Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. propaganda foor bet openbaar onderwijs nit den booze. Pr. Kuyper Kamerlid af. Het Offer. No. 2302. Zaterdag 14» September 1912. 23e jaargang FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent by vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. No 15 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Van Christelijke zijde krijgt het Handels blad op zijn kop. Ook Luctor et Emergo doet mede. Het blad is zoo stout geweest de weigering van den burgemeester van 's Gravenhage in zake het weigeren van den optocht der socialisten af te keuren. Trouwens, die afkeuring is links algemeen en ook buiten links zal meer dan een die weigering niet verstandig achten. Maar van het anders tamelijk conservatieve Handelsblad wordt die meening kwalijk genomen. Geen wonder. Eenige jaren terug paradeerden de studenten van de Vrije Universiteit voor het bureau van het liberale blad en riepen met luider stemme: »Leve het Handelsblad*:. Welk liberaal blad is ooit zoo'n ovatie van onverdachte anti-revolutionairen te beurt gevallen Er was reden voor die juichtonen. Het Handelsblad was toen zoo dom geweest, propaganda te maken voor den anti-rev. Bijleveld tegenover den socialist Mr. P. J. Troelstra, met het gevolg, dat Bijleveld werd gekozen. Maar eilacie, eenige maanden later hielpen de anti-rev. Mr. Troelstra in datzelfde Amsterdam kiezen tegenover den liberaal IJzerman. Zoo kreeg het Handelsblad zijne trekken thuis. Het schijnt verstandiger geworden. Althans, het heeft van goed liberaal standpunt, de weigering van 's Gravenhages hoofd afgekeurd. Het gejuich der anti-rev. is verstomd. Nu roepen ze ach en wee over dat blad. lot zelfs met de uitgelokte spoorwegstaking van 1903 tracht men de goê-gemeente banc te maken. Zou nog één bedachtzaam mensch naar die praatjes luisteren Als protest tegen de houding der regeering, die bezig is op groote schaal het openbaar onderwijs in Indië te benadeelen ten voor- 10) Novelle van HENRY BORDEAUX. „Zonder ze nog eens te hebbeo gelezen „Waartoe zou dat dienen?" Ze herlezen, dat was zoo goed als ze weigeren. Hij stond op om ze te gaan balen. Maar terwyl Marthe zich reeds zeker waande van hare zaak, bedacht hy zich. „Neen," zeide lig „het ofier gaat mijne kracht te boven." „Wat?" „Ik kan het niet, mevrouw ik kan het niet „En u beweert haar te hebben liefgehad riep Marthe minachtend. „Dat ofier gaat nwe krachten te boven terwyl ik ik haar mjjne eer ofier in de oogen van haren man, mijnen zwager Verwonnen door baar aandringen en zélf verlangend om zijne bezorgdheid voor Mathilde's nagedachtenis te bewijzen, ging hij eindelijk naar eene andere kamer en kwam Weldra met het kostbare paod terug. „Ziedaar dan," zeide hij. „U rukt mij het hart nit." deele der bijzondere school, besloot het hoofd bestuur van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, in zijn vergadering van Zondag j. 1. aan de leden een voorstel te doen tot steun uit de weerstandskas, tot een bedrag van f 1000, aan den heer Viersen, die wegens zijn propaganda voor het openbaar onderwijs werd overgeplaatst, teneinde hem in staat te stellen zonder finantieèl nadeel zijn ontslag te nemen en weer naar Menado terug te kunnen keeren. Aan dien steun wordt de voorwaarde verbonden, dat het geheele be drag, daartoe noodig, bijeen komt. Men ziet, hoever de Christelijke regeering in haar dwang durft gaan. Ons heugt het nog, hoe met name de anti-revolutionairen zich beleedigd achtten, als men ze van clericalisme beschuldigde. Wie zich de vergadering herinnert eenige jaren terug, waar Dr. van Raalte als spreker optrad, zal dit nog wel weten. Met zulke feiten als het aangehaalde voor oogen hoeft deze partij niet meer tegen de beschuldiging van clericalisme te protesteeren. Deze partij, die men by alle mogelijke gelegenheden over vrijheid hoort roepen, maakt zich het meest aan onduldbaren dwang schuldig. Die werkelijk de vrijheid voorstaat, wapene zich tegen haar. Het besluit van dr. Kuyper, om zich, op medisch advies, uit de actieve politiek terug te trekken, wordt begrijpelijkerwijze in de pers druk besproken. De rechtsche bladen betreuren het heengaan van dr. Kuyper uit de Kamerin de linkscbe wordt een andere klank vernomen. Wij laten hier het oordeel volgen van de N. R. Ct., Alg. Hbld., beide vrijzinnig, en van