Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. jti afwachting. In „zekere" kringen. Ons VolK Ha» moet (in. 5e» toevallig samentreffen? Opgepast. No. 2355. Zaterdag 22 Maart 1913. 24e jaargang FEUILLETON. Telef. Interc No 15. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bjj den Uitgever M- DE JONGE, te T e r N e u z e n. Met het oog op de Paasehdagen verschijnt het „Ter Neuzensch Volksblad a. s. Woensdagmorgen niet. Zooalt onze lezers weten, is Mr. P. Dieleman, als voor vier jaar, de candidaat der Christelijke partyen in het district Oostburg voor de Tweede Kamer. Eenig opzien wekte het bericht in de Nieuwe Zeeuwsche Courant, dat bij den heer Dieleman ernstige bezwaren gerezen waren tegen het aannemen zyner candidatuur. Wy stonden een oogenblik verbaasd. Wat was de reden voor deze zwaartillendheid, waar het bekend is, dat de aangezochte werkelijk zoo ongenegen niet is voor eene candidatuur Velen, die wij spraken, zagen er een truc in. In ons land, het is zeker iets eigenaardigs, uitgaande van de beginselen, die zij zeggen voor te staan moet men juist het meest bedacht wezen op verkiezingstrucs bij de Chris telijke partyen. De ondervinding heeft dat genoegzaam be wezen. De een dacht dus, dat zoo'n voorgewend bezwaar de kans tot slagen kon doen rijzen, een ander meende, dat eene of andere toe vallige gebeurtenis van invloed kon zijn. In de Nieuwe Rott. Cour. kwam ettelijke dagen later een bericht voor, dat de Christ.- hist. in het district Oostburg zich met de candidatuur-Dieleman niet konden vereenigen (iets, wat ons volstrekt niet verwonderde), ja, dat er zelfs sprake van was, om met een eigen candidaat uit te komen. Er werd bij vermeld, dat de Christ.-hist, nog niet georganiseerd waren. Wij kunnen evenwel mededeelen, dat aan deze zijde van de Braakman wèl een organisatie bestaat, dat tenminste in Ter Neuzen eene Christ.-hist. kiesvereeniging aanwezig is, al is het ook, dat de totstandkoming wel eenigs- zins deed denken aan een tweede fuik, zooals destijds een spreker het uitdrukte, om de kans voor rechts te vergrooten. Wy verkeeren dus in het onzekere. Wij hebben evenwel verband gezocht tus- schen het bericht in de N. Z. Cour. en de Nieuwe Rotterd. Cour. door HENDRIK DE HEYDE. 6) De heer van Zoatkamp bleek, toen na de pasteitjes het gesprek begon te vlotten, in derdaad een schitterend causeur te zjjnal thans hjj was nog onbegrijpelijker en diepzin niger dan den avond van bet bal, en praatte met het grootBte gemak over dingen, waarvan nog noo't iemand ter wereld verstand had gehad. Zeker, hij dweepte met alle schoone kunsten, en beoefende zelf de dichtkunst, en hij waardeerde de wetenschap, en bewonderde de mirakelen der techniek, maar ver boven alles stond de wijsbegeerte, waarvan knnst, wetenschap, techniek, neen het geheele inner lijke leven van 't menschdom afhankelijk was. Hegel was de groetste geest, die ooit de wereld door zijne ondoorgrondelijke vindingen gelukkig maakte zijne werken vormen een groot epos, dat op de diepzinnigste wijze de smart van het „zijn" en het „niet-zjjn" bezingteen heer- lyk gedicht „Hij heeft gelijk, zeide mijnheer Tor zacht tot mevrouw Lorzig. „'t is een heel mooi vers. Ik heb bet op school nog uit mijn hoofd Niemand zal ons dit euvel kunnen duiden. Het is toch genoegzaam bekend, hoe ook voor vier jaar -bij verschillende aanhangers der christelijke partijen ernstige bezwaren tegen de toenmalige candidatuur bestonden. Deze bezwaren zijn eer toe- dan afge nomen. Zoowel de algemeene constellatie bij de Christelijke partijen, die zich, verschillend bij 1909, in een toestand van depressie bevinden, als een aantal andere, thans niet te noemen oorzaken, werken hiertoe mede. Wij weten niet, wat van deze Couranten berichten waar zij, maar slaan met begrijpelijke belanstelling de afwikkeling gade. Men vergete vooral niet dat het bericht in de N. Z. C. (omtrent ernstige bezwaren bij Mr. P. Dieleman over het aannemen zijner candidatuur) aan waarschijnlijkheid wint, als men bedenkt, dat hij dit jaar ook moet af treden als lid der Prov. Staten en als men zich herinnert, hoe daarbij (in 1910) de zege voor hem bevochten is. Maar, als gezegd, wij blijven