Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
No. 2373.
Zaterdag 31 Mei 1913.
24e jaargang.
Telef. latere No 1
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 nmauden 7 6 cent yoor binnen en buiten Ter NeuzeD.
Voor België 96 cent bjj vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen b\j alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en ZaterdagmO rgen bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
Van verschillende zijden werden wij aan
gezocht een uieer uitgebreid verslag te geven
over dat gedeelte van de politieke rede, uit
gesproken door Jhr. de Muralt, waarin be
handeld werd de dwangverzekering en staats
pensionneering" Wij laten hieronder volgen
de rede hierover gehouden te Hoofdplaat.
Spreker ving aan met op te merken, dat
thans iedereen in den lande het er mede eens
is, dat er een einde moet worden gemaakt
aan de wantoestand, dat een arbeider die zijn
leven lang heeft gewerkt in de eerste plaats
in het belang van zichzelf en zijn gezin en
in de tweede plaats in het belang van het
algemeen, wanneer hij oud en versleten is
en zijn arbeidskracht niet meer kan verkoopen,
genadebrood moet gaan eten bij familieleden
of zijn toevlucht moet gaan zoeken bij -de
diaconie, het Burgerlijk armbestuur, werkhuis
ja zelfs tot de gevangenis toe.
Spreker wijst er uitdrukkelijk op, dat het
ook hem niet ontgaan is dat duizende arbeiders
en arbeidsters wel degelijk een verzorgden
ouden dag hebben buiten de armenzorg, maar
hjj heeft het over die andere honderdduizenden,
die voor een groot deel buiten grove eigen
schuld, maar door onze maatschappelijke
toestanden, als zij oud zijn naar de bedeeling
moeten.
Ter voorkoming van »OUD en ARM* worden
verschillende stelsels aanbevolen. Het stelsel
van »verbetering van armenzorg* door betere
inrichting van armbesturen vindt weinig aan
hangers meer. De »vrijwillige verzekering* met
een staatslijfrentebank wordt ook voor ons land
niet meer aanbevolen, wel bij wijze van aan
vulling zooals het concentratie program van de
vrijzinnigen naast de Staatspensionneering
verlangt, maar niet als hoofdmaatregel.
De twee groote groepen die op het oogen-
blik tegen over elkaar staan, zijn die van »de
dwangverzekering* (rechtsche partijen) met
premiebetaling door de arbeiders en patroons
en »de staatspensionneering* voor ieder die
het bepaald noodig heeftzonder eenige premie
betaling (linkerpartijen).
Verplichte of Dwangverzekering.
Soreker houdt hierna uitgebreide beschou
wingen over de dwangverzekering. Volgens
dit stelsel zullen de gelden benoodigd voor
het verstrekken van een uitkeering aan een
arbeiders op 70 jarigen leeftjjd moeten worden
opgebracht
le. door den arbeider
2e. patroon
3e. staat.
Spreker stelt de vraag Heeft de staat
het recht een arbeider te dwingen om aan
het eind van elke week, een deel van zijn
loon af te staan ter voorziening van den nood
van zijn ouden dag
Zeer zeker heeft de staat daartoe het recht
luidt het antwoord. Bij verschillende wetten
zien wij de staat dien dwag reeds uitoefenen.
Bij de leerplichtwet zegt de staat tot een
arbeider, wanneer deze niet min- of onver
mogend is »Gij moet een gedeelte van uw
eigen verdiend loon gebruiken om behoorlijk
lager onderwijs te geven aan uw kind*.
Waarom omdat het een staatsbelang is, dat
alle kinderen niet in het minst de
arbeiderskinderen behoorlijk leeren lezen
en schrijven. Zoo is het ook een groot staats
belang dat er een einde aan komt, dat vele
»oude arbeiders* tevens »arm« zjjn.
Welnu de staat heeft dus wel degelijk
het recht een arbeider te dwingen voor dien
ouden dag te zorgen door gedwongen premie
betaling.
Hierop toont spreker aan dat de staat ook
het recht heeft de patroon te dwingen, om
voor eiken arbeider aan 't einde van elke
week een premie bij te passen voor verzekering
van dien arbeider tegen de nooden van den
ouden dag. Immers zoodra de verzekering
werkt, wordt de patroon van de moreele ver
plichting ontslagen, om een arbeider langer
in dienst te houden dan zijn bedrijf noodig
maakt.
