Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Bekendmaking.
BatipaKerij
In „zekere" kringen.
Om te onthouden.
puntjes en paaltje.
GEMEENTERAAD.
No. 2349.
Zaterdag 1 Maart 1913.
24e jaargang
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 eent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 96 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc No 13
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 60 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement^aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters na«r plaatsruimte.
Redactie-adres: 'Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag Zaterdagmorgen bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
De coalitie is bang, bang voor de uitspraak
der kiezers in het jaar 1913.
Zij gevoelt, dat ze verre gebleven is beneden
redelijke verwachtingen wat het sociale werk
betreft, dat ze bovenal in eenheid van beginsel
een treurig beeld heeft opgeleverd.
Al hare zoogenaamde Christelijkheid heelt
bestaan in het benoemen van wat anti-rev.
burgemeesters en andere ambtenaren en wat
meer geld verschaffen uit 's Rijks kas voor
het bouwen van bijzondere schooltjes.
Toch tracht men alle tekortkomingen te
bemantelen, de schuld af te wentelen op links
en met allerlei kleine middelen de kiezers in
het gewenschte spoor te leiden.
Een van die kleine middelen is de menschen
bang te maken voor het z. g. »roode gevaar.*
In heel de clericale pers is men daar gedurig
over doende, ook onze stadgenoote Luctor et
Emergo is druk in de weer zijne mannetjes
op die manier wat vrees in te boezemen.
Ze herinneren aan België, waar liberalen
en socialisten bij de laatste verkiezingen ook
samengingen
door HENDRIK DE HEYDE.
3)
Mevrouw bloosde tot aan de wortels van
haar baren en mijnheer kreeg 't beoanwd.
Je zult je vergissen, vriendlief", ant
woordde bij knorrig.
„Vergissen, meneer? Ik zon mijn eigen
beesten niet kennen
„U zult bij den broer van baron Willem
van Gravesteen in dienst zijn".
„Nu nog mooierIedereen weet ommers,
alsdat er maar één baron van Gravesteen
hier woont
„Conducteur, stop bij de volgende halte",
riep mijnbeer, die wel onder de bank bad
willeD kruipen.
„As n de baron ziet, doet u 'm dan me
complementen", riep onder algemeene vroo-
lljkbeid de grijnzende burgerman, terwijl 't
echtpaar de tram verliet.
„Nou", zei 'n juffrouw, „u bent net zooveel
koetsier bij den baron as ikke kammenierster
bi] de barones, want ik zie u zeivers elke
ochtend de glazen lappen in de mannefakturau-
winkel van Goudsmit".
Nu is het mooiste, dat vrijzinnige concen
tratie en socialisten niet samengaan, zoodat de
vergelijking van Luctor et Emerge niet opgaat.
Dat liberalen en socialisten in de bres zullen
springen, zullen moeten springen voor het
bedreigen onzer staatkundigen vrijheid en voor
andere geestelijke goederen, die ons dierbaar
zijn, dat is iets, dat van zelf spreekt.
De clericale pers dient feitelijk te zwijgen,
waar van de zijde der coalitie zoo vaak socia
listen in het geniep werden gesteuut, om af
breuk te doen aan de vrijzinnigen en zelf
tijdelijk eenige winst te behalen.
Men denke ook aan het samengaan voor de
Gemeenteraadsverkiezingen een tijd geleden te
Gent van clericalen en socialisten.
In Duitschland is bij verkiezingen door het
centrum reeds dikwijls »met vuur gespeeld*,
zooals Luctor het noemt. En in den Rijks
dag ziet men bij meer dan ééne gelegenheid
op het oogenblik het Centrum met de socia
listen samen werken. Wie zich daarbij het
meest blameert, laten wij in het midden.
We behoeven ons dus niets van het huichel
achtig geschrijf in vele coalitiebladen aan te
trekken.
De vrijzinnige concentratie heeft dezen zo
mer te strijden voor de schoonste goederen,
ons in de vorige eeuw deelachtig geworden.
