a
Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Pt Splijtzwam.
Het Offer.
pontjes «n paaltjes.
No. 2298.
Zaterdag 31 Augustus 1912.
23e jaargang
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 7 5 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere. No IS.
AD VERTEN TIEPR IJS:
V an 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk vei>
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant Terscbjjnt eiken Woeusdag- en Zaterdagmorgen bjj den Uitge.er M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Divide et impera".
Men roetne in ons lieve vaderland en daar
buiten vrij onze bloembollen-velden de
groenten, druiven en tomaten van het West-
land, de Zeeuwsche tarwe en bieten, de aard
appelen der veenkoloniën in Groningen en
Drente of het fruit van de Betuwe.
Verre boven al die cultures en gewassen
staat de splijtzwam als het echte Hollandsche
gewas.
De splijtzwam tiert het best in eene muife
en duffe lucht, bezwangerd door de microben
van dogmatiek en zelotisme, die ook zelfs de
hersenen der menschen verontreinigen.
Eigenaardig is het, dat de splijtzwam zich
vooral ontwikkelt in de Protestantsche streken
van ons land, terwijl zij het zuiden vrij laat,
ofschoon ze ook dreigt op te komen in onze
Oost, onder de Mohammedaansche bevolking.
Wel is de splijtzwam daar tot nog toe onbe
kend, dus niet endemisch, maar zal in Insulinde
worden geacclimatiseerd.
Het is een bewijs van de bekwaamheid
van den kweeker, die, niet tevreden met het
beperkte terrein van zijn geliefd artikel, zijne
aandacht vestigt op het verre'Insulinde, waar
de splijtzwam ongetwijfeld een vruchtbaren
bodem zal vinden. Daar de verbouw van dit
gewas beoogtscheuring, splitsing, verdeeld
heid en twist, zal dat heerlijk oord in de
tropen vast en zeker zich los maken van het
gekerstende Moederland.
Dat deze afscheiding werkelijk zal gelukken
en de splijtzwam onder de heete zon der
keerkringslanden heerlijk zal gedijen, daarvoor
is de bekwaamheid van den kweeker, die nog
nimmer zijne pogingen tot scheiden en ver-
deelen zag mislukken, borg.
Schrijver dezes zat in 1885 of 86 eens in
den trein met een vurig voorvechter der anti
revolutionairen, thans christelijk schoolop
ziener in een der arrondissementen van Gelder
land.
Ik leidde het gesprek op de Vrije Universiteit
(waarom heet die vrij?) en vroeg mijn over
buurman, waar de theologische studenten van
die inrichting wel onder dak gebracht moesten
worden, daar al de kerkgenootschappen toch
hunne eigene opleidingsscholen hadden voor
hunne predikanten of geestelijken. Ik beweerde
6)
Novelle van
HENRY BORDEAUX.
Vergeefs zocht zy dien nacht den slaap.
Het was haar niet gelukt, baren zwager tot
den volgenden morgen in haar huis te houden.
Na op het avondmaal te zijn gebleven en zelf
de kleine Juliette naar haar betje te hebben
gebracht, was de heer Monrevel tegen elf uur
naar zyne eigene woning in de Rue Murillo
teruggekeerd.
„Daar zal ik dichter bij haar wezen," had
hij geantwoord op Marthe's aandringen om te
blfjven. „Die reis, die mij een weinigje berusting
had moeten brengen, heeft mijn leed nog ver
zwaard. Ik had voortdurend bet gevoel dat
ik eene misdaad beging, door de plek te ver
laten waar zjj om mij heen was, en door ver
strooiing te gaan zoeken zónder haar"
En mijmerend liet hij er op volgen„Het
is pas eene maand en ik heb reeds den
klank van hare stem vergeten. Ik zie haar
nog in hare jonge gratie maar ik hoor
haar al niet meer, hoezeer ik ook mijn wil
en mijn gebeogen daartoe inspan."
