Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
gent tijdige waarschuwing.
Vader, doe open!
Matig beschermend.
No. 2320.
Zaterdag 16 November 1912.
23e jaargang.
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen.
Voor België 96 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekhandelaren. Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc, No 15
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tariei. Grootere letters na^r plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bjj den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Het algemeen bestuur van de Kamer van
Koophandel te Antwerpen heeft een rapport
gepubliceerd, door de Rijncommissie uit die
Kamer opgemaakt.
De commissie adviseert met algemeene
stemmen een kanaal te graven van Antwerpen
Daar den Rijn over Herenthals, Weert, Venlo
en Crefeld.
Niet dit is voor ons het belangrijkst, maar
wel de kanaliseering van de Maas in Limburg,
waartoe onze regeering het plan heeft.
Voor die kanaliseering heeft ons land de
hulp van België noodig.
En nu. verzoekt de commissie het hoofd
bestuur stappen bij de Belgische regeering te
doen, om op de volgende compensatie's aan
te dringen, die haar nog zeer onvoldoende
voorkomen, in vergelijking van de schade die
deze kanaliseering aan den Antwerpschen
handel naar het Belgische achterland en aan
den handel van Bocholt naar Luik zou doen.
Recht van doorgang door Hollandsch Limburg
van een direct kanaal kan al naar den Rijn
verbetering van de tegenwoordige scheepvaart
condities tusschen Antwerpen eenerzijds en
Holland en den Rijn anderzijds door
De scheiding in twee deelen van het
kanaal van Zuid-Beveland en het herstellen
van de oude verbinding met de Ooster-Schelde
door het doorgraven van de afdamming Bath-
Woensdrecht.
Absolute vrijheid van scheepvaart op de Schelde
tusschen Antwerpende zee en Holland.
Aanmerkelijke vermindering van de loods-
rechtenhierdoor de concurrentie met Rotter
dam vergemakelijkend, en
Het herzien van de Hollandsch-Belgische
verdragen, teneinde de vrijheid te verzekeren
van de verbindingen tusschen België en de
naburige vreemde landen, waarvan zij is ge
scheiden door grondgebieden bij het verdrag
van 1839 aan Holland afgestaan.
Dit zijn de minimum-eischen, die de
commissie aan Holland wenscht te stellen voor
de kanaliseering van de Maas in Limburg.
Erg bescheiden zijn die eischen niet en het
door ons gecursiveerde levert zelfs een daad
werkelijk gevaar voor onze plaats óp.
Onze regeering mag aan deze punten zeker
niet toegeven. En dat behoeft ook niet. Onze
Vertelling van
MAX NORDAU.
(4
Dit gebruik nu gaf nicht Aurelie ergeu aan
stoot, toen zy voor het eerst getuige er van was.
„Maar, Hansa, wat zijn dat voor mallig
heden I" zoo berispte zij bet meisje. „Hoe kan
je je goeden vader zoo onverantwoordelijk
storen Voor zulke kinderachtigheden ben je
nu toch waarlijk niet meer klein genoeg
Hansa keek de oude dame verbaasd aan,
maar zeide geen woord terugKinder
achtigheden Storen ging haar door het
hoofd en zij werd onzeker. Nicht Aurelie
moest wel gelijk hebben, dacht zij, hoewel
het haar hart zwaar maakte. En toen zij dien
zelfden na middag van een bezoek bij eene
bevriende famielje met nicht Aurelie thuis
kwam, liet zy toe dat hare nicht schelde, ter
wijl zij zelf stil er by stoud. Rohrbach echter
had haar zien aankomen, stond reeds achter
de glazen deur opende die en vroeg heel ver
wonderd „Wel, Hansehen, sinds wanneer
schel je, om binnen te komen, als ik thuis
ben Hansa keek nicht Aurelie aan, en
regeering is voor het gevaar gewaarschuwd.
Dit rapport is eerst kortelings gepubliceerd.