Wat door de coalitie gedaan is en meer nog,
wat ze van plan is te doen, moet eene aan
sporing zijn voor de vrijzinnigen niet alleen,
maar voor ieder, die het wel meent met land
en volk, voor ieder, die niet door partijzucht
verblind is, om krachtig de huidige regeering
toe te roepen Tot hiertoe en niet verder
Ieder, die de beraadslagingen over de In
validiteitswet in de Kamer heeft nagegaan,
zal bemerkt hebben, dat de linkerzijde onop
houdelijk pogingen doet de wet zooveel moge
lijk te verbeteren. Verschillende woordvoer
ders op de banken der linkerzijde hebben zich
inspannende studie getroost om de wet te be
grijpen en ze door amendementen te verbete
ren. Van Rechts wij wezen er reeds in
ons vorig nummer op zwijgt men. De
clericale blaadjes, tweede hands-gramofonen
van >de Standaard*, zooals mr. Bichon ze
Dien middag heerschte er groote drukte in
den huize Tor. Dina, de tweede meid, die
haar uitgaansdag had, zou met goedkeuring
van haar vrjjer, eD tegen vergoeding van één
gulden vijftig, thuis blijven om onder mevrouw's
regie baar figuranten rol te spelen een oude
knecht nit do vroegere verlichtingsartikelen-
winkel was in mjjnheer's afgedragen rok ge
stoken en maakte, met zijn grijzende bakke
baarden, een passabel figuur. Hoewel bij de
kunst van tafeldienen nimmer geleerd had,
meende de familie, dat Gerrit er volkomen
op berekend was om met borden, schalen en
glazen te -jongleeren, daar hij gedurende zijn
twaalfjarig priesterschap in het filiaal van
Helios nog nooit een gloeikousje ofgasballon
gebroken had, behalve eens, toen despeelscbe
Frederik opzettelijk een knikker op de trap
van het opkamertje bad gelegd, bij welke
gelegenheid Gerrit drie gloeikousjes, een cy-
lindergla8. zijn bril en twee voortandan brak.
Met welgevallen bekeken mevrouw en de
meisjes de keurig aangerichte tafel, en zjj
riepen mijnheer en Frederik binnen, opdat
ook de mannelijke leden vaa het gezin van
het verrukkelijke schouwspel konden genieten.
„Nou man
„Keurig mooi, wijfje, keurig hoorzei
meneer, geweldige snuffelende.
„Wat doe je toch man?" vroeg mevrouw.
„Dat linnengoed ruikt zoo lekker friscb,
wijfje."
betitelde, trachten het voor {te stellen alsof
van links obstructie wordt gevoerd.
De lezer oordeele eens.
Op 14 Februari durfde mr. Lohman er
aanmerking op maken, dat mr. Borgesius tij
dens de beraadslaging een amendement in
diende. Van zulke geïmproviseerde amende
menten moet de christelijk-historische leider
niets hebben. De clericale bladen zongen
dadelijk mr. Lohman's lof. Hij, de fiere, de
nobele, de edele, stond op in edele ver
ontwaardiging om mr. Borgesius de les
te lezen. De lezer zoeke nu eens op de Ka
merhandelingen van 19 Februari. Bij de be
handeling van art. 93 komt het »geïmprovi-
seerde* amendement van mr. Borgesius aau
de orde. En wat doet nu minister Talma?
Hij stelt een wijziging voor van art. 88, die
hij aldns toelicht
»Ik geloof in den geest van de voorstellers
te handelen wanneer ik zeg, dat, wanneer
gedurende eenige jaren invaliditeitsrente ge
noten is het doet er niet toe of het in het
oog van de deskundigen een tijdelijke of blij
vende rente is de oproeping van art. 88
na den 60-jarigen leeftijd niet moet plaats
hebben.
Nu had ik mij voorgesteld de zaak in orde
te kunnen maken door aan art. 88 toe te
voegen een tweede lid luidende »het voor
gaande lid is niet van de toepassing ten aan
zien van den verzekerde die den leeftijd van
60 jaar bereikt heeft en gedurende vijf jaren
of langer in het genot is van invaliditeits
rente. Op een dergelijke manier geloof ik,
dat wij er zijn*.
Handelingen blz. 2437.
Met andere woorden het »geim pro viseer
de* amendement werd met eenige wijziging
overgenomen. De minister erkende het amen
dement als een verbetering en nam het groo-
tendeels over, mr. Lohman, zoo zou het volk
zeggen, kreeg de kous op den kop
Wanneer men aandachtig nagaat hetgeen
door de tegenwoordige Regeering werd gedaan
en voorbereid, dan krijgt men den indruk,
dat de vrouw in de waardeering der clericalen
al op een zeer lage trap wordt gesteld.
„Zeg 's, man
„Ja wijfje?"
„Je moet niet altijd „wijfje" zeggen, 't staat
ordinair. Maar vind je 't nu werkelijk mooi
„Heel netjes, heel knap hoor, 't is excel
lent, vrouwlief."
„Excellent is goed", hernam mevrouw.
„Excelleut is uitstekend", verbeterde Fre
derik.
„Excellent is goed", hernam mevrouw,
„maar „vrouwlief" moet je ook niet zeggen.
Daar heb ik je al meer voor gewaarschuwd.
Zeg „m'n beste" of „lieve". En nu: behoeft
mijnheer van Zoutkamp zich hiervoor te scha
men
„Schamen, lieveHoe kom je d'r aan.
Baronbaronbaron
„Van Gravesteen", opperde mevrouw, maar
beiden zwegen eensklaps en bloosden.
„Ik wou zeggen", besloot mijnheer koeltjes,
„dat die zich er ook niet voor zou behoeven
te schamen".
Het luiden van de buitenschei stoorde de
familie in haai kunstbeschouwing. „Dat zal
de kok zjju", veronderstelde de vrouw dea
huizes.