Den gaDSchen avond had hij over haar ge-
toen, dat Dr. Kuyper voor die studenten enkel
eene plaats kon zoeken in de Hervormde kerk,
nadat deze eerst in tweeën was gesplitst.
Met een meewarig gezicht, of hij wilde zeggen
»Onnoozel schaap, wat vermeet gij je, om
over zulke zaken te oordeelen«, antwoordde
hij, den wijsvinger aan 't voorhoofd drukkende
»Dr. Kuyper heeft een hoofd en die zal wel
weten wat er gebeuren moet.«
Kort daarop werd de eerste student Houfc-
zageis candidaat en begon meteen de doleantie
(1887). De paneelzagerij en het doleeren
hadden echter niet veel succes. Er kwamen
niet vele plaatsen open voor de doleerende
candidaten der zoogenaamde Vrije Universiteit,
ofschoon de splijtzwam was geplant in de
Ned. Hervormde kerk.
Ds. Houtzagers werd geplaatst te Kootwijk,
van welk dorp de victoria begon.
Intusschen werden steeds maar studenten
van de Vrije Universiteit beroepbaar, terwijl
ei voor hen geene plaatsen vacant waren.
Daartegenover nam het aantal vacatures in
de Christelijk Gereformeerde kerk toe, zoodat
in die kerk een chronisch gebrek aan predi
kanten ontstond.
De kweeker van de splijtzwam bewerkte
nu eene fusie tusschen de Vrije Universiteit
en de Theologische School te Kampen, met
de bedoeling, zijne studenten mede in de
Christelijke Geref. kerken te doen beroepen.
De kerken, die zich bij deze fusie aansloten,
werden voortaan Gereformeerde kerken ge
noemd zij waren niet meer Christelijk.
Ook in de Christelijk Gereformeerde kerk
was dus de splijtzwam gekomen en met haat
en verbittering staan thans de vroegere
broeders als Gereformeerden en Christelijk
Gereformeerden tegen elkaar over.
De christelijke liefde raakte zoek.
Zoo had nu de groote kweeker van splijt
zwammen de twee grootste afdeelingen der
Protestantsche kerk onderling verdeeld en
uiteengereten.
En toch had hij de Ned. Hervormde kerk
gediend, eerst als hyper-modern en daarna
als hyper-orthodoxe predikant.
Eerst was dr. K. zóó modern, dat de
kerkeraad van Emden in Oostfriesland, waar
hij eene predikbeurt zou vervullen, bij nader
inzien hem den kansel weigerde, om dien
niet te laten ontwijden door een vrijdenker.
Zeer waarschijnlijk heeft dr. K, in 's hemels
sproken. Evenals voor zijne reis, maakte hij
zichzelf weer verwijten en beschuldigde hij
zich dat hy haar verwaarloosd had. Het was
alsof hjj in het geheel niet weg was geweest
alsof Mathilde's dood niet reeds weken,
maar slechts enkele dagen in het verleden
lag.
„Ja," zeide hij totMarthe— „in het laatste
jaar was er eene verandering over haar geko
menJ(j weet dat niet; maar ik weet
tBij jon, Marthe, vond zy misschien
nog een vrede, dien zij b(j m(j niet meer vinden
kon. Hare natuurlijke vroolijkbeid was ver
anderd in eene behoefte aan beweging, aan
verstrooiing. Zij werd zoo rusteloos, kon nooit
meer lang op dezelfde plek blijven, scheen in
haar eigen huis het geluk niet meer te kunnen
vinden. Haar lachen zelfs verborg hare melan
cholie.Ja ja! ik zie het nu in, nn het
te laat is.Eens op een dag vertelde ik
haar van den waarschijnlijken val van het
ministerie, en van eene combinatie, waarbij
het mogelijk zon zijn dat mij eene portefeuillle
in banden kwam. Zij keek mij aan en vroeg
„En ik dan IK moest erom lachen.
Maar nu begrijp ik wat zjj bedoelde. Ik ging
zoo geheel onder in mijn politieke geploeter,
dat ik geen oog meer had voor hare lieve
dartelheid, voor het licht en de blijheid van
hare jeugd."
