Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, pyramidale onzin. G ebrandmerkt. jVicn moet tnaar durVtti! Zoo zal bot gaan. GEMEENTERAAD. No. 2289. Woensdag 31 Juli 1912. 23e jaargang 3 FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95*cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen b\j alle Boekhandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. No 15, ADVERTENTIEPRIJS: V an 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. B\j abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag - en Zaterdagmorgen bjj den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. In de brieven "uit het 4e district in Zelandia wordt heel wat dwaasheid aan den man gebracht. En niet alleen deze, maar ook laster en verdachtmaking zijn schering en inslag. In Zelandia van 27 Juli komt weer een epistel voor, waar de onzin dik opligt. Ziehier enkele staaltjes van dit schrijvers talent »Met een anderen kreet uit dit district in een Zeeuwsch blad begin ik mjjn schrijven, met een soortgelijk »Boeren past op«, want een paar vrijmetselaars (franc-mapons zeggen ze in België), één uit België, die de geld schieter is, en één uit ons midden, die als speurder dienst doet, leggen er zich op toe, hofsteden, die door Roomschen in pacht be zeten worden, van de eigenaars te koopen, om ze, hetzij onder de hand, hetzij publiek aan den man te brengen en zoodoende de Roomschen uit hun bestaan te rukken en die hofsteden in handen van Protestanten, speciaal van Axelaars, te spelen, die tot het gilde der waaghalzen behooren en meestal met een slecht voorziene beurs pachtprijzen bieden, waartegen iemand, die zoowel in minder gunstige als in voorspoedige tijden, betalen wil en zal, niet kan concurreeren.* Dan wordt later gezegd, dat de Protestantsche Gadzandsche boeren zich tot die trucs niet leenen willen, maar dat het land van Axel daarvoor de liefhebbers levert. »Zag men vroeger op de markt te Oostburg bij hooge uitzondering een Axelschen boer, thans wemelt het daarvan, in alle hoeken van het district nestelen zij zich*. Verder wordt vermeld, dat de Gadzandsche neringdoenden niet op die Axelaars gesteld 44) Roman van G. BISS. „Goed," antwoordde Brambernu ineens "weer vol hoop. „Wat ik nog zeggen wou ik weDseb niet dat mevronw Jerningham in de kamer blijft. Wilt u zoo goed zjjn, -als bet noodig wordt haar weg te zenden Ik zal terstond de anderen gaan halen." De beide notarissen, de predikant en Ralph, die vol spanning hadden zitten wachten, volgden zoo zacht mogeljjk Caton Bramber de trap op. In de kamer gekomen, naaien zij plaats aan de schrijftafel, verborgen achter bet scherm. De advokaat fluisterde deD predikant iets io bet oor, waarop de laatstgenoemde opstond en post vatte nabjj dokter Turner aan het bed. De dokter hield zjjne vingers op deu pols der patiënte, en van tjjd tot tjjd rees hjj op en luisterde met het oor aan haren mond naar hare ademhaling. Het was een indrukwekkend tooneel. Op het bed der roerlooze gestalte, doodsbleek, en daarnaast de geestelijke en de dokter. Aan het voeteneinde van bet bed stond Bramber. met de «rmeo over do bor«t gekrn'st, zijn, daar ze alles uit hun oude woonplaats betrekken, zoodat gemeente- en rijksbelas tingen het eenige zijn, dat bij hen van de kar valt. Men begrijpe goed, wat die briefschrijver zegt. Twee mafons (vrijmetselaars) zouden bezig zijn Roomsche boeren van hunne hofsteden te verdringen en daarvoor in de plaats brengen protestantsche boeren uit het land van Axel, die, het is algemeen bekend, voor verreweg het grootste deel anti-rev. of christel.-hist., dus coalitiemannen zijnHoe kan iemand zulke gekke dingen te berde brengen Het besluit van den brief is niet minder onzinnig. De mannen der Loge, schrijft deze ver nuftige schrijver, trekken, met al wat liberaal heet, op, om het Christendom te bestrijden en uit te roeien. Ja, heusch, dat staat in denzelfden brief. Daar helpen die Axelsche protestantsche boeren zeker ook aan mede De schrijver wil daarom, dat ieder zich wa- pene voor 1913. Dan, zegt hij, is de zege ons. Met die zege bedoelt hij toch zeker het slagen van een coalitie-candidaat, het zij dan anti-rev. of katholiek Hoe valt dit met het eerste te rijmen En dan gaat de strijd van onzen snuggeren briefschrijver toch tegen die ouderwetsche, eer lijke protestantsche