Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. In „zekere" kringen. T ariefwet. V««9 Voor eigen to! VerKiezingsgglden. KIEZERSLIJST. Belasting op het honden van honden. No. 2356. Zaterdag 29 Maart 1913. 24e jaargang FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 7B oent voor binnen en buiteD Ter Neuzen. Voor België 96 eent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. Interc No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tariei. Grootere letters nair plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant .erschflnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bg den Uitgeyer M. DE JONGE, te Ter Neuzen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis, dat van 23 Maart tot en met 21 April aanstaande op de secretarie voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd a. de lijst van kiezers van leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaal, van de Provinciale Staten en van den Raad b. alphabetische lijsten van hen, die van de kiezerslijst z(jn AFGEVOERD en van hen die daarop zijn GEBRACHT alsmede, dat die lijsten, tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn. Ter Neuzen, 22 Maart 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZING ABurgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis, dat het kohier van de belasting op het houden van Honden No. 1 in deze gemeente voor 1913 in afschrift gedurende vijf maanden op de secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, 22 Maart 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZING ABurgemeester. L. WABEKE, Secretaris. »Zijn neus voorbij gepraat*, schrijft Zelandia naar aanleiding van ons artikel *Een toevallig samentreffen* in ons blad van 22 Maart j. 1. Wat hadden wij dan gezegd? We hadden het alleen gehad over het tooneelmatige samen treffen vaD de vergaderingen van Anti-Rev., R.-K. en Chr. Hist., alle te houden op 24 April a. s. Nu zegt Zelandia, dat de Vrij-Liberalen, de Unie-Liberalen en de Vrijzinnig-Democraten reeds meerdere malen op denzeliden dag ver gaderden en dat de Rechterpartijen dit thans voor het eerste doen. Precies, Zelandia, de Rechterpartijen doen dit thans voor het eerst. Waarom het te recht de aandacht trekt. Juist hierom, omdat men door zeker tooneel- efifect de ontevredenheid onder sommige klassen aan de Rechterzijde wil uit den weg ruimen en zelfs een tijdelijke geestdrift voor de ver kiezingen wil opwekken. Zelandia zal wel weten, dat dit bij de linker partijen steeds heel anders was. door HENDRIK DE HEYDE. 7) „Bereidt u voor op een duel tussehen twee groote geesten, waarbij intellect en vernuft de gekozen wapenen zijn", spraken hare be wonderende oogen. De dames glimlachten aan minnig, en hielden de hoofden schuin in af wachting. „Ik zou onmiddellijk het ongerjjmde van nw meening konoen aantoonen door een deductio ad absurdum", sprak de jeugdige diplomaat gestreng. Het leed geen twijfel, dat de beeren Sims en Lorsig beiden eveneens minstens één de ductio ad absnrdnm gereed hielden. De gast vrouw was verrukt, dat aan h&èr tafel, en tegen hkar zoon, zulke diepzinnige dingen gezegd werden. „Er wordt wel geen Engelsch gesproken", dacht zij, „maar neef Klompert zon toch weinig aan ons onderhond gehad hebben." Allen waren blijkbaar zeer verlan gend om de dednctio ad absnrdnm te vernemen, maar terwijl de gastheer een por tegen zjjn knie ontving, omdat hjj zjjn vischcouvert niet gebruikte, zeide de jeugdige pbilisophaster Daarbij handhaafde steeds ieder eigen zelf standigheid en onafhankelijkheid. Wij zouden ook op het onoprechte kunnen wijzen, waar men vooral van anti-rev. zijde steeds tooneelvoorstellingen uit den booze acht. Dan zou het tooneelachtige toch zeker, waar men het op de werkelijkheid wil toepassen, zeker uit den booze zijn. Dat men er rechts ook niet minder dan een tooneelachtig reelamemiddel mede bedoelt, bewijst wel een artikel in de Standaard onder het opschrift: »Mise en Scènec. De Standaard schrijft o. a., doelende op het samenvallen van de vergaderingen der drie rechtsche partyen >Gevolg van dit samentreffen kan niet zijn, dat men op dien uitverkoren dag door een telegrafische verbinding van iTivoii* met »Kunsten en Wetenschappen* en met Amster dam, nog een laatste poging wil wagen, om nog bestaande gapingen in het accoord te overspannen. Door hen, die zich bij 24 April aansloten, wordt, naar men vermoeden mag, ondersteld, dat er