Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. JUt accoord ett dg Cbr -jtisf. pt drtattema en ioch debatteerst!. Nieuwe proeft Van Knyperiaaitsche joarnalistieH- Jhr. De Muralt, No. 2366. Zaterdag 3 Mei 1913. 24e jaargang. abonnementsprijs BÜLTENLAND. De oorlog in den Balkan. Per 'A maanden 7 5 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen. Voor België 95 cent by vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere No IS ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatstuimte- Redactie-adresNoordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- on Zaterdagmorgen bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. Wij wezen er in het kort op, dat het accoord bij twee coalitiepartijen er gemakkelijk door ging, al was het ook, dat een anti-revolutionair de Chr.-Hist. candidaten aan de tand wenschte te voelen over de aanhangige tariefplannen. Dr. Kuyper sneed dezen ongewenschten be diller echter onmiddellijk den pas af door te zeggen dat het accoord moest aangenomen of verworpen worden, zooals het daar lag. Zooals reeds te voren aan ieder duidelijk was, die eenigszins met de toestanden in ons land medeleeft en er een weinig van op de hoogte is, stuitte het accoord bij de Chr.-Hist. op ernstig verzet. In de laatste 2 of 3 jaren vooral is hunne ontevredenheid steeds wassende geweest en de coalitie, door hen voor jaren met wantrouwen aangezien, maar eindelijk toch door hen aan vaard, wekt thans bij steeds meerderen onder hen misnoegdheid en wrevel. En juist de eerlijkste gemoederen onder hen, de minst verpolitiekte, beseffen hoe langer, zoo meer het onoprechte, het onware, dat het politieke Christendom ons gebracht heeft. Nimmer is het karakter van hetNederlandsche volk meer aan bederf onderhevig geweest, dan toen de coalitie hoogtij vierde. Het waren geer.e Christelijke beginselen, die werkten, het was geene verheffing van het zedelijk peil onzes volks. Integendeel. Slechts in de verkiezings dagen, om den tegenstander te verslaan, kon men hartroerend hooren getuigen van gods dienst en Christendcm. Eenmaal de zege bevochten, zag men de uitwerking van het politieke Christendom in het gooien met burgemeestersambten en andere baantjes onder de partijgenooten. Yelen hebben zich reeds lang in stilte geërgerd. Thans nu de gevaren onder een voortbestaan van een zoogenaamd Christelijk bewind steeds grooter worden, nu men rechts alle krachten inspant, om vóór de coalitiebreuk (die komen moet en komen zal) nog een rijken oogst uit de Staatskas met veronachtzaming van groote landsbelangen binnen te halen, nu laten zich ook de stemmen hooren tegen de coalitie. Wel nam de vergadering van Chr.-hist. op 24 April het politiek accoord aan, maar eerst nadat door de vergadering eene verklaring was goedgekeurd, die door het bestuur was aanvaard. Die verklaring hield in, dat de Openbare School moest blijven bestaan. Ook daar besefte men dus het gevaar, dat van de drijvers in de coalitie dreigde, die den alge- heelen ondergang van de Openbare School wenscben. Aan de verklaring werd nog de wenschelijkheid van kerstening der school toegevoegd. Ondanks die verklaring ter bevrediging der tegenstanders werden nog 18 stemmen tegen het politiek accoord uitgebracht. Wat het tweede deel van het accoord betrof, was de oppositie nog grooter. Dit tweede deel betrof de verdeeling der zetels (het z.g. electoraal accoord). Het werd tenslotte aangenomen het woord van den voorzitter en andere leiders miste zijn invloed niet maar met niet minder dan 40 stemmen tegen. De afgevaardigden van Ede getuigden, dat ze zich niet zouden storen aan het gevallen besluit. Ze zouden zich afscheiden en hun eigen weg gaan. Het accoord is dus aangenomen. De coalitie loopt dus weder over de 3 partijen van rechts. Maar uit alles blijkt, wat een smartelijken indruk het opnieuw medegaan der Chr.-Hist. in breede lagen des volks heeft gewekt. Zullen de Chr.-Hist. kiezers zich aan het besluit houden Zullen zij de vergadering volgen De teekens wjjzen er op, dat velen het niet zullen doen. Op meer dan ééne plaats scheidden zich Chr.-Hist. vereenigingen van de Chr.-Hist. Unie at. Welk een succes hadden Mr. Dr. Van der Laar en andere spreker niet, toen ze in het district Ommen tegen de coalitie spraken. Wie den brief leest, door Ds. A. G. H. v. Hoogenhuyze gericht aan den Voorzitter der Chr.