Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, DRANKWET. DRANKWET. Rede van Jhr. DE MURALT AANBESTEDING, No. 2364. Zaterdag 26 April 1913. 24e jaargang. abonnementsprijs Telef. Interc No IS Per 8 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Glrootere letters na«»r plaatsruimte- Redactie-adresNoordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant .«whfint eiken Woensdag- 01. I a I r <1 a g o» r *e li byj den Uitgew M. DE JON&E, te Ter Neu.ep. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, zullen op Maandag den 5 Mei 1913, des namiddags 3 UUP ten Gemeente huize iu het openbaar aanbesteden Het bouwen van een MUZIEKTENT. Het bestek met teekening zal vanaf 26 April 1913 ter gemeente-seci etarie ter inzage liggen en aldaar tegen betaling van ƒ1,verkiyg- baar zyn. Nadere inlichtingen worden verstrekt door den gemeente-bouwmeester. Ter Neuzen, 21 April 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HU1ZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Ter Neuzen, 21 April 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZING ABurgemeester. L WABEKE, Secretaris. t© Ter Neuzen. Gisterenavond trad in de zaal van mej. de Wed. Micbielsen, alhier, in openbare verga dering op, de heer Jhr. De Muralt, de candidaat der vrijzinnige partij in het district Oostburg voor de aanstaande Tweede Kamerverkiezing, Spreker ving zijn rede aan, met eenige be schouwingen over het onderwijsvraagstuk. Ir, het tegenwoordig artikel 192 van de grond wet, komt het woord openbaar onderwijs drie malen voor. Volgens dat artikel, is het openbaar onderwijs dan ook no. 1, en is alleen de mogelijkheid voor z.g. vrijt onderwijs niet onmogelijk. De politiek christelijke regeering die nu nog aan het bewind is, heeft echter een grondwetsherziening voorgesteld, waarbij art. 192 zoodanig zal worden om schreven, dat het woord openbaar er uit valt. Het openbaar onderwijs moet weg. Het bijzonder onderwijs regel, en als het hoog noodig blijkt, bij wijze van aanvulling desnoods openbaar onderwijs Winnen de anti-revoluti onairen het by de Juni-stembus, dan zal binnen korten tijd met staatsgeld kunnen worden opgericht calvinistische scholen A, B, C, en andere soorten die nog komen. Er zullen socialistische-, liberale-, neutrale-, anti godsdienstige-, attheistische en allerlei andere scholen, met staatsgeld kunnen worden op gericht. Spreker beschouwt hierop liet onderwijs vraagstuk van drie zijden le. De aard van het onderwijs voor het kind in verband met het latere economische leven. 2e. De gemoedsbezwaren der ouders. 3e. Het onderwijzend personeel. Voor hel kind, is het van veel belang dat het voldoende onderwijs krijgt om den strijd voor het bestaan in het leven te kunnen vol houden. De wet-Kuyper geeft niet de minste waarborgen dat werkeljjk het onderwijs op de bijzondere school aan de eischen voldoet. De invloed van het staatstoezicht is zoo gering, dat het toezicht niet eens kan verbieden dat aan kinderen wordt opgedragen om te bidden dat de liberalen het bij de a s. verkiezingen afleggen. Zoo wordt staatsgeld misbruikt, om een deel van het volk in het kinderhart iu discrediet te brengen. Geschiedenisboekjes moeten worden toegelaten, waarbij Willem den Zwijger wordt voorgesteld als een ver rader des Vaderlands, als een grooten bandiet, die alleen eigenbelang op 't oog had bij alles wat hij deed voor ons volk. Toegelaten moet worden, dat aan een bijzondere school in het Noorden (medegedeeld door den heer Ketelaar in de Tweede Kamer) een hoofd wordt benoemd, die zes maanden in de kast had gezeten wegens onzedelijke handelingen, maar de gelden benoodigd voor de stichting van