een mise en scène wordt verwacht, b. v. van drie deputaten, die chassez croisez over en weer de groote vergaderingen komen bezoeken, om elkaar het aanvaarden van het accoord mede te deelen. En metterdaad zou dit heel 't land door een gelukkig élan kunnen geven*. Als wij dus zeggen, dat het tooneeleflfect (en dat bij de christelijke partijen) er dik op ligt, hebben wij dan te veel gezegd Laat Zelandia nu toch zwijgen. Men bemerkt het uit de Standaard, dat men door een fijn berekend tooneelspel de lauwheid bij de christelijke kiezers in geestdrift tracht om te zetten. De Regeering heeft haar Tariefwet voor- loopig opgeborgen. Voor de Juni-verkiezingen wordt ze althans niet meer behandeld. Bezorgen deze de overwinning aan rechts, dan is er geen twijfel, of ze komt er. Hebben wij er altijd bezwaar tegen gehad, omdat juist de minst krachtigen den grootsten druk zouden ondervinden, we hebben ook „Maar ik vrees, dat onze redetwist de dames zal vermoeien", (o, neen! de dames hadden nog nooit zoo'n pret gehad „en hoop deze belangiyke zaak eens met tnjjn geachten vriend onder vier oogen te bespreken". Frederik boog hoffelijkhjj bad den stroom van geleerdheid tenminste onderschept, en den kwast duidelijk laten merken dat hij niet de wjjsheid in pacht had. De kwast, die met zijn fraaie rede blijkbaar op een be paald doel aanstevende, vervolgde»Intnsschen kan men de vrouw ook vannit een ander dan philosofisch oogpunt beschouwen. jje gastheer, die het woord „philosofisch* thans genoeg gehoord had, om het zonder veel fouten te kunnen nazeggen, en wien eens klaps een licht opging, meende weer eens wat in 't midden te moeten brengen. „Mjjn beste van Zoutkamp", sprak hij ge wichtig, „ik moet je nu tot mjjn spijt toch tegenspreken. Ik heb de vronw nog nooit anders dan uit wilozogisch oogpunt kunnen beschouwen, en ik moet beslist ontkennen, dat dit mogelyk is." De heeren hadden nog nooit zóó'n goeie droog-komiek gezien, en lachte, voor het doen van diplomaten, zeer uitbundig. Mijnheer Tor, hierover wel wat verwonderd, vervolgde„Ik geef mjjn meening graag voor een betere, want van d i t vak heb ik nooit een bizondere studie gemaakt (het was den gasten thans steeds gewezen op het tweeslachtige in de houding van regeering en de haar goedgezinde persorganen, die dan weer beweerden, dat de maatregel zuiver fiscaal was (om het noodige geld voor de sociale wetten te verschaffen) en anders redeneerende, betoogden, dat die beschermende rechten strekken tot meerderen bloei onzer industrie. Wat dit laatste betreft, was het al zeer vreemd, dat zooveel industrieëlen zitting hadden in het anti-tariefwet comité en dat zelfs aanhangers der regeering. fabrikant zijnde, allerminst daarmede instemden, maar volgens eigen bekentenis zich er bij neerlegden, om de regeering niet te bemoeilijken. Zooals men weet, nam Mr. P. Dieleman zitting in het comité voor de tariefwet. Er waren meerderen, die daarin zitting napen uit politieke doeleinden, d. w. z. tot steun der huidige regeeringsmeerderheid. Er moest toch iets gedaan worden om de ongunstige stemming van het Nederlandsche volk ten opzichte van deze regeeringsplannen te bezweren. Het lid der Tweede Kamer uit het district Eindhoven, mr. Jan van Best hield voor de R.-Kath Handelsreizigers vereeniging te Tilburg eene lezing ter aanbeveling van de Tariefwet. De heeren Zadelhof uit Utrecht en Groene- woud uit Amsterdam betoogden in het debat, dat van de Tariefwet vooral de arbeiders het slachtofier zullen worden. Het rfiooiste was evenwel, dat aan het debat ook deelgenomen werd door den heer De Pont, schoenfabrikant te Tilburg, die voor vrijhandel zich verklaarde. Een domme kerel toch, niet waar, fabrikant wezen, en toch niets moeten hebben van het groote heil der Tariefwet. Zou de regeering het werkelijk beter weten dan degenen, die het eerst de voordeelen zouden moeten genieten Wie gelooft het? In het antirevolutionaire dagblad de Rotter dammerontmoetten wij dezen week een zon derlingen klacht. Het blad is boos op een vereeniging van christelijke onderwijzers. Deze waren allesbehalve ingenomen met het voorge- duidelijk, dat hij 't wel van 'n ander vak gedaan had). Ik wil maar zeggen kom bij voorbeeld io een wilozogiscben tuin..." Opnieuw lachten alle aanwezigen, en Fre derik, die niet wist of hij in de algemeene vrooljjkheid moest deelen of zich schamen over bet gekke figuur, dat de grondlegger van het geslacht