-Hist. Unie, Dr. De Visser, waarin hij, die zoovele jaren lid was, thans zich genoopt ziet, afscheid te nemen, die wordt getroffen door den smartelijken toon, die uit iederen zin uit ieder woord van dit afscheid klinkt. En wij, die de gevaren der coalitie nooit donkerder zagen dan thans met hun tarief- wet, met hun feilen aanval op de open bare school - dat onmisbaar element voor onze vrijheid en zelfstandigheid met het uitzicht van hevige godsdiensttwisten in de naaste toekomst, wij verheugen ons, dat er thans mannen zijn, die jaren in de coalitie medeliepen, maar de dreigende gevaren ziende, deze het hoofd willen bieden evenals wij, zij het dan ook op andere wijze. Dat men links het als eene dure plicht beschouwe, om het huidige bewind een: Tot hiertoe en niet verder toe te roepen. Laten we bij ons zeiven beginnen en zorgen, dat het district Oostburg behouden blijve. Ieder doe zijn best om naar zijne beste krachten te werken voor onzen candidaat een candidaat, die de zege waard is, een candidaat, waarmede we voor den dag mogen komen. Om zijn beginsel en zijn persoon, maar ook om de behartiging der districts belangen is hij voor ieder, die het wèl meent met zijn land, met zijn district, de aangewezen man. Toen de heer KI. de Vries in een drietal vergaderingen in deze streek optrad en de aanwezigen opwekte tot eene krachtige actie om den toeleg der Kerkelijke partijen tot vernietiging onzer nationale volksschool te doen mislukken, was de gelegenheid tot debat steeds opengesteld. Men kwam evenwel van de rechterzijde niet debatteeren. Men waagde zich niet in eene openbare vergadering om de regeerings- plannen te verdedigen. En toch debatteerde men. Dat deed men voor en na de komst van den heer De Vries in Luctor et Emergo. Dat is dan ook wel zoo gemakkelijk. Of men zendt een oudersnummer om zoo doende de begeerde stemming er in te brengen. Onze candidaat voor de Tweede Kamer vreest het debat niet. Bij iedere vergadering, waarin hij sprak, was voor den tegenstander gelegenheid om tegen de rede van den gevierde spreker op te komen. De anti-rev. waagden zich niet. Het ijs was hun blijkbaar te glad. Maar alweer debatteerde men in het Chris telijk orgaan. Men tracht wat te spotten met aanhalingen uit de rede van den heer De Muralt. Men schrijft over champagne en over eene oude Amerikaansche tante of men schermt met een dubbeltje entreegeld (eene zaak, waar natuurlijk de heer De Muralt geheel buiten stond). Men pruttelt en moppert wat. Maar royaal voor den dag komen, het gebeurt niet. Men wil niet debatteeren, maar uit Luctor et Emergo blijkt telkens, dat de lust er wel is, maar men treedt niet voor de oogen der menigte, men blijft brommen achter de redac tietafel. Ook »Zelandia« debatteert na over de rede van Jhr. De Muralt te Breskens. Zoo ooit, dan toonen deze debaters van den kouden grond zich thans zeker wel ridders der droevige figuur. Maar zooals we reeds vroeger opmerkten, de beginselen en de partij, die rechts te ver dedigen heeft, laten op het oogenblik ook weinig fierheid toe. En daarom kiezen deze voormannen der kerkelijke groepen de voor hen wijste partij. Ze debatteeren op papier, dat zoo geduldig is en de repliek kan hen minder hard treffen. Dat behalve wij nog meerderen, ook van de partijgenooten dezer voormannen zelf, zich over de veranderde houding dier vroeger zoo vurige debaters verbazen, blijkt ons herhaal delijk. Wij hebben geene reden om hierover onte vreden te zijn, daar het niet anders dan onze positie kan versterken. Een royaal, openlijk optreden met gelegenheid tot een wederwoord voor den tegenstander zal onze zaak in de oogen van ieder onbevooroordeelde doen rijzen. Daarom blijven wij tot de stemming toe onzen strijd voeren met gelegenheid tot debat. Het doet de coalitie minder aangenaam aan, dat, niettegenstaande het accoord zijn beslag heeft gekregen, er telkens en telkens weer nieuwe stemmen opgaan tegen haar bestendi ging. En het schijnt wel, alsof de maat over- geloopen is, nu er is opgericht een Bond van protestantsche kiezers, welke alle tegen de coalitie gekeerde candidaten bij de verkiezingen zal steunen, mits die candidaten het protestant sche karakter der natie en de rechten der Nederd. Herv. Kerk willen handhaven en zij vóór den vrijhandel zijn. Pe Standaard van dr. Kuyper is op dezen nieuwen bond al bijzonder gebeten. En geen wonderDe coalitie moet naar buiten den schijn wekken, sterk te zijn, hoe zwak zij inwendig ook is. Elke moeilijkheid, die er bij komt, maakt straks den strijd aan de stembus nog zwaarder. De nieuwe bond