Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. AANBESTEDING. HINDERWET. Gebrandmerkt. DRANKWET. Sent Vergaring. €«n Jttist_oordc«l. No. 2287. Woendag 24 Juli 1912. 23e jaargang het verrichten van werk zaamheden, met bij levering van bouwmaterialen, aan de ge bouwen, bestratingen en andere gemeente-eigendommen, ge durende 1912. HERHALINGSONDERWIJS. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Per H maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 96 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere, No IS. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver> minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, jPeze^ourant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bjj den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN zullen op Maandag 29 Juli 1912, des namiddags vijf uur, ten gemeentehuize in het openbaar, bij enkele inschrijving, in drie perceelen aanbesteden Het bestek ligt ter gemeente-secretarie ter inzage terwijl verdere inlichtingen te verkrijgen zjjn by den Gemeentebouwmeester. Ter Neuzen, 22 Juli 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, maken bekend dat z(j, die aan den cursus voor het herhalingsonderwüs voor meisjes, aanvangende 7 September a. s. wenschen deel te nemen en de zes leerjaren der lagere school hebben doorloopen, zich moeten aanmelden in de eerste helft der maand Augustus a.s. voor de kom der gemeente bij het Hoofd van school A, en voor Sluiskil bij het Hoofd van school D. Bij genoemde Hoofden knnnen tevens nadere inlichtingen voor het her- halingsor.derwijs worden verkregen. Ter Neuzen, 22 Juli 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gezien de artt 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad no. 222 van 1896) maken bekend dat op heden ter gemeente secretarie ter visie is gelegd een verzoek van CORNELIS MICHIELSEN, wonende te Ter Neuzen, om vergunning tot het plaatsen van een benzinemotor in den gang van zijne herberg, plaatselijk gemerkt 2 en gelegen aan de Markt, kadastraal Sectie L no. 109 tot het geven van bioscoopvoorstellingen 43) Roman van Gr. BI88. „Ja", zeide Bramber „het is in de hand der Voorzienigheid. En méér nog misschien, dan je denkt." Niemand begreep den zin dezer woorden maar allen bogen zwijgend het hoofd, Toen zeide Doris„Ik moet eens gaan zien of ik moeder ook met iets kan helpen. Misschien is er het een of aDder noodig." „Ik ga met je mee, kind", zeide mevrouw Cbichele, en Caton Bramber zag zich alleen gelaten. Hfj was volmaakt kalm, en uiterlijk was er niets aan hem merkbaar. Maar zijne her sens werkten met stoom, en hjj was bezig met het ontwerpen van een plan van actie. „Als zij maar lang genoeg leeft", mompelde hij, „dan kan misschien alles nog in het reine worden gebracht," Sinds maanden had hij gezocht naar bewij zen, en had enkel zijn argwaan bevestigd ge vonden, doch niets dat werkelijk toch tastbaar was. Nu wierp het noodlot op zijn pad een kans op een verhoor, zooais maar zelden een fpchter ten deel valt; pn hij wilde jpch door en dat op Maandag 5 Augustus 1912, des na middags van 3 tot 4 uren, ten raadhuize dezer ge meente, gelegenheid zal worden gegeven om tegen het maken dier inrichting bezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten. Ter Neuzen, 22 Juli 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WAÉEKE, Secretaris. N.B. Wij vestigen er de aandacht op, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn verschenenteneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Naar aanleiding van eene vraag door ons gesteld en waartoe het geschrijf van Luctor et Emorgo zelf aanleiding geweest was, vinden we in het nummer van Zaterdag 1.1. een antwoord, dat eigenlijk geen antwoord is en ook geen antwoord bedoelt te zijn, maar niettemin veel verklaart. Om ons den weg tot de oplossing te wijzen, herinnert Luctor et Emergo aan eene uitspraak van Dr. Kuyper in deze woorden »Deze (n.l. Dr. Kuyper) heeft bij zekere gelegenheid gezegd ik behoef nooit in twijfel te verkeeren, of ik nog wel goed anti-revoluti onair ben. Om dat te weten, vraag ik slechts hoe mijn tegenstanders over mij denken. »Als ze op me schelden en