het storten van bijdragen in de kas Uwer gemeente verplicht zijn.* De Voorz.B. en W. meenden in opdracht te handelen van den Raad, die het besluit van 28 Dec. tot oprichting eener H. B. S. nam, door met de autoriteiten op onderwijsgebied, met name de inspecteurs van het Hooger en Middelbaar Onderwijs, te confereeren. Ook oordeelde men het noodig een onderhoud aan te vragen bij den Minister. Daarom werd dan ook besloten, dat de heeren, die het Dagel. Bestuur uitmaken, benevens de heeren Drost en Collot d'Escury, op audiëntie zouden gaan bij den Minister van Binnenl. Zaken. Dhr. Drost evenwel was verhinderd, zoodat het Dagel. Bestuur en de heer Collot d'Escury met den Minister confereerden. Men kreeg van dezen minister den indruk, dat hij gaarne zou zien, dat de Raad terug kwam op zijn besluit tot oprichting eener H. B. S. met 3 jarigen cursus, waar Z.Ex. de voorkeur gaf aan het type school door de heeren inspecteurs Ten Bruggen Cate en Jansen, aanbevolen. Daarna heeft men nog eene conferentie gë- had met den minister van Financiën, terwijl ook een referendaris van het Departement is geraadpleegd. De voorz. leest thans het ministerieel schrij ven voor van 1 Juni jl. waarvan we hierboven den inhoud weer gaven. Hierna merkt dhr. Huizinga het volgende op De inhoud van dien brief was ons in zoover duidelijk, doch liet ons in het onzekere omtrent de bedoeling van den minister omtrent de reorganisatie van het M. U. L. O. of hij n. 1. de bestaande school wilde hervormen of eene nieuwe stichten. De raad zou dus trachten, alvorens dit schrijven in openbare zitting te bespreken, eerst zekerheid omtrent het laatste gedeelte er van te verkrijgen, alsmede in verband met de voorgestelde reorganisatie, den minister te verzoeken het subsidie van f 8000 op 10.000 te brengen. Alles is met den Minister in den breede behandeld, den toestand onzer financiën is hem in grove trekken uiteengezet. Het bleek ons, aldus vervolgt de voorzitter, dat, indien de gemeente het besluit, genomen 28 Dec. jX, handhaafde, er een som van 10.000 ten laste der gemeente bleef. We mochten daarbij niet meer verwachten dan 3000 jaarlijksch subsidie van het Rjjk, niet omdat dit bedrag wettelijk is voorge schreven, doch usantioneel is geworden. We hebben den minister voorgerekend, dat, indien we op zijn voorstel ingingen, 12.000 ongedekt zou blyven, terwijl het voorstel der inspecteurs Jansen en Ten Brugge Cate bij een rijkssubsidie van f 8000,f 6000 ongedekt zou laten. We hebben toen den minister gevraagd, het daarheen te leiden, dat het subsidiebedrag van 8000 op f 10,000 zou worden gebracht. Toen is wederom door den voorzitter van den Raad en den heer Drost een conferentie belegd met den minister, waarbij deze zich bereid verklaarde, als op zijn voorstel werd ingegaan, f 10.000 subsidie aan te vragen. Het antwoord van den minister is thans door het ingekomen schrjjven van Z.Ex. be vestigd. De Voorz. stelt nu namens B. en W. voor, het volgende besluit van dat college te bekrach tigen De Gemeenteraad van Ter Neuzen, kennis genomen hebbende van den inhoud van het schrijven van Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 29 Juni 1912, No. 4974 Afdeeling H. M. O. waarin Z.E. zich aanvankelijk bereid verklaart te bevorderen, dat eene jaarlijksche subsidie van 10.000. aan deze gemeente zal worden verleend ten behoeve van eene eventueele te stichten school, die de drie hoogste klassen eener hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus omvat overwegende, dat eene school, als