van protestantsche kiezers wordt door dr. Kuyper in zijn lijfblad een conspiratie, een samenzwering genoemd. On middellijk volgt de verdachtmakingvan den jonggeborene staat noch de naam van vader, noch die van moeder er bij. »Er zijn wel onderteekenaars, maar ze worden niet ge noemd*, zegt het anti-revolutionnaire hoofd orgaan. Maar het mooiste komt. De Standaard orakelt verder, dat een karak tertrek van den Bond van protestantsche kiezers is het puur misleidende in den naam »Protes- tantsch heet 't schepseltje, maar feitelijk treedt 't tegen de anti-revolutionaire partij op, en onder den eenen protestantschen naam smok kelde men allerlei personen van diverse plui mage in.« Daar staat ons verstand nu werkelijk bij stil. Eerst beklaagd dr. Kuyper zich, dat »het kindeke anoniem de wereld intreedt*. »Er zjjn wel onderteekenaars, maar ze worden niet genoemd.* En een paar regels verder schrijft hij klak keloos neer, dat de bond bestaat uit allerlei personen van diverse pluimage. Men ziet, welke waarde aan de uitlatingen van dr. Kuyper in zijn Standaard moet worden toegekend. Het is >puur misleiding* van het begin tot het eind. Hij verzwijgt opzettelijk, dat pertinent de verklaring is afgelegd, dat binnenkort de namen van de leden van het centraal comité van den Nationalen Bond van protestantsche kiezers in Nederland zullen worden bekend gemaakt. Verzwegen wordt ook vermoedelijk uit eigen ongerustheid dat de bond jaren lang ruim tien jaren in wording is geweest en dat het gebeurde te Ommen één der stooten was tot de-stichting van een uitgebreide cor- peratie. Onwillige christelijk-historischen, een gesta dig groeiende christelijk-sociale partij van mr. dr. Van de Laar, nu weer deze bond, waarlijk, het gaat de coalitie niet voor den wind. Er is reden tot ongerustheid. De Juni-stem- bus is reeds zóó nabij, dat het een onmoge lijkheid zal blijken, vóór dien tijd alle scheuren dicht te pleisteren. Ja, wat nog heel wat ander3 is wij voorzien, dat de scheuren hoe langer zoo talrijker en grooter zullen worden. De schoone dagen van de coalitie zijn voor- bÜ- Haar val is aanstaande en niets zal dien val kunnen tegenhouden. Doch zij kan zeggen met den bekenden Tijl Uilenspiegelde menschen haten me, maar ik heb het er'dan ook naar gemaakt. (G. C.). De toestand. Er heerscht een sterke spanning in Oos tenrijk. De gemoederen zijn opgewonden, de stemming is verbitterd. En de oorzaak is niet meer de vraag, of Skoetari bij Montenegro zal blijven of bij Albanië zal komen, maar het gevoeldat Oostenrijk Maandag een gewichtige politieke nederlaag geleden heeft. De gezanten-conferentie, Maandagmiddag bijeengekomen, om over den toestand te be raadslagen, ging uiteen, en nam drie dagen vacantie zij besloot Donderdagnamiddag weer bijeen te komen. En dit geschiedde, nadat Oostenrijk hard op de tafel had geslagen en met stemver heffing aan de wereld had verkondigd, dat het zoo niet langer ging, dat het geduld van de monarchie ten einde was, dat zij geen verdere vertraging van de quaestie meer zou kunnen toelaten. In Weenen zegt men De gezantenconferentie heeft geen haasten de gezanten hebben geen instructies. Terwijl heel de wereld het verloop van de zaak met spanning volgt, hebben de gezanten geen instructies De conferentie te Louden duurde van half- vier tot kwart voor zeven. Sir Edward Grey -leidde de bijeenkomst. Aan de conferentie was een langdurige bespreking met de ge zanten van Oostenrijk en Rusland voorafgegaan. De besluiten die de conferentie nam, zullen door de gezanten aan hun regeeringen wordeu toegezondende beslissing der regeeringen zal nu in de conferentie worden medegedeeld. Het blijkt wel, uit hetgeen nu omtrent de zitting der conferentie bekend wordt, dat Oostenrijk Europa een ultimatum stelde. En nu is er geen reden, om aan te nemen dat Oostenrijk eenigen stap doen zal, voor dat de tijd, voor dit ultimatum vastgesteld, verstreken is. De regeeringen moeten besluiten nemen, en die besluiten aan hunne gezanten mede- deelen. En morgen zal het nu de kritieke dag zijn, waarop alle gezanten zullen moeten weten, wat hunne regeeringen willen. Voor dien tijd is er geen reden voor Oosten rijk om zich bezorgd te maken. Het zal zijn pond vleesch hebben, en de tijd nadert waarop de Europeesche rechtbank uitspraak zal doen. In de conferentie van Maandag drong Oosten rijk er op aan, dat de beslissing nu niet VOLKSBLA

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1913 | | pagina 1