Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
Hoogere Burgerschool en School
Yoor Meer Uitgebreid Lager
Onderwijs.
Ha den strijd.
Tusschen Kerk en Pastorie.
l(it den Raad.
j)c mhtsche woedt.
L
No. 2388.
Woensdag 23 Juli 1913.
24e Jaargang
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiteD Ter NeuzeD.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc. No 15
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 60 oent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adresNoordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensda g- en Zaterdagmorgen bjj den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, brengen ter kennis van belang
hebbenden, dat tot en met 2 Augustus
a.S., ter gemeente-secretarie gelegenheid zal
bestaan voor het bezoeken van bovengenoemde
scholen, te worden ingeschreven.
Voor het bekomen van inlichtingen zal door
den Directeur der H. B. 8. op a S. Maan
dag, Dinsdag en Woensdag, telkens
des voormiddags van 9 tot 12 uur, ter ge
meente-secretarie zitting worden gehouden,
terwijl circulaires betreffende voorloopige
regeling der toelating en schoolgeld op aanvraag
worden toegezonden.
Ter Neuzen, 21 Juli 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Het anti-rev. blad Luctor et Emergo spreekt
ook van »een politiek fortuintje, waarop we
ons niet mogen verheffen, maar dat ons niet
temin toch zeer veel genoegen doet.*
Het blad bedoelt natuurlijk de keuze van
den heer D. Scheele als raadslid.
Dat het blad en de anti-rev. partij zich
verheugen over hun »politiek fortuintje* is
alleszins begrijpelijk.
Wjj zouden in zoo'n geval ook van onze
vreugde blijk geven.
Verder zegt het blad: »We durven Ter
Neuzen met dezen ruil gerust te feliciteeren:*
Begrijp goed, het blad feliciteert Ter Neuzen
met dezen ruildat de heer Drost plaats
maakt voor den heer D. Scheele.
Met alle respect voor den heer D. Scheele
vinden wij deze felicitatie toch kras.
We kunnen ons voorstellen, dat de anti-
rev. partij gefeliciteerd wordt, maar de gemeente
Ter Neuzen neen, dat is toch te gek.
Zelfs zij, die meehielpen aan de keuze van
ALITE KREMNITZ.
8)
Daarna schreef hg zjjo zwager een koelen
brief, waarin tusschen de regels door te lezen
was, dat hjj spijt had, dat hij zijn dochter
aan hem had toevertrouwd. Hij, dé overste,
had niet de middelen om, na verloop van eenige
jaren, zijn dochter als weduwe, mogelijk met
een rij zwakke kinderen, te onderhonden tot
de verbintenis van dominee Jensen, ofschoon
die een achtenswaardig man zjjn moest kon
h|j daarom zijn toestemming niet geren. Do
minee Jensens familie was teringachtig, onders
en grootouders vroeg gestorven, hoogst waar
schijnlijk zou ook hjj niet oud worden en zjjn
weduwe, daar hij geen vermogeD had, in hulp
behoevenden toestand achterlaten. Aan zijn
dochter schroef de overste slechts een paar
woorden: dat waren dwaze grappen en zij
moest zoo spoedig mogelijk weer naar hnis
terugkeeren. De proost en zijn vrouw waren
oprecht bedroefd en ontstemd, maar zjj durfden
het niet aan Johanna toonen, omdat het gezag
van den vader voor hen onaantastbaar was.
Johanna had haar brief in den tuin gelezen
den heer D. Scheele, waarbij een aantal boot
werkers, middellijk of onmiddellijk hunne
hulp verleenden; zullen met die felicitatie
niet instemmen.
Al wenscht men het nieuw gekozen lid
op een voetstuk te plaatsen, dan valt het
verschil tusschen beiden nog duidelijk een
ieder in het oog.
Hiermede is niets kwaads van den heer
Scheele gezegd. Wij constateeren alleen,
dat hij op bijna elk gebied verre de mindere
is van het gevallen raadslid, den heer Drost.
In de oorzaak van het politiek fortuintje*
vergist zich de redactie ten eenenmale.
»Het dolzinnig drijven van de liberale
meerderheid in den Raad in verbanjJ met
bijkomstige omstandigheden* noemt zij als
de aanleiding tot den goeden ruil.
Met dat dolzinnig drijven wordt natuurlijk,
gegeven de strijd, die Luctor zoo lange
maanden voerde, bedoeld de oprichting der
H. B. S.
Welnu, de eerste stemming en ook de
herstemming hebben bewezen, dat, wat Luctor
et Emergo bijkomstige omstandigheden noemt,
juist de grootste, de eenige oorzaak bijna,
geweest zijn van den val van ons beste raadslid.
Vraagt men of wij het niet verkeerd achten,
dat zulke omstandigheden invloed moeten
oefeuen op de gemeentepolitiek, dan antwoorden
wij natuurlijk ja.
Trouwens wij hebben reeds in ons vorig
nummer gewezen op die verwarring van vak-
vereenigiug en gemeente, van bijzondere en
algemeene belangen. Maar al achten wij dat
streven verkeerd, de zaken hebben hun loop
genomen en al betreuren velenook onder deze
tegenstanders den afloop, de strijd is gestreden
en wat gebeurd is, valt niet meer af te wenden.
