wordt gesloten. Een matroos van het alhier aan de loskade liggend Belgisch stoomschip »Graan- handel" dreigde Zondagmorgen de kapitein en stuurman met een mes. De man werd op verzoek van den kapitein door de politie gearresteerd en in de arrestantenkamer opge sloten. Aldaar werd de gearresteerde zoo woest dat hp alles kort en klein sloeg en de politie gedwongen was hem te boeien en in het cachot over te brengen. Dienzelfden middag maakten een matroos van een kast en een stoker van een sleepboot het de politie ook lastig. Na eerst een rustige wandelaar, zonder de minste aanleiding, een slag met een harmonica in het gezicht te hebben gegeven, waardoor drie tanden los raakten, gingen zij steeds verder met kabaal, tot de politie hen eindelijk in de gaten kreeg en met veel moeite in arrest bracht. Naar wij vernemen gaat het met den werkman J. Hamelink, die de vorige week door een losschietende balk werd getroffen nog niet goed. Zijn toestand blijft zorgwekkend.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1913 | | pagina 2