Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. OVer «en nieuwjaarsblad «n nog wat! Kapitein d'Almonde. Cijfers- 'Weitje candidaat No. 2333. Zaterdag 4 Januari 1913, 24e jaargang FKUILLKTON. ABONNEMENTSPRIJS: per B maaiden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 96 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren. Brievengaardera en den Uitgever. Telef. latere, üVo 13 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. 3ii abonnement aanmerkelijk ver minderd tariel. Groobere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zat erda?lll 0 r g e II bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. Wij weten niet, in hoeverre anderen er mede instemmen, maar wij* houden er van, dat zoo n enkele maal in het jaar de strijd eens rust, dat er ook op politiek gebied een korte wapen stilstand is. Zonder ons beginsel ook maar een oogenblik weg te doezelen, hebben wij het dan ook ver meden om in het Nieuwjaarsnummer bij onze nieuwjaarswersch nog stukken van eigenlijke politieke strekking op te nemen. Nu is het waar, dat door de groote ver spreiding juist van het Nieuwjaarsnummer er eene mooie gelegenheid is tot propagandama- king, die dan niet benut wordt. Evenwel, dat wil er bij ons nog niet in en het speet ons wel eenigszins dat onze perszuster Luctor et Emergo met hare strijdartikeltjes niet kon wachten tot eert volgende nummer. Men kan iemand geene gevoelens opdringen, al zijn ze van menschelijk en godsdienstig stand punt nog zoo waardeerbaar. Luctor et Emergo dient zelf te weten, hoe ze haar Nieuwjaars blad gebruikt. En ze gebruikte het voor een redactioneel stukje betreffende de H. B. S., terwijl als ingezonden stukje prijktefen nieuwjaarswensch van het zich dichterlijk voelende Jantje Hou vast en waarbij dus getracht was door maat en rijm eenige versiering te geven aan hetzelfde onderwerp. Het stukje van Jantje Houvast kunnen wij laten voor hetgeen het is. Alleen is het uit zielkundig oogpunt eigenaardig er op te wijzen, dat ook in het nieuwe jaar 1913 de oude uitdrukking van »naar de maan helpens hem niet verlaat. Die zich geroepen gevoelt het signalement van Jantje Houvast te geven, kan daar dus rekening mede houden. Het redactioneele artikel dringt er sterk op aan, om den naam te weten van den be voegde, die ons in het nummer van 28 Dec. een stukje ter plaatsing gaf. Wat een nieuwsgierigheid Hij heeft aangetoond, dat Luctor et Emergo niet erg op de hoogte bleek, wat de instelling der Commissie van Toezicht op het M. 0. betreft. Nu hindert het toch niet, wie het zeide, Oorspronkelijke Schets uit het militaire huis houden van jaren geleden. Doob PERIO. 4) Enfin, 't was maar een kameraadschap pelijke raad geweest, zei de majoor u moet 't zelf weten Een volgende maal trad de majoor met meer autoriteit op, toen ny d' Almoude 't verlangen te kennen gaf géén menschen van andere compagniêa bij zijn zangkoor toe te laten, wat in den laatsten tijd was geschied. U doet daarmee schade aan de Zuge- börigheit, die er aanwezig moet zijn ten opzichte van de eigen compagnié. Dat moest u toch inzien, meneer d' Almonde. Het zangkoor van de eerste compagnié verloor twee van de beste tenoren en andere gewaardeerde krachten, maar 't gevolg was dat in twee der drie andere compagniën van 't bataljon óók een zangkoor werd opgericht, zoodat het oude vervallen paleis van de re veille tot aan het avondappel weergalmde van samenzang, de schuine of zinnelooze straatliedjes verdringend. als het maar waarheid is, wat gezegd wordt. Luctor et Emergo schreef, dat drie weken noodig waren om het artikel in haar nummer van 5 Dec. te bestrijden. De waarheid is, dat Luctor nog in haar nummer van 21 December bezig was tot weer- legging van Scaldis, die tot ons genoegen eene meer verzoenlijke houding wenschte aan te nemen. Luctor et Emergo noemt ook het stuk van den heer Van der Moer in de T. N. C. en zegt, dat hij tot dezelfde uitkomst geraakt als zij zelf. Inderdaad is de heer Van der Moer omtrent de finantiëele zijde nog niet gerust. Maar wat een hemelsbreed verschil in zijn ingezonden stuk en de niet nader aan te dui den artikelen van Luctor et Emergo. De heer Van der Moer wijst op den plicht van het rijk, om hier eene R. H. B. S. te stichten, iets, dat wij ook altijd een plicht vonden, maar Luctor niet. Die wil alleen eene christelijke