Maar reeds maanden geleden heeft de heer
Drost zijne stem doen hooren in de Kamer
van Koophandel. Hij had zoo het e.en en
ander hooren verluiden en onmiddellijk heeft
hij gewaarschuwd tegen het gevaar, dat ons
dreigde.
Kamer van Koophandel en Gemeenteraad
hebben ongetwijfeld onze Regeering reeds
ingelicht.
Uit het rapport blijkt, dat het gevaar, waar
tegen de heer Drost waarschuwde, niet denk
beeldig was.
De heer Drost heeft voor zijne tijdige waar
schuwing en werkzaamheid in dezen, den dank
van alle inwoners verdiend.
Anders ware misschien Ter Neuzen weer
verkocht, zonder dat het ergens van wist.
Het is een eigenaardig verschijnsel, dat
voorstanders van de Tariefwet-Kolkman de
aanvaarding van het beschermend stelsel, dat
door deze wet wordt gehuldigd, herhaaldelijk
aanbevelen op grond, dat deze wet slechts
matig beschermend zoude wezen. Indien toch
Bescherming eene goede zaak ware voor ons
land zou men mogen verwachten, dat de
voorstanders van beschermende rechten zouden
verkondigen, wij aanvaarden deze wet op
afbetaling, maar ze geeft ons nog een zeer
onvoldoende bescherming, immers de geheele
landbouw blijft onbeschermd en tal van arti
kelen blijven nog vrij van rechten.
Zij stellen ons immers Duitschland ten
voorbeeld, waar het invoerrecht op de be
schermde waren gemiddeld 20 °/0 van de
waarde bedraagt en Amerika waar de invoer
rechten nog veel hooger, soms boven 100 °/0
van de waarde, zijn opgevoerd.
Als verhoogde rechten inderdaad gunstig
werken op de bevordering van 's lands welvaart,
dan heeft het geen zin om de wet-Kolkman
aan te bevelen, omdat zij zoo weinig en zoo
gematigd zoude beschermen.
De leus der Nederlandsche pro-tariefmannen
zou dan moeten luiden »hoe meer bescher
ming hoe beter.
ls het derhalve niet eigenaardig, dat de
voorstanders van de tariefwet deze telkens
deze antwoordde ietwat geraakt: „Met uw
welnemeD, neef Rohrbach, ik heb gescheld.
Het lijkt aijj ongepast" Maar hij liet
haar niet uitspreken. „Hoor eens beste
nicht, wjj blyven bij onze gewoonten, als ik
u verzoeken mag," viel bjj haar barsch in
de rede, en by omarmde Hansa no? inniger
dan tevoren. Nicht Aurelie deed er het zwij
gen toe. Maar zy dacht by zichzelf: „Won
derlijk volkjetocb allemaal, die kunstenaars!"
Vaak zuchtte Rohrbach stil„Als Hanseben
toch maar een zusje had 1" Maar wat
haatte deze weusch? - Hansa had om bare
ééuigheid bet voordeel gehad de onverdeelde
liefde der ouders, die schier tot verafgoding
gesteging was. En nu had zij het nadeel er
van het gemis aan de allervertronwdste aan
sluiting. Ook geen vriendin, geen speelgenootje
nam de plaats van de ontbrekende zuster iu.
Want hare schoolkameraadjes waren allen wel
een kop kleiner dan zijen de jonge meis
jes die zij gaandeweg in bevriende famieljes,
op kransjes en danspartijtjes leerde kennen,
leken haar toch al te onbeduidend. Zoo groeide
zy op tusschen vader en nicht Aurelie in den
grond van baar gemoed aan zichzelf overge
latenaan hare droomen en hare illusies.
