Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Politieke rede gehouden door
Jhr de Muralt.
Tweede hamer der Stalen-Generaal.
Opgaven van Candidaten,
PROVINCIALE STATEN.
No. 2370.
Woensdag 21 Mei 1913.
24e jaargang.
abonnementsprijs
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
Per B maanden 7 6 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 sent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters na«r plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag* en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
er reu
Te let'. Intere No 15,
VERKIEZING
VOOR DE
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
brengt hiermede ter openbare kennis,
dat op Dinsdag den 3 Juni aanstaandezal plaats
hebben de verkiezing van een lid van de Tweede
Kamer der Staten Generaal, in het Kiesdistrict
Oostburg, waartoe deze gemeente behoort
dat op dien dag, van des voormiddags negen tot
des namiddags vie>uren, ter Secretarie bij den
Burgemeester der gemeente Oostburg (hoofdplaats
van het Kiesdistrict) kunnen worden ingeleverd
als bedoeld in art. 51 der Kieswet.
Deze opgaven moeten inhouden den naam, do
voorletters en de woonplaats van den candidaat
en onderteekend zjjn door ten minste veertig kiezers,
bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing.
De inlevering dezer opgaven moet geschieden
persoonlijk door één of meer der personen, die de
opgave hebben onderteekend. De candidaat kan
daarbij tegenwoordig zijn. Van de inlevering wordt
een bewijs van ontvangst afgegeven.
Formulieren voor de opgaven bovenvermeld zijn
ter Secretarie dezer gemeente kosteloos verkrijg
baar, van heden tot en met den dag der verkiezing.
De Burgemeester brengt hierbij in herinnering
art. 151 der Kieswet, luidende als volgt
Hij, die eene opgave, als bedoeld in art. 51 in
levert, wetende dat zij is voorzien van hand-
teekeningen van personen, die niet bevoegd zjjn
tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de
inlevering geschiedt; terwijl zonder die hand-
teekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige
opgave zou overblijven, wordt gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste drie maanden of
eene geldboete van ten hoogste honderd twintig
gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende
dat hjj niet bevoegd is tot deelneming aan de
verkiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering
bestemde opgave, bedoeld bij art 51, heeft onder
teekend.
Ter Neuzen, 19 Mei 1913.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA.
V E K K 1 Z I N G
VOOR DE
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
brengt hiermede ter openbare kennis,
dat op Dinsdag den Ben Juni aanstaande,
zal plaats hebben de verkiezing van vier leden
van de Provinciale Staten van Zeeland, in het
kiesdistrict HULST, waartoe deze gemeente
behoort;
dat op dien dag, van des voormiddags negen tot
des namiddags vier uren, ter Secretarie bij den
Burgemeester der gemeente Hulst (Hoofdplaats
van het Kiesdistrict) kunnen worden ingeleverd
opgaven van candidaten
als bedoeld in artikel 51 der Kieswet en artikel 8
der Provinciale wet.
Deze opgaven moeten iuhouden den naam, de
voorletters en de woonplaats van den candidaat
en onderteekend zyn door ten minste veertig kiezers
bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing.
De inlevering dezer opgaven moet geschieden
persoonlijk door één of meer der personen, die de
opgave hebben onderteekend.De candidaat kan
daarbij tegenwoordig zijn. Van de inlevering wordt
een bewijs van ontvangst afgegeven.
Formulieren, voor de opgaven bovenvermeld,
zijn ter Secretarie dezer gemeente kosteloos ver
krijgbaar van heden tot en met den dag der
verkiezing.
De Burgemeester brengt hierbij in herinnering
artikel 151 der Kieswet, luidende als volgt:
Hij, die eene opgave, als bedoeld in artikel 51 in
levert, wetende dat zij is voorzien van handteeke-
ningen van personen, die niet bevoegd zijn tot deel
neming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering ge
schiedt, terwijl zonder die handteekeningen geen
voldoend aantal voor eene wettige opgave zou over
blijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste drie maanden of eene geldboete van
ten hoogste honderd twintig gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende
dat hij niet bevoegd is, tot deelneming aan de ver
kiezing. eene voor die verkiezing ter inlevering be
stemde opgave bedoeld bij art. 51heeft onderteekend
Ter Neuzen, 19 Mei 1913.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Maandag j. 1. hield de heer de Muralt, de
candidaat der vrijzinnigen in het district
Oostburg, te Goes een politieke rede.
