Bijvoegsel van het Ter Neuzensch Volksblad.
MILITIE TE LAND.
Vlas bet algettteetie audiëntie
Woensdag 21 Mei 1913. No. 2370.
Oproeping van verlofgangers voor herhalingsoefeningen.
Onderzoek van Verlofgangers.
MILITIE TE LAftlP.
Voorts wordt de aandacht gevestigd op de
volgende wetsbepalingen
Waar we voorstanders van de vredesidee
zijn en dus tegenstanders van de menschen-
slachting, die men oorlog noemt, zij het ook,
dat er omstandigheden kannen zijn, die deze
onvermijdelijk maakt, daar gevoelen we dubbele
sympathie voor de opofferende naastenliefde
en wèldoende barmhartigheid, die tracht in
den oumenschelijken en barbaarschen krijg
de geslagen wonden te heelen of te verzachten.
Bewondering gevoelen we voor de vrouwen
en mannen van het Roode Kruis, die vrij
willig daar gaan vèr in den vreemde, hun
gezellig tehuis verlaten, om maanden achtereen
ontbering en vermoeienis 'te lijden, die inet
vergeten van zichzelven hun lichaams- en
zenuwinspannend werk verrichten te midden
van de moeilijkste levensomstandigheden.
Behalve misschien het werk van het leger
des Fleils is er geen werk zoo internationaal,
zoo echt mensehelijk tevens als dat van het
Roode Kruis.
In welk beschaafd land ter wereld bestaat
het tegenwoordig niet
En de kleinste landen betoonen zich hier
niet de minste.
Er is een wedstrijd van bewapeningen in
de wereld in Europa bovenal.
Goddank, er is toch ook een edele wedstrijd,
waarapn het kleinste land zijne beste krachten
kan geven.
Het is het werk van het Roode Kruis.
Zeker, dit werk moest niet noodig zijn.
Zoover moest de menschheid reeds op de baan
der beschaving voortgeschreden zijn, dat dit
liefdewerk overbodig was.
Maar waar de oorlog met al zijnen jammer
en nog grooteren nasleep van ellende nog niet
tot het verleden behoort, daar moeten wij
vol geestdrift toejuichen het werk van hen,
die daarheen gaan, om de gewonden bij te
staan, vaak het leven te schenken, om zooveel
nameloos wee te stillen.
Het is geen chauvinisme, het is met een
gevoel van gerechtvaardigde nationale trots,
dat wjj zien, hoe in den gruwelijken Balkan
oorlog Holland niet achterbleef.
In Servië, Bulgarije, Montenegro, Grieken
land en Turkije, overal, waar smarten te
lenigen waren, was Hollands Roode Kruis
door zijne afdeelingen vertegenwoordigd.
Met geestdrift zijn de terugkeerende dienaren
der naastenliefde en menschelijkheid bij hunne
terugkomst in het Vaderland ontvangen.
Donderdag 8 Mei had in Den Haag een
huldigingsavond plaats, die voortreffelijk
slaagde.
H. M. de Koningin en haar gemaal Prins
Hendrik waren bij die huldiging aanwezigen
bleven tot het einde.
Een aandoenlijk oogenblik was het, toen
de sergeant-verpleger Willem Pietei Braam
herdacht werd, die te midden van zijn werk
der barmhartigheid als slachtoffer viel in het
vreemde land.
Zulke avonden werken verheffend op
's menschen geest en hart.
Eén ding was jammer.
Welke ook de regeering zij, in welke
richting zij ga, daar ware plaats voor één
of meer harer vertegenwoordigers geweest.
Ons ministerie bestaat uit 9 departementen.
Doordat we geen minister van Justitie en
van Marine op het oogenblik hebben (wel
ad interim) konden natuurlijk slechts 7
aanwezig zijn.
De Burgemeester vud TER NEUZEN maakt bekend, dat de in het verlofgangersregister dezer Gemeente
ingeschreven verlofgangers, hieronder vermeld, bij deze worden opgeroepen om in 1913, ieder voor het achter
zijnen naam aangegeven tijdvak, krachtens art. 80, in verband met art. 114 der Militiewet (Staatsblad 191 2, No. 21
voor herhalingsoefeningen in werkelijken dienst te komen.
NAMEN en VOORNAMEN
OER
VERLOFGANGERS.
