Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscti-Vlaanderen.
Gegn uitweg meer.
De antithese.
Kapitein d'Almonde.
cn zijn hawMspolitielj.
GEMEENTERAAD.
No. 2334.
Woensdag 8 Januari 1913.
24e jaargang
FEUILLETON.
Telef. IntercNo IS
ABONNEMENTSPRIJS;
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren. Brievengaarders en den Uitgever.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tariel. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Ik. Oomam. .erechijnl eiker. Woous.lag- ei, a t e r «1 a g m 0 r g e a bij den Uitgever M. DE JONOE. te Ter N eisen.
't Kan zijn, dat men over zaken schrijvende
met een ander blad, geen anderen uitweg meer
weet dan den persoon van den schrijver zelf
te nemen.
Zoo was het de vorige maal met Luctor
et Emergo.
Op zeer stelligen toon schrijvende over de
totstandkoming van de Commissie van Toe
zicht op het M. O. en er allerlei beschouwingen
aan vastknoopend, moest het blad ervaren,
dat het de bal totaal misgeslagen had.
Nu zou het zoo gaarne weten, wie de
»bevoegdec persoon is, die pn ons blad de
juiste toedracht wist te melde®.
Wij vinden geene enkele reden, waarom
die »bevoegde« persoon zijn naam zou noemen.
Uit het stukje van Luctor zelf blijkt, dat
de schrijver alleszins bevoegd was en dat
Luctor et Emergo zich weer leelijk in den
vinger had gesneden.
In plaats van nu ruiterlijk ongelijk te be
kennen, wil het den naam van den schrijver
weten, alsot dat nu iets toPde zaak afdoet.
L)at is geene royale wijze van strijdvoeren.
in ieder geval weten de lezers nu, dat wij
het bij het rechte eind hadden, en dat het
anti-rev. blad geen uitweg meer zag.
Het is dikwijls opmerkelijk, hoe weinig
men in de Tweede Kamer vaak van de
antithese merkt, 't Schijnt, dat velen van
rechts er dan een weinig beschaamd in zijn.
Zelfs ging men het afgeloopen jaar zoover
van te beweren, dat de linkerzijde daaraan
vasthield.
Men weet wel beter. Van links wenscht
men den godsdienst buiten de politiek te
Oorspronkelijke Schets uit hot militaire huis
houden van jaren geleden.
Dook PERIO.
5)
Iudien bij het al niet wist, had d'Almonde
vooral bij deze inspectie de overtuiging ge
kregen, dat de nieuwe regiments-commandant
hem zeker geen steun zou geven by zijn
streven om te maken, dat de tijdgedwongen
in de kazerne doorgebracht, nuttig zou wezen
voor het gros der miliciens. En niet lang
zou het duren, of hij zou daarvan het over
tuigendst bewijs ontvangen. De officieren
hadden n. 1. hun jaarljjksch bal gegeven in
Amicitia. De kolonel was er met zijn vroow
geweest, doch tegen middernacht vertrokken.
Het uitrukken van den troep zou 's anderen
daags plaats hebben „volgens diensttableau,"
dus om 9 ure, en met bet oog daarop
maakten de danslustige en ongehuwde officieren
minder haast dan hun chef om het bal te
verlaten, dat dan ook tot ongeveer 4 uur in
den morgen voortduurde. En toen kwam bij
houden en door de antithese worden deze
juist vermengd tot schade van beide.
Wie in onze streek enkele artikels uit
Zelandia heeft gevolgd, kon zien op welke
wijze men den godsdienst weer trachtte
dienstbaar te maken aan de politiek. Natuurlijk
werden de liberalen weer als vrijmetselaars,
godloochenaars, enz. voorgesteld. De strijd
van rechts was een strijd voor den godsdienst,
voor de eere Gods, enfin, men kent dat.
We zijn werkelijk benieuwd voor welke
candidaten Zelandia ter eere van die beginselen
in het krijt zal treden. Zelandia zal deze
maal zeker een strengen maatstaf aanleggen.
Niet alleen Zelandia, maar ook de Standaard
komt weer aandragen met de antithese naar
aanleiding van de rede van Mr. v. Deventer
over de Zending.
Men ziet het, niet van links, maar van
rechts moet de antithese dienst doen. Nu
de practische politiek der huidige regeering
te kort schiet, wordt het oude paard van
stal gehaald.
Zal men er in ons land werkelijk nog aan
willen
Nu wij in vorige artikelen eens een kijkje
achter de schermen hebben genomen in de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika,
Duitschland en frankrijk ,de protectionistische
landen, die men ons steeds hier tot voorbeeld
wil stelleu, blijft ons nog over ook ten aanzien
van België de dingen eens meer op de keper
te beschouwen, omdat de voorstanders van de
Tariefwet-Kolkman ons ook altijd weer op
het voorbeeld van dit land wijzen.
Wij vinden hiervoor thans een bij uitstek
gunstige gelegenheid in de belangrijke rede,
welke een Belg, eén man van de practijk,
iemand van rijpe ervaring op het gebied van
handel en nijverheid, de heer Louis Strauss
van Antwerpen, voorzitter van den Hoogen
Raad van Nijverheid en Schepen van openbare
werken, dezer dagen te Amsterdam is komen
houden.