Het Volk,sociaal-democratisch. In de Nieuwe Rott. Courant lezen wij De heer Kuyper heeft zich thans officieel en voor goed uit het parlementaire leven, dat wil zeggen uit de practische staatkunde, terug getrokken. Dat blijft een besluit van gewicht. Het is een rustpunt, waar men een oogenblik bij stil wenscht te staan. Zeer jammer is, dat niet ook de politieke tegenstander in dit afscheid met oprechtheid kan deelnemen. Dat ware niet onmogelijk geweest ten aanzien van iemand met de talenten Hy had het bundeltje genomen zonder er naar te kyken, zooals men de oogen sluit tegenover eene marteling. Nu bemerkte by, by het overbandigeo, dat er by de brieven ook eene pbotografie was. Hij wilde die terugnemen. Maar Marthe hield ze vast. „Neen. Alles," beval zy. „U is wreed," prevelde hy en tranen sprongen hem in de oogen. Ditmaal had zy toch wel medelijden met hem. Maar zy toonde het hem niet, en slechts noode liet zy zich verbidden, toen hy haar smeekte als e.ene byzondere gunst „Laat my haar nog éénmaal zien Het portretje stelde Msthilde voor in bal toilet een tulen kleed, omzoomd met zwanendons. De gevulde schonder en de ronding der taille deden eene schoonheid ver moeden, die veel aantrekkelijks hebben kon, maar toch onder een aankomend embonpoint reeds eenigermate begon te Jydeo. Het fijne gezichtje der overledene door een paar kuiltjes in de waDgen nog pikanter gemaakt, glimlachte met dien frisschen glimlach, die zelden of nooit de lippen der jonge vronw verliet, en met welke zy het leven, de wereld, ook hare verbodene liefde had toegelonkt. Het was een beeld van jeugd, gezondheid eD dartelheid, wei zéér geschikt om ood jongen man te ver lokken en te bekoren. van den persoon, die uit het publieke leven heengaat. Bij alle verschil van inzicht kon er plaats zijn voor waardeering. Ja, zelfs voor eerbied voor hetgeen zulk een had ge wrocht. y Daartoe ware noodig geweest, dat men in hem had leeren kennen den man van stoere beginselen, en daarvoor alleen strijdend. Zoo hebben wij deD heer Küyper in zijne lange parlementaire loopbaan niet leeren op prijs stellen. Zijn strijd is er bovenal een geweest om de macht. „Al zijne onmiskenbare veelzijdige talenten zyn op dat eene punt toegespitst geweest. Theoloog van aanleg en niet zonder talent hy heeft de theologie uitgebuit ten bate van politieke doeleinden. Zonder twijfel een man met staatkundig inzicht en doorzicht, eene persoonlijkheid met alle vermogens om een groot staatsman te zijn hij heeft politieke wetenschap nooit tot hooger doeleind in werking gesteld, dan ter verkrijging van een kort stembussucces. Hij is gedraaid met vele winden, wierp beginselen overboord gelyk de kapitein van een in nood verkeerend schip zijn lading maar wat heeft hij bereikt, waar, door de jaren heen, beginsel uit spreken zal Hij was redenaar en schrijver als wellicht sedert lange jaren geen ander. De gave van het woord heeft hij misbruikt tot demagogie, en van zijn schrijven wordt wellicht afge- van den„ vorm het beste gezwegen. Hy had door zijn woord, waarvan eene magische bekoring uitging, voor zijn volk een weldaad kunnen zijn hij voedde het op tot twee dracht en twist, en wat het allerergste is tot onoprechtheid bovendien. Is het niet verschrikkelijk,^ wat een van zijne naaste volgelingen, by wijze van vergoelijking, van hem getuigdedat hij nimmer de waarheid sprak Zoo gaat hij heen, zonder door den politieken tegenstander te worden betreurd als een nobelen strijder, dien men, niettegen staande alle verschil van gevoelen, per slot van rekening toch zeer ongaarne mist. Het had, gelijk wij zeiden, anders kunnen wezen De reden, waarom de heer Kuyper zich terugtrekt is zeker heel treurig. Er is iets weemoedigs in, dat hij om gezondheidsreden van het parlement afscheid moet nemen. Te meer, omdat men zou willen, wanneer zulk een man rust moet gaat nemen, hem iets anders te kunnen toewenschen, dan rust vooral rust. Marthe kende dit portret van hare znster niet. Zy had het by de Monrevels nooit ge zien. Ongetwijfeld was de plaat vernield geworden, Dadat de eerste en eenige afdruk er van genomen was, voor den uitverkoren vriend alleen bestemd. Een Dog zeer recente dagteekening en de naam van Matbilde waren op den rand van het karton leesbaar. Hiddelerwyl verdiepte Pierre Emaquy zich in ziine beschouwing. Hy kon zich niet er van