Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
Bond Voor Staatspensioneeritig.
Vader, doe open!
J(o« nu?
No. 2317.
Woensdag 6 November 1912.
23e jaargang.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
De oorlog in den Balkan.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere. No U
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters nair plaatsi uimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en
Zaterdagmorgen
bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Voor de Afd. Ter Neuzen van den Bond
v. Staatspensioneering sprak op Zaterdag 2
November de heer Jansen van Rotterdam,
beter bekend onder den naam van Perio. Hij
schetste in enkele treffende woorden het lot
der afgedankte mijnpaarden, zooals die bij 40,
50 tot 100 per stoomschip »Batavier« in
Rotterdam worden aangebracht. Het lot van
vele oude menschen is in menig opzicht weinig
beter. Van verzorging door de kinders komt
dikwijls niet veelals er al kinders zijn, dan
verkeeren die toch niet steeds in omstandig
heden om de ouders te helpen. De armbesturen
kunnen niet altijd wat ze willen, of willen
niet altijd, wat ze zouden kunnen. In de
Armenhuizen ziet men vaak scheiden wat door
gezamenlijke herinneringen van lief en leed
bijeen behoort te zijn de man komt op de
mannenzaal, de vrouw onder de vrouwen
terecht. Men staat bloot aan straffen, opge
legd door een' vader, jonger dan men zelf
is, men mist zijne vrijheid.
Aan Duitschland komt de eer toe van het
eerst te hebben ingezien, dat hier de gemeen
schap moest ingrijpen. Von Bismarck wilde
in 1881 door verzekeringen tegen invaliditeit,
ouderdom, armoede en werkeloosheid de on
tevredenheid wegnemen en het socialisme
tegenhouden. Dat doel is blijkbaar niet be
reikt let slechts op de 4 millioeu socialistische
stemmen bij de laatste verkiezingenDe
dwangverzekering is eene mislukking, wat met
cijfers wordt aangetoond. Onbillijk daarbij is
onder meer, dat het aan premie's betaalde geld
meer waarde had dan wat men er voor terug
krijgt voor 1 nu kan men niet meer koopen
wat men er bv. 15 jaar geleden voor kocht.
De administratieve rompslomp is een ander
nadeel 11 '/2 procent gaat weg aan paperassen.
Nog andere nadeelen worden aangestiptmeD
kan het eenigszins vergoelijken door het feit,
dat Bismarck geen model had. Nu bestaan
er voorbeelden genoeg. In Denemarken, in
vele opzichten een land als 't onze kreeg men
in 1891 eene veel betere regeling. Daar kan
elk, die 60 jaar oud is, man of vrouw mits
beantwoordende aan zekere eischen van fatsoen,
door samenwerking van gemeente en Rijk een
pensioen bekomen op aanvraag, uiteenloopend
Vertelling van
MAX NORDAU.
(1
Hans Rohrbach was kopergraveur een der
meesters in zjjn vak, beroemd en gevierd.
Zijne platen werden door kenners gezocht, en
zijn naamteeken had in den handel hooge
waarde. En toch werkte hij zonder innerlijke
voldoening. Voortdurend drukte hem de ge
dachte „Ik komt met de nachtschuit. Mijne
kunst is van gisteren. Zij ligt op sterven."
Met welk eene geestdrift had hjj als jonge*
ling de graveernaald gehanteerd Onder zijne
handen zag hij oude werken in nieuwe heer
lijkheid als herleven. Het was hem of bjj
door een Pinkstervuur uit den hemel tot apo
stel der gestorven meesters was gewijd en eene
roeping had te vervullen de heilige schoon
heid hunner scheppingen aan de menschen te
verkondigen. Wanneer hij met liefdevollen
eerbied en fijn gevoel een schilderij op de
plaat overdroeg', als liefkoozend eiken penseel
streek nabootsend en elke verborgene schoon-'
beid aan den dag bracht, dan was bij zich
bewust iets goeds eu waardigs eu nuttigs te
van f 50 tot f 240. Er bestaan daar ook
ouderdomshuizen, waar behoorlijke vrijheid
genoten wordt, enz.zie daaromtrent de
rapporten der heeren Van Krevelen en Netscher,
en dat van den heer Elink Schuurman.