Tegenwoordig ziet men wel dat patroons
oude arbeiders voor een paar gulden in de
week »aanbouden«, hoewel die lieden voor
't bedrijf geen cent meer waard ziju. Zoodra
echter de verzekering werkt, zal de patroon
de 70-jarige arbeider die niet meer werken
kan kunnen vervangen door een jonge kracht,
de oude arbeider kan dan aan het postkantoor
zijn pensioen halen. Bovendien hebben de
statistieken aangetoond dat handenarbeiders
ongeveer 5 jaren spoediger oud zijn dan lieden
die langs anderen weg in hun onderhoud
voorzien. Nu beteekent »spoediger oud*
ook in zeer vele gevallen voor arbeiders
»spoediger arm*. Het spreekt dus van zelf
dat de patroon ook mede zal hebben te
betalen in de bestrijding van de spoediger
ingetreden armlastigheid. Bij vele bedrijven
is het niet moeilijk aan te toonen dat »het
bedrijf* de oorzaak is van de spoediger intrede
van de armoede.
Bij de glasblazers en ook bij de arbeiders
in loodwittabrieken ziet men dat deze op
50-jarigen leeftijd al versleten zijn door het
bedrijf. Zij zijn dan veelal tevens arm. Zeer
natuurlijk dat de loodwitfabrikant en de glas
blazerspatroon zal hebben te betalen in de
verzekering van die arbeiders tegen de arm
lastigheid op ouden dag.
Dat de staat mede betaalt in de dwangver
zekering spreekt ook van zelf. De staat heeft
immers belang bij die verzekering. Het is
een algemeen belang dus een staatsbelang.
Welnu zegt spreker, de gelden benoodigd
voor de dwang verzekering moeten worden
opgebracht door arbeider patroon staat.
In de dwangwet Talma zullen de arbeiders
hebben op te brengen 8' 2 miljoen, de patroons
eveneens 8'/s miljoen, terwijl de staat 10 mil
joen zal bij passen (gedurende 75 jaar). In
derdaad is, zoo oppervlakkig beschouwd tegen
die dwangwet niet veel te zeggen, maar zegt
spreker, indien wij de zaak naderbij bezien,
blijkt „«lat «le dwangverzekering in 't al
gemeen zeer onrechtvaardig zal werken
en dat vooral de dwangwet Talma hard
vochtig! onrechtvaardig! en onprac-
tisch is".
Spreker verklaart als zijn overtuiging, dat
elk werkelijk christelijk rnensch (geen politiek
christen, want dat heeft tegenwoordig weinig
meer direct met het christendom te maken)
en zeer zeker elk liberaal denkend mensch,
zich vierkant tegen »de dwangverzekering*
moet verklaren.
Hierop toont spreker aan dat door de af-
weuteling de gelden niet opgebracht zullen
worden door de arbeiders patroons staat,
zooals bij de indiening der wet is voorgerekend,
maar dat «Ic hoeren en middenstanders
het kind van «1e rekening zullen zijn.
Zoodra toch de dwangwet van Talma in
werking komt, zal een arbeider die 6 a 7
gulden in de week verdient, een 12 cent
premie hebben te betalen. Dat beteekend dus
feitelijk een loonsverlaging. Met deze loons
verlaging zullen de meeste arbeiders geen
genoegen nemen en wij zullen zien dat al
spoedig het loon met het bedrag aan premie
wordt verhoogd. De patroon is echter ook
niet gek en zal in de meeste gevallen die
loonsverhoogiig, maar ook de premie die hij
zelf volgens de wet voor den arbeider zal
hebben te betalen, afwentelen op zijn afnemers.