over me razen en tieren, dan weet ik zeker dat ik op den goeden weg ben. valsche conventies of misplaatst sentiment die kans niet laten ontglippen. In zijnen eigen geest was bij reeds overtuigd en indien hij den misslag van zestien jaar geleden kon her roepen en bare eer teruggeven aan een on schuldige vrouw, dan zon hij daarin niet na latig blijven. Zijn gezicht stond strak en grimmig, en er lag een trek van harde vast beradenheid om zijne lippen. Hij zat even op de sofa eD overdacht zijne plannen, zich bij voorbaat reeds het tooneel voor de oogen halend, waarbij hjj zelfde hoofd rol dacht te zullen spelen. „Als zij maar niet te vroeg sterftzeide hij half luid. Maar toen bij de mannen de trap af hoorde komen, trad hij naar buiten in degang. Zijn plan stond nu vast. „Een oogenblik," zeide hij„Gilles, loop naar de pastorie en verzoek dominee Saunders om terstond hier te komen. En gij, Roberts," zoo wendde hij zich tot den chauffeur, „neem een rijtuig en ga zoo spoedig mogelijk naar Chichester. Ik zal je een briefje meegeven voor een heer, dien ge in het rijtuig meê te rugbrengt. Ik wou je eens even spreken, Ralph", zoo eindigde bij, en hij giüg voor naar de leeskamer. Ralph volgde, en toen de deur achter hem gesloten was, vroeg Bramher hem „Wie is je notaris te Chichester?" „E'trpyh", antwoordde R-iph. .F»"=ytb »Doch als ze mij gaan prijzen en vleien, dan zeg ik tegen me zelf: vriend kijk om u heen Nu zijt ge op een glibberig pad en t is te vreezen, dat er iets hapert aan de handhaving van uw beginsel. Ge moogt nu wel eens nagaan, of ge nog goed anti revolutionair zijt*. In de dagen, dat heel Nederland vervuld was van decoratiezaak en andere stukjes, in den tijd, dat verschillende coalitiebladen (niet alleen de chr-hist. Nederlander) zich tegen de onwaardige tactiek van »De Standaard* verklaarden, toen hebben wij dergelijke uit lating in De Standaard aangetroffen. Ieder begreep toen, dat »De Standaard* de druiven te zuur vond, omdat ze te hoog hingen. De Standaard had geen eerbied bij de tegenstanders kunnen opwekken en nam toen de oneer maar als eer. 1 hans komt waarachtig Luctor nog eens met die ongelukkige uitlating aandragen. Als we het blad goed begrijpen, dan wil het zjjn best doen, den haat en de verachting bij zijn tegenstanders op te wekken. Als het daarin slaagt, dan is het goed anti-revolutionair, en goed anti-revolutionair is immers het meest verdraagzaam, als we afgaan op een vroeger artikel Deze uitlating verklaart echter veel van de strijdmanieren, die we helaas, ook dit jaar weder, zoo dikwijls in het blad moesten afkeuren. Al wat niet door den beugel kon, ook al was men nog zoo ruim in zijne opvattingen, het diende alleen om goed anti-rev. te bljjven. Nu weten wij het. Het laatste woord inzake de verworpen Bakkerswet is niet zoo spoedig gesproken. Thans komt de Nederlander (chr.-hist.) die een paar weken geleden de linkerzijde reeds in bescherming nam tegen onredelijke ver dachtmaking door verschillende organen van rechts, de anti-revolutionairen een paar flinke tikken toedienen, die ze ten volle verdiend hebben. Het blad schrijft o. a. De anti-rev. pers is er steeds op uit, de anti-rev. Kamerleden te complimenteeren over hun zwijgzaamheid ook by de gewichtigste en Ferrers". „En wie bedient Lady Maitland „Dezelfden." „Des te beter. Dat vereenvoudigt de zaak." Bjj ging aan de tafel zitten en schreef een briefje, met dringend verzoek aan de beide firmanten om onverwijld naar Brackles- ham te komen, voor eene aangelegenheid van het hoogste gewicht. Dit briefje gaf hjj eigen handig aan Roberts, en toen keerde hjj tot Ralph terug. „Je zult wel denkeD dat ik zonderling te werk ga, mjjn beste kerel," zeide hjj, „en je moet mjj niet kwaljjk nemen dat ik zoo bevelen geef in je eigen huis. Maar de zaak is zoo dringend, dat ik niet veel plicht plegingen er bjj kan maken." „Natuurlijk," zeide Ralph. „Doe wat u 't best oordeelt en tref de schikkingen die u noodig vindt. Ik geef u onbeperkte volmacht. Maar," liet hij er op volgen „wat steekt er achter Caton Bramber keek heel ernstig. „Je zult je herinneren," zeide hjj, „boe ik je indertijd te verstaan gaf dat ik een