Na het doorloopen van de hoogere meisjes
school begon Hansa stelselmatig onderricht iu
het schilderen te krijgen. Hare begaafdheid
stond boven twijfel. In het teekenen had zij
weder aanbevelen, omdat deze zoo gematigd
zoude wezen, en dat zij zich uitputten om
aanhangers te winnen door verzachtende
termen te gebruiken, door uitdrukkingen als
een billijke, tusschen behoorlijke grenzen ge
houden, eene matige bescherming.
Inderdaad kan b. v. de thans voorgestelde
verhooging van het invoerrecht op het goed
koopste aardewerk met 1 pet, niet buiten
sporig worden genoemd, en als deze goed
koopste soort aardewerk het eenige verbruik-
artikel ware, dat op deze wijze een beetje
duurder gemaakt wordt, waarvan de moge
lijkheid door de Regeering in 't algemeen
niet wordt ontkend, dan zou deze enkele
verhooging niet zwaar drukken.
Hierbij moeten echter verschillende zaken
in 't oog worden gehouden.
De wet stelt niet slechts één artikel van
dagelijksch gebruik, maar bestaat uit 490
verschillende posten, die elk weer tal van
goederen omvatten. Eene kleiae belastiugs-
verhooging op elk artikel vormt voor den
verbruiker, die tal van deze artikelen dagelijks
noodig heeft, ten slotte een zeer voelbare
verhooging van belasting-druk.
Daarbij komt, dat de verhooging van het
invoerrecht bij tal van artikelen veel aan
zienlijker is dan bij goedkoop aardewerk.
Om slechts één artikel te noemen wijs ik op
post 353, zijnde kleedingstukken en kleederen,
onverschillig van welke stof vervaardigd.
Hier bedraagt de meerdere belasting 70 centen
op elke 10 gulden, welke voor kleeren be
steed worden.
En ten slotte dient er op te worden gelet,
dat de Regeering oorspronkelijk het goed
koopste aardewerk met f 1,20 op elke f 10.
had willen belasten, en dit later waarschijn
lijk wat al te bar vond en tot de helft
heeft verminderd.
Wanneer wij echter eenmaal onze ver-
bruiksartikelen, om hier niet te spreken van
de vele halffabrikaten, die in onze fabrieken
verder bewerkt worden, zwaarder gaan be
lasten, dan is de verleiding voor volgende
Regeeringen zeer groot, om bij de eerste de
beste geldbehoefte, deze percenten op nieuw
te verhoogen, en wat baat het onzen ver
bruikers dan of wij met een zoogenaamd
matige, tusschen behoorlijke grenzen gehouden,
bescherming zijn begonnen.
Trouwens omtrent deze matigheid zou nog
reeds groote vorderingen gemaakt vóór zy in
de schilderschool kwam.
Driemaal iu de week dus had nicht Aurelie,
tot haar niet geringe misnoegen, haar naar
de stad te begeleiden, en mocht dan zich zelf
zoo goed als zij koo gedurende de lesuren
dea tijd verdrijven. Want by Hansa in het
atelier te blijven zitten, terwijl deze figuren
schilderde, dit wees zij met onverbloemde ver
ontwaardiging van de band.
Robrbach bezocht met Hansa nu dikwijls
museums en tentoonstellingen, om haar in zijne
eigene kunstreligie in te wyden. Wel legde zij
dan voor moderne uitspattingen eene welwil
lende nieuwsgierigheid aan dea dag, die den
ouden heer deed meesmuilen maar over bet
geheel toch vond bij haar bereid om met hem
voor dezelfde goden de knie te buigen.
Van haar vijftiende jaar af maakte bjj met
baar ook jaarlijks een lange reis, hoofdzake
lijk tot verruiming harer artistieke vorming.
Zoo leerde zij, onder de leiding van haren
kundigen vader, de groote galerijen van Dres
den, Müuchen, Weenen en Venetië kennen, en
behalve de meesterwerken ook vele interessante
menschen, oude vrienden, die haar vader iu
alle kunststeden had. Eu vau elke dier heer
lijke reizen bracht zy een schat van schetsen,
kopieën en nawerkende motieven mee naar
buis.