het schoolgebouw voor zeer lage rente ter leen gaf. Door de splitsing in kleine schooltjes wordt het onderwijs vooral voor de kleine luiden slechter en slechter. (De anti-revolutionaire prof. Woltjer klaagde er zelfs over in de Eerste Kamer). Er zyn voorbeelden, dat op plaatsen vroeger een flinke openbare school wai met 240 leerlingen en zes klassen. Elke klasse had één onderwijzer voor één leerjaar. Ziet, daar richt een katholieke vereeniging een schooltje op voor meisjes die de openbare school verlaten. Korten tijd daarop richt een anti-revolutionaire predikant, die zich ook een eerezuil wil stichten, ook een bijzondere school op vooi gereformeerden. Een deel der Neder- landsch Hervormden die in den kerkeraad ruzie krijgen, richten ook een schooltje op. Ten slotte wordt ook een schooltje voor ka tholieke jongens opgericht. Zoo zien wij na een paar jaar groote twee dracht in die plaatst ontstaan. lnstede van de flinke openbare school van vroeger, zijn nu zes schooltjes ontstaan, elk met twee onderwijzers. Elke onderwijzer staat voor drie leerjaren. Door al die splitsing hebben wij in het beschouwde geval verkregen 12 onderwijzers, in de plaats van de vroegere 6 en veel slechter onderwijs, doordat telkens één onderwijzer staat voor drie leerjaren. De splijtzwam werkt door en de deelen van ons volk, die in da jeugd althans zeer zeker één moesten zijn, staan als vijandige sekten tegen over elkaar. Is het niet merkwaardig merkt spreker op dat artikel 3 van de Christelijke onderwijzers-vereeniging zegt: *Het onderwijs moet Christelijk nationaal zijn en gericht zijn tegen het Roomsche bijgeloof en het revolutionair ongeloof. Is het niet schandelijk, zelf de kinderen reeds op te zetten tegen katholieken en liberalen De Christelijke heeren zien er niet tegen op, om zooals bij het meer uitgebreid lager onderwijs is gebleken, meerdere subsidie machtig te worden, door tegen de geest der wet in bijv. maar één uur wiskunde op te nemen. Het is door hoofden van bijzondere scholen erkend, dat op 15 Jan. het aantal kinderen kunstmatig werd verhoogd, door tydelyk kinderen op de banken te zetten, die niet werkelijk op die scholen gingen. Overgaande tot beschouwing van het onder wijs in verband met de gemoedsbezwaren der ouders, merkt spreker op, dat ook hij met vele andere liberalen zich niet kan vereenigen met de houding van minister Kappeine in het jaar 1878, die van vrijheid van onderwijs niet gediend was en zeide »dat de minderheden maar moesten worden onderdrukt.* Spreker kan zich voorstellen, dat er ouders zijn, die juist omdat de openbare school neutraal is en moet zyn, bezwaren hebben er hun kinderen naar toe te zenden. Het geven van subsidie op zich zelf, is dan ook voor diegenen niet erg, mits de waarborgen er zijn dat het onderwijs goed zij. Maar de subsidie zoo ver uit te strekken, dat het openbaar onderwijs slechts aanvullend moet opkomen, dat zou een ramp voor het volk zijn. Tot hiertoe en niet verder, moet de leus van de liberalen zijn. Stellig zou de tijd komen indien rechts in Juni wint en de openbare school van de baan raakt - dat zelfs de tegenwoordige poli tieke christenen, tegen de bijzondere scholen zullen moeten opkomen. Maar dan zal het te laat zyn. De groep, die zich schaart om den christenstaatsman mr. dr. van de Laar, ziet dit nu al in, en verlangt dan ook openbaar christelijk onderwijs. Deze oplossing is voor een liberaal nog minder aannemelijk, en hoe zeer spreker op sociaal gebied ook waardeert, een onderwijspolitiek zoo als dezen staatsman voorstaat, en die op niet anders dan op een speciale actie tegen het roomsche volksdeel van ons land moet uitloopen, kan hij niet goedkeuren. De openbare school is door onze tegenstanders wel vergeleken met de jenever- flesch, de satan, ja zelfs noemde een professor de vrouw die aan die openbare school les geeft »een publieke vrouw* toch bevat die openbare school nog 564.000 leerlingen en de bijzondere scholen slechts 353.000 leerlingen. Nimmer mag de openbare school worden verdrongen en zij zal moeten blijven bestaan om twee ge wichtige redenen le. Zij zal moeten blijven aangeven het peil voor het onderwijs, zooals de overheid die veilangt. 