Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. gen kutje raad. >)e schoen die altijd wringt. Goed gezegd. puntjes en paaltjes. DRANKWET. HINDERWET. Yoorzorgen tegen brand of brandgevaar. No. 2310. Zaterdag 12 October 1912. 23e jaargang. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekbandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. Telef. Interc. No 15 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tariei. Grootere letters naar plaatsruimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen. In De Standaard wordt den vrijzinnigen wel aangeraden verzamelen te blazen voor 1913, maar van elke poging om het tegenwoordig bewind te doen vallen af te zien tot 1917. De schrijver in De Vaderlander, die hierop attendeert, meent, dat dr. Kuyper bevreesd is voor de algemeene opleving der vrijzinnige idee, welke in 1913 zou kunnen leiden tot zoodanige samenwerking van alle vrijzinnigen, dat daardoor zijne machtscoalitie in 1913 in gevaar zou kunnen komen en daarom doodleuk den raad geeft dien krachtigen gemeenschappe- lyken aanval nog vier jaren uit te stellen. Die raad is buitengewoon slim, omdat er vrijzinnigen kunnen zijn die het een goede taktiek zouden achten de coalitie nog vier jaren aan het bewind te laten, overtuigd dat zij zich dan voorgoed zal hebben onmogelijk gemaakt. Ook bestaat voor de democraten van links thans geen aanleiding meer om nog iets te hopen van de democraten van rechts, nu Patrimonium's voorzitter, mr. Van Vliet, nooit durft opkomen voor de om den tuin geleide anti-revolutionaire arbeiders, en mr. Aalberse zijn eigen Bakkerswet helpt tegen houden. De schrijver wijst erop, hoe noodig het om andere, gewichtiger redenen nog is, de coalitie reeds in 1913 de nederlaag toe te brengen. Blijft de huidige regeering aan, dan hebben we tf wachten eene Grondwetsherziening in reactionairen zin en de Tarief'sverhooging zal stellig en zeker haar beslag krijgen. De schrijver wijst er op, hoe moeilijk, ja ondoenlijk bijna het is, het aangerichte kwaad later te herstellen. Hij dankt intusschen den minister achter de schermen* (dr. Kuyper, Red.) voor zijn raad. Wij gelooven niet, dat eenig vrijzinnige dien raad van den anti-rev. leider zal op volgen. Niet gewacht tot 1917, maar reeds in 1913 ons uiterste best gedaan. Groote belangen, die voor land en volk op het spel staan, eischen dat. Er is reeds kwaad genoeg gesticht. De Standaard acht het nog eens noodig het samengaan van de anti-rev. partij met de R-Katholieken te verdedigen en gaat daartoe in de historie terug tot voor 1853, natuurlijk om de veranderde taktiek harer partij te ver klaren. Zij herinnert, dat haar leider in de dagen zijner jeugd verkeerde in »half-gelooving-con- servatieve kringen.* welke in Rome 's lands erfvijanden zagen en uitbarstten in verontwaar diging |bij 't herstel van de Katholieke hiër archie in 1853 Maar later, tegen ongeveer 1870, waren diezelfde kringen »stil en heimelijk met Rome verbonden om de Liberalen schaak mat te zetten.* Dan tracht De Standaard Dr. Kuypers strijd tegen dat samengaan en zijn lateren omme zwaai, gevolgd door zijne geheele partij, te verklaren. Wij gelooven, dat de verklaring voor velen aan duidelijkheid te wenschen zal overlaten. De Standaard heeft meer de huidige coalitie verdedigd en natuurlijk want dat is het critieke punt vooral het samengaan van anti-rev. en R.-Kath., waar de anti-rev. en vooral hun leider eertijds zoo tegen gekant waren. Ook in deze verklaring voelt men zoo duidelijkUit kracht van het Christelijk beginsel wordt het samengaan verdedigd, en de godsdienst is juist de schoen, die immer blijft wringen, hoe men dit uiterlijk ook trachte te verbloemen. De anti-rev. Rotterdammer schreef dezer dagen »Zoodra de strijd oüder negatieve leuzen wordt opgezet, vertoont zich dit per soonlijk meer en brengt in de politiek de corruptie. Het Vaderland (unie-lib.) is het met die aangehaalde woorden eens, »mits de anti-rev. partij ze gebruike om de hand in eigen boezem te steken.