door Zijne Excellentie den Ministsr van Binnenlandsche Zaken wordt voorgesteld, de voorkeur verdient boven eene hoogere burgerschool met drie jarigen cursus besluit a. zjjn besluit van 28 December 1911 tot stichting eeener hoogere burgerscheol met drie-jarigen cursus in te trekken b. eene hoogere burgerschool te stichten, die de drie hoogste klassen eener hoogere burgerschool met vjjfjarigen cursus zal om vatten c. het meer uitgebreid lager onderwijs in deze gemeente zoodanig in te richten, dat dit aansluit aan het eerste leerjaar der te stichten hoogere burgerschool d. Burgemeester en Wethouders te ver zoeken het daarheen te leiden, dat de inrich ting op 1 September 1913 zal worden geopend. Dhr. De Jager merkt op, dat het zijne verwondering heeft gewekt, dat het schrjjven van den minister, gedateerd 1 Juni, eerst thans, 3 Juli, wordt ter kennis gebracht van de raadsleden. «Deze zaak diende toch spoedig aan 't publiek bekend te worden gemaakt, opdat het zjjn meening kon kenbaar maken. We hebben de vorige week raadsvergadering gehad, waarom nu de leden t-oen niet inge licht. Daarin ligt wantrouwen*. De Voorz. Aan deze zaak is een formeele en een praktische zijde verbonden. We meenden in 't belang der zaak te handelen, door dat schrijven vooralsnog niet ter kennis van het publiek te brengen. De brief was gericht aan B. en W. Deze hebben dus 't recht, daarmede te handelen, als hun goed dunkt. Nu echter is het oordeel van den Raad noodig om het besluit, het welk B. en W. thans nemen, te bekrachtigen of te vernietigen. Dhr. De JagerHet laatste schrijven is toch niet aan B. en W. gericht De Voorz.: De uitvoering van het besluit is aan B. en W. opgedragen. Waar de minister ons nu pertinent vraagt eene spoedige beslissing te nemen, is het oordeel van den Raad noodig. Dhr. De Jager Het besluit, dat genomen is, om eene commissie naar den Minister af te vaardigen, is geschied in strijd met de wet, buiten een raadszitting om. Ook wijs ik hierop, met het oog op de vergoeding van reiskosten die reis toch raakt de gemeente fin ancien. De Voorz.ln eene vergadering is 't be sluit genomen 'aan B. en W. de uitvoering op te dragen van het Raadsbesluit van 28 December. Toen achtten B. en W. eene conferentie noodig met den minister. Wat het geldelijke betreft, dat zal moeten worden behandeld bij het nazien der rekening en verantwoording over 1912. Dat punt is thans niet aan de orde. Dat kunnen we het volgend jaar «uitvechten.* Het Dagelijksch bestuur was van oordeel, dat we thans handelden in het belar.g der zaak. ik hoop, dat bijkomende questies thans zooveel mogelijk achterwege worden gelaten en wij bjj het punt blyven, waar 't over gaat. Thans is de vraag aan de orde, of we de zaak willen oplossen in de meest goede richting. Ik stel U voor, in het belang der inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen, het voorstel van B. en W. aan te nemen. De heer De JagerWat punt I bet»eft, n.l. intrekking van het besluit tot oprichting eener H. B. S. met 3-jarigen cursus, dat voelt ieder, daar stem ik volkomen mede in. Wat punt II aangaat, zou ik wel een «stellige* exploitatierekening willen kennen, en hoeveel de school de gemeente dus bepaald gaat kosten. De oorspronkelijke exploitatie kostte de ge meente 15000. De Voorz. antwoordt, dat hij zich zeer goed kan begrijpen, dat dhr. De Jager zich vereenigt met punt I van het besluit, doch deze beschouwt dit punt dan niet in verband met de volgende. Hij ziet er slechts een totale afbandeling in met de H. B. S. Hij kan