2e. De openbare school zal niettegenstaande de gemoedsbezwaren der ouders, toch in vele gevallen de minste bezwaren opleveren. Stel eens een dorp met tien roomsche, tien calvinistische, tien her vormde, en tien liberale kinderen. Eén school, voor veertig kinderen zou het beste zijn. Vier scholen, voor elke tien kinderen, is onmoge lijk. Welke school is nu alleen mogelijk het antwoord moet luiden >de openbare school* Roomseh kan de school niet wezen, want nooit stuurt de z. g. geloovige protestant de kinderen naar een roomsche school. Calvinistisch kan de school niet wezen want de roomsche kinderen vinden hierop geen plaats Hervormd kan de school ook niet zyn, immers de calvinisten sturen de kinderen liever naar de openbare school dan naar de school der afgescheidenen zooals wij zien te Putten. Aldus in dit geval is alleen de openbare school voor de 40 kin deren aangewezen. Hierop besprak de heer De Muralt de positie van het onderwijzend per soneel. De onderwijzer wordt nog in ons land te veel beschouwd als iemand, die evenals een anderen ambtenaar zooals een ingenieur zijn kennis dienstbaar maakt aan staat of vereeni ging. Inderdaad is echter de onderwijzer ook Voor een groot deel volksopvoeder. Dat dit een hoogstaand ambt behoort te zijn spreekt van zelf. En toch toch zien wij dat de onderwij zersstand instede van te worden gereleveerd, meestal naar beneden wordt gedrukt. Zoo doet ook minister Heemskerk, die voor stelt aan een onderwijzer, die het derde kind in zijn gezin ziet komen, een bedeeling te geven van 40 gld. per jaar. (kindertoeslag.) Dat de onderwijzers zelf zich hierdoor belee- digd voelen, blijkt wel hieruit dat bij stemming in den bond voor nederlandsche onderwijzers 2700 stemmen /ich tegen en slechts 6 stemmen zich vóór de kindertoeslag verklaarden. Die kindertoeslag is inderdaad, een klap in het aangezicht van de onderwijzersstand in zijn geheel. De belooning van ambtenaren die op een hoog peil moeien staan in verband met de hun opgedragen taak, moet alleen verband houden met de geleverde arbeid en behoorlijk betaald worden. De salarissen van de onder wijzers moeten worden verbeterd. Spreker ein digde met een peroratie, het eerste gedeelte van zijn voordracht, en riep alle voorstanders van de openbare school op om met kracht in Junni a. s. te protesteeren tegen den aanslag op onze volksschool. Laten wij ons scharen onder de banier van de concentratie, waarin o. a. geschreven staat »Onverzwakt moet ook als waarborg voor de deugdelijkheid van het geheele volksonder wijs de openbare school worden gehand haafd, waar ieders godsdienstige gevoelens worden geeerbiedigd*. Spreker drong er by de aanwezigen op aan, om lid te worden van de vereeniging Volksonderwijs, die de zaak van de openbare school waardig en krachtig weet te verdedigen en te steunen. De heer de Muralt wijdde daarop een enkel woord aan artikel 171 van de grondwet. Vol gens dat artikel, blijven de traktementen, pen sioenen en andere inkomsten van welken aard ook, thans door de onderscheidene godsdienstige gezindten of derzelven leeraars genoten wor dende, aan