Nieuw Zeeland, Nieuw Zuid Wales en
Victoria zijn gevolgd met goede regelingen
voor den 65-jarige. België kreeg in 1900
eene regeling de Staat geeft wat, en moedigt
tevens het sparen aan. De bestaande leemten
en gebreken worden door den spreker nader
onder 'toog gezien. Engeland heeft sinds
1908 eene vrijgoede regeling, maar ze doet
onder voor het Deensche stelsel.
In ons land kreeg men achtereenvolgens
in 1901 een wetsontwerp-Lely, dat nooit wet
werd, in 1905 een ontwerp-Kuyper zijn op
volger Veegens kwam na 2 jaar met een
ander ontwerp, 't liep alles uit op niets. Nu
ligt daar 't ontwerp-Talma, slechter dan het
slechtste van alle bestaande, wat zeer uitvoerig
wordt uiteengezet. Er is geen weduwenpensioen
in uitzicht gesteld het weezen pensioentje is
onvoldoende. De manier, waarop de gelden
er zullen komen, is niet de ware. De rente
voet is nu 3"n °/0, wat veel te laag isde
administratie kost te veel. Er is wel al eenige
verbetering in 't ontwerp gebracht, maar
het blijft onvoldoende.
In 1900 werd door de heeren Jansen en
Hesselink de Bond voor Staatspensionneering
opgericht. Er zijn nu 440 afdeelingen met
een 50000 leden en 110 aangesloten bonden
en vereenigingen met 40000 leden. Hij wekt
op tot aansluiting bij dien Bond, en tot
stemming in 1913 op voorstanders van het
groote beginsel. Van links is in dat opzicht,
vooral na de concentratie, het meeste te
wachten. Laat allen werken voor het groote
beginsel. In de wet-Talma is niets, dat
Christelijk is, integendeel. Met eenige krachtige
woorden bepleit de heer Perio den edelen
strijd voor de ouden van dagen.
De vergadering, een honderd personen,
volgde de boeiende rede met de grootste aan
dacht. Enkele personen sloten zich aan bij
de Afd. Ter Neuzen. De Voorzitter, de heer
M. Eijke, bedankte den spreker voor zijnen
arbeid en wekte zijnerzijds op tot aansluiting.
Onder de aanwezigen werden verschillende
gescbriftjes en prentkaarten verkocht. Voor
de Afdeeling was het een mooie avond.
doen hij stelde honderden ïd het bezit van
een meesterwerk en openbaarde hun tevens
het begrijpen er van.
Maar naar gelang hjj ouder werd, koelde
zjjne geestdrift onder den jjskonden adem der
teleurstelling al meer en meer af. Nieuwe
methoden tot reproductie werden uitgevonden
ruwe, meer onpersoonlijke, maar forsehere 9n
oneindig goedkoopere. Tegen de domme, be
roepsmatige photografisehe nabeelding kon zjjne
moeizame, nauwgezette kunst niet opwerken.
Steeds al meer ontmoedigde hem dus het besef,
dat hij overbodig geworden was.
Op alle tentoonstellingen werd hem eer be
wezen de regeering en genootschappen droegen
hem bestellingen op. Maar dit alles maakte
niet blind voor bet feit, dat de waardeering
van zjjn talent nog slechts van eeDige stand
vastige liefhebbers uitging, eigenlijk nog slechts
eene soort van antiquarische sport was gewor
den evenals sommige conservatieve naturen
ook na de uitvinding der boekdrukkuust de
oudmodische handschriften verkozen, evenals
er heden ten dage nog voorstanders en beoefe
naars zjjn van de oude handboogschuttarij.