* Het blad voert zeer terecht aan, dat negatieve leuzen en persoon lijk element in veel sterker mate bij die partij worden gevonden dan bij de vrijzinnigen. Reeds de naam «anti-revolutionair* klinkt negatiefzij zegt niet, wat hare voorstanders willen, maar wat zij niet willen*. Terwijl het liberalisme arbeidde aan den opbouw van de nieuwe rechtsorde, streden Bilderdijk en Da Costa tegen den geest der eeuw, dien zij niet begrepen. Eerst van 1878 dagteekent een positief »Program«, en na de Grondwetsherziening van 1887 werd de rechterzijde geroepen dat program in toe passing te brengen. Doch toen, bij de daarbij aanvaarde samen werking met Rome, bleek de moeilijkheid om, op het gebied der practische staatkunde, naar Groen's woord tegen de Revolutie het Evangelie« te stellen. Leger wet, vaccine, Zondagswet bleken struikelblokken te zijn tusschen de rechtsche verbondenen en in latere jaren konden de anti-revolutionairen zei ven het onderling evenmin eens worden (getuige de protesten van prof. Fabius) over ouderdoms- en ziektezorg. De practijk van het regeeren werd nu gezocht »in het trioconservatief regeeren, subsidie's, benoemingen.* En wat het persoonlijk element betreft, herinnert het Vaderland, dat dit bij geen partij zoo sterk op den voorgrond treedt als bij de anti-revolutionaire. Vóór 1878 wordt alles teruggebracht tot Groen, na 1878 alles tot Kuyper. Daarom spreekt men van die zijde ook steeds van een strijd tusschen Thorbecke en Groen, en thans van een strijd tusschen Borgesius en Kuyper. Bij alle waardeering* aldus de woorden van het Vaderland »die men links gevoelt voor den scherpzin- nigen en ervaren leider der Liberale Unie, is het denkbeeld, dat de strijd der linkerzijde tegen rechts een strijd BorgesiusKuyper zou zijn, een absurditeit die Borgesius zelf het eerst en het meest beslist zal afwijzen.* Aan de linkerzijde zou men, wat persoons- vereering betreft, eerder het tegenovergestelde kunnen verwijten. Dan herinnert het blad er aan, dat in 1905 de vrijzinnigen wel degeljjk met een positief program van actie optrokken openbare school, sociale hervormingen, legerhervorming, vrij zinnige handelspolitiek en Grondwetsherziening voor verbetering van het Kiesrecht. Natuurlijk voegde zich daarbij de tegenzin tegen »de politiek« van dr. Kuyper. Het zijn ware woorden, die het Vaderland uitspreekt. De persoonsvergoding, die we rechts gezien hebben, werd zelfs bespottelijk. Wat negatieve leuzen betreft, wij zijn van meening, dat alleen reeds de daad, een einde te maken aan het zoogenaamde Christelijke bewind, een positieve weldaad voor ons land zou zijn. (Brieven aan een neef in Nieuw-Zeeland). Door den in ons land bestaanden Bond voor Staatspensionueering is een commissie van twee leden, de heeren Ds. D. A. van Krevelen van Deinum en Frans Netscher van Santpoort, naar Engeland afgevaardigd, om in Groot-Brittanje een onderzoek in te stellen naar de werking der wet op de Staatspension- neering van 1908. Deze commissie heeft dezer dagen haar Rapport daaromtrent uitgebracht, en ik ga er u een en ande.* uit vertellen. Het Rapport is een kloek boekdeel van bijna 200 bladzijden, en bevat, naast de in drukken en conclusies der rapporteurs, een aantal officiëele gegevens, die ook den buiten- staanden de gelegenheid bieden tot het vormen van een zelfstandig oordeel. Nu moet ge weten, John, dat ook onze regeering, die tegenstandster is van Staats- pensionneering, welke zij immoreel vindt en vernederend, een afgevaardigde naar Engeland zond, en wel de man, die haar ontwerp-dwang- verzekering heelt in elkaar gezet, dus voor de regeering een onverdacht man. Ofschoon reeds herhaaldelijk in de pers en in openbare vergaderingen is aangedrongen op de verschijning van het Rapport van dien Regeeringsafgevaardigde, is het nog altijd niet verschenen. En we zijn nog slechts enkele dagen verwijderd van den aanvang der be handeling van het invaliditeitsontwerp in de Tweede Kamer! Vindt ge dat niet kras Dat doet de partij-politiek, die niet gebaat is met iets, dat haar in de wielen kan rijden. Want dat dit Engelsche Verslag zulks eeniger- mate zou doen, ligt voor de hand. Immers, al zijn de beschouwingen en conclusies van den schrijver eventueel nog zoo gekleurd (en niemand heeft nog het recht te beweren dat zij gekleurd en niet objectief zullen wezen) dan toch ontkomt de Rapporteur er niet aan om officiëele bescheiden mede te deelen, waaruit anderen zelfstandig hunne gevolgtrekkingen kunnen maken. En die kunnen niet anders dan gunstig zijn voor de Staatspensionneering. In verband met de gegevens, waarover men thans uit andere landen beschikt, b.v. uit Duitschland is alvast te constateeren, dat de dwangverzekering nog niet één derde helpt van de oudjes, die door Staatspensionneering geholpen worden. Speciaal de vrouwen zullen er het loodje bij leggen. De vereeniging tot behartiging van de belangen der vrouw te Rotterdam heeft dan ook reeds een adres tot de Tweede Kamer gericht, waarin