Grootst en meest gesorteerd Magazijn van Behangselpapieren, Randen en Schoorsteenstukken. DE JONGE - Ter Neuzen. H. Y. J. YAN HEUSDE, BUITENLAND. De toestand in den Balkan. Burgerlijken Stand. Hoogwatergetij te Ter Neuzen. Advertentiên. De keuze is ditmaal groot, door directe verbinding met Fransche en Duitsche fabrieken, zijn de prijzen hijzonder laag. Eenig adres voor wederverkoopers. Vraagt de Staalboeken ter inzage een vergrjjp tegen de zeden. Ofschoon Greve /,gn onschuld staande hield, volgde zijn ver oordeeling op de pertinente beschuldiging van een dertienjarig meisje, waarmede hij bovenge noemd misdrijf zou gepleegd hebben, Greve heeft de twee jaar gevangenisstraf geheel uit gezeten. Thans heeft het meisje bekend een valsch getuigenis afgelegd te hebben. Zij had destijds onder dwang van haar onderwijzeres gehandeld. Creve is door de twee jaren tuchthuisstraf zoowel pbysiek als moreel geruïaeerd. Vier nienschenlevens. Te Londen heeft zich Donderdag een bloedig drama afgespeeld. De vrouw van een zekere Robert Louis Thain had een eisch tot echt scheiding ingediend tegen haar man, wegens de voortdurend wreedaardige behandeling waar aan zij van zjjn kant had blootgestaan gedu rende de acht jaar van hun huweljjk. Zes weken geleden was mevrouw Thain radeloos die echtelijke woning ontvlucht. Zjj wist haar man met een geladen revolver op een afstand te houden, hem in zjjn kamer op te sluiten en zoodoende te ontkomen. Daarna diende zij een eisch tot echtscheiding in. Toen zij evenwel Donderdagmorgen van den politie-rechter terugkeerde, werd zij dooy haar man opgewacht. Hij schoot achtereenvolgens zjjn vrouw, een vriendin die haar vergezelde, een man die hem trachtte te ontwapenen en vervolgens zich zelf neer. De man werd doodeljjk in den mond getroffen, Thain zelf overleed in het Ziekenhuis in den loop van den dag, de toestand van de beide vrouwen is zorgelijk, vooral die van mevrouw Thain's vriendin. Dief gesnapt. Reeds geruimen tijd verdacht de directie van den Franschen bazar te Amsterdam iemand uit haar personeel van diefstal. De politie werd van dat vermoeden op de hoogte gebracht en surveilleerde sinds eenige dagen in den bazar. Het gelukte haar Zaterdag op heeterdaad te betrappen den rayonchef W. O. Gearresteerd en naar het naastbijgelegen politiebureau gebracht, bleek hij voor een be drag van omstreeks f 40 aan goederen bij zich te hebben. De voorwerpen werden door de directie van den bazar herkend, als aan haar toebehoorende. M»t den gearresteerde ging de politie daarna naar diens woning in de Rheinvis Feithstraat 33. De man houdt daar een galanteriewinkel. Bij de huiszoeking werden in woning en winkel kast tal van voorwerpen gevonden, tot een ge zamenlijke waarde van omstreeks f 1000, en alles ontvreemd uit den Franscben bazar. De gearresteerde heeft reeds bekend en zal ter beschikking van de justitie worden gesteld. Het spoorwegongeluk bij Colchester. Omtrent het verschrikkelijk spoorwegongeluk dat Zaterdag te Colchester plaats had, bericht de Loudensche correspondent van het Handels blad het volgende Thans, nu de bijzonderheden over het spoor weg-ongeluk dat Zaterdagmiddag cp de Great Eastern-lijn plaats had, bekend zijn, mag men- gerust zeggen dat het, betrekkelijk althans, nog goed is afgeloopen. Want hoewel het al erg genoeg is dat bij de ramp een machinist, een stoker en een trein-geleider omkwamen, wanneer men de verhalen hoort van de pas sagiers, die in den verongelukten trein zaten, dan is bet aantal dooden gering te noemen. Het ongeluk had plaats bij bet station Colchester, een der hoofdstations aan de Harwicb-lijn gelegen. Daar stond omstreeks drie uur een losse locomotief water in te nemen toen de machinist en de stoker daarop tot hun ontsteltenis den sneltrein van Cromer op het zelfde spoor zagen aankomen. De machinist poogde nog met zjjn machine een zijspoor te bereiken en zijn stoker sprong er op zijn bevel dadeljjk af, om te trachten de aandacht van de wisselwachters nog op het gevaar te vestigen, doch het was te laat. Met donderende vaart liep de sneltrein op de locomotief