Verbrngge Cornelis Servaas Egbert
van Tatenhove Jan
Stoffels Anthonij Franciscus
Bareman Willem
Pauw Izaak Jacobus
Acke Augustinus Petrus
van Broekhoven Johannes Cornelis
Heijens Charles Ludovicus
Vroegop Hendrikus.
de Smidt Cornelis Levinus
Leunis Cornelis
van der Peijl Govert Frederik Pieter
Volkrijk Florentius Josephus
van Dalen Antonius Henricus
David Camilus
lluineman Kornelis Jacobus
van Leuven Willem Johannes
Thouuis8en Albertus Frederik
Kaan Daniel
de Kraker üolein
de Doelder Johannes Daniel
Baert Vincentius
Oppeneer Pieter
Audenaerd Augustus
Scheele Izaiik
de Bakker Arie Clementinus
Fermont Pieter Cornelis
Klaassen Marinus Cornelis
van Doorn Willem
Verhuist Antonie
van Herp Pieter
de Kubber Daniel
Dooms Jacobus
van Pienhroek Marinus Jacobus
Cornelis
Risseeuw Pieter Jozias
Andriessen Geerard Jacobus
de Kubber Johannes
Dhanis Petrus Anthonius
van Dixhoorn Willem Maarten
de Putter Anthonie
Renskers Petrus Johannes
Jansen Willem Johannes
Wiskerke Leonard
Wisse Adriaan Jan
Huijssen Cornelis Jacobus
Cortvriendt Edeniondna Augustus
Pijpelink Jacob
Rottier Jan
Hamelink Willem Cornelis
Snoek Hendrikus Jobanes
van Aerdo Theophile Petrus
Wind Jan Gerhardus
Riemens Jacobus
van den Berge Michiel
Pijpelink Pieter Jacobus
de Ruijter Pieter Marinus
Koole Francois Cornelis
Scheele Cornelis Johannes
de Rujjter Dignus
Grootaert August Johannes
Balkenstein Hermanus Cornelis
Annot Marinus Cornelis
Dooms Pieter Jacobus
KORPSEN en ONDERDEELEN.
TIJDVAK.
Garnizoensplaats.
1906
3e regiment Infanterie 4e c.omp. 4e bat.
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
4o
4e
4e
2e
2e
2e
3e
3o
2e
le
4e
4e
4e
4e
4e
4e
4e
4e
4e
2e
1907
3e
1908
1910
3e reg. vestingartillerie lo comp.
3e compagnie Wielrijders
idem
reg. Grenadiers en Jagers 4ecomp. 4ebat.
idem 3e 3e
3e compagnie hospitaalsoldaten
lie regiment Infunterie lo comp. 4e bat.
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
4e
4e
4e
la
le
le
4e
le
4e
4e
le
3«
4e
4e
4o
4e
4e
4e
4e
4o
3e
4e regiment Infanterie 2e comp. 3e bat.
reg. Grenadiers en Jagers 4e comp.3o bat.
idem 2e 2e
3e compagnie hospitaalsoldaten
.idem
3e regiment Infanterie
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
2e comp. 4e bat
4e
4e
4e
le
le
lo
le
le
4e
2e
3e
3e
3e
3e
2e
4e
4e
4e
4e
4e
4e
4e
4e
4e
2e
2e
2e
fe
2e
idem 2e 4e
regiment Qenietroepon 3e 2e
idem 4e le B
3o regiment veldartillerie le batterij
idem
4e reg. vestingartillerie 4e comp.
idem 4e
idem 4e
idem 4e
idem 4e
idem 4e
idem 4e
idem 4e
Pontonniers 2e
1913
9-19September
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
2 19 idem
19 29 Aug.
idem
9-19September
idem
17 27 idem
19-29 Aug.
5-30 idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
9 Juni-4 Juli
5-30 Augustus
228 Juni
30 Juni-26 Juli
8 Sept -4 Oct
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
30 Juni-25Juli
Vlissingen
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
Middelburg
Geertruidenberg
Breda
idem
's Graven hage
idem
Bergen op Zoom
Nijmegen
Bergen op Zoom
VliBsingen
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
Bergen op Zoom
Middelburg
Gouda
's Gravenhage
idem
Vlissingen
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
Middelburg
idem
idem
idem
Gedet. b. b. leger in
Ned.-O -Indië.
Vlissingon
Legerplaats bjj Zeist
idem
Bergen op Zoom
idem
Neuzen
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
Dordrecht
Wie op een van deze gronden voor vrijstelling in aanmerking wenscht te komen, behoort spoedig eene aan
vrage daartoe te zenden aan den Minister van Oorlog' Het verzoek kan op ongezegeld papier worden geschreven
en behoeft, tonzjj het uit het buitenland wordt verzonden, niet gefrankeerd te worden.