losmaken. Met strakken blik staarde hy op het visioen der welbeminde, tot Marthe de hand weer er naar uitstak. Pierre Emaquy diensde terug. Het scheen alsof hy de photografie nu toch niet meer wilde afgeven. Zuchtend en als in extase staarde by er op. „Ik bid n, mynheer, geef my nu dat por tret kwam de stem van mevrouw Chenevray, koel en gebiedend. „Ik verzoek het n nit haren naam." „Het was voor my alleen gemaakt, en het was my voor altyd gegeven." „Wel mogelyk, mynheer. Maar nn is het een offer, dat u aan de doode schuldig zjjt." Bruusk stak hy haar de photografie toe. „Ziedaar dan zeide hy. „Neem weg dan maar. Hy liet zijne armen slap langs zyne zydeu vallen en mompelde op diep verslagen toon „Nu heb ik niets meer van haar." Zyjiacht :„„Uwe*liefde toch nog." ^Maar Het Algemeen Handelsblad laat zich als volgt uit Het aftreden van dr. Kuyper als lid van e tweede Kamer is, hoe merkwaardig ook de politieke figuur is die met hem uit de tweede Kamer verdwijnt, thans niet van zeer groote praetische politieke beteekenis. Den invloed, dien dr. Kuyper had, oefende hij niet jn/e eerste plaats als Kamerlid, doch als leider der antirevolutionnaire partij en als hoofdredacteur van de Standaard uit. Als zoodanig heeft hij een groot medezeggenschap, zonder verantwoording, in de regeering van het land. Het feit, dat iemand buiten de regeering op zulk een merkwaardige wijze leiding kan geven, is niet te verklaren door zyn positie als Kamerlid wij gelooven, dat de groote macht, die zjjn woord nog steeds nj de massa der politiek-kerkelyke kiezers ee: de ,een'ge reden is van zijn extra- parlementairemachtspositie. Minister-zonder- portefeuille blyft dr. Kuyper nog, ook na zyn aftreden als Kamerlid. Reeds had hy. door zyn klimmende doofheid, in zeer veel mindere mate aan de Kamerdebatten deelgenomen, en toch is ieder overtuigd, dat juist den laatsten tijd de invloed van dr. Kuyper grooter is ge weest dan ooit. Wij achten den invloed van dr. Kuyper een verkeerde, een die slechts ten nadeele van goede parlementaire verhoudingen en goede politieke zeden werkzaam is geweest. Doch juist daarom hooren wij zonder vreugde, dat dr. Kuyper dien invloed voortaan geheel van achter de schermen zal uitoefenen en dat hij nooit meer in de volksvertegenwoordiging ter verantwoording kan geroepen worden. Aan Het Volk ontleenen wy": De hoofdredacteur van de Standaard bluft en de voorzitter van het centraal comité van de anti-revolutionaire partij blyft ook terwijl zoowel voor Ministers en Kamerleden, die ang zijn voor afschuwelijke misverstanden, net adres in de Kanaalstraat wel een zekere beteekenis zal houden. Maar toch doet dr. Kuyper, met het neerleggen van zijn Kamer lidmaatschap, afstand van een stuk invloed. De parlementaire geschiedenis van bet laatste jaar had er anders uitgezien, zoo niet een zóó droevig beeld van verval hebben opgeleverd, als zij niet had gestaan onder dr. Kuyper's bedreiging met parlementaire werkstaking, ten zy zeide niet. Achwaarom kon zy tegelyk met deze brieven en dit portret niet het ver leden teniet doen, en de herinneringen die Matbilde in deze kamer, in het hart van dezen man had achtergelaten Maar die herin neringen zooden immers van zelf al spoedig genoeg verbleeken en zich uitwisschen. Deze man was toch nog veel te jong om niet te leeren vergeten. En in elk geval, allemate- rieeele sporen van den misslag zouden verdwij nen. Noch Jacqueu Monrevel noch de kleine Juliette zou ooit iets weten, kon ooit iets weten van hetgeen zy hier in hare band hield en wat haar 1e vingers als verbrandde. En wat Pierre Emaquy betrof, die op dit oogeoblik al dö laatstG panden zyner geator- vene liefde uit handen gaf, ook hy onder vond reeds de sloopende macht van den tijd in ons geheugen. Nauwelyks twee maanden waren er verloopen sedert hy zyne beminde het laatst had gezien, sedert by haar had moeten verlaten, sedert zy uit zyne armen was ontsnapt, om te vallen in de klauwen van den dood, en reeds bezon hy zich met moeite op zekere gelaatsuitdrukkingen van haar, op zekere graciensa gebaartjes, die hem in baar verrukten. Met een soort van ont zetting zeide by hardop by zichzelf: „Ik heb den klank van hare stem reeds vergeten.!" Dit waren j[dezelfde~woorden, Martha had TER H1EIIZESSCH VOLKSBLAD.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1912 | | pagina 1