Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
Pt Komende strijd.
Q ebrandmerkt.
OttderdoittsVerzetigniig.
No. 2291.
Woensdag 7 Augustus 1912.
23e jaargang
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden 76 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren. Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters na«r plaatst uimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuten,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdag morgen by den Uitgever M DE JONDE, te Ter Neuzen.
De anti-revolutionairen zijn in hun nopjes
over de voorstellen der grondwets-commissie,
om het openbaar onderwijs in den hoek te
duwen en de voornaamste plaats aan het
bijzonder onderwijs toe te kennen.
Het anti rev. blad »0rize Courant* schrijft
er het volgende over.
Profeet zijn we niet, en profeteeren willen
we niet. Maar 't kón es zijn, dat die eind
strijd op politiek terrein dichter bij was, dan
menigeen vermoedt.
»Zij is immers »op de komst* de herziening
der Grondwet.
»En de Staatscommissie, die haar voor
bereidde, heeft gewichtige veranderingen in
zake het onderwijs in overweging gegeven.
Niemand weet natuurlijk nog, wat de regeering
zal voorstellen, maar we kunnen ons toch
wel verzekerd houden, dat het in die richting
gaan zal.
»Let b. v. alvast op het begin.
»Nu zegt de Grondwet: »Het openbaar
onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende
zorg der regeering*. De Staatscommissie
stelt voor, om hier het woord openbaar te
schrappen.
»Daar ligt feitelijk alles in.
»Dan heeft het onderwijs de zorg der
regeering.
»Dan staat het al gelijk.
Bijzonder met openbaar onderwijs.
»Doch dan wordt het nog mooier.
>Voor zoover zich een behoefte aan ander
algemeen lager onderwijs openbaart, dan
waarin door de ingezetenen wordt voorzien,
wordt dit onderwijs van overheidswege ver
strekt.*
»Zoo stelt de Staatscommissie voor.
»Men vat en voelt het verschil.
>Hier wordt de groote vlag, de admiraals
vlag gezet op het scheepken der bijzondere
school. Die wordt nummer één verklaard.
Eerst als zij ontbreekt, treedt de overheid op.
»Best, daar moet het heen.
»Dat zal de »eindstrijd« zijn.
»Maken we ons daarvoor gereed.*
Wat hier »0nze Courant« schrijft is
daar kan men van op £an bij de anti-rev.
gemeengoed.
In die idee leven en groeien zij. Daarvoor
45)
Roman van
G. BISS.
„Wat een domme streek van dien Erskin
nü te gaan sterven!4 mompelde hij, in zijne
kamer heen en weer loopeod. „Juist nu h\j
voor zijn jonge vrouwtje en zijne vrienden
zoo noodig wasMaar er is niets aan
te verhelpen.Wat was zij vorstelijk mooi,
van morgen, toen zjj zoo tegen rnjj opspeelde!"
Hjj grinnikte bjj de herinnering, en weêr
bedacht hij, met eenige spijt, welk eene
prachtige markiezin die vrouw onder gelukki
ger omstandigheden zou hebben kunnen zjjn
geweest. In den laatsten tjjd had de gedachte
aan een passend huwelijk hem wel eens toege
lachen maar hjj was zóó veeleiscbend met
betrekking tot de dame die hij met het aan
bod van zijne hand vereeren zou, dat hjj nog
geen geschikte candidate voor deD post ge
vonden bad. In Phyllis zag hij die; maar
ongelukkigerwijze bestonden er in haar geval
onoverkomelijke sociale hindernissen.
„Zij zal zich tegen den namiddag wel er
overheen hebben gezet en tot haar verstand
zijn gekomen," zeide bij bjj zichzelf, optimis-
vergeten zij alle tekortkomingen. Over het
wegnemen van misbruiken aan hunne bijzondere
scholen spreken zij niet, over waarborgen
wordt niet gerept.
De algemeene schade aan de eenheid van
ons volksbestaan door de splitsing tot in het
oneindige van de scholen voor de Nederlandsche
jeugd deert hen niet.