VERGOEDING, Indien ten gevolge van het verblijf in werkelijken dienst van den opgeroepen verlofganger,
voldoende middelen tot levensonderhoud ontbreken of zouden komen te ontbreken aan zijn gezin of aan dat
waartoe hij behoort of waaiin hij als pleegkind is opgenomen, dan wel aan personen, die hem in deu
eerst ol den tweedon graad van bloed- en aanverwantschap beotaan, dau kunnen belanghebbenden zich rechts-
streeks tot den Ministor van Oorlog wenden met een ongezegelddoor den verlofganger mede-onderteekend, ver
zoekschrift. tot het ontvangen eener geldelijke vergoeding. Het verdient aanbeveling het verzoekschrift spoedig,
zoo mogelijk ten minste zes weken vóór do opkomst in te dienen. Het behoeft niet gefrankeerd te worden,
tenzij het uit het buitenland wordt verzondeD.
Ter Nenzen, den 16 Mei 1913.
WIJZE EN UUR VAN OPKOMST. De opgeroepen verlofgangers znllen zorg dragen, dat zij zich ieder
op den voor hem aangego en dag, in uniform gekleed en voorzien van bnn verlofpas ;zakboekjc), alsmede
van alle verdere tot hun verlofsnitrusting behoorende voorwerpen van kleeding en uitrustingbij bnn korps aan
melden en wel
a. zij, die verblijf honden in de plaats van opkomst, niterlijk te 8 unr voormiddag;
b. zij, die verblijf bonden binnen 20 kilometer van de plaats van opkomst, uiterlijk te 10 uur voormiddag
c. de overige verlofgangers;
voor zooveel zij binnen bet Rijk verblijf honden, zoodra mogelijk na aankomst in de plaats van opkomst,
waarbeen zij zich met bot eerstvertrekkend opeubaar middel van versneld vervoer, langs de op de vervoerbc-
wijzen aangegeven route en met de op die bewijzen vermelde vervoermiddelen moeten begeven, of, indien bij
gebruikmaking van een later vertrekkend middel van versneld vervoer langs diezelfde route zulks mogelijk is
niterlijk te 10 uur voormiddag;
voor zooveol zij boiton het Rijk verblijf houden, vóór 4 uur namiddag.
ZIEKTE- Ingeval ziekte of gebreken de opkomst mochten verhinderen, dient de verlofganger hiervan zoodra
doenlijk door overlegging van eene gelegaliseerde geneeskundige verklaring ter Gemeentesecretarie te doen
blijken. Na zijn herstel vervoegt bjj zich onverwijld bij zijn korps.
VERVOER. Do verlofgangers, die per spoor, tram of stoomboot moeten reizen of op de reis een of meer
veren moeten passeeren en in wier zakboekje aanwezig zijn de vereisebte op wit papier gedrukte en met rooden
inkt ingevulde vervoerbewijzen en passagebiljetten, behoeven zich vóór hun vertrek naar bet korps niet ter Ge
meentesecretarie aan te melden doch begeven zich rechtstreeks naar bet station of de aanlegplaa s van vertrek
en stellen aldaar hun zakboekje ter band aan den benmhtp, met de uitgifte van plaatsbewijzen belast, of aan
den veerman. De verlofgangors bebooren er op indachtig te zijn, dat hun het zakboekje wordt teruggegeven,
alsmtde de strook van het vervoerhewijs, aangezien deze strook bun gedurende do reis moet dieuen als plaatsbewijs,
Verlofgangers, die niet in bet bezit zijn van een vervoerbowijs of passagebiljet, ingericht om daarop de reis
te kunnen volbrengen dan wel van bet veer of van de veren gebruik te maken, moeten zich op den laatsten
werkdag vóór hun vertrek naar het korps, des voormiddags tusschen 10 en 12 uur ter Gemeentesecretarie
aanmeldeu ten einde aldaar in bet bezit te worden gesteld van de vcreiachte bescheiden.
Het is noodigt zich ten minste een half uur vóór het vertrek van den treinde tram of de stoomboot aan het
station of de aanlegplaats te bevinden.