Gadzandsche boeren, die aan de trucs niet mededoen en van den brief schrijver een pluimpje krijgen Want het mooiste is, dat die juist voor het grootste deel liberaal zijn. Kerel, wat een onzin Zou de schrjjver zelf weten, wat hij op zoo'n gewichtigen toon orakelt Arme Zelandialezers, wat krijgen die men- schen te slikken. Zelandia denkt zeker, alle kost, die ik opdisch is goed, als er maar eenige keeren van Loge en vrijmetselaars gesproken wordt. Dat is de roode lap, om den stier (hier de lezers) tot de hoogste woede te voeren. Wij vreezen, dat de slimme briefschrijver zijn doel gaat voorbijstreven en dat hij met zulke brieven de coalitie weinig pleizier zal doen. Wij hopen natuurlijk, dat hij op die manier mag voortgaan. Zoo iets kan, eerlijk gezegd, ons nooit te onpas komen. als een standbeeld wachtend en wakend. En achter het scherm was de tafel met schrijfgereedschap en de leeslamp met een een groene kap. Aan die tafel zat de heer Ferrers, z|jne brilleglazen afvegend, en naast hem z|jn compagnon, met de pen in de hand, gereed om onmiddel|jk in actie te treden. Ralph zat een weinig zijwaarts, in gedachten verzonken en starende naar iets. In de schemerig donkere kamer was geen geluid dan dat van de ademhaling der in spanning ver- beidenden. „Z|j komt b|j," zeide dokter Tomer, zacht maar voor allen verstaanbaar, terw|jl h|j eenige droppels cognac tusschen de hieeke lippen der stervende goot. „Ik zal haar eene injectie toedienen, om de werking van het hart te bevorderen." Er volgde eene andere angstige tnsschenpoos, gedurende welke Ralph nauwelijks durfde ademen. Daarop volgde eeu luider kreunen en eene lichte beweging.Ea straks ver brak eene matte stem het bange zw|jgen „Waar waar ben ik?" De predikant trad nader, op een wenk van Bramber. „In het huis van Helena Jerningham's dochter", zeide h|j, zacht maar duidel|jk. „Verstaat u rnjj De stervende knikte even met het hoofd. „Z|j is nn geheel bjj hare kennis", zeide doktor Tnrn°r, sltjjd png mot zijne vipgors Dezer dagen deed in de Kamer het bericht de ronde, dat zich te Batavia een comité ge- gevormd heeft, om gelden in te zamelen voor steun aan de vrijzinnigen bij de verkiezingen in 1913. Clericale bladen sahrijven daarover als iets, dat nog nooit is voorgekomen. Maar alle perken te buiten gaat, hetgeen »De Standaard* durft bestaan. Het lijforgaan van dr. Kuyper durft schrijven »Nu, in Indië zit geld genoeg en heeft men overvloed van fijnen haat*, zoodat de verkie- zingskas der linkerzijde wel gespekt zal wezen. Wat ze trouwens in den regel wel is. »De rechterzijde kan yit zulke mededeelin- gen zien, wat haar wacht.* En dat staat te lezen in het orgaan van een man, die het boetekleed moest aantrekken wegens een affaire, die elfduizend gulden in de anti-revolutionaire partijkas bracht, gestort door een bemiddelaarster, die een ledig Am- sterdamsch knoopsgat met een lintje zou ver sieren. De Kuyper-party heeft zich niet ge schaamd, de elf bankjes van baron Lehman om te zetten in duizende pamfletien tegen de vrijzinnigen. Zij heeft niet geschroomd, het zwijgen te doen tot d« praktijken van haar leider, en heeft zelfs de verafgoding van den boeteling door Zwammerdamsche moties toe gelaten En het hoofdorgaan dezer zelfde partij, on der redactie van den drager van 't boetekleed, durft het wagen, aanmerking te maken op een volkomen geoorloofden steun aan de vrij zinnige actie, en schrijft op de haar eigen onwaardige manier den arbeid van het comité toe aan »fijnenhaat« In Indië moeten de vrijzinnigen het aanzien, hoe de openbare scholen verronseld worden aan de zending. Het is reed^ daarom hun plicht, de actie hunner partijgenooten in Ne derland te steunen. Hun propaganda wordt niet beheerscht door de zucht naar lintjes, is even waardig als de LehmanWestmejjer-af- faire beneden alles was. Misschien was dr. Kuyper weer »buitenaf«, toen »De Standaard* dit beruchte stukje plaatste. De groote man zal dan wel spoedig via Brussel of Tirol het vaderschap van deze miskraam loochenen. op den pols der patiënte. „U hebt nog slechts een korten tjjd te leven," hernam de geestelijke. „Wenscht u in vrede de eeuwigheid in te gaan Daar kwam eensklaps Caton Bramber tusschenbeide, met opgeheven hand en uitge stoken vinger. Hjj sprak met luide, scherp geacceutueerde stem, die den toehoorders