dezelfde gezindtheden verzekerd. Volgens de voorstellen voor grondwetsherzie ning van het ministerie Heemskerk, zal dit artikel onveranderd blijven. Toch moet men niet te gerust gaan op dit voornemen. Het staat als een paal boven water, dat mocht de kans schoon worden een wijziging van het artikel zal worden voorgesteld lees de Stan daard. Niemand weet hoe door de een of ander constellatie, ontstaan door de coalitie der rech terzijde, een wijziging van het artikel toch plaats vindt. Volgens de voorstellen van de z. g n. grondwetscommissie, moet art 171 zoo danig worden gewijzigd, dat in den vervolge de bevoorrechte positie van de nederlandsche her vormde kerk ophoudt. De commissie wil Dame- lijk, ook aan alle afgescheidene kerken die ontstaan zijn en die nog ontstaan zullen, een subsidie verstrekken van 455 gld. per een duizend leden. Dat dit de dood voor de ne derlandsche hervormde kerk beteekend behoeft geen betoog. Tal van groepen, die nu nog in die vader- landsche kerk blijven en zich niet al te veel bekommeren om de kleinere ot grootere ver schillen in de details van het godsdienstig geloof, zullen gelegenheid vinden, en daartoe zelfs worden geprikkeld, om de groote kerk te verlaten en eigen kerkjes te gaan stichten. Ook hierin de splijtzwam weer gepoot. Het ellendig gevolg hiervan zal niet zijn, dat de groepen dié zich afscheiden er onder zullen lijden, maar wij zullen zien gebeuren, dat de overblyvenden zich in die groote kerken niet meer thuis zullen gaan voelen. Vele werkelijk godsdienstige menschen in ons vaderland, die tot de groote kerk behooren, zijn al die twisten op godsdienstig gebied reeds lang moede. De groote vaderlandsche kerk blijft hun intusschen nog aantrekken. Wordt deze ook ondermijnd, dan zullen zy ten slotte den gods dienst, geheel den rug toekeeren, tot groote schade van het Nederlandsche volk. Spreker, die tot de meer moderne richting behoort, heeft zeker liefde voor die historische kerk en nu nog als kerkvoogd en vroeger als diaken heeft hy in die kerk met mannen kennis gemaakt en samen gewerkt. Er zyn er velen die een gemeenschappelijken band vonden in de kerk. Nu heeft spreker liever met een modern godsdienstige te doen, dan met iemand die eenvoudig zegt er is geen God en de kerk kan me niet schelen. Spreker is overtuigd, dat ondermijning van de vader landsche kerk meer en meer, tal van kerksche menschen van die kerk zal doen vervreemden. Trouwens het is in strijd met alles, om door TER Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ingevolge artikel 37, in verband met artikel 12, le lid der Drankwet, ter openbare kenpis dat bij hen is iugekumen een verzoekschritt om verlof tot den verkoop van alcoholhoudenden, anderen dan sterken drank van CORNELI8 JACOBS, vissoher, wonende te Ter Neuzen, voor het perceel plaatselijk gemerkt Q 158 en gelegen te Sluiskil. Binnen twee weken nadat deze bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleener. van het veriot schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren inbrengen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ingevolge artikel 37, in verband met artikel 12, le.lid der Drankwet, ter openbare kennis dat bij ben is ingekomen een verzoekschrift om veriot tot den verkoop van alcoholhoudenden, anderen dan sterken drank van CONSTANTINUS DRUIJMELINCK, her bergier wouonde te Ter Neuzen, voor het linkervoor- lokaal van perceel plaatselijk gemerkt 8 en gelegen aan het Kazerneplein. Binnen twee weken nadat deze bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren inbrengen. Ter Neuzen, 21 April 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1913 | | pagina 1