Maken wij ons dan gereed hunne tegen
het landsbelang indruischende eischen met
kracht te weerstaan.
Daartoe is noodig, dat ieder mede helpe
het volk in te lichten over het onzalige
streven van de rechterzijde, die alleen hare
eenheid vindt in de bestrijding der openbare,
der algemeene volksschool.
Wie helpt waken tegen het afbreken onzer
nationale school, bewijst aan zijn land een
onbetaalbaren dienst.
De R.-Katholieke Onderwijzers bond in het
bisdom Den Bosch had te stemmen over het
volgende voorstel van de afdeeling Nijmegen
»Het hoofdbestuur wende pogingen aan om
te komen tot volkomen gelijkstelling door
de wet van het bijzonder en het openbaar
onderwijs.*
Bij het referendum werden 25 stemmen
blanco uitgebracht, 102 stemmen vóór en
141 tegen, zoodat het voorsteel verworpen was.
Deze uitspraak door die vereeniging is een
moedgevend teeken voor de toekomst.
Dr. Kuyper is bang, dat het bij de ver
kiezingen van 1913 voor de rechterzijde spaak
zal loopen, als er met zoo'n groote meerder
heid zoo weinig wordt tot stand gebracht.
Nooit was eenige regeeringsperiode zoo on
vruchtbaar als deze, en 't is reeds eene
periode van meer dan 4'/8 jaar, een tijd, als
geen ministerie tegenwoordig meer gewoon
is door te maken. Zelfs bij een' vollen
zittingstijd wordt de 4 jaar niet bereikt. En
het huidige ministerie heeft Qehalve deze 41/,
jaar nog een jaar voor den boeg, zoodat zijn
regeeringstijd een ongekend lange is. En
met zoo'n meerderheid zoo lang regeeren
zonder degelijke resultaten, het is waarlijk
bedroevend.
Dr. Kuyper, die beter als verkiezingsleider
tisch gestemd bjj het genot van een fijn lan-
cheon en eene flesch van zijn geliefkoosden
Potnmery. „Ik zal haar tegen vier uur gaan
afhalen voor een rytoertje in het Bois."
Klokslag vier stond bfj dan ook aan Phyllis'
deur te schellen, terwijl buiten bet electrische
landauletje wachtte. Maar tot zijne verbazing
en ergernis werd hjj afgewezen met de bood
schap, dat mevrouw met hoofdpijn te bed lag
en voor niemand te spreken was.
„Migraine, of kwaad linmenr wat is 't?"
vroeg bij zich af, terwijl hij wegreed. En
toen om de vredesonderhandelingen in te leiden,
bestelde hjj bij den dichtstbijzijnden bloemist
een groeten ruiker rozen, dien bij met zjjn
kaartje aan Pbyllis bezorgen deed.
Den volgende morgen verscheen hij weer,
maar werd wederom afgescheept met de
mededeeling, dat mevrouw nog altoos hoofd
pijn had en nog niet op was. Zijne ergernis
verbijtend, zeide hij dat hjj baar om vier uur
met het rjjtuig zou komen afhalen. Maar om
vier uur gewerd hem de boodschap, dat me
vrouw om half vier was uitgegaan, zonder te
zeggen waarheen.
Hjj was nu werkelijk woedend over hetgeen
hij niet anders kon opvatten dan als een op
zettelijk affront; en zijne eerste opwelling was
op staandeu voet Parjjs te verlaten en naar
Eu geland terug te keeren. Met dit plan reed
hjj naar zjjn kamersmaar een gevoel, dat
dan als minister kan optreden, hij, de groote
agitator, hij houdt reeds lang het oog op
1913 en dwingt ook zijne onmiddellijke vol
gelingen niet alleen, maar de heele coalitie,
ja ook de onzelfstandige regeering, die we
hebben, hun aandacht bij dat jaar en de
verkiezingen te bepalen. Dat dit schade zal
doen aan het leveren van goed werk, het
deert niet. De aanneming der Radenwet
zonder Ziektewet heeft het bewezen.