deze en het voorstuk van den trein vlogen uit de rails en vielen op zijde, in een oogen- blik één massa van verbogen metaal en als lucifers-doozen versplinterde wagons vormende, en een oogenblik later zagen degenen, die zich in het station bevonden en de passagiers, die uit het achtergedeelte van den trein konden komen en met hevigen schok en schrik vrij gekomen waren, dat een ontzettend ongeluk gebeurd was. Een der passagiers vertelde »Wjj waren het station juist voorbij toen er een vreeselijke schok kwam en de trein plotseling tot stilstand was gekomen. Ik bevond mij in het achtergedeelte van den trein en toen ik er uitgegaan was, zag ik voor mij een versplinterde massa. Boven het ge luid van den ontsnappenden stoom hoorde men het gekerm en hulpgeroep der menschen. Het was verscbrikkeljjk. Onze locomotief lag ver nield op zijde en daarvoor op eenigen afstand lag nog een locomotief, en achter onze loco motief lagen de eerste drie wagons van den trein zij waren versplinterd alsof het lucifers doosjes waren. De eerste wagon was een bagage-wagen en daarmede waren kisten en koffers vernield en de inhoud er van lag over al verspreid. Uit dien wagen en ook van de locomotief klonk geen hulp-geschrei, doch wel uit de vernielde wagens en dadelijk werd alles in het werk gesteld om de passagiers daaruit te bevrijden. Dadelijk was het spoorwegpersoneel,geholpen door passagiers, daarmede bezig, terwijl onder- tusschen reeds station-ambulance en dokters ter plaatse waren gekomen. Later werden van onder de locomotief en bagagewagen van onzen trein de deerlijk verminkte lijken van onzen machinist, stoker en bagage-conducteur gehaald. Een aantal passagiers had min of meer ernstige kwetsuren gekregen, doch de meesten hunner konden toch na verbonden te zijn hun reis hervatten. De machinist en een inspecteur, die op de losse machine geweest waren, kwamen er met niet heel ernstige verwondingen af; zooals boven gezegd de stoker was er vóór dat de botsing plaats bad afgesprongen. Het treinverkeer langs Colchester was 's avonds om negen uur weder voldoende hersteld.* De politie en de gele winkel. Wie bij ons klaagt over politie-maatregelen en overheidsdwang, moet blij zjjn, niet in BerljjD te wonen. Daar bemoeit de politie zich niet alleen met de kleur van auto's en droschken, die ivoorkleurig of chocolade bruin geschilderd moeten worden maar zelfs met de kleur waarin de huizen worden geschilderd. Een goudsmid in de Frankf. Strasse, die om de aandacht op zjjn winkel te vestigen, deze goudkleurig had laten schilderen, kreeg van de politie bevel binnen drie weken zjjn huis in een andere kleur te laten overschilderen, daar de kleur storend werkte op de omgeving De man beklaagde zich bjj het »Ober- verwaltungsgericht* over dit bevel van de politie, en nadat de leden dier rechtbank per- soonljjk het beschilderde perceel in oogen- schouw hadden genomen, verklaarden zjj, dat het bevel der politie niet behoefde te worden opgevolgd, wjjl de kleur van den winkel niet storend werkte op de omgeving. Maar in het vonnis werd tevens het recht erkend van de politie, om op te treden wanneer door al te schelle of ongewone kleuren, de omgeving zou worden bedorven. Liefdesdrama. Te Wilcesburv in den staat New York is het Ijjk van een 18-jarig meisje, Elice Crispel, de dochter van een rjjken farmer, uit een meer opgevischt. De politie gelooft, dat men hier met een wraakneming van een harer aanbidders te doen heeft. Twee jongelui, John en Harrison Cann, maakten miss Elise sedert eenigen tjjd 't hof. Er werd besloten, dat beiden een groot meer zouden over zwemmen en dat de overwinnaar de bruidegom van miss Chrispel zou worden. Tegen verwachting in won Cann, die een houten arm heeft, de weddenschap, hetgeen niet bjjzonder naar miss Chrispel's zin was. Zjj verklaarde dan ook, Herbert John te zullen huwen, al zwom haar andere aanbidder zelfs den Atlantischen Oceaan over. Vier dagen later werd het ljjk van het meisje gevonden. Men nam eenige vlekken aan het hoofd en armen waar, terwjjl er in drukken van tanden op een der armen aan wezig waren. Cann was