Wij moeten het vele, dat deze overtuigde
en overtuigende Vrijhandelaar heeft gezegd
met een meer algemeene strekking tot aan
beveling van het Vrije ruilverkeer, thans
helaas, met het oog op de plaatsruimte,
een troepje dier levenslustige jongelui, verhit
door wijn en dans, het ongelukkige denkbeeld
op, den kolonel een aubade te brengen, welk
plan, zoodra het geopperd werd, ook werd
uitgevoerd, want de woning van den regiments
commandant was vlak bij Amicitia, op den
hoek van een breede en een smalle straat.
In het smalle straatje stelden de 16 a 20
officieren zich op, één hunner promoveerde
zich tot dirigent en daar zongen zij een paar
strofen van 't „Wilhelmus," gevolgd door een
of ander kermisliedje, waarmee zij aftrokken.
Een half uur later verscheen de kolonel
aan de kazernewacht, tot grooten schrik van
den soezenden wachtcommandant. Hij liet den
adjudaut onderofficier van de week roepen en
dicteerde dezen de volgende order
Donderdagmorgen om 8 uur zullen de
bataljons in mobilisatietenu» zijn opgesteld
in of nabij de kazernes. Geen compagnieskarren.
Sabels niet scherpen.
En bet was Donderdagmorgen Een oogenblik
later klonk de reveille, onmiddelijk gevolgd
door het signaal„sergeant van de week" en
„sergeant-raajoors-appel". En kort daarna
was 't een geloop en gedraaf van oppassers
naar hunne officiereu, van korporaals van de
week naar kapiteins en hoofdofficieren, van
soldaten naar de in het stadje wonende gehuwde
onderofficieren, en liepen in de kazerne zelf
de menscben elkaar tegen 't lijf met allerlei
voorbijgaan en ons bepalen tot hetgeen hij
omtrent België heeft medegedeeld.
Na de verdragen van 1815 was de handels
bescherming in Europa, zelfs in Engeland
algemeen, Zwitseland alleen maakte een
uitzondering. Dank zij de goedkoopte van
zijn producten, slaagde dit land erin de tol-
afsluiting van zijn buren te overschrijden.
Zwitserland heeft bewezen, dat kleine landen
allerminst door -invoerrechten hun handels
verkeer moeten belemmeren.
België zag dit echter niet in. Onmiddellijk
nadat dit land onafhankelijk was geworden,
heeft het den weg van het uiterste protectio
nisme ingeslagen dit geschiedde in 1834 door
de invoering der schaalrechten voor granen.
Als de tarweprijs daalde tot 12 fr. per H.L.,
mocht er in het geheel geen graan meer
worden ingevoerdanders werd bij invoer
geheven fr. 7,50, bij prijzen van fr. 12 tot
15, en fr. 3,75 bij prijzen van fr. 15 tot 20.
Boven fr. 20 was de invoer vrij en werd
een uitvoerrecht geheven van fr. 2,50. Als
de prijs steeg boven fr. 24, was de uitvoer
geheel verboden. Dit stelsel liep op een
totaal fiasco uit. Een onderzoek, vanwege
de regeering in 1840 op voorstel van pastoor
Foere ingesteld, toonde dit ten duidelijkste
aan. De bescherming had den landbouw niet
gered, de nijverheid was verlamd, de handel
belemmerd, en de jammerlijke toestand van
de groote menigte maakte het den landbou
wers onmogelijk hun waren behoorlijk van
de hand te zetten. Alles was op kunstmatige
wijze duurder geworden. De kleine burgerij
en de werklieden leden onder de voorrechten,
die aan de rijken waren toegekend. De loonen
werden zeer laag, de armoede werd steeds
grooter. Het volk kon zijn honger niet ten
volle stillen vleesch, suiker, koffie, boter
eieren en bier waren luxe-artikelen geworden.
En niettegenstaande dit alles, vermeerderde
het Parlement de tariefgunsten. De invoer
van buitenlandsch vee werd opnieuw beperkt,
de visscherij, de metaal en de fabrieksnijver
heid verkregen vermeerdering van bescher
ming, terwijl differentieele rechten werden
ingevoerd.
Deze buitensporigheden veroorzaakten
nieuwe ellende, welke den verkoop op de
nationale markt onmogelijk maakte, terwijl de
hooge productieprijzen den uitvoer ver
hinderden. De toestand werd harttreffend*
voorwerpen, die als bjj hunne uitrusting
behoorde moesten worden bijeengebracht
in hun ransel. Geen gezang werd ditmaal
gehoord; slechts korte bevelen, gemopper, een
vloek hier en daar. De onderofficieren vonden dat
't een geluk was, zoo lang als de officieres
wegbleven men bleef van hun gejaag althann
verschoond.