Hem vernederde de gedachte, dat hij nog slechts
een overblijfsel was, als een exemplaar vau
eene uitstervende diersoort, die nu om hare
merkwaardigheid onder de bescherming staat
der overheid. Wel is waar zou hjj de concur
rentie met de nieuwe middelen tot verveel-
Dat men zoo links als rechts niet zoo
spoedig is uitgepraat over de verkiezing te
Ommen ligt voor de hand.
De coalitiebladen treden met groote felheid
tegen den chr.-hist. Mackay op, maar, en
hierop wordt terecht door het Handelsblad
gewezen, er wordt weinig of niet gesproken
over de houding der chr.-historischen, behalve
dat de Nederlander van »Bronsveldianen«
spreekt.
Het Huisgezin had gevraagd, hoe het
Handelsblad dacht over den heer Mackay.
Dit laatste blad meent de beoordeeling van
dezen persoon te kunnen overlaten aan de
coalitie.
Voor ons ligt het zwaartepunt niet in den
persoon van den heer Mackay, maar in de
houding van het kiezerscorps te Ommen-
De kiezers deden in dit anti-rev. district met
groote meerderheid uitspraak tegen het huidige
bewind. Die houding der kiezersdat is voor
ons het voornaamste, en dat juist zou eene
les, eene waarschuwing voor de rechterzijde
moeten zijn.
Zal het dit wezen De heer Mackay is
geducht aangepakt. Het ergste, zooals men
weet, in het heftige artikel van de Standaard.
Maar ook van de andere rechtscbe bladen
kreeg hij scherpe en harde beschuldigingen
te slikken.
Thans heeft de heer Mackay besloten voor
Ommen te bedanken.
Aan de hardnekkige aanvallen der coalitie
heeft hij geen weerstand durven bieden. Hij
is bezweken, bewijs, dat de discipline door
de Standaard toegepast, eene zeer strenge is.
Maar al bedankt nu de heer Mackay voor
zijn zetel, zullen de kiezers in Ommen zich
laten dwingen
Zullen zij het hoofd in den schoot leggen,
al heeft de door hen gekozene moeten
bukken
Waarlijk, we zijn benieuwd, hoe de kiezers
van Ommen zich zullen houden.
Graaf van Bentinck.
Men meldt ons In den ouderdom van 63
jaar is overleden op het Kasteel Middachten
voudigiog hebben kunnen vermijden door het
reproduceeren van vreemde meesterwerken op
te geven en eigene composities te graveeren.
Maar juist zjjn roem belet den kunstenaar
het inslaan van nieuwe banen. Heeft hij
eenmaal zjjn etiket, dan kan hjj niet meer
daarvan af. Men veroorlooft hem niet, het
te veranderen, Van Hans Rohrbach wilde men
Leonardo- en Velasquez-. Holbein- en Rem-
brandt-bladen, maar geen eigen teekeningen.
De voldoening, die hij ondanks alle succes
in zijne kunst dus niet vond, verschafte hem
eenige gelukkige jaren lang het gewone leven.
Onder voortdurend reizen en trekken naar al
de groote kunstverzamelingen van Europa was
zjjne jonkheid voorbijgegaan. Hij had reeds
weinig minder dan de veertig achter don rug,
toen bjj huwde, het trekvogelleven er aau gaf
en zich een nest bouwde. Het was in deze
Berlijnsche buitenwijk, waar het rustig was
en de stad toch gemakkelijk was te bereiken.
Aan het late huwelijk ontsproot een éénig kind,
een blond, blauwoogig meisje, den vader zóó
gelijkend, dat het iedereen opviel.
Hansa heette zjj. Zoo had de moeder het
gewild. Zij moest haar vaders naam dragen,
rnaer niet in den gewonen vorm van Johanna
of Hannchen.
Van de geboorte af had de man dit kind
lief, zooals anders slechts eene moeder baar
kleintje, haar éénige pleegt lief te hebben.