Behalve vrij vervoer, voor zoover de reis geschiedt binnen het Rijk, heeft de verlofganger, die niet verblijf
houdt in de plaats van opkomst, voor den dag van opkomst recht op een daggeld van ƒ0,95. Het is niet noodig
dit daggeld ter Gemeentesecretarie le vragen aan hem, die het niet voor zijne opkomst heeft ontvangen, wordt
bet uitbetaald na aankomst bij bet korps.
Bijzondere bepalingen. Hij, die zonder geldige redenen niet voldoet aan deze oproeping, wordt, na
daartoe door den Minister van Oorlog verstrekten last, als deserteur afgevoerd
Hij, die zonder geldige reden zich te laat bij bet korps aanmeldt, maakt zich strafschuldig.
Het oiet-ontvangen van een persoonlijke kennisgeving van de oproeping ontheft den verlofganger geenszins
van zijne verplichting tot opkomst in werkelijken dienst, daar de openbare kennisgeving, tenzi) de verlofganger
zich op den dag van laatstbedoelde kennisgeving buitenslands ophoudt en zijn adres bij den Burgemeester bekend
is, EE^IG en ALLEEN als BEWIJS geldt, dat hij behoorlijk is opgeroepen.
VRIJSTELLING. Geheele of gedeeltelijke vrijstelling van herhalingsoefeningen kan worden verleend aan hem
lo. die na volbrachte eerste-oefening gedurende zoodanigen tijd in werkelijken dienst is gebleven of gekomen,
dat hij geacht wordt in die mate te zijn geoefend, dat herhalingsoefeningen voor hem niet of slechts gedeeltelijk
noodig zijn
2o. die tijdens den dnur der herhalingsoefeningen onmisbaar is Hetzij voor liet bedrijf, waarin hij werkzaam
is, hetzij voor de instandhouding der middelen van bestaan van zijn gezin of van dat, waartoe hij behoort of
waarin hij als pleegkind is opgenomen, dan wel voor personen, die hem in den eersten of den tweeden graad
van bloed- of aanverwantschap bestaan
een en ander ter beoordeeling van den Minister van Oorlog.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt
bekend, dnt bet onderzoek van de in bet verlofgangers-
regisier dezer Gemeente ingescbroven verlofgangers
der Militie te land zal wordei gehouden te Te' Neuzen,
op de gewone plaats, op Zaterdag den 14 Juni
1913, des namiddags te 1,30 ure.
Aan bet onderzoek behoeft niet te worden deelge
nomen door ben, die hunne ferste-oefening nog
niet hebben volbracht, en voorts niet door:
a. do verlofgangers, die in het loopende jaar, vóór
den dag hierboven als dag van onderzoek aan
gegeven, in werkelijken dienst zijn geweest, uit
anderen hoofde dan voor straf;
b. de verlofgangers, die bestemd zijn om in het
loopende jaar voor herhalingsoefeningen in werke
lijken dienst te komen
c. de verlofgangers, die bestemd zijn om met 1
Angnstns van het loopende jaar naar de Landweer
over te gaan
d. de verlofgangers, aan wie vergunning is verleend
tot uitoefening van de zeevaart of de zeevisscberij
buitenslands of tot verblijf in bet bnitenland, en
aan wie- hetzij gelijktijdig met die vergunning,
betzij in verband daarmede later afzonderlijk,
vrijstelling tan het onderzoek is verleend, dan
wel is toegestaan dat onderzoek in de maand
November of December van het loopende jaar te
ondergaan
e. de verlofgangers, aan wie ter zake van de uit
oefening van hun beroep of bedrijf dan wel wegens
andere bijzondere omstandigheden vergmning is
verleend hot onderzoek in een der hiervoren
onder d genoemde maanden te ondergaan
f. de verlofgangers, die in het genot zijn van ont
heffing van den werkelijken dienst
g. de adspirant-militie officieren en
h. de verlofgangers van do Exploitatie-Compagnie
der Spoorwegafdeeling van het Regiment Genie
troepen.
Daarentegen moeten van het onderzoek wèl deel
nemen de verlofgangers, die in bet loopende jaar voor
herhalingsoefeningen in werkelijken dienst zouden
moeten komen, docb wieo vóór 1 Juni dezes jaars
door den Minister van Oorlog uitstel vud opkomst
voor die oefeningen is verleend tot het volgende jaar.
Uiteraard geldt deze bepaling niet voor de verlof
gangers, wien uit anderen hoofde, bijv. in verband
met hnn verblijf in het buitenland, vrijstelling van
bet onderzoek is, of alsnog wordt verleend.