Zóó trad hy nu met zichzelf in het gericht,
mi hij haar verloren had.
raad gehoord, dat de Ned. Herv. kerk door
den Heer der heirscharen driemaal was
vervloekt. »Hoe kon hij dit anders weten?*
'tls eigenaardig, dat overal waar dr. K.
zich vertoont, zaden van de splijtzwam
achterblijven. Het college van professoren
aan de Vrije Universiteit werd door de splijt
zwam besmet en verdeeldeveneens de anti
revolutionaire partij.
Dr. K. was de man der kleine Iuyden en
had als zoodanig een afkeer van de mannen
met twee namen, de jonkers en baronnen der
anti-rev. partij, die dus eveneens werdtn
afgestooten en eerst als vrije-antirevolutionairen
en daarna als christelijk-historischen een af
zonderlijke politieke fractie vormden onder
leiding van Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman.
Hoewel vaak fel op elkaar gebeten, is de
groote kweeker steeds geneigd, in 't openbaar,
zÜne groote liefde ten opzichte van den
broeder te betuigen, welke liefde nooit vuriger
is, dan in de dagen der verkiezingen of
wanneer het coalitie-belang eendrachtig samen
gaan eischt.
W ij vreezen, dat de splijtzwam ook zal
gebracht worden in ons kostelijk ministerie,
althans de kweeker is er soms sterk toe
geneigd.
Onze boeren sukkelen mede reeds aan dat
afschuwelijke Kuyperiaansche gewas, sedert
aangestuurd wordt op het stichten van een
christelijke protestantsche boerenbond, met het
doelTe bevestigen een boerenstand, die,
den Heere onzen God dienende, en
menschelijkerwijze van zijn bestaan verzekerd
zijnde, in rust en vrede het erf der vaderen
bewoont en bewerkt.*
Men vangt vliegen met stroop en onze
geloovige, eenvoudige boertjes met de tale
Kanaans, die er ingaat als koek.
Het is belachelijk, ware het niet zoo ernstig
bedroevend. Onze Nederlandsche natie, reeds
zoo klein, heeft toch te vele goede eigen
schappen, dan om zoo de speelbal te worden
van kerkelijke en politieke partijzucht en in
wendig verscheurd te worden in tal van
elkander vijandige groepjes.
De groote leider heeft voor zich en de
zijnen beslag gelegd op de zaligheid des
hemels, op de liefde voor vaderland en
Koningin, op vroomheid en eerlijkheid, op
waarheidsliefde en gerechtigheid. Hoe het in
En wat mocht er nu in dezen nacht zijn
gebeurd, daar in dat verlaten huis in de Rne
Murillo? Waren de vermoeienissen der
reis sterker geweest dan de aandoening en
de nieuwsgierigheid van den heer Monrevel
Had de slaap hem vergetelheid en rast
gebracht Of had by gewaakt in de kamer
der doode, hare secretaire geopend, haar geheim
onthuld Wat bleef er op ditoogenblik
nog over van Mathilde's eer en van de liefde
baars echtgenoots
Vroeg reeds spoedde zich Marthe naar de
Rne Murillo. Z(j had tevoren haren zwager
van haar morgenbezoek verwittigd.
Hij ontving haar in het kleine boadoir. Met
al de inspanning van haren wil bewaarde zy
onder de eerste onzekerheid hare kalmte. Maar
b(j de eerste woorden reeds, die Monrevel tot
haar richtte, begreep zij dat h(j nog niets wist.
Zjj praatten weer lang over de ontslapene.
En middelerwijl loerde mevrouw Chenevray
op eene gelegenheid tot handelen. Mathilde
te redden op de wijze die Pierre Emaquy haar
voorgesteld had, daartoe was zjj reeds besloten,
hoezeer ook haar eigen gevoel er tegen in op
stand kwam. Maar zjj vreesde het onhandig
te zullen aanleggen. Hoe toch zon zij zich
het air kunnen geven van een schuldige en
gepassioneerde vrouw, zjj, die geen over
treding van dien aard zelfs maar begrijpen
kon en de gloeiende verhalen van dichters en
de werkelijkheid is Om dit te behandelen,
ontbreekt thans de ruimte.