Die afnemers zijn o a. veel mitldciistandcrs
en die kunnen zelf niet afwentelen, hetgeen
zij meer dan vroeger op hunne rekeningen
zullen aantreffen. Een middenstander, bijv.
een onderwijzer, zal niet direct zijn salaris
verhoogd zien wanneer de dwangwet Talma
zal werken. Het heeft in Rotterdam 25 jaar
geduurd alvorens de salarissen van de onder
wijzers werden herzien en toen vond de raad
het nog niet eens noodig voor de onder
wijzeressen, die 28 jaar hebben moeten
wachten. Het ellendige is dus, dat tal van
ambtenaren, m ddenstanders enzhet kind
van de rekening worden. Geef ze nog maar
een paar trappen zegt spreker, dan worden
die middenstanders allemaal sociaal-democraten,
maar spreker meent dat nog langs anderen
weg dan die door de prediking van den
klassenstrijd, onze samenleving kan worden
verbeterd. Dc boeren zijn nog meer liet
kind vnn «Ie rekening bij «le dwangwet.
Trouwens de katholieke afgevaardigde baron
De Wijckerslooth de Weerdesteiu, heeft in de
Tweede Kamer erkent, dat de boeren ten slotte
de geheele premie zullen betalen Dit spreekt
trouwens van zelf. Zoo zal een boer die
werkt met tien knechts, die hij goed betaalt
aan het eind van elke week hebben te betalen
10 X 20 cents voor de premie der arbieders
(die de premie op hem afwentelen) en
10 X 20 cents die de wet hem oplegt voor
de verzekering bij te dragen.
Dit is per week vier gulden of per jaar
ruim twee honderd gulden. Dit bedrag
heeft de eigen boer van zijn bedrijfswinst af
te trekken of de pachtboer bij zijn pacht te
tellen. Men zegt wel de pachtboer verhaalt
het op de pacht, door die vermindert te krijgen,
maar iedereen weet wel, dat een pachtver-
mindering niet maar zoo direct voorkomt.
Van verhaal op anderen is bij den boer geen
sprake. Hij zal, niet evenals de kleine patroon,
hoogere rekeningen kunnen schrijven. De
prijzen van zijn koren of bieten zijn interna
tionale prijzen. Het kan zijn concurrenten in
Londen, New-YorkPetersburg en elders niets
schelen, of in Nederland al een dwangwet
Talma is ingevoerd. Spreker kan zich niet
voorstellen dat een landbouwer kan stemmen
op een man van rechts, die hem eerst onrecht
zal doen door de tariefwet en hem een nekslag
geeft met de dwangverzekering. Door het
amendement van de rechtsche afgevaardigde
Aalberse, zijn de kleine baasjes geheel de
dupe. Deze toch, zullen voor de lage loonen
nog meer dan de helft der premie voor de
arbeiders moeten betalen. Van afwentelen zal
bjj hen geen sprake zijn. Zoo'n klein barbiers
baasje, die net het leven heeft, zal die premie
niet kunnen afwentelen. Het scheren zal door
de concurrentie geen cent meer opbrengen
dan voorheen.
Er is nog geprobeerd door de vrijzinnigen
en ook door de sociaal-democraten, om vrij
stelling te krijgen van premiebetaling voor
de lage loonen te verkrijgen maar het hielp
niets. Zelfs van het kleinste hongerloontje
moet de premie af.
Indien het alle arbeiders lukte, om de premie
af te wentelen, zou voor hen de zaak niet
slecht staan. Het ergerlijke is juist, dat het
sommige groepen arbeiders ivèl zal gelukken
af te wentelen maar vele groepen niet. Er
zullen zelfs gevallen voorkomen dat de patroons
niet eens altijd het deel der premie zullen
kunnen betalen dat de wet hen oplegt en dit
moeten verhalen op de arbeiders. Zulke ver
kapte loonsverlagingen zullen in kwijnende
bedrijven zeker voorkomen. Dit leerde reeds
de ongevallenwet.
Met de dwangwet Talma kan spreker zich
in het bijzonder niet vereenigen, le. Omdat
alleen de loonarbeiders zijn opgenomen.
De arbeider die door eigen energie baas
wordt, valt buiten de wet. Wordt hij later
door tegenspoed, door slecht oppassen van
kinderen of iets dergelijks weer knecht, dan is
hij te oud voor de dwangwet. Hij zal op 70
jarigen leeftijd naar het armhuis moeten.
Voor de vischventer, die met zijn wagentje
visch leurt is geen plaatG in de verzekering
Talma. Voor zijn hond onder den wagen is
gezorgd. De trekhondenwet werkt al, maar
voor de man wordt op den ouden dag niet
gezorgd, hij moet op 70 jarigen leeftijd naar
't armhuis.