„Nu al zei mijnheer yerbaasd. „'t ijs
mag toch niet zoo vroeg komen
„,t IJs wordt later gebracht", legde me
vrouw nit, terwijl ze zich naar de deur be
gaf om bare instructies te geven, „maar we
een weduwenpensioen
wijst daarop in zeer
Het ontbreken van
in de Invaliditeitswet
sterke mate.
Als een gehuwde vrouw een menschen-
leeftijd lang van haar huishoudgeldje de premie
voor het pensioen heeft moeten missen, en
bovendien als gevolg der invaliditeitswet tal
van noodige artikelen duurder dan vroeger
heeft moeten betalen, is het voor geen tegen
spraak vatbaar dat zij evenzeer, zoo niet méér
nog dan haar man, gedrukt is geworden dooi
den geldelijken last, dien de Invaliditeitswet
op de schouders legt van het volk.
En dit geldt niet enkel voor de vrouw van
den werkman, maar ook voor die van het
kleine patroontje, wiens lasten eveneens worden
verzwaard.
Wanneer nu de werkman kort vóór of
na zijn 70 jaar overlijdt, laat hij zijn oude,
trouwe levensgezellin achter, zonder dat deze
maar een enkelen cent terug ontvangt voor
haar vermeerderde zorgen gedurende het lange
leven."
Dit schreeuwend onrecht, deze vervloekte
onrechtvaardigheid zou geen vrijzinnig minister
hebben aangedurfdIn zijn eigen kringen
toch leeft daartoe te sterk het gevoel, dat
er een eind moet komen aan de tergende
ongelijkheid, aan het ten Hemel schreiende
onrecht, dat de eeuwen door de vrouw is
aangedaan.
En nu is het een Christelijk minister, die
opnieuw de vrouw eeu klap in 't gelaat geeft,
haar indirect betrekkelijk groote lasten oplegt,
maar in de lusten haar niet laat deelen. En
om te beletten, dat de vrouw op den duur
zelf actief zal kunnen medewerken aan op
heffing van dat onrecht, wordt haar ook in
de voorstellen tot grondwetsherziening den
weg naar verkrijging van het kiesrecht ver
sperd
Is de vrouw dan niets? Niets dan een
lastdier
Heden (27 Februari) is in de Tweede Kamer
de discussie begonnen over een zeer belangrijk
artikel van het wetsontwerp-Talma, n.l. art.
357, waarin wordt aangewezen wie bij de
invoering der wet mits reeds 70 jaar of
ouder zijnde dadelijk een pensioentje van
2,per week zullen krijgen.
Het artikel zegtgewezen loontrekkenden,
mits zij niet zijn aangeslagen in de vermogens
belasting.
hebben de hordoiver en de pasteitjes en da
viscb, en zoo'n schotel met alles, je weet wel
jardiujij-ze, ook van den kok, omdat de hooien
heus J'r tijd wel noodig hebben voor de soep
en 't gebak en 't omwasschen v»n de vaten."
Al sprekende had ze de deur geopend en was
in de gaug verdweuen. Doch onmiddeljjk
kwam ze weder binnen snellen, klaarblijke
lijk aan folterende wanhoop ten prooi
„O God man
Wjjftje, wat scheelt je Is 't ijs te vroeg
„Daar isneef Klompert
Mijnheer verschoot van kleur, Frederik
nam een offensieve, de jonge dames namen
een defensieve honding aan.
„Wat moeten we doen", riep mevrouw ra
deloos uit.
Er werd geklopt, en Dina, in een zwart
japonnetje, een koket schortje voor, en een
kanten mutsje met lange linten op haar blond
kopje, diende den heer Klompert aan.
„We z\jn niet thuis riep Frederik held
haftig.
„Stil Frits", zei mijnheer bedachtzaam,
„laat mij begaan" en mevrouw bednidde haar
zoon met een waarschuwend gebaar, dat bij
op de beproefde wijsheid en koelbloedigheid
van zijn vader moest vertrouwen. De heer
Tor dacht na. „Dina", zeide bij eindelijk,
„zeg aan den heer Klompert, dat wij niet
thuis zijn".
TER .NEL1
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare Vergadering
ran den Gemeenteraad zal worden gehouden op
Dinsdag den 4 Maart 1913, des voormiddags te 10 ure.
Ter Neuzen, den 20 Eebuari 1913.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend, dat het voornemen bestaat een gedeelte
van de perceelen kadastraal bekend sectie L. nos.
111 en 114 en gelegen aan de Markt, ter oppervlakte
van ongeveer 130 M", aan den publieken dienst te
onttrekken.
Binnen acht dagen na heden, kan ieder hiertegen,
mondeling of schriftelijk, hij Burgemeester en Wet
houders bezwaren inbrengen, terwijl inlichtingen ter
gemeente-secretarie kunnen worden verkregen.
Ter Neuzen, 25 Februari 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.