het laatst met haar gezien. Hij werd dan ook terstond gevangen genomen. Hij houdt echter vol geheel on schuldig aan den moord te zjjn. Ook zjjn mededinger John gelooft niet aan zjjn schuld. De politie heeft afdrukken van de tanden der beide personen genomen, om op deze wjjze den dader te vinden. Bulgarije is aan het einde van zjjn Latijn of zjjn Bulgaarsch. En dat is wel te begrijpen. Door onvoor zichtigheid of met opzet in strjjd geraakt met zjjn bondgenooten van Maandag Griekenland, Servië, Montenegro ziet het zich nu ook aangevallen door Roemeniëen thans gaat ook de pas overwonnen vjjand de Porte, zich in den strjjd mengen, met het doel Thracië en Adrianopel te heroveren. Dat is voor één land, na een pas doorge maakte oorlog, te veel. Bulgarije wilt thans wel vrede sluiten het heeft dien noodig, wanneer het niet in nog grooter moeilijkheden komen wil. Verdreven door de Grieken en Serviërs uit het gebied, dat het voor een paar weken nog meende te mogen beschouwen als zjjn toekom stig eifdeel, moet Bulgarije nu zwjjgend en tandenknarsend toezien, dat de Roemeensche legers den Donau overtrekken, zonder gevecht Silistria bezetten, en het gebied van Turtukaja tot Baltsjik in bezit nemen. En nu rukken de Turksche legers op om het pas aan de Porte ontnomen gebied van Thracië te gaan heroveren. Wel mag Bulgarije zeggen, dat alle onge lukken het geljjktjjdig overvallen. En het roept om hulp, om bemiddeling, uit vrees straks nog minder te zullen over houden, dan het voor den oorlog bezat. Het smeekt om het einde van den strijd, dien het zelf heeft opgeroepen. Maar de Serviërs en Grieken, die thans trotsch geworden zjjn en gezien hebben, dat de Bulgaren niet onoverwinnelijk zjjn, stellen harde vredesvoorwaarden. De overwinnaars van Kirkilisse moeten hun hoop vestigen op de oneenigheid en de jjverzucht der mogend heden, en op de grootmoedigheid der Roemeniërs een hoop die licht zeer bedriege- ljjk kan blijken, daar ook de mogendheden inzien, dat al die strjjd om eenige vierkante kilometers gebied in den Balkan waarljjk niet de kosten van een Europeeschen oorlog waard zjjn. Het lot dat de Bulgaren voor eenige maanden den Turken bereidden, ondergaan zij nu zelf. Zij zullen zich moeten vergenoegen een andere, een mindere rol in den Balkan te spelen, niet de leidende, de voornaamste, doch die van geljjke tusschen gelijken. Wat Griekenland en Servië op de Russische bemiddelingsvoorstellen geantwoord hebben, is niet duidelijk. Maar het is begrijpelijk, dat zij niet »de but en blanc* op vredes voorwaarden zullen ingaan, dat zjj om teleur stellingen te voorkomen, vooraf de verklaring wenschen, dat Bulgarije afziet van de hand having van het bondsverdrag van 1912 en bereid is concessies te doen, door afstand van het bestreden en onbestreden gebied in Macedonië aan Servië, van Saloniki en het achterland dier stad aan Griekenland. Eerst wanneer deze verklaring door Bul]j garije wordt afgelegd, zal het de vjjanden er toe kunnen brengen, over de vredesvoorwaarden te spreken. Die voorwaarden zullen, naar luid der berichten, harder, zwaarder zjjn dan de voor eenige maanden geformuleerde eischen. Het zal dus geen gemakkeljjke taak zijn, voor wie dan ook, om de regeling der quaesties in den Balkan ter hand te nemen, en tot een vrede te komen maar wjjl het voortzetten van den strijd een onmogelijkheid is, en niet alleen Bulgarije, maar ook de andere oorlog voerenden, behalve wellicht Roemenië, ernstig naar vrede verlangen, zal een modus vivendi moeten worden gevonden, waaronder de moei- ljjke quaestie binnen korten tijd wordt opgelost. Want zoo moeiljjk zal de quaestie wel niet zjjn, of er is een oplossing denkbaar, die wel niet allen bevredigt, maar die toch aan den strijd van thans een einde maakt. Voorloopig is de toestand, op militair en politiek gebied, ongewjjzigd. Servië wenscht, naar het schjjnt thans wraak te nemen voor Slivnitza, voor de nederlagen van 1886, op de Bulgaren, en is niet gemakkelijk over te halen om de wapens neer te leggen. Maar of het tot een beslissenden slag zal komen, is twjjfelachtig, daar de