eene huiveriDg over den rug deed loopen „Margaret Somers, gjj staat hier als voor de rechtbank van den Hemelschen rechter. Ik bezweer u dus, de waarheid te spreken, de gansche waarheid, eu niets dan de waar heid, zoo waarachtig als gjj op genade en vergiffenis hoopt." De stervende vrouw schrok, en hare oogen openden zich wjjder; „Ik vraag u dan plechtig", voer de advo kaat voort, en zeer zeker klonk zjjn toon plechtig genoeg „ik vraag u plechtig, of gjj Diet op den veertienden Mei van bet jaar 1892 uit het postkantoor in de Vere Street te Londen verzonden hebt een aangeteekend pakje, bevattende eene flesch van „Brand's Saline Powder", vermengd met cyaankalinm, en geadresseerd aan mevrouw Montagu Jer ningham, met de bedoeling om haar te dooden, en niet haren echtgenoot?... Dit vraag ik u plechtig, ten aanboore van de hier aanwezige getuigen, en ik verwacht van u een antwoord, dat gjj voor den Hoogsten R>r>i«t(<r zult korren h°rhalrr." Zoo is dan ten slotte de Radenwet, nadat van haar grootschen opzet tot organisatie van den arbeid, weinig meer was overgebleven dan een misselijk wangedrocht, door de Tweede Kamer aangenomen. Recht vóór, links tegen alleen de heer Van Idsinga, die niets wil op het gebied der sociale wetgeving, stemde met de linkerzijde tegen. Het politiek spel der rechterzijde is door zichtig. De Ziektewet, appel van twist, van de baan, doch de Radenwet doorgevoerd, want aan de laatste zitten de baantjes, en daarom gaat het toch maar. Wat maalt men er om, iets voor het ge- heele volk tot stand te brengen, daarvoor is men toch niet aan het bewind gekomen Wanneer men toch voor het geheele Nederlandsche volk iets tot stand bracht, zou men zich gunstig onderscheiden van clericale regeeringen in andere landen, en waarvoor is dat noodig In andere landen hebben toch ook de clericale regeeringen niets voor het volk tot stand gebracht, alleen het ouderwijs verknoeid en baantjes vergeven. De dommen, die in 1909 dachten dat wij, clericalen, iets op sociaal of welk gebied dan ook tot stand zouden brengen, hadden dan maar niet zoo dom moeten zijn. Elk volk heeft toch immers de regeering, die het verdient. Men weet toch dat vooral de anti-revolutio naire partij leeft van politiek bedrog, zoodat men zich langzamerhand moet gaan afvragen, wanneer men iemand, tot die partij behoorende, ontmoet, of hij tot de bedriegers of tot de be drogenen behoort. De toestand in het coalitiekamp schijnt ho peloos. Diegenen aan de linkerzijde, die daarvan in Juli 1913 profijt hopen te trekken, moeten daar echter nog niet te vast op rekenen. De kleine luijden zijn dom en lankmoedig en dr. Kuyper weet altijd raad. In het najaar 1912 de Radenwet in de Eerste Kamer behandeld en aangenomen, dan kunnen de benoemingen nog vóór de verkiezingen af komen, aldus beveelt dr. Kuyper en zijn wil geschiede. Men zon, na deze woordeD, in de kamer eene speld hebben kunnen hooren vallen. De oogen der vrouw op het bed schenen als kolen te branden. Zjj deed eene poging om zich op te richten en viel met een akelig gekreun weer achterover. «J j ja," hjjgde zjj„en God erbarme zich over rnjjne arme ziel „Amen", prevelde de geestelijke neder- knielend bjj het bed. Middelerwijl had notaris Forsyt ai dien tjjd haastig zitten schrijven. Nu rees hjj op, overhandigde zwijgend, het geschrevene, met eene pen aan Caton Bramber. Deze sprak daarop tot de vrouw op het bed »Z|jt gjj bereid deze verklaring, die ik hier op schrift heb, te onderteekenen, zoodat er nog gerechtigheid kunne worden gedaan Zoo ja, dan zal ik u het geschrevene voor lezen." Lady Margaret knikte toestemmend en Bramber las nn, zeer langzaam en daideljjk, op elk woord dsn nadruk leggend, de verklaring voor, die de uotaris had opgesteld. „Hebt gjj er iets bjj te voegen vroeg hjj. „Ja," fluisterde zjj, met moeite sprekend. „Het bewijs van asnteekening is in de geheime lade van mjjne juweeiendoos. Ik ik weet niet waarom ik het bewaart heb." Een glans van triomf verhelderde Bramber's tmkkop. Mmt oomidfHIijk kek 'j wH t »1s MEM! VOLKSBLA De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat Openbare Vergadering van den Gemeenteraad, is belegd tegen Donderdag, den 1 Augustus 1912, des roormiddags te 10 ure. Ter Neuzen, den 29 Juli 1912. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1912 | | pagina 1