Torren sloeg, trachtte tever geefs zijns vaders aandacht af te leiden. Deze waardige oude heer verschrok eensklaps hevig, kreeg een klenr en mompelde: „wizologisch, wizologisch.zolologisch bjj God, ik heb me vergaloppeerd't eerste woord beteekent zeker heel iets anders". Mijnheer van Zoutkamp was tot Frederiks geooegen inderdaad een weinig teleurgesteld hij had gehoopt zijne beschouwingen te be sluiten met eene peroratie, die meer erotisch den wilozogisch getint, het hart zijner lieve buurvrouw moest treilen. Hij begon dus zeer vertrouwelijk en galant met baar te keuvelen, terwjjl mevrouw Lorsig van Waveren nog eens de geschiedenis van haar medaillon ver telde, en mijnheer Lorsig verzekerde, dat lintjes hem zoo koud lieten als ijs. Niet dat hij de instelling van ridderorden in priDcepe afkeurdeneen volstrekt niet, maar de wijze, waarop „de ministers van H. M. de Koningin" te werk gingen bij het toekennen van onder scheidingen, was oorzaak, dat de heer Lorsig standvastig een lintje zou blijven weigeren, stelde wetje van minister Heemskerk, om aan gehuwde onderwijzers met meer dan twee kinderen een toeslag op hun salaris te verleeDen. Zij verwijten den minister dat hij op die manier in strijd komt met het Bijbelwoord, dat de arbeider zijn loon waardig is. Dat vindt het antirevolutionaire blad een onwaardig gebruik van een bijbeltekst. Dominee Wielinga heeft in de Standaard geprotesteerd tegen het op treden van die christelijke onderwijzers en het blad van professor Diepenhorst sluit zich van harte bij dat protest aan. Zie maar eens, zegt het blad, hoe zelfs de socialiste Enka zich op dienzelfden tekst beroept om het socialisme te verdedigen. »Daar wordt zoo leeraart het blad onnoemelijke schade gepleegd aan de heilige zaak der religie, wanneer aldus lichtvaardig naar Gods gebod wordt verwezen*. Ah zoo, waarde collega, begint ge in te zien, dat het wapen zich tegen u zelf begint te keeren? Wat heelt dr. Kuyper ooit anders gedaan, dan door uit het verband gerukte bijbelteksten het volk aan zijn zegekar te spannen Waar laast ge ooit een ergerlijker misbruik van bijbelteksten, dan sinds jaar en dag in de Standaard geschiedt Zijn het niet baron van Wijnbergen, professor Diepenhorst en consor ten, die in verkiezingsredevoeringen schade plegen aan de heilige zaak der religie door de onbehoorlijke wijze, waarop zij met de religie negotie dreven op de politieke markt Collega, in het huis van den gehangene spreekt men niet van de galg. Nu die christelijke onderwijzers van het Bijbelwoord een toepas sing verlangen, zooals dr. Kuyper ze heeft geleeraard vanaf zijn bekeering van modern predikant te Beesd tot orthodox gereformeerd woordvoerder, verzet gij u. Omdathet be roep dier onderwijzers thans ongelegen komt in de clericale kraam. Veeg eerst eens voor dr. Kuyper's deur, voor ge de christelijke onderwijzers kapittelt Wij lezen het volgende in De Standaard Boven den Moerdijk daarentegen bleef dusver bij onze stembus het geld steeds bij zaak. Kosten werden vergoed. Maar daar bleef het bij. Van omkoopen hoorde men niet. En zoolang er niet uitsluitend op ware verdienste gelet werd. „Wanneer ik dwaas genoeg was geweest", zeide de industrieel, „om een kamer kandidatuur te aanvaarden, dan zou een m(j welgezinde regeering mjj ongetwijfeld een hoogen rang in den Leeuw hebben aangeboden, en dan nog ik zoü geweigerd hebben Nog was men onder den indruk van deze oud romeiusche opvattingen, toen mijnheer Sims zich plechtig verhief, ea na zijn brille- glazen over alle aanwezigen te hebben laten gaan, een dronk wijdde aan den voortref- feljjken gastheer en zijne beminnelijke gemalinde heer Lorsig, nog eenigzins opge wonden over het ridderorden-schandaal, dronk op de voorspoed van mijnheer Tor's spruiten en ten slotte stond onder doodscbe stilte de edele van Zoutkamp op, en hield een klinkende toast, waarin de naam der lieftallige Emma overheersehte. Of men tevreden was over dien goddelijken avondToen de gasten vertrokken waren (mijnbeer van Zoutkamp had moeten be loven het bezoek spoedig te herhalen), bevonden de Torren zich in de lieflijkste stemming. Zelfs de norsche Frederik, die in overmaat van heldhaftigheid een galant tête k tête bad gehad met mevrouw Lorsig van Waveren. Eensklaps zeide Emma, vervoerd door de edelmoedigheid van haar popelend hartje TER \EHZE\S<

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1913 | | pagina 1