vermoeden had omtrent de ware schuldige in de zaak-Jerningham „Ja ja maar „Wel," hernam de advokaat - „het is Lady Margaret Maitland, die ik verdenk. Bewjjzeu heb ik niet kunnen verkrjjgen, nni^r mijne ver'no"dpn« zijn midd 'lor^jj! nog wetsontwerpen. Voor deChristelyk historischen, die zoo vrij zijn hunne bezwaren openlijk te bespreken, heeft die pers niets over dan minachtende sneers. Maar in de laatste dagen voelt die pers, naar het schjjnt, zich toch wat onrustig. De Bakkerswet is jaren lang in behandeling geweest. Niemand scheen van bakkerstoe standen beter op de hoogte dan minister Talma, de man van Patrimonium, waarin da kwestie voortdurend besproken was. In de Kamer zwegen de anti-revolutionairen, wier roeping het immers is goed te keuren wat op de partijprogramma's staat, en daarmee uit. Alle anti-revolutionairen op een paar uitzonderingen na, hielpen, zonder aan het debat deel te nemen, als één man de amen dementen verwerpen, die van christelijk-his- torische zijde (De Visser, Snoeck Henkemans, De Geer) werden voorgesteld, om aan de bezwaren tegemoet te komen. De wet moest er door, zóó als minister Talma haar ont worpen had. Maar toen de eindstemming kwam, viel het ontwerp met groote meerderheid. Slechts vijftien anti-revolutionairen voor Verschei- denen hunner bleven weg, hetgeen hun, door de geestverwante pers, als een goede daad wordt aangerekend Maar men zat toch een beetje verlegen met den chef. 't Ging toch moeilyk alleen die afvallige christelijk-historischen te brand merken, waar de leider zelf door zijn afwezig heid bij de stemming geschitterd had, tenge volge waarvan een deel zijner volgelingen den noodigen moed kreeg, om door stemming of onthouding de totstandkoming van het ontwerp te verijdelen. Eerst schrijft De Standaard in echt Kuyperi- aanschen stijl een stuk, waarin Patrimonium, dat zich hier en daar uiterst verbolgen be toonde, in gloeiende bewoordingen geprezen werd over de heftigheid, waarmee het aan zijne verontwaardiging lucht gaf. Zóó moest het gaan. Dat was leven. Dat beloofde ook voor de toekomst. Het volk moet zich doen hooren zelfs het woord keffen* werd ge bezigd. Maar het merkwaardig artikel eindigde met de leuke opmerking, »dat 't om Christus' wille ook voor het anti-revolutionair beginsel heeft te ijveren, ja, dat zelfs 't hebt God liet gaat vóór 'tHebt uw naasten lief, hebben versterkt geworden. Als die vronw nog tot haar bewnstzjjn komt, dan wil ik een verhoor hebben met getuigen. Daarom heb ik om den predikant en de notarissen gezonden. Tnrner zal er ook bjj zjjnMaar voorloopig geen woord er over, tegen niemand. Laat alles maar aan mjj over." Ralpb was te verbaasd om te kannen spreken, en voor hjj van zjjne verwondering bekomen was, boorde men het geluid vaD wielen in de oprjjiaan. „Dat is de dokter," riep Bramber, en reeds was hij de kamer uit. Met weinige woorden verklaarde hjj den dokter het gebenrde en toen geleidde hjj hem naar de ziekenkamer. Mevronw Jerningham kwam hnn in de gang tegemoet. „Zjj is nog bewusteloos", fluisterde zjj. Het onderzoek van dokter Tnrner behoefde niet laDg te dureD. „Hopeloos", zeide hjj. „Het linkerbeen en de linker arm zjjn gebroken, en de inwendige kwetsuren zjjn van den ernstigsten aard." „God helpe haar!" murmelde mevrouw Jer ningham. „Zou zjj nog tot bewustzjjn komen vroeg Bramber, met een harde zakeljjkbeid, die haast stuitend klonk en mevrouw Jerningham verbaasd hem deed aankijken. „Vermoedelijk tegen bet einde", antwoord je d> hUs, ,,D«t i? h<t gew verloop in TER «BH VOLKSBLAD. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ingevolge artikel 37, in verband met artikel 12, le lid der Drankwet, ter openbare kennis dat bij hen is ingekomen een verzoekschrift om verlof tot den verkoop van ulcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank van JAN VAN DER LINDEN, klompen maker, wonende te Ter Neuzen, voor het bovenlokaal van het perceel plaatselijk gemerkt 7 en gelegen aan den Schuttershofweg. Binnen twee weken nadat deze bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren inbrengen. Ter Neuzen, 23 Juli 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1912 | | pagina 1