Spreker bracht in herinneringdat van
1897 tot 1901 het ministerie Goeman-Borge-
sius aan het bewind was. Dit ministerie ver
diende terecht den naam van ministerie
van sociale rechtvaardigheid.»
Het bracht ons o. a. de Woningwet, de
Leerplichtwet, de Ongevallenwet, den persoon
lijken dienstplicht. Jntusschen behoeft het
niet te verwonderen, dat het ministerie-Bor-
gesius in [1901 viel. Bij zijn aftreden vond
het toch tegenover zich le de conservatieven,
die verhooging van belastingen vreesden
(vermogensbelastingen enz.) 2e de werkgevers,
die in den aanvang niet veel van de onge
vallenwet met den grooten administratieven
omslay moesten hebben. 3e de kleine luiden
die door de rechtsche propagandisten tegen de
leerplichtwet waren opgezet. 4e de katholieken,
die niet veel wilden weten van den persoonlijken
dienstplicht. 5e een verdeelde liberale partij,
verdeeld in verband met het kiesrechtvraag-
stuk.
Dr Kuijper maakte handig gebruik van de
situatie. Hij richtte op ,,de naamlooze ven
nootschap tot exploitatie van de Christelijke
beginselen i?i Nederland Dat die vennoot
schap het goed maakt, kunnen wij lezen in
»de Meiboom in den kap.« In 1901 kwam dr
Kuijper aan het bewind. De lastige liberale
eerste kamer werd ontbonden. Zoowel hierin
als in zake de kwestie van de Overijselsche
Provinciale staten bleek, dat de eerbied voor
de Kroon, van de zijde van dr Kuijper, wel
wat te wenschen overliet. Spreker toonde
nader aan, dat het ministerie Kuijper veel
beloofd had n.l. elf groote en elf kleine wetten,
maar dat het niettegenstaande de groote
rechtsche meerderheid bitter weinig tot stand
bracht. Een partijwetn. 1. de onderwijs-
novelle, werd aangenomen, waarbij belang
rijke subsidiën werden verstrekt aan de
bijzondere scholen, zonder eenigen waarborg,
dat het geld werd besteed voor goed onder
wijs.
Ook de vermaarde Drankwet werd in het
Staatsblad gebracht. Zelfs de rechterzijde
stemt toe, dat deze wet een prullewet is.
De snelvuurkanonnen was ook een presentje
van het christelijk ministerie-Kuyper.
In 1905 zien wij het liberale ministerie-De
Meester optreden. Van een meerderheid was
eigenlijk geen sprake. Onder de 51 (later 50)
zetels links, telden de 7 zetels der sociaal
democraten mede. Het miuisterie-De Meester
bleef twee jaren aan het bewind. In die twee
jaren bracht het 't arbeidscontract in het
Staatsblad.
Spr. merkt op, dat de rechtsche propagan
disten ia 1905 het volk voorhielden, dat de
liberalen, eenmaal aan het bewind gekomen,
de christelijke grondslagen van onze samen
leving zouden ondermijnen. Merkwaardig zegt
spreker, dat niemand van rechts maar iets
kan noemen, waaruit blijkt, dat de liberalen
werkelijk onchristelijk willen regeeren. Wel
blijkt het tegendeel o.a. uit de dominé-circu-
laire van den liberalen marine minister Cohen-
Stuart, die de predikanten in staat stelden de
schepelingen die zij vroeger onderwijs hadden
gegeven te bezoeken op staatskosten. De
liberale minister van koloniën, de heer Fock,
stelde 35 inlandsche Godsdienstleeraren meer
aan in lndië dan zijn anti-revolutionaire
voorganger.