in afwachting. Zachtjesaan, maar toch steeds krachtiger klinken er uit het Christelijke kamp stemmen, tegen de sectarische verdeeling van ons volk. Niet in eens, maar langzamerhand gaan van meerdere aanhangers der Christelijke party de oogen open voor de gevaren, die ons land en volk van de Christelijke partijen bedreigen, waarvoor wij reeds zoo vaak waarschuwden. Iemand als Ds. Kromsigt toch een onverdacht geloovig man verwijt aan Dr. Kuyper en zijne volgelingen, dat ze uitge komen zijn bij het sectarisme en separatisme zoowel op kerkelijk als staatkundig gebied. »Daarom«, zegt hij, »rust ook op de Chris- telyk-historischen de taak om deze hunne politieke broeders (immers beiden zien in Groen hun vader) voor verdere afzakking naar het sectarisme te bewaren. Het Christendom mag geen sekte worden in Nederland. Het mag zich niet in een kleinen, zooge naamd zuiveren kring gaan opsluiten in vrye kerken, vrye scholen, vrije universiteiien.* moeten leeren. Er kwam zooiets in voor van.ik weet niet meer wat." „Hegel, zeide mijnheer van Zoutkamp plot seling met imponeerenden erust tot zjjn buur vrouw. „Hegel was een gróót filosoof. U kent hem misschien niet zóó als ik." Het antwoord werd Emma gespaard door den heer Sims. De diplomaat knikte name lijk tevreden. Hot beviel hem, dat deze be gaafde jonge man een meisje niet op de hoogte veronderstelde vau de wijsbegeerte, omdat wijsbegeerte niet voor de vrouwen gemaakt is. Deze meeniug gaf by te kennen. „He meneer Sims, hoe kunt n dat zeggen riep mevrouw Lorsig van Waveren ontsteld uit. Zy trok het zich bepaald aan. ,En de vrouwen zijn niet gemaakt voor de wijsbegeerte", vervolgde de heer Sims met onverbiddelijke, maar des te indrukwekkender beslistheid. „He meneer Sims riepen de dames in koor. 't Was duidelijk, dat zjj zonder wijsbe geerten niet konden leven. „Mijnheer Sims", zeide de heldhaftige Fre- derik, „dat zijn hypothesen." „Foei jongen", vermaande zijn vader, „op jou leeftijd moet men een beetje galant zijn. Een vrouw een hypotheek Wat 'n onzinnige vergelijking Frederik, die zijn vader bjjna even onuit staanbaar vond als neef Kiompert, begreep Inderdaad, Ds Kromsigt ziet de gevaren in, die ons dreigen. De verdeeling tot in het oneindige en de rampen daaruit voortvloeiende, beseft hij. Zal hij zijne coalitiebroeders kunnen over tuigen Of zal zijne stem zijn als die eens roepende in de woestyn Gelukkig'de Christelijke kiezers, die nog buiten de coalitie staan en die vrij en onaf hankelijk, los van alle coalitiebanden, alleen volgens plicht en geweten, kunnen beslissen, wat hun thans te doen staat. Want van hen, die nog aan de coalitie vast zijn zij mogen het gevaar zien en er voor waarschuwen verwachten wij absoluut niets. Zoovele figuren, machtig in 'geest en rede naarstalent, zagen wij onder den druk der coalitie bezwijken. Zelfstandigheid en onafhankelijkheid, wils en geestkracht, ongebonden, door niets weerhouden, zy kunnen ons de verlossing brengen, door menigeen, niet alleen van links (op verre na niet, zelfs) in stilte gehoopt. Moge spoedig zuiverder atmosfeer ons Va derland verfrissching brengen. Het is noodig. »De wereld is een schouwtooneelczei onze groote dichter Vondel. Rechts moet men anders niet veel van tooneelvoorstellingen hebben. Wat evenwel niet uitsluit, dat menigeen er tersluiks van profiteert, wat in grootere plaatsen, zonder bekend te worden, niet zoo moeilyk is. Naar het ons voorkomt, wil men thans van rechts, in strijd met traditie en beginsel, eene voorstelling in de werkelijkheid ten beste geven. Zulks met het doel om de Christelijke partyen, waarin op het oogenblik zekere matheid en nervositeit niet te miskennen valt, met nieuwe geestdrift te bezielen. Het centraal comité der anti-revolutionairen heeft de deputatenvergadering opgeroepen tegen 24 April. De Algemeene Bond der Roomsch-Katho- lieken (d.w.z. van aanhangers der R. K. Staats- dat hjj, terwille van den gemeeoschappeljjken familienaam, het figuur van den „ouwe" moest trachtten te redden. „Papa kan maar niet buiten woordspelingen" zei hjj, terwijl de ande ren hartelijk lachten. „Onzin jongen, spreek geen malligheid, daar heb je nog m'n wjjfvervolgde