W. C. F. O. Graaf van Bentinck van Waldeck
Limpurg, commandant van de Duitsche Orde
De Balyo van Utrecht, Lid van de Eerste Kamer
van Wurttomburg, heer van Gaildorf.
De Duitsche Keizer had hem het grootkruis
van de Adelaar verleend. De overledene woonde
te Middachten, was geboren te Frankfort a.
Main 28 Nov. 1848, sproot uit het huwelijk
van Graaf Karei met Mechtilde geb. Gravin
van Waldeck Pyrmont. Zooals men zich her
innerd bracht enkele jaren geleden de keizer
van Duitschland een bezoek op het Kasteel te
Middachten.
De gemalin van den overledene is enkele
maanden geleden te 's Gravenhage overleden.
Zijn stoffelijk overschot zal Donderdag a.s.
in tegenwoordigheid van Z. K. H. Prins Hen
drik in de kerk te Eilecom worden bijgezet.
Volgens de laatste berichten zijn thans de
Turken terug getrokken op de Tsjataldzja-linie
en leden zij, ondanks den hardnekkigen tegen
stand ontzettende verliezen, die op 90,000
strijders, 40,000 dooden en gewonden geschat
worden.
De nederlaag der Turken moet een ver
pletterende zijn geweestin wilde vlucht
trekken zij zich terug.
Ook te Konstantinopel is men thans geheel
van houding veranderd. Waar tot voor twee
dagen terug nog overwinningen op de Bulgaren,
Serviërs, Grieken en Montenegrijnen behaald,
werden gepubliceerd, meldt thans de regeering
openlijk, dat de troepen genoodzaakt waren
terug te trekken en stelt de Porte alles in
het werk om de bemiddeling der Mogendheden
in dezen hachelijken toestand te verkrijgen.
In Konstantinopel is men thans zooals te
begrijpen is, zeer genegen vrede te sluiten
zou men beginnen in te zien, dat de Turk
ook in zijn hoofdstad thans niet meer veilig
is.
Bij de schitterende prestaties van het
Bulgaarsche en de blijkbare demoralisatie in
het Turksche leger, zal het niemand verbazen,
zal het ieder integendeel waarschijnlijk voor
komen, dat straks het zeker niet uitge
lezen overschot der Turksche strijdmacht
zal worden vernietigd en de zegevierende
Haoschen, zooals Rohrbach haar placht te
noemen, nam hem zóó geheel in beslag, dat
zjjne vrouw wel eens klaagde dat er voor
bïar niets meer overschoot. Liefst zou hjj
ook voor min en voor kindermeid gespeeld
hebben. Bij wandelingen duwde hjj zelf het
kinderwagentje, vooral bjj straat-overgangen,
waar gevaar van rijtuigen was. Letterlijk op
zijnen arm groeide de kleine op. Hij droeg
haar in huis, in den tuin, op de straat, ook
nog toen zjj reeds loopen kon, ook toen zjj
twee, drie, vier jaar ood werd en reeds ta-
meljjk zwaar. Hij deed het zóó lang, voor
haar en voor zjjn eigen genoegen, tot het
hem feitelijk onmogelijk werd.
In het tweede jaar werd Haoschen eens
ernstig ziek. Rohrbach doorwaakte een
hangen nacht aau het bedje eu toen tegen
den morgen het kind scheen ineen te zinken
toen voelde bjj dat hjj het niet overleven zou,
ondauks zjjne innige gehechtheid aan zijne
vrouw, ondanks al wat hem verder nog aan
het leven bond. Hansa genasmaar de
vader had langer noodig om weêr bjj te
komen, dau het kind.
Zjj voelde zich» met den vader zoozeer één,
zoozeer van hem een stok en onafscheidelijk,
dat zjj zich hem zonder haarzelf niet denken
kon. Toen eens een tijdschrift zjjn portret
gaf en vader en moeder dit bekeken, zag
ook de kleine toe en riep verwonderd „Maar
OBHMRRBMBDI iUMm
ft