H. B. S. De heer Van der Moer vindt het toegezegde subsidie nog te weinig. Ook wij vinden, dat Ter Neuzen nog recht op meer heeft, wat ons in de toekomst niet onmogelijk schijnt. De mannen van Luctor et Emergo hebben evenwel hemel en aarde bewogen, om het subsidie zoo klein mogelijk te houden. Die uit de anti-rev. partij zich voor eene openbare H. B. S. durft uitspreken, wordt door deze voormannen niet meer als anti-rev. beschouwd. Hadden allen in plaats van maar voortdurend af te breken en verdacht te maken, eens zooals de heer Drost wenschte, gemeenschappelijk samengewerkt tot verkrijging van iets, waarop wij recht hebbefi, misschien waren we in het bezit van eene R. H. B. S. of van een nog hooger subsidie voor de gemeentelijke. Of men door felle bestrijding in stille tegen werking bij de opening het aantal leerlingen klein zal weten te houden Misschien, maar op den duur zal dit toch niet gelukken en wij hebben moed, dat hoe langer, hoe meer de waardeering zal komen, die nu nog te veel ontbreekt. Eén ding verheugt ons. Luctor et Emergo vindt zelf, dat ze op tamelijk krasse wijze optrad. Wij vinden ddt de wijze vau optreden het heele jaar door alle perken te buiten ging. En best zou het kunnen, dat bij zoo'n manier III Kolonel Bregtner was benoemd tot gene- raal-majoor, commandant eener andere divisie dan waartoe zijn regiment behoorde, en zjjn opvolger was gekomen. Een roep van gestrengheid was dezen „Na- polion" (zoo wat zijn b(jnaam in't leger) voor afgegaan. En wie hem zag kreeg ook on- middelijk den indruk dat hjj iemand was met wien niet te spotten viel, en,die uitstekend wist wat by wilde. Zjjn naam was in vier geslachten op eer volle wijze in het leger bekend. Zijn groot vader streed als hoofdofficier bij Waterloo; z(jn vader nam deel aan den Tiendaagsehen veldtocht en verwierf later de Militaire Willemsorde en de eeresabel in Indië. Iljj zelf bracbt het op betrekkelijk jeugdigen leeftijd tot regiments-commandant, en twee z(jner drie zonen verwierven reeds den offi ciersrang. Was bij gestreng voor anderen, eischte hij stiptheid en correctheid in alles, en vergde hij, zooala men zeide, het onmo gelijke om het mogelijke gedaan te krijgen, zoo was hy te dien opzichte in alles ook zelf het voorbeeld. Reeds in zjjn toespraak tot het regiment, toen hij 't commando daarover aanvaardde, klouken enkele zinnen als sabel houwen „Gij zljt soldaten Dat is gij zyt mannen van strijden Luctor langer dan drie weken (zooals ze nu foutief schrijft) zal kunnen wachten op een antwoord. Luctor et Emergo heeft cijfers genoemd, om te laten zien, wat een leerling op eene Middelbare inrichting van Onderwijs wel aan land of gemeente kost. Als Luctor zoo voortredeneert, zou ze alle inrichtingen van Middelbaar Onderwijs en vooraan die voor Hooger Onderwijs moeten doen verdwijnen en ons land moet,en terug dringen uit de rij der beschaafde staten, om het aan een negervolk van Afrika gelijk te maken. Hoe kwam Dr. Kuyper er dan toch toe, toen hij Minister was om honderdduizend gulden per jaar voor de Vrije Universiteit uit de Staatskas voor te stellen Hoeveel is dit voor iederen student daar Luctor et Emergo zou er dus vóór moeten zijn, dat die staats- bijdrage in de eerste plaats verdween. Hoe kunnen ontwikkelde menschen toch zulke cijfers misbruiken om de goegemeente zand in de oogen te strooien Men weet, dat in ons land bestaat en werkzaam is een anti-tariefwetcomité. Dit comité heeft zijn best gedaan om het gevaar te ondervangen, dat ons van de nieuwe Tariefwet dreigt,. Zoo sterk schijnen de argumenten van dit comité te zijn, dat zelfs de huidige regeering er iets voor voelde en er korts geleden de nadruk oplegde, dat de tariefwet in fiscalen zin bedoeld was, m.a.w. de strekking had om gelden te verkrijgen voor de sociale wetten, die in voorbereiding zijn. Was dit anti-tariefwetcomité geboren uit de noodzakelijkheid, daar groote practische belangen bedreigd werden, anders is het met het sedert eenigen tijd opgerichte voor-tarief- wetcomité. Dit laatste is opgericht uit politiek oog punt, het is opgericht om de verzwakte positie van het tegenwoordige kabinet te versterken. Men voelde zoo, dat in het door den die hebt te gehoorzamen, allereerst aan de tucht over u zeiven. Weet, dat wat nw meerdere, van welken graad of rang ook, u beveelt, dat ik u dat beveel! Uwe