2e. Ergerlijk onchristelijk is het feit
«Int Talina geweigerd heeft de weduwen
in zijn wet op te nemen, niet tegen staande
herhaalden aandrang van de liberalen. Indien
een arbeider 54 jaren aaneen premie heeft
gestort, en hij sterft op 69 jarigen leeftijd,
dan zijn al zijn premies weg en zijn weduwe
moet naar 't armhuis. Men moet het, zooals
spreker, bijgewoond hebben als diaken om te
kunnen- beseffen hoe vreeselijk die gang naar
de diakonie is voor armen ouden die buiten
hun schuld arm zijn.
De antirevolutionnairen paaien de arbeiders
door mede te deelen dat Talma naast de ouder-
domsverzekering ook een invaliditeitsverze
kering geeft. Deze treedt echter pas in wan
neer de arbeider niet meer in staat is een
derde van het gangbare loon te verdienen.
Trouwens de staat geeft een toeslag van 10
miljoen voor twee wetten n. 1. ouderdoms-in-
validiteitszorg.
De liberalen wilden alleen 14 miljoen be
steden aan een goede staatspensionneering en
later de invaliditeit regelen. Een arbeider
heeft meer aan een goede broek van 14 gulden
dan aan een heel pak van 10 gulden. De
anti's hadden evengoed nog meer wetten kunnen
maken voor dezelfde 10 miljoen, en dan roepen
dat zij zoo veel meer regelen. Dit maakt
geen indruk, vooral nu bekend is dat de 10
miljoen staatstoeslag grootendeels door de
tariefwet wordt gehaald uit de zakken van de
middenstanders en arbeiders zelf.
In de wet Talma komt ook voor art. 357
dat aan alle 70-jarigen die gedurende de
laatste 10 jaren 156 weken in loondienst zijn
geweest een staatspensioen uitkeert van f2.
per week, mits de aanvrager niet aangeslagen
is in de vermogensbelasting: Een onderzoek
heeft aan 't licht gebracht dat in vele dorpen
maar 25°/0 van de 70-jarigen in de termen
vallen voor een uitkeering en dat daarvan de
helft het niet noodig hebben. De uitgeslotenen
zijn in zeer vele gevallen de armsten. De
liberalen hadden dan ook voorgesteld art. 357
zoodanig te veranderen dat »elk 70-jarige die
behoeftig was de f 2.uitkeering per week
zou krijgen* maar de >christelijke« heeren
waren hiervoor stokdoof.
Dank zij de socialist, de heer Duys, is
besloten, dat artikel 357 reeds 6 maanden
na de afkondiging der wet in werking zal
treden. Intusschen de Eerste Kamer heeft
de wet nog niet aangenomen. Wie weet is
dat artikel 357 een verkiezingstruc zonder
meer. Afwachten in dezen is geraden. In
elk geval is het geld waarmede de kosten
van art 357 zullen worden bestreden door
het ministerie nog niet aangewezen en dat
is bedenkelijk en verdacht.
Spreker komt hierna tot de behandeling
van ^STAATSPENSIONNEERING*.
Er wordt wel eens gezegd dat die staats
pensionneering is een socialistische zaak. De
socialisten zijn er voor, dat is zeker, maar
de niet-socialisten moeten er nog sterker
voor zijn.
De oorzaak »oud en arm* is in zeer veel
gevallen in onze maatschappij gelegen. Spreker
verdedigt die kapitalistische maatschappij
tegenover de socialisten, niet omdat die maat
schappij zoo goed is, neen spreker weet al
te goed dat die maatschappij ellendig on
rechtvaardig en wreed is, maar hij verdedigt
haar, omdat hij geen betere maatschappij
kent. Wel is waar stellen de socialisten
zich voor een »heilstaat« zonder privaatbezit.
Spreker gelooft dat zoolang de stille
vennoot* van schier ieder mensch n.l. de
zelfzucht bestaat, de socialistische maatschappij
niet mogelijk zal zijn. En die zelfzucht zal
blijven bestaan, zoolang de mensch den naam
mmm