De tegenstanders van den grooten man wer
den eerst als godloochenaars en liberalisten, later
als paganisten veroordeeld en buiten de christe
lijke gemeenschap gestooten, als offers aan de
splijtzwam.
Het weligst tiert de splijtzwam bij het on
derwijs. Volgens de »Standaard< is het aan
tal scholen met den bijbel nu reeds geklommen
tot het getal van 1058, terwijl er nog vele
scholen in wording zijn. Telt daarbij de Katho
lieke sectescholen, de vele nieuwe kloosters en
gestichten en gaat dan oordeelen over de zege
ningen van de splijtzwam.
Evenals Mozes de kinderen Israels uit 't
Egypteland leidde naar het Beloofde land, leidt
dr. K. zijn volk uit het diensthuis der libe
ralen naar de staatsruif en de schatkist, de
heerlijkheden der coalitie, haar Beloofde Land.
De splijtzwam heeft het Protestantsche Ne
derland hopeloos verscheurd ten bate van Rome
dat deze 20e eeuw als haar bloeitijd zal eeren,
in Nederland, evenals zij den calvinistischen
kweeker van de splijtzwam in gezegend aan
denken zal houden.
Wanneer in 1913 het clericale bewind door
de kiezers bestendigd mocht worden, zal er
voor de vrijzinnigen geene aanleiding zyn om
het eeuwfeest onzer nationale herleving te vie
ren, daar wij dan onder een nog zwaarder
juk dan het Fransche zullen zuchten.
»De vogel is alleen geboren, om te «njjden
Met vleugelen de luchtde peerden om te
rjjden
Het muildier om het pak te dragen, of de ljjn
Te trekken met den hals en wjj om vrjj
te zyn*.
Brieven aan een neef in Nieuw-Zeeland)
Wy leven hier tegenwoordig in den tyd
der Congressen, John, en terwjjl Holland zijne
letterkundigen tijdelijk naar Antwerpen zendt
om deel te nemen aan 't zóóveelste Neder
landsche Taal- en Letterkundig Congres,
zonden andere landen hunne opvoeders naar
Den Haag om te samen met de paedagogische
specialiteiten ten onzent aan het Congres
voor Zedelijke Opvoeding deel te nemen.
romanciers voor louter zotte verzinsels hield
Deze verlegenheid alleen kwelde haar op dit
kritieke oogenbiik.
Terwyl het gesprek tnsschen zwager en
schoonzuster nog altoos zoo over de geliefde
doode liep, was niets natuurlijker, dan dat
de heer Monrevel aan Marthe Chenevray een
aandenken van haar znster aanbood.
„Wat wil je van haar als souvenir?" vroeg
hij. „Zeg het ronduit. Ik laat je de vrüe
kens." v
Marthe bezon zich eenige oogenblikken.
Zij meende eene kleine opening te bespeuren
tot redding. En toen antwoordde zy
„Het liefst zon ik een ring van haar hebben,
dien ik altijd zou kannen dragen. Zij bad
er van jou een met paarlen paarlen, die
tranen beduiden."
En toen, zonder hem den tyd te laten om
haar vóór te zyn, liet zy er op volgen
„Ik weet het laadje waarin hare kleinoodiën
geborgen zyn. Ik weet ook wat zy had.
Mag ik ze even gaan balen en je laten zien wat
er is Geef my dan den sleutel van de
secretaire."
Hy stond op om den sleutel te gaan zoeken.
Maar hy bedacht zich.
„Dat is waar ook. Ik moet dat slentejtje
ergens by my hebben. Vannacht al heb ik
gezocht en bet niet kannen vinden."
„Van nacht?"
I
VOLKSBLAD.