Bulgaarsche legers bevel kregen dien slag te voorkomen of te vermijden. De Roemeniers marcheeren zonder slag of stoot het Bulgaarsche gebied binnen. Of zij tot de inneming van Sofia zullen overgaan, om de Bulgaren daar den vrede voor te schrijven, dient te worden afgewacht. Beschouwt men de quaestie in den Balkan uit het oogpunt van den Europeeschen oorlog, dan wordt het steeds duidelijker, dat de neiging tot interventie afneemt, en den wensch aan den Balkanrommel een einde te maken toeneemt. Hoe de grenzen in den Balkan per slot van rekening zullen loopen, is van minder beteeke- nis dan de wensch, om eindelijk de rust te verzekeren. En die wensch wordt gevoed door de overtuiging, dat nu de Balkanstaten elkaar den nek hebben afgesneden, voor jarenlang niemand van dezen Balkan of den Balkanbond iets te vreezen of te hopen heeft. Een protest van den Koning van Griekenland. Koning Konstantjjn richtte tot den minister van buitenlandsche zaken een telegram, waarin het volgende wordt gezegd »De zesde divisie rapporteert dat Bulgaarsche soldaten op bevel van hun kapitein op de binnenplaats van de metropolitaan-school te Demirhassar, twee priesters en meer dan honderd notabelen opsloten en daarna vermoordden. De opgraving der lijken heeft deze misdaad bewezen. Voorts hebben Bulgaarsche soldaten zich vergrepen aan jongemeisjes. Eén harer, die zich verzette, werd gedood haar ljjk werd aan stukken gehouwen. «Protesteer bjj de vertegenwoordigers der groote mogendheden, tegen deze monsters in menschengedaanteProtesteer, en verklaar dat ik mjj, tot mjjn spjjt gedwongen zie, deze ongelukkigen te wreken, teneinde dezen monsters angst in te boezemen en hen tot nadenken te stemmen alvorens zjj weder dergeljjke misdaden zouden willen plegen.* Het telegram des konings heeft te Athene groote woede en verontwaardiging gewekt. B E L G I E Tot de orde geroepen. Bjj den intocht van den Koning te Gent werden hem de gemeenteraadsleden voorge steld en onder hen Anseele, de leider der socialistische partjj en nog enkele partjjge- nooten. De koning drukte hen bjj die ge legenheid de hand 's middags ontvingen de socialistische raadsleden, met de overigen, den vorst op het stadhuis. Donderdag moesten zjj zich voor het partij bestuur voor die stoutigheid verantwoorden, waarbjj hen duchtig de les werd gelezen. Voortaan zal in België de partjj uitmaken hoe men zich te gedragen heeft tegenover vorsteljjke personen. TER NEUZEN. Huwelijks-aangiften. 11 Juli. Louis Jolijt, oud 21 j., jm. en Suzanna Sophia van Aalst, oud 20 j., jd. Pieter Millenaar, oud 29 j., jm. en Cornelia Krina de Doelder. oud 28 jjd. Albert Eduard Wulffaert, oud 24 j.,jm. en Johanna Augusta de Ridder, oud 21 j., jd. Huwelijks-voltrekkingen. 10 Juli. Jacob Pieter de Groen, oud 43 j., wedn. en Cornelia Wieles, oud 42 j., jd. Josephus Lippens, oud 20 j., jm. en Elisabeth Paulusse, oud 18 j., jd. Geboorten. 6 Juli. Elisabeth Magdalena, d. van Jan Marinus Andriessen en Magdalena de Feijter. 7 Juli. Bertha Maria, d. van Franciscus Josephus de Bakker en Alice Marie Louise Voerman. 8 Juli. Cornelia en Jan Adriaan, d. en z. van Jan Adriaan de Lege en Cornelia Dees. Rokus, z. van Iza&k Verhelst en Suzanna de Kraker. Overlijden. 6 Juli. Jacoba de Vos, oud 74 j., wed. van Jan Klaassen. 12 Juli. Frans Dooms, oud 21 j., z. van Jan Joseph en Jacoba Johanna Sponcele. DAGEN. Voorm. Nam. Woensdag 16 Juli 0.2 12.30 Donderdag 17 0.55 1.18 Vrjjdag 18 1.41 2.2 Zaterdag 19 2.21 2.40 Zondag 20 2.58 3.16 Maandag 21 3.33 3.50 Dinsdag 22 4.7 4.23 Heden overleed tot mjjne diepe droeiheid, in den ouderdom van 67 jaren, mjjne innig geliefde Zuster, Mevrouw de Weduwe geboren Van Everdingkn. Mr. A. W. VAN EVERDINGEN. Njjmegen, 11 Juli 1913, Van Nispenstraat 22. Bezoeken worden volstrekt niet afgewacht. Mijn hartelijken dank aan allen, die hebben meegewerkt tot mjjne herbenoeming als lid van den Gemeenseraad, - en aan hen, die van hunne belangstelling blijken gaven. A. E. C. KRUYSSE. Axel, 15 Juli 1913. Aanbevelend, 11 11 11 11 11 11

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1913 | | pagina 3