Het was de liberale minister van buiten-
landsche zaken Van Tetz, die den eersten be
slissende stap deed tot wering van den handel
in blanke slavinnen, door te zorgen dat
Nederland deel nam aan de internationale
conferentie tot wering van den meisjeshandel,
te Brussel. Al deze ministers hadden zitting
in het paganistisch ministerie-Borgesius.
In Februari 1908 trad het ministerie-Heems
kerk op. Tot groote verbazing zien wij in
dat zoogenaamd christelijk ministerie optreden
den liberalen minister van marine uit het
ministerie-Borgesius, namelijk den heer Went-
holt De minister Van Swinderen, die de
portefeuille voor buitenlandsche zaken had
aanvaard, noemde zich in een onbewaakt
oogenblik »gematigd-onverschillig« van rich
ting. Zoowel Sabron, als de latere minister
Cool, behoorden tot de liberale partij (zie de
anti-revolutionaire Standaard van 4 Januari
1911).
Spreker toont aan, dat bij alle zaken waarbij
de christelijke beginselen te pas komen, de
rechter partijen, althans de leiders, het vol
slagen oneens zijn. Dit komt vooral uit bij
de eedskwestiede Zondagswet, de doodstraf, de
voorwaardelijke veroordeeling, de armenwet, de
loterijwet, de zedelijkheidsicet, het duel, de echt
scheiding enz.
Spr. toont aan, hoe ons volk door de staat
kundige onwaarachtigheid, »de anti these», de
splijtzwam doorwerkt en de huichelarij toe
neemt.
Hij wijst op de christelijke voetbal- en dans
clubs Óp de christelijke eieren-veiling in
Den Haag en de diverse geitenfokkerijen in
de dorpen.
Scherp neemt spreker de bekende post-
circulaire en de wijze van benoemen van
Indische predikanten ouder handen. Vooral
onder de hoogere standen neemt het gehuichel
toe. De Godsdienst wordt niet gebruikt maar
misbruikt om betere positie te verkrijgen. De
Godsdienst wordt instede van bevorderd diep
door het slijk gesleurd.
Het voortduren van een rechts bewind staat
voor spreker gelijk met den dood voor de
openbare school.
In 1889 toen de eerste subsidiën werden
gevoteerd door de liberalen, heette het dat de
pacificatie, voor zooverre betreft den school
strijd, was ingetreden.
In 1901 was de rechterzijde z.g. »dankbaar
gestemd» door de vrijgevigheid van de liberalen
onder Goeman Borgesius.
In 1905 kregen wij de subsidiewet van dr.
Kuyper zonder waarborgen dat het geld voor
goed onderwijs wordt gebruikt. In 1912 wordt
een nieuwe greep gedaan in de staatskas voor
liet bijzonder onderwijs en in 1913 zien wij
»de Meiboom in den kap« d.w.z. de openbare
school moet er geheel uit.
Spreker toont hierop aan het goed recht
van het voortbestaan van de openbare school.
De openbare school, noch de bijzondere school,
kan aan een kind een levensovertuiging
schenken. Zoowel van de openbare school als
van de bijzondere school komen liberalen,
vrijdenkers, calvinisten, modernen, socialisten,
echte vromen en vrome schurken De open
bare school heeft inderdaad de kiezers ge
kweekt, die in meerderheid het zoogenaamd
Christelijk bewind aan de regeering hebben
gebracht. Geen beter bewijs is te leveren dat
dus de openbare school blijkbaar niet den
Godsdienstziu van het volk heeft weggevaagd.
De bijzondere school is de oorzaak, dat de
kinderen reeds in de kinderjaren tegen elkaar
worden opgezet, (bidden van kinderen voor
verkiezingen). Waar wij in het latere leven,
toch al voldoende zien, hoe de burgers zich
in groepen verdeelen, daar vragen wij, waar
om die verdeeling reeds bevorderd in de
kinderjaren
Het bevorderen van de splitsing van het
volksonderwijs in al die sektescholen geeft
slechter en duurder onderwijs, hetgeen spreker
duidelijk aantoont. Met genoegen constateert
spreker, dat er in 1912 nog 564.000 kinderen
van de openbare school gebruik maakten, dit
is 200.000 meer dan van de bijzondere school.