Op baar negentiende jaar was zjj zóó ver,
wel een en ander kunnen worden opgemerkt.
Minister Kolkman verwacht van de tarief-
wet eene meerdeie opbrengst van f 10.000.000
dat is ongeveer evenveel als de geheele ver
mogensbelasting opbrengt. Ministers matig
heid is dus zeer betrekkelijk.
Alleen reeds van de artikelen manufacturen,
pruimtabak, lint, hoofddeksels, meubelen, papier,
honing en aardewerk wordt de belasting ver
hoogd met f 2.500.000.terwijl tal van
artikelen, die thans geheel vrij zijn, om slechts
enkelen te noemen, zool- en riemleer, touw,
gerookte visch, sponzen, drukinkt, klompen,
garens, metselsteenen, dakpannen, zeildoek en
spijkers, in het vervolg belasting zullen
moeten opbrengen.
De beweerde matigheid van de tariefwet
kan dus moeilijk vertrouwen inboezemen. Zij
die op grond van zulke matigheid tot het tot
stand komen der wet willen medewerken,
mogen dit argument dus nog wel eerst aan
eene nadere beschouwing onderwerpen.
In bijna elk land, dat tot het beschermend
stelsel overging, is men in dit opzicht van
kwaad tot erger gekomen, met als gevolg de
vleeschnood in Duitschland, en de strijd tegen
de beschermende trysts iu Amerika. Als
voorbeeld diene slechts, dat het invoerrecht
op tarwe in Duitschland oorspronkelijk werd
voorgesteld op een halve mark per 100 K.G
en thans minimum 5'/9 mark bedraagt. En
van Amerika getuigt een Amerikaansch
schrijver »Eene nieuwe tariefwet voor te stellen
aan een congres of parlement staat gelijk met
het werpen van een banaan in een apenkooi.
Met "het matigheids-argument der pro-
tariefmannen gaat het als met menig ander
hunner argumenten, het moet als een ge
legenheidsargument worden beschouwd.
De gewoonte om op eigen voeten te loopen
is altijd nog beter dan om op krukken voort
te strompelen, onverschillig of deze protectie-
krukken kort of lang van maat zijn.
Th. M. VERSTER.
Voorzitter Anti-Tariefwet-Comité.
Hilversum, 12 November 1912.
dat zy voelde van hare Berlynscbe meesters,
ouder wie zij drie jaar lang gewerkt had, niets
ineer te kunnen leeren. Robrbach oordeelde
het dus noodig, dat zij eene poos eens eene
andere luchtstreek en andere invloeden op
zich inwe ken liet. Hij weifelde nog tusschen
Rome en Parys. Hansa was voor Parijs, haar
vader meer voor Italië. Hierover werd lang
en breed gediscussieerd. Eindelijk werd men
het ééns, dat er een jaar aan Florence en
Rome, een tweedejaar aan Parijs en misschien
ook Londen gewijd zou worden.
Natuurlyk wilde Rohrbach met haar mee
trekken. Het viel hem wel zeer zwaar, zijn
thuis te verlaten en op zynen ouden dag het
dwalende leven zijner jeugd weêrtegaan her
vatten. Maar het offer moest gebracht worden.
Want, Hansa alléén in den vreemde te laten
trekken, zich voor boe lange jaren van baar
te laten scheiden daaraan kon hij zelfs
geen oogenblik denken.
Het was nu winter. In het voorjaar zou de
groote reis ondernomen worden, eerst naar
Italië. Hansa bereidde zich er reeds op voor
door het nemen van Italiaanscbe taallessen.
Zy leerde en werkte vpel en was vaker en
langer iu de stad, dan vroeger. Ook Rohr
bach bad voor het aan kant doen van zijn
huishouden en het lange verbiyf in het buiten
land velerlei schikkingen te treffen, zoodat
hij veel meer dan anders uitging. Vader en