mjjn- heer, aangemoedigd door bet lachsucces. „Au riep mevrouw Lorsig, die zich tegen baar knie voelde stompen. „'t Is maar gekkigheid, verzekerde de gast heer, die de oorzaak van 't „au" misvatte, ge moedelijk; „'t is maar gekkigheid, hoor; ik zeg anders altjjd „mijn beste" of „lieve". „Au!" riep mevrouw Lorsig nogmaals, en tastte onder de tafel. Mevrouw Tor werd vuurrood, en begreep, dat er iets aan het apparaat haperde, maar de algemeene aaudacbt werd gelukkig van mevrouw Lorsig afgeleid door mjjnheer van Zoutkamp, die met zwemmerige oogen plafond- waarts kykende, declameerde„Ik ben geens zins ongevoelig voor waren humor, zooals die ontspringt uit het brein van oozen voortrefle- lijken gastheer, en ware geest is door zjjne zeldzaamheid, vooral ten onzent, een kostbaar metaal. Maar toch kan ik geen behagen scheppen in woordspelingen, hoe vernuftig ook, wanneer dez9 de vrouw tot mikpunt hebben. De heeren gaven elk op bun wjjze door teeken en gebaar te kennen, dat niets zoo partij) heeft tegen denzelfden dag vergadering uitgeschreven. En ook het hoofdbestuur der Chr.-Hist. Unie heeft dien dag voor zyne algemeene vergadering uitgekozen. Als dat geen tooneelspel is in optima forma, dan weten wij het niet. Zoo'n samentreffen, het zou er toe kunnen leiden, dat de gapende kloven in de coalitie tijdelijk gedicht werden. Maar wat moet een ernstig mensch denken van dit tooneelachtig gedoe, om nog zooveel mogelijk samen te houden, wat inderdaad niet vereenigbaar is, terwijl men jaren lang met »gemeenschappelijken geloofswortel* en andere onfeilbare middelen de göe gemeente diets maakte, dat de rechtsche partijen door een hecht cement verbonden waren. Wanneer zal toch aan deze onwaarachtig heid een eind komen Nu de 5 regeeringsjaren van het Ministerie- Heemskerk zoo weinig, zoo bitter weinig hebben opgeleverd, tracht men weer den Godsdienststrijd in ons land te ontketenen. Men wil door de leuze »vóór of tegen den Christus* de aandacht van het kiezersvolk afleiden van het weinige, dat tot stand is gebracht. Zij die gelezen hebben, wat over die onware leuze reeds is gezegd, zullen zich daarvoor niet laten vinden. We moeten strijden een echt zakelijken strijd. De rechtsche partyen hebben zich door hnnne Invaliditeitswet, Radenwet, hun ont- werpen-Ziektewet en Tariefwet onmogelyk gemaakt. Een Invaliditeitswet, waardoor arbeiders en werkgevers zware premies moeten betalen. Nu geeft de Staat wel een bijdrage van 8 millioen, maar dit bedrag moet gevonden wor den uit de Tariefwet, een wet die een aan slag is op de kleine beurzen Een Invaliditeitswet, die slechts voor de loonarbeiders zorgt en niet voor de zelfstandige werkers, als baasjes en boertjes. Als zij oud en invaliede zyn geworden, zegt Talma, dat zij helaas niet in zyne regeling passen, dat zij dus niets ontvangen. Een Radenwet, die tot gevolg zal hebben zeer hunne walging kon opwekken als een woordspeling, die ook maar in de verste verte het schoone geslacht raakte. „Ik behoef u zeker niet te zeggen, wat een beroemd Duitsch anthropoloog ten dien opzichte verklaarde", vervolgde de redenaar. Allen schudden het hoofd en keken diepzinnig. „De vrouw, beschouwd vanuit philosofisch oogpunt De heeren keken nog ernstiger en de da mes hingen aan des sprekers lippen. „O mijnheer, zeg ons toch uw meening over de vrouw vanuit philosofisch oogpunt", smachtte mevrouw Lorsig. Daar de wjjsgee- rige diplomaat zeer wel opmerkte, dat elke seconde uitstel deze dame noodlottig kou worden, haastte hjj zich te vervolgen „Vanuit philosofisch oogpunt, a gelieve hier vooral op te letten, kan men de vrouw op twee wjjzeu beschouwende eerste beschou wingswijze, die de voorkeur verdient..." Frederik, die grooten lust voelde, om dien verwaanden beterweter, die hem geheel op den achtergrond drong, zijn mes in het fraaie gelaat te werpen, was te verbitterd om goed te luisteren hjj kon zich niet langer inhouden, en om te toonen, dat hjj er ook nog was, en dat hjj den over 't paard getilden gek durfde tegenspreken, viel hjj bem eensklaps heftig in de rede „Het komt mjj voor, mjjnheer van Zoutkamp, TER MMSCH

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1913 | | pagina 1