Maar ook toen het tegen 8 uur liep waren
er nog slechts enkelen, namelijk de kapiteins
de luitenants kwamen nog langzamer, terwijl
vier hnnner, (waarouder helaasde beide
jongste luitenants van d'Almonde's compagnie)
bericht zonden dat zjj ziek waren. Coolbaart
had in de haast ziin sabel vergeten, en bij
zag er met zijn magere, martiale Don Quichotte
figuur, zijn nog slapende oogen, waarin de
balzaalbeelden nog leefden, uit, alsof hij van
een veldtocht huiswaarts keerde.
Precies 8 uur stonden de vier compagniën
op de binnenplaats van 't oude paleis, en
vernam men daar ook de hoornsigoalen uit
de andere kazernes. En enkele minuten daar
na verscheen de kolonel te paard. Hij steeg
af, liep vlug langs de gelederen van den troep,
maar hield met iedereo officier even een dienst
gesprek of deed hun een enkele vraag, be
trekking hebbende op het mobilisatievoorschrift.
Dat Coolbaart zijn sabel miste, bemerkte hij
nietwel dat de man zelf niet bijzonder mo
biel was. Eu de namen der b\j het bataljon
verklaarde de heer Strauss de wegen
waren overstroomd met bedelaars.
Toen omtrent 1845 echter »had het over
vloedige van het kwaad de geesten voor meer
vrijheid geopend*. Engeland strekte België
tot voorbeeld. Daar had Robert Peel, den
weg tot den vrijhandel gewezen.
De ellende, die het gevolg was van het
protectionisme, maakte in België, evenals ten
onzent en in de meeste andere landen, in het
midden der 19e eeuw verandering der handels
politiek dringend noodzakelijk. Het was de
liberale partij die, in België aan het bewind
gekomen, het nieuwe stelsel invoerde en de
groote hervorming van 1853 begon. Bij het
sluiten der handelsverdragen, gegrond op de
z g. wederkeerigheid, legde Frankrijk, waar
België eea recht van 10 pet. hief, er 30 pet.
bovenopEngeland daarentegen niets. En
het gevolg was, dat de vooruitgang in Enge
land grooter werd dan in Belgie, en in België
grooter dan in Frankrijk. Die »wederkeerig-
heid« is altijd slechts een voorwendsel ge
weest de bevoorrechten willen hun positie
nimmer afstaan. Het beschermend stelsel
verspert alle wegen, het verdrijft den buiten-
landschen handel en bij de landgenooten het
initiatief en den vooruitgang. Beschermende
rechten kunnen slechts de prijzen op de
nationale markt doen stijgende landge-
nooten-verbruikers betalen de belasting aan
de geprivilegeerden. De buitenlander geeft
voor onze producten niets meer geld, omdat
wij invoerrechten heffen, hij koopt, waar hij
het voordeeligst terecht kan. De vreemdeling
profiteert integendeel, als op de wereldmarkt
zijn concurrent in slechtere conditie komt, of
wel als hij van de trusts en cartells goed-
kooper kan koopen.
Na 1860 zijn de levensvoorwaarden van het
Belgische volk als gevolg van het verlaten
van het scherpe protectionistische stelsel be
langrijk verbeterd. Ook nadien heeft België
nog eenige liberale tariefhervormingen inge
voerd, in 1870, 1873 en laatstelijk in 1879
door de afschaffing van de rechten op vlas
hennep-en jutegaren.
Daarna is België evenwel den agrarischen
koers, door Duitschland aangegeven, gaan vol
gen. In 1887 werd een invoerrecht op vee
en vleesch ingevoerd, waarbij als middel tot
wering van buitenlandsch vee nog de z. g.
gezondheidsmaatregelen kwamen. Wat dit recht
ziekgemelde jeugdige luitenants, ten getale
vau vier, werden door den kapitein adju
dant genoteerd.
Na 10 minuien was de iBspectie afgeloopen,
en galoppeerde de kolonel naar de andere
kazernes.
De vier jonge luitenants kregen in den loop
van deu dag een belangstellend bezoek van
den kolonel in hoogst eigen persoon.
Van hoog tot laag beefde men voortaan
voor „Napoleon", en nooit ook waren „de
burgers" in 't stadje zóó beleefd geweest voor
eenigeu regiments-commandant.
't Respect werkte door.
's Anderendaags werd kapitein d'Almonde
verzocht evenals zijn betaljons-coramandant
op 't rapport te komen bij den regiments
commandant.
Meneer d'Almonde, begon de kolonel
er rust een moeilijke taak op me. Ik ben
verantwoordelijk voor den gueien gang van
zaken bij het regiment, en ik ben daarom
verplicht van iedereen te eischen dat hij zich
naar mijn inzichten gedraagt, eu in beginsel
zaken ook daar, waar zekere zelfstandigheid
anders eenige vrijheid van beweging laat.
Nn is 't me bekend hoe u de taak van com
pagnies-commandant opvat. Zoo iets als
„vader" van de compagnie, en tot zekere
Hoogte respecteer ik uw optreden. In elk
geval heb ik waardeering voor uw toewijding
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare Vergadering
van den Gemeenteraad, is belegd tegen Donderdag,
den 9 Januari 1913, «les voormiddags te 10 ure.
Ter Neuzen, den 6 Januari 1913.
De Burgemeester voornoemd,
j! HUIZINGA.