Yoor ons en voor de liberale kiesvereeniging
is het eene geruststelling en blijft het ook
na dezen afloop eene voldoening, dat ze niet
afweken van het pad, dat ze zich zoo juist
en in overeenstemming met hun beginsel
hadden afgebakend.
Wij hebben den heer Drost een ijverig,
bekwaam en jlink gemeenteraadslid gevonden,
wij hadden juist wat de belangen der gemeente
betreft groote verwachtingen voor de toekomst
van hem, het was ons een pttcht en eene
eer tevens met kracht voor dezen candidaat
te werken.
de proost kon het Diet over het hart krijgen
haar dien te brengen, maar belastte zijn vronw
er mee de gewichtigste gedeelten eruit voor te
lezen.
JobaDDa zat in het prieel, het hoofd op de
hand gesteund de lippen vast op elkaar haar
tante stonden de tranen in de oogen, terwijl
zij de woorden van den overste voorlas. Johanna
zweeg zoo laDg, dat baar tante bang werd.
„Dat is een zware beproeving, arm meisje
Oom heeft zooeven aan dominee Jensen ge
schreven, de kleine jongen van de Lorentzens
zal den brief wegbrengen"
Johanna zweeg nog altijdzjj vond het
goed, dat Klaus het door haar oom te weten
kwam, want wat zjj hem zelf te zeggen had,
wilde zij hem laten zeggen. „U staat toch
toe", begon zij plotseling, „dat ook ik een
paar woorden aan Klaus schrijf?"
Toen haar tante, wie de voornaam hinderde,
nog overlegde, voegde zij er bij. „Als n wilt,
moogt u mijo brief lezen". „Neen, neen,"
antwoordde zij, ontroerd, „schrijf maar, arm
kiod de jongen kan zoo lang wel wachten".
„Ik ben dadelijk klaar," riep Johanna, naar
het buis snellend.
„Kom s. v. p. vandaag om twee uur op
het kerkhof"
Schreef zij met potlood, anders niets, schoof
het blad in een couvert en gaf bet aan den
jongen. Toen die weg was, vroeg zjj zichzelf
af, of Klaas wel begrjjpeD zou op welk kerkhof 1
Al wat buiten de gemeentebelangen lag,
hebben wij er buiten gehouden.
Dat deden de tegenstanders van den heer
Drost en nu bedoelen wij natuurlijk in het
bijzonder die links staan niet, met het
bekende gevolg.
Maar als gezegd, wij gaan in dezen vrij uit.
Dat op het adres van den heer F. C. den
Hartigh afwijzend zou beschikt worden, be
greep ieder.
Deze heer, die een reisje maakte, om zijn
aanslag in den H. O. verlaagd te zien, wilde
de kosten afwentelen op de gemeente.
En de kosten, die hij voorrekende waren
niet onaardig.
Daarvoor zou ieder op kosten van het alge
meen wel reisjes willen maken.
Adressant had boven al zijne werkelijke of
vermeende onkosten nog 5 gulden verlet ge
rekend, waartoe hij volgens schrijven van den
Minister geen recht had.
Wij hadden eerst gedacht, dat het request
des heeren den Hartigh meer eene mislukte
aardigheid was.
Het schijnt evenwel, dat hij het nog ernstig
gemeend heeft ook
EnfiD, onze Raad heeft afwijzend beschikt.
Zoo behoort het ook.
De heer Drost was ook ter vergadering
aanwezig en opnieuw bleek het, hoe vroeg en
nauwkeurig hij steeds van Neuzen's belangen
op de hoogte is.
Hij deed in den Raad mededeeling van wat
hij gelezen had over de verplaatsing der
Belgische loodsen in Vlissingen.
En hij vroeg Burg. en Weth. een onderzoek
dienaangaande in te stellen.
Al schijnt uit nadere gegevens.nog niette
blijken, of Ter Neuzen, dan wel Zeebrugge den
voorrang zal hebben, het is toch weer over
duidelijk gebleken, dat de heer Drost reeds
op de hoogte was, toeö de andere leden met
deze zaak nog niet bekend waren.
Zoo er dus iets doen aan is, dan zal de
heer Drost ook hier de man zijn, wien Ter
Neuzen dank verschuldigd is.
En dan schrijven sommigen, dat bij de
herstemming zoo'n goede ruil gedaan is
Tante verwonderde zich erover, dat Johanna
niet schreide, zich niet in haar kamer opsloot,
maar haar, als eiken voormiddag, bij het
werk hielp en dat zjj zelfs buiten in den tuin
zooals de proost gewoon was te doen, een
heel bed in den warmen zonneschijn wiedde.