De verlofgangersaan wie het vorig jaar uitstel
van opkomst voor herhalingsoefeningen werd verleend
tot in het loopende jaar, en die in verband daarmede,
in dit jaar reeds voor herhalingsoefeningen in werkelijken
dienst zijn geweest of alsnog vow herhalingsoefeningen
moeten opkomen, behoeven aan het onderzoek NIET
i el te nemen.
De verlofganger moet bij dit onderzoek verschijnen
in uniform gekleed en voorzien
van de tot zijne voorgeschreven uitrusting
verder behoorende kleeding- en uitrustingstukken
b. van de wapenen het ledergoed, de reglementen en
dienstvoorschriften hem uitgereikt
c. van zijn zakboekje en van zijn verlofpas
De verlofganger staat niet alleen gedurende den
tijd, dien het onderzoek duurt, maar ook voor
zoolang hij ter gelegenheid van het onderzoek in
uniform gekleed is, onder de bevelen van den
Militie-commissaris, zoodat indien hij, ongeregeld
heden pleegt of zich aan een strafbaar feit schuldig
maakt, hetzij bij het gaan naar de plaats, voor
het onderzoek bestemd, hetzij gedurende het onder
zoek of bij het naar huis keeren, te dier zake znBen
worden gestraft vo'gens het Crimineel Wetboek
en bet Reglement van krijgstucht voor hot krijgs
volk te lande.
Een arrest <-an een dag tot zes dagen, te
ondergaan in de naastbij gelegen provoost of bet
naastbij zijnde huis van bewaring, of een kwar
tierarrest van een dag tot zes dagen, te onder
gaan in eene kazerne, kan door den Militie-com
missaris worden opgelegd aan den verlofganger
lo. die zonder geldige reden niet bij bet onderzoek
verschijnt
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
reden niet voorzien is van al de hiervoren ver
melde voorwerpen
3o. die da biervoren vermelde voorwerpen bij het
onderzoek niot alle in den vereischteo staat
vertoont
io. dij een of meer van de hiervoren vermelde
voorwerpen, aan oen ander toebohoorende, als de
zijne vertoont;
Is den verlofganger ter zake van het onderzoek
kwartierarrest opgelegd, dan wordt hij tot bet onder
gaan van die straf in werkelijken dienst geroepen.
Onverminderd de biervoren genoemde straf, is de
verlofganger, ilie zich schuldig miakt aai een dar
feiten, daarbij onder lo. tot 4o. genoemd, verplicht
om op een nader te bepalen tijd en plaats voor
den Militiecommissaris te verschijnen of opnieuw te
verschijnen tot het ondergaan van een onderzoek.
De verlofganger, die, opgeroepen voor dit ONDER
ZOEK daarbij niet verschijnt ot, daRrbij verschenen
zijnde, zich schuldig maakt aan een der foiten,
hiervorenonder 2o.4". vermeld, wordt in werkelijken
dienst geroepen of gehouden voor den tijd van ten
hoogste twee maanden. Do duur van dezen werkelijken
dienst wordt bepnaid door den Minister van Oorlog.
De verlofgnnger, die niet voldoet aan eeno oproeping
voor den werkelijken dienst, wordt, na daartoe door
den Miuister van Ooilog te verstrekken last, als
deserteur afgevoerd eu behandeld.
Nog worden de verlofgangers opmerkzaam gemaakt,
dat het niet on'.'angen van eene bijzondere kennis
geving ben niet ontheft van bunne verplichting tot
deelneming aan bet onderzoek, maar dat deze open
bare kennisgeving EENIG en ALLEEN als bewijs
geldt, dat de verlofganger behoorlijk is opgeroepen.
Ingeval ziekte of gebreken de deelneming aan het
onderzoek mochten verhinderen, dient daarvan zoodra
mogelijk ter Gemeente-Secretarie te wordeu
overgelegd eene gelegaliseerde geneeskundige ver
klaring, welke op ongozegeld papier kan wordeu
ges'eld.
Aan den verlofganger kau op zijn daartoe
aaD'den Militiecommissaris van zijn District
te ricbteD en met redenen omkleed verzoek
worden vergund, het onderzoek in eene
andere gemeente des Rijks te ondergaan.
Het verzoekschrift moet tijdig gefrankeerd
worden toegezonden. Maakt een verlofganger,
aan wien eene zoodanige vergunning is
verleend, dasrvan geen gebruik, dan wordt
deze geacht niet te zijn verleend.
Ter Neuzen, den 16 Mei 1913.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.