meerderen weten, hoe ik dat bevelen wensch volmaakt in overeenstemming met 't Reglement van Krijgstucht. De goeden zullen in mii een stenn, de kwaden een bestraffer vinden Van 't oogenblik af, dat de nienwe kolonel zich in 't garnizoen bevoDd, heerschte onder de militairen een zenuwachtige stemming. „Napoleon" had er onmiddelijk „den wind onder", en dat kwam wel 't meest door zijn eigenaardige manier van optreden. Hy was altijd daar, waar men hem 't minst verwachtte, en verscheen op uren, waarin men hem te bed of aan tafel dacht. Er was nog nooit zooveel „dienst geklopt." By de inspecties, die kolonel Bartsma ach tereenvolgens ging honden over de bataljons, onderhield by zich een oogenblik met alle onderofficieren en korporaals, eu daarbij bleek hij wonderwel op de hoogte te zijn van hunne militaire antecedenten. Men begreep nu, waar om de strafregisters en administratieboeken eenige dagen te voren waren opgevraagd. In de compagnie van d'Almonde bleef hij veel langer dan by de anderen. De muur- schilderijen vond hfi fraai, en hij liet den schilder, korporaal Klaasse bij hem komen. Decoratieschilder van beroep vroeg hij. vrijhandel vooruitgaande Nederland de Tarief wet zelfs onder de coalitie geene onverdeelde instemming zou vinden. Men herinnert zich, boe ons blad reeds ettelijke malen industriëelen aanhaalde, die de Tariefwet verderfelijk achtten, maar er uit coalitie-oogpunt niet tegen wenschten te ageeren. Het anti-tariefwetcomité heeft het volk reeds goed ingelicht over de gevolgen dezer ontworpen Tariefwet. Van rechts voelt men den grond onder de voeten wegschuiven. Er moet iets tegen het bestaande comité gedaan worden. En ziedaar het voor-tariefwetcomité geboren. Verschillenden van rechts namen zitting daarin, niet ter bevordering der nationale belangen, maar om, zoo mogelijk, het wanke lend ministerie in 1913 te kunnen handhaven. Voor onze streek en voor onze plaat§ in het bijzonder is het wel goed te vernemen, dat daarin ook zitting heeft genomen Mr. P. Dieleman. Deze heer, lid der Provinciale Staten, zal hoogstwaarschijnlijk ook worden, evenals in 1909, de candidaat als lid der 2e Kamer der anti-revolutionairen voor het district Oostburg. Zeker, de definitieve keuze heeft nog niet plaats gehad, maar, als de teekenen niet be driegen, wordt hij, wat.er ook tegen hem is, de candidaat. Het zal velen verwonderen. Naar wat wij vernamen, vindt deze candi- datuur bij verschillende coalitiemannen, zelfs bij zijne partijgenooten, geene onverdeelde instemming. Naast andere redenen, waarop wij niet nader ingaan, moet de politieke onvastheid, zoo duidelijk gebleken in 1909 en daarna in 1910 voor vele eerlijke Christelijke kiezers een beletsel zijn, om voor dezen candidaat in het vuur te gaan. Ook bij de Christelijke partijen zijn mannen, die meenen iemand aan het beginsel te mogen houden, die meenen, dat de vlag de lading niet mag dekken. Toch gelooven wij, dat de voormannen zijne candidatuur zullen weten door te voeren en men weet hetvan rechts stemt men gemakkelijk, al schermt men ook met hooge en edele beginselen. Daarom achten wij het goed, er thans Ja kolenel. Je diensttijd is iu Februari om Ja kolonel. Denk je bij te teekenen Neen kolonel? Ook niet als je onderofficier zoudt worden Neen, kolonel. Ik kan weer-bij mijn vroegereu patroon terecht. Je schilderwerk is wel aardig. Meneer d'Almonde, u kunt hem de twee maanden tot Februari vrij van dienst geven en de noodige middelen om die schilderijen over te maken. Ze worden al wat leeljjk, -- dat is z(jn schuld niet en ik zal hem wat andere modellen laten geven, platen uit den Atjoh- oorlog. Die schaapjes zien we hier genoeg. Bij het boekenkastje komende vroeg hij naar den cataloges. 't Was slechts een kleine bibliotheek, hoogstens een 80-tal werken. Zola hm Multatuli8 deelen Geen werken van Van Rees? Geen van Jaeger? Niets militairs er by. Wie ver schafte die boeken 't Is 'n geschenk, kolo nel, en er komt nu en dan wat by, ook van de manschappen zelf. Een sergeant-milicien die met groot verlof is, zond laatst die deelen van Flammarion, die Petit Larousse Illustré. U houdt toch wel toezicht op wat er in komt? Waarom staan die poeken eigenlijk hier? Er is toch 'n cantine-bibliotheek TER NEE mm imiwiewjuiwjww wa-jwwmi. i iiiih i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1913 | | pagina 1