Haar wangen gloeiden meer dan gewoonlijk
en in haar oogen brandde een onrustig vuur,
maar aan tafel sprak en schertste zij als ge
woonlijk, alleen b(j het tafelgebed had zjj
eenmaal gesnikt. De proost was daar hoogst
blij over, hjj zag zoo gaarne slechts den vroo-
lijkeo kant van het levenZij is een heel
verstandig meisje, zei hij tegen zijn vrouw,
en z|j ziet zoo goed in. dat zij er ons niet
onder mag laten lijden. Zjj is juist het tegen
deel van haar oud-Pruisischen vader hoe
mijn zuster dien trouwen kon, heb ik nooit
begrepeD, zij zal er ook berouw genoeg van
gehad hebben, besloot h|j den zin.
Dadelijk na den eteo, zoo gauw als oom
en tante zich teruggetrokken hadden vertrok
Johanna. Zij was reeds dikwijls gaan wandelen
zonder eerst verlof gevraagd te hebben. Van
daag zag zjj niets van de schoonheid van den
heggeweg niets van het zonnige, groene land
zij ging werktaigelijk verder, op haar doel
af, voorbij zijn huis, zonder in den tuin te
kijken of er aan te denken of mischien iemand
baar bemerkt had.
Het was nog geen twee uur, toen zij ach
ter de kerk ouder de treurwilg op het dunne
Het is vermakelijk in de kleinere organen
der clericale pers na te gaan, op welk een
wijze zij het haar lezers als een allerver
schrikkelijkste zaak voor oogen stelt, dat mr.
Troelstra door Hare Majesteit op het Loo
ontboden is. Duchtig werken deze clericale
redacties met het roode spook en in elk blaadje
der clericale richting wordt het zoo ongeveer
als de ondergang van het land voorgesteld,
dat de sociaal-democraten tot 18 in het Parle
ment zijn gestegen en hun leider door de
Koningin in de oplossing der crisis wordt
gekend»
De toeleg der clericale broederen is dui
delijk. De vrees voor »rood« moet er bij de
kiezers duchtig worden ingebracht. Natuurlijk
wordt verzwegen, dat minstens 6 van de 18
sociaal-democraten hun zetel indirect danken
aan de hulp der clericalen. Door het ont
houdingsadvies, dat de zoogenaamde socialisten-
bestrijders, Kuyperianen, Roomschen en
Christeiijk-historischen op 25 Juni uitgaven,
zijn Troelstra, (voor Leewarden), Hugenkoltz,
Sannes, Duys, Mendels (voor Schoterland) en
Spiekman (voor Hoogezand) in de Kamer ge
komen. Maar niettemin werken de clericale
bladen steeds met het roode spook. Natuurlijk
hoopt men, dat in onzen tijd van rusteloos
voortsnellen de historie niet wordt geraadpleegd.
Waar de zwarte broeders zoo geweldig te
keer gaan over den steun door vrijzinnigen
aan rood verleend bij de herstemming van 25
Juni, kan 't geen kwaad de broeders het
volgende nog eens in herinnering te brengen.
Door rechtstreeksche of zijdelingsche hulp
der clericalen werden gekozen
In 1888 Domela Nieuwenhuis te Schoter
land.
In 1897 Troelstra te Leeuwarden en Win
schoten.
In 1901 Schaper te Veendam Helsdingen
te Lochem Melchers te Leeuwarden.
In 1905 Troelstra te Amsterdam III.
Zonder verkozen te worden ontvingen hulp
In 1901 Mendels te Zaandam, 400 st.
Polak te Amsterdam [II, 200 st.
In 1905 Wibaut te Leeuwarden, 140 st.
Mendels te Zaandam, 500 st.
verwaaide gras ging zitten maar nauwelijks
had zjj adem geschept na den vluggen gang,
toen z\j voetstappen hoordenbij was het,
zijn gelaat zag er zoo nit, dat de tranen haar
in de oogen kwamen. Maar wat z(j nog meer
aan hem merkte, was, dat hij met tegenzin
kwam. Waarom had z(j ook niet bedacht hoe
pijnlijk het voor bem, den predikant z(jn moest,
hier aan het graf van zijn ouders een geheime
samenkomst te hebben
„Kan ik by je in huis komen vroeg zy
snel, toen bjj haar haGd greep. „Of wil je mo
terugbrengen „Liever het laatste," antwoor-
de hij en reeds giogen zij den heuvel af. Een
tijdlang zwegen beide. „Voor mjj is het niet
onverwacht gekomen, begon hij met zjjn in
gehouden stem „zoo gemakkelijk krjjgt men
zijn geluk niet. Maar je pogingen je be
den, Johanna, zullen toch iets vermogen
maar het moet niet te lang dorenwie weet,
de tijd van ons geluk is misschien kort."
Zjj zag hem verbaasd aan. Wat had haar
oom hem geschreven om voor het „neen" van
haar vader reden op te geven Het was oom
aan te zien geweest dat hij de harde waar
heid verzachten wilde. „Mijn beden vermogen
niets, Klansje kent mijn vader niet, maar
ik ben vast besloten, mij mijn recht te halen
ik ben vierentwintig jaarZij stootte dat
nit, hard en triomfantelijk, hij stond stil en
zag haar aan. Ze waren het huis al lang
voorbij en op den landweg.
ml!
TER
DOOB