Heel wat coalitiemenschen kunnen met een
baantje bij die Radenwet of het vooruitzicht
daarop lekker gemaakt wordeu. Het zijn de
propagandisten op 's lands kosten, op kosten
van het algemeen.
De Ziektewet zal er niet komen. Behandeld
moet worden de ouderdomsverzekering. Zoo
wil het Dr. Kuyper, en wie ook rechts de
dwaasheid mag voelen, dat na de Radenwet
toch de Ziektewet uitblijft, hij zal aan die
dwaasheid hebben mede te doen, een heel
enkele misschien, uitgezonderd. Want de
hand van den leider zal zwaar drukken, wie
hem tegenstaat.
De ouderdomsverzekering moet dus in
October behandeld worden, niet, omdat deze
er al lang had moeten zijn, niet, omdat geen
dag en geen nacht kan gewacht worden
neen, dan ware wel ingegaan op het voorstel
van Mr. Troelstra tot het onmiddellijk ver-
leenen van hulp maar enkel en alleen,
om de verkiezingen van 1913 niet hopeloos
te doen mislukken, uit propagandazucht dus.
Vau het voorstel wenscht Dr. Kuyper een echt
paradepaard te zien gemaakt.
De behandelingsmanier is dus aller
ongelukkigst. Is het voorstel zelf aannemelijk
Het Handelsblad oordeelt van niet.
Het haalt het stelsel van dwangverzekering
aan, waarvan dit voorstel een uitvloeisel is,
een navolging van Duitschland, waar deze
dwangverzekering consequent is doorgevoerd.
Het wijst ook op een ander stelsel, het eerst
uitgesproken door den Heilsleger-generaal
Booth, die reeds dertig jaar geleden algemeene
pensionneering aanbeval.
Het Handelsblad voelt meer voor een eigen
stelsel, een stelsel van eigen vinding, geschikt
voor ons land en volk.
Het zegt daarvan
»Meer en meer is men overtuigd, dat voor
een land als het onze de oplossing op een
voudiger wijze gezocht worden moetzooals
bü niet kon en niet wilde analyseeren, deed
hein besluiteD zijn vertrek nog te verschuiven
tot den volgenden dag. Hij moest erkennen
dat hjj zonder Pnyllis zich doodelqk verveelde,
en elk uur maakte hem verlangeuder om haar
weer te zien en den vrede met haar te beklin
ken.
De volgenden morgen, zoo vroeg als hjj
meende dat Phyllis op zon zijn, reed hij weer
naar hare woning en gaf zjjn kaartje af, met
verzoek om te worden toegelaten, daar hjj
wegens dringende aangelegenheden naar En
geland oversteken moest. Vooraf had hjj, om
zich den weg te effenen, een prachtige mand
bloemen doen aanreiken. Maar niettem'n, tot
zijn uiterste verbazing en ergenis, bracht het
kameniertje hem de boodschap,! dat mevrouw
deD ganschen morgen belet had, maar tegen
vier uur in den namiddag te spreken zou zijn,
indien mijnheer terug wilde komen.
De markies .beat zich op de lip, maar hield
zich tegenover het meisje goed en zeide dat
hij op de thee verschijnen zou. Voor het
eerst in zjjn leven was hjj gepikeerd. Der
gelijke afwijzingen was hjj van vrouwen heel
niet gewoon, en deze slag in het gezicht voor
zjjne eigenliefde was voor hem eene nienwe,
maar alles behalve aangename sensatie. Daar
op volgde het bekende proses, waarop Phyllis
gerekend had. Hoe waarschijnlijker het leek,
dat hij deze vrouw verliezen zou, des te be-
Engeland, zooals Denemarken, zooals sommige
Australische Staten, hun systeem gevonden
hebben. Maar t kost in zooverre meer moeite,
Jat men even zelfstandig heeft na te denken,
in stede van een germanisme klakkeloos te
aanvaarden
»Het hoe is van eene pensionneering dus
niet zoo makkelijk.