Belgie en Frankrijk leeren ons, wat er van
Godsdienst en onderwijs terecht komt, indien
het bijzonder onderwijs overwegend treedt
in de plaats van het neutraal onderwijs van
den staat. Het openbaar onderwijs moet als
norm altijd blijven. Bovendien is in vele
gevallen de openbare school de eenig mogelijke
school, ook het meest gewenscht zelfs door
rechts. Daarom moet de openbare school de
bevoorrechte positie houden, d. w. z. de
finantieele gelijkstelling tusschen openbaar en
bijzonder onderwijs moet worden voorkomen.
De tot nu vastgestelde subsidien met de be
staande wetten kunnen mits onder betere
waarborgen blijven gehandhaafd, maar geen
cent meer subsidie mag er bij. De maat is
reeds overvol.
Ook over het regeeringsbeleid betreffende
de koloniën is de heer de Muralt niet goed
te spreken. Scherp critiseert hij de houding
der regeering in zake de kerstening der
scholen, Gevaarlijk acht hij het optreden
der regeering tegenover den Islam. De markt
circulaire wordt ter sprake gebracht. Spreker
meent hij is zelf in lndië geweest en
matigt zich daarom eenig oordeel aan dat
de z.g. Christelijke regeering, een gevaar voor
het bezit onzer koloniën kan worden.
Hierop besprak de heer de Muralt de voor
gestelde grondwetsherziening van het ministerie
Heemskerk, dat deels reactionnair, deels
revolutionnair is of zal worden.
Revolutionnair daar, waar het betreft het
voorstel tot wijziging van artikel 171, waar
bij de bevoorrechte positie der Ned. Herv
Kerk zal ophouden. Wel is waar is die
wijziging, voorgesteld door de z.g.n. grond
wetscommissie, niet door de regeering over
genomen, maar een ieder die de Standaard
leest, begrijpt waar het naar toe moet. Eerst
de openbare school er onder en daarna de
Ned. Herv. kerk. De benoeming van de
professoren: Van Leeuwen, Visscher en vooral
van prof. Noordzij aan de hooge school te
Utrecht zegt meer dan boekdeelen. Prof.
Noordzij haat niet alleen de volksschool maar
ook de Nederl. Herv. kerk d. i. de volkskerk.
En die heeren hebben de leiding van de studie
der theologische studenten aan de hooge school.
Overgaande tot de bespreking van het kies
recht, deelt spreker mede, dat hij het kies
recht beschouwt niet als een natuurrecht, maar
als een plicht, dien de staat aan de burgers
heeft op te dragen. Onze volksontwikkeling
is van dien aard en op die hoogte, dat alge
meen kiesrecht moet worden ingevoerd.
Natuurlijk mag de invloed van dit algemeen
kiesrecht, niet worden verslapt door het ver-
leenen van amendementsrecht aan de Eerste
Kamer. Ook van het z.g. regresrecht wil
spreker niets weten. Ook acht spreker stem
plicht wel nuttig, hetgeen voor hem echter
een bijkomstige zaak is. Evenredige vertegen
woordiging moet worden ingevoerd en ook
aan de vrouw toegang tot de stembus worden
verleend. Spreker kant zich zeer tegen het
z g. dames-kiesrecht, dat eveneens don invloed
van het algemeen kiesrecht der mannen tot
een doode letter zoude maken. Wel voelt hij
er veel voor, om aan te vangen met de vrouwen
het kiesrecht te verleenen voor de gemeente
raden.
In dezelfde wet echter, die dit recht om
schrijft, zou moeten worden gesteld een ter
mijn, waarbij het vrouwenkiesrecht zou moeten
worden uitgebreid of herzien. Duidelijk toonde
spreker aan den onhoudbaren toestand, waarin
de tegenwoordige kieswet ons heeft gebracht.
Van de rechterzijde is op dit gebied niets
goeds te verwachten.
Het voorgestelde regresrecht voor de Eerste
Kamer is een reactie. Het huismanskiesrecht,
door Prof. Fabius genoemd een hutspotkies
recht, is door geen enkelen vrijzinnige te aan
vaarden. Ergerlijk is het voorstel om de be-