zij verzoekt de Invaliditeits wet niet aan te nemen. Zij wijst er o.a. op, dat de huisvrouw, die geen oudendagspensioen zal krijgen, op tweeërlei wijze wordt gedupeerd. Zij zal ten eerste de premie van haar huis houdgeld moeten missen en ten tweede alles duurder moeten betalen door de in werking treding der Tariefwet. Ook de vereeniging van Nederlandsche werkgevers, mannen uit de praktijk dus, hebben hunne bezwaren kenbaar gemaakt. Om nu terug te komen op het Rapport van den Bond voor Staatspensionneering, zij vermeld, dat de beide schrijvers niets dan lof over hebben voor de wijze, waarop zij in Engeland door officieële en officieuse personen zijn ontvangen en voorgelicht. Zoo gaf de Engelsche minister John Burns hun een aan bevelingsbrief, die in Engeland, Schotland en Ierland vele deuren voor hen opende. Interessant zijn de mededeelingen omtrent den loop der loonen van de werklieden in Engeland. Ér blijkt uit, hoe deze van 20 tot 45 jaar een geleidelijke, kleine stijging vertoonen, om na het 45e jaar snel te dalen. Daaruit volgt al dadelijk, dat het slechts een kwestie van tijd kan wezen, om den leeftijd voor het oudendagspensioen terug te brengen van 70 op 65 of 60 jaar, wat in het stelsel van dwangverzekering, dat ook 70 jaar voor het ouderdomspensioen geeft, moeilijk kan. Uit dit en andere gegevens o.a. het min of meer mechanisch bepalen der hoegroot heid van 't pensioen, en het niet voldoende rekening houden met de individueele omstan digheden van den Engelschen pensioentrekker, volgt, dat het Deensehe stelsel, waarbij reeds op 60-jarigen leeftijd een pensioen naar be hoefte wordt verstrekt, op dit oogenblik superieur is aan het Engelsche systeem. De tekst van de Engelsche wet van 1908 en van de wijzigingen van 1911 wordt in het Rapport in de Engelsche en Nederlandsche taal gevonden. Het systeem der wet wordt er in verklaard, de werking uiteengezet, de resultaten worden vermeld, evenals de invloed op de Armenzorg. Ook het feit, dat het aantal ouden van dagen in Ierland zosveel grooter bleek dan verwacht was, en de stijging der kosten dientengevolge, wordt verklaard. Hoogst belangwekkend is de geschiedenis, of liever de vóórgeschiedenis der wet van 1908. Er blijkt uit, dat men in Engeland reeds eeuwen geleden gewacht heeft een stelsel te vinden, waarbij het trieste huwelijk van armoede en ouderdom zou worden ontbonden of onmogelijk gemaakt. Een Bond als de Hollandsche Bond voor Staatspensionneering eindelijk mocht het ge lukken zoodanig in te werken op de publieke opinie, dat de Staatspensionneering ten slotte tot stand kwam. Binnen niet te langen tijd hoopt onderge- TER MMSCH VOLKSBLAD. Burgemeester eu Wethouders van TER NEUZEN, brengen ingevolge artikel 37, in verband met artike' 12, le lid der Drankwet, ter openbare kennis dat bij hen is ingekomen een verzoekschrift om verlof tot den verkoop van alcoholhoudenden, anderen dan sterken drank van ELIZABETH SIMONS, weduwe van J. A. DE Vos, zonder beroep wonende te Ter Neuzen, voor het beneden voorlokaal van het perceel plaatselijk gemerkt 56 en gelegen aan den Baandijk. Binnen twee weken nadat deze bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren inbrengen. Ter Neuzen, 8 October 1912 Burgemeester en Wethouders voornoemd, J, 1IUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN gezien de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad no. 222 van 1896) maken bekend dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd een verzoek van de Association Cooperative Zélandaise de Carbonisation te Ter Neuzen, om ver gunning tot het oprichten van eene bergplaats voor locomotieven op het perceel, kadastraal bekend sectie O no. 1585; on dat op Dinsdag 22 October 1912, des namiddags van 3 tot 4 uren, ten raadhuize dezer gemeente, ge legenheid zal worden gegeven om tegen het maken dier inrichting bezwaren in te brengen en deze mon deling of schriftelijk toe te lichten. Ter Neuzen, 8 October 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. N.B. Wij vestigen er de aandacht op, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn verschenenteneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis van de ingezetenen, dat door het Bestuur der Brandweer het jaarlijksch onderzoek zal plaats hebben naar het schoonhouden der schoorsteenen en andere rookgeleidingen en stookplaatsen in de week aanvangende met Maandag 21 October 1912. Ter Neuzen, 8 October 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1912 | | pagina 1