»Maar in al die opzichten heeft de dwang
verzekering voor ons eigenlijk niets voor.
De idee van spaarzaamheid, van kapitaal
vorming bevordert zij nietde premiebetaling
wordt als een pure belasting beschouwd. De
idee van »eigen hulp* voedt zij ook niet,
want alles is opgelegd, wat er aan is. En
den zin voor zelfbestuur kweekt zij evenmin,
want ambtenaren, agenten en formulieren,
blijven ten slotte schering en inslag.
»Er is slechts één grond, waarop men
haar konde verdedigen, en dat is deze
dat de kosten niet op andere wijze bijeen
gebracht zouden kunnen worden.
»Maar dit is voor Nederland nog allerminst
gebleken. Reeds kon zeer dnidelijk worden
aangetoond, dat van de simpele 7,3 millioen,
die in 't ontwerp-Talma de Staat als bijdrage
moet geven voor een zeer ingewikkeld ver
zekeringsstelsel, jaarlijks aan de arbeiders
van 65 jaar en meer een ouderdomspensioentje
van pl.m. 2,50 per week gegeven kan
worden volgens de eigen gegevens, bij het
wetsontwerp Talma gevoegd.
»Bovendien is niets redelijker, dan het
minimum van een staatspensioen, door eigen
inleggeld voor vermeerdering vatbaar te maken.
»Ging men op een dergelijken voet in zee
riep men een levenskrachtige eigen organisatie
van 't ziekteverzekeringswezen in 't leven,
waaronder dan tevens de verzorging van
invaliden wel aanvaard zou worden en stelde
men vervolgens naast het staatspensioen, een
instituut in voor vrijwillige lijfrenteverzekering,
aangemoedigd door Staatsbijslagen, dan zou
een zeer nuttig én levensvatbaar en weinig
kosten verslindend stelsel in 't leven geroepen
worden. Dan behoefden wij meteen over de
misère van het tarief in 't geheel niet meer
te spreken.
»Een ministerie, dat zoo iets aandurfde,
zou aanspraak hebben op de nationale waar
deering ook nog na 1913!
»Wat men nu wil aannemen, kan niet dan
tot ongeluk en teleurstelling leiden.*
geerenswaardiger werd zjj in 's mans oogeu,
zoodat ook zjjue stemming kenterde eerst
toornig en autoritair nn onderworpen en
smeekend. Phyllis als eene behoorlijke jonge
weduwe, met een adellijken titel en een niet
onaanzienlijk fortuin, met baar eigen geld en
hetgeen Lionel baar bad nagelaten, zou zeker
lijk weêr een goed huwelijk doen, ondanks de
vlek op hare afkomst; en dus kou zjj zjpb
met hem, den markies, niet al te vercompro-
mitteeren. Dos verscheen bjj, meteen gemengd
gevoel van verlangen en wrevel, tegen vier
uur in het hem zoo welbekend salonnetje.
„Zoo, Dandy, hoe gaat 't er mee?" luidde
Phyllis koele begroeting, terwijl zij hem twee
vingertoppen toestak.
„Dank je. En jjj vroeg hij, uit het veld
geslagen door hare merkbaar vijandige houding.
„Ik heb mij in de laatste dagen wel een beetje
bezorgd over je gemaakt."
„Waarom? Ik beo heel wel" ant
woordde zij luchtig, hem een kop thee toeschui
vend. „Een beetje hoofdpijn, anders niets.
Bovendien dient eene weduwe welstaanshalve
in den eersten tjjd wat huisarrest te houden,
ook om klaar te komen met hare naaister,
begrijp je
„Maar je draagt toch geen rouw?" zeide
Lord Sbelford, met een oog op haar elegante
zeegroene middagtoilet-
Phyllis baalde hare schouders op. „Niet