zich, wat punt II betrelt, begrijpen, dat dhr. De Jager eenige cijfers wenscht en eene berekening verlangt. Hij is daartoe bereid. Die berekening is gemaakt in de vergade ring met de heeren Ten Brugge Cate en Jansen en betreft het type H. B. Sdat voorkomt in het voorstel van B. en W. Als rente en aflossing van het kapitaal wordt gerekend op 7u/0 2800, en 420, leerarensalaris 16500, leermiddelen, schoonhouden, 1 verlichting en verwarming concierge salaris voor het hoofd der school van M. U. L. O. j Ontvangsten 25°/0 teruggave van het kapi taal, uitgegeven voor den bouw van een school voor M. U. L. O restitutie jaarwedde hoofd M. U. L. O. schoolgeld voor M. U. L. O. meerdere ontvangsten bij de belasting der leeraren besparing bij de kosten van het M. U. L. O. Zoodat er voor de gemeente een ongedekt te kort blijft van f 4000. De Voorz. licht hierbij toeWanneer men nu eens nagaat, dat dit te kort gedekt kan worden, niet door een verhoogde belasting, maar door eene andere regeling daarvan, dan is deze berekening moedgevend. Men moet niet uit het oog verliezen, dat, indien het eerste besluit gehandhaafd bleef, dat bedrag 7000 zou zijn. De H. B. S. kost thans de gemeente niets. Nemen we aan, dat de toe stand der gemeente niet zoo gunstig ware, dan zou de belasting ten hoogste met een bedrag van 2000.dienen te worden vermeerderd. Dhr. De JagerDe inrichting kost dus f 5000 aan de gemeente. Ligt het nu in de bedoeling van B. en W., als deze school in gebruik zal worden genomen, daarin het M. U. L. O. thans aan school B gegeven, op te lossen De Voorz. kan het laatste punt nog niet direct geheel beantwoorden. B. en W. hebben 2500,— 750,- 2000,— 210, 1050,— 6000,-r d llfo' 700,-r r 3000,- het voornemen, school B te doen ophouden te zijn eene inrichting voor M. U. L O. en die school terug te brengen tot een gewone lagere school. De nieuwe klassen voor M. U. L. O. zouden dan onder dak gebracht worden in de H. B. S. Dhr. De Jager: Welk leergeld zal dan gevraagd worden van de leerlingen der drie voorbereidende klassen En welk bedrag aan schoolgeld zal van de leerlingen der buiten gemeenten, welke subsidie van die gemeenten zelve worden gevraagd? Volgens uw stand punt, mijnheer de Voorzitter, voorziet de school in de behoefte eener geheele streek. Dan zullen toch ook de buitengemeenten haar portemonnaie dienen open te zetten. Terecht merkt de Voorzitter op, dat de school dan een belang is voor de geheele streek. De Voorz. In de lagere klassen, waar M. U. L. O. wordt onderwezen, zal natuurlijk het schoolgeld ook lager gesteld moeten worden, dan in de hoogere klassen, waar M. O. wordt genoten. B. en W. stellen zich voor, dat bij een regeling der schoolgelden van 60 a f 80 voor de hoogste klassen, wat betreft de kinderen van ingezetenen, die der buitengemeenten b. v. op f 100 a f 120 zouden worden vastgesteld. Voor de laagste klassen (M. U. L. O.) zou b.v. een schoolgeld van 25, 35 en f 45, ten hoogste tot f 55 kunnen gelden. Een tijdlang hebben we overwogen, van de buitengemeenten een subsidie te vragen. We kunnen echter, na besprekingen dienaan gaande, het zelfde bereiken en doelmatiger door het schoolgeld voor die leerlingen, welke buiten onze gemeente wonen, aanmerkelijk hooger te stellen. Dan vragen de ouders ten slotte hunne gemeente om subsidie. Voorhands ligf het vragen om subsidie aan de omliggende gemeenten, ons verplichtingen op. Dhr. De Bruijneln het antwoord van den minister lezen we, dat hij een subsidie zal vragen van 10.000. Bestaat nu de absolute zekerheid, dat we die som krijgen De Voorz.Er staat toch zwart op wit, dat de minister dit bedrag zal aanvragen. We mogen, minister Heemskerk kennende, nu ook gerust vertrouwen, dat de 10.000 zullen worden verkregen. Dhr. Dees De berekening van de heeren inspecteur M. O. en schoolopziener, waarbij op 6000 schoolgeld gerekend wordt, moge juist zijn, de vraag rest nog, of we dit reeds het eerste jaar zullen innen. Ik geloof er niet aan, dat we het eerste jaar reeds ƒ4000 van eigenlijke H. B. S.-leerlingen ei. f 2000 van die welke M. U. L. O. genieten, zullen ontvangen. Ik wilde, dat hier meer zeker heid gegeven werd. Ik ben reeds eenigen tijd lid van den Raad van Ter Neuzen, ik vermeen zeer goed de gemeentetoestanden te kennen. Als die school eenmaal bestaat, die de offers vraagt van de gemeente, dan geloof ik wel, dat de inwoners er gebruik van zullen maken, 't ls een. school, die veeleer in 't belang der meergegoeden wordt gesticht, dan dat zij voorziet in een behoefte der minderbedeelde standen. Juist daarom acht ik het noodzakelijk, dat het schoolgeld niet te laag worde gesteld. Die ouders genieten van het bestaan dier in richting toch reeds aanmerkelijke voordeelen. Zij kunnen een goed schoolgeld gerust missen en zullen dit er ook wel voor over hebben. Nu vrees ik, en die vrees is zeer gewettigd, dat men in Ter Neuzen gaarne een dergelijke instelling heeft, doch de klachten niet lang zullen uitblijven. Dan komen de ouders op zetten met vragen om vermindering van school geld, dan regent het weer verzoeken, waarbij men aanvoert, dat de deelname grooter zal worden, naargelang de schoolgelden worden beperkt tot een minimum bedrag. Uit andere gemeenten is 't zelfde te verwachten. Diegenen echter, die het werkelijk meenen met het M. O. zullen met liefde een voor gesteld bedrag, opbrengen. Sommige amb tenaren zenden nu reeds hunne kinderen naar andere plaatsen, hetgeen hun vaak f 500 en meer - kost. 't Wordt voor zulke ouders een groote besparing, dat we binnen onze stad thans zulk een gelegenheid krijgen. Wat de omliggende gemeenten betreft, daar bekommer ik me minder om. Neen, we moeten beginnen met thans een flink cijfer vast te stellen voor onze gemeente zelf. De Voorz. heeft daar thans bezwaar tegen. Later zal de Raad wel een zoodanig besluit nemen. Dhr. Dees Daarop kan ik niet ingaan. Dat hangt geheel in de lucht. De Voorz.Ik wensch even op te merken, dat elke berekening op het oogenblik er ten slotte blijken zal, een op papier te zijn ge weest. Wel dienen we een basis te hebben, waarop we kunnen bouwen. We hebben ons dan ook onder leiding gesteld van de heeren Ten BruggeCate en Jansen naar aanleiding dier becijferingen dienen wij te behandelen. U voelt toch, mijnheer Dees, dat uw voor stel thans niet in behandeling te nemen is. Waar zijn onze gegevens, om tot definitieve vaststelling der schoolgelden over te gaan Later zal met uwe opmerkingen rekening worden gehouden. Dhr. Dees: De H. B. S. is nu reeds een jaar ter sprake gebracht. Me dunkt, de raad had tijd genoeg om het schoolgeld te bepalen. De Voorz.Zoo ik u opmerkte zijn het aantal leerlingen en alle verdere gegevens approximatief. Dit is ook zoo met het school geld. Het wil mij voorkomen, dat deze zaak een ander stadium moet doormaken, dan hier in deze vergadering. De buitengemeenten, die daartoe in staat zijn, kunnen Jiun scholen omzetten. Wat verhindert een gemeentebestuur, zijn onderwijs uit te breiden. We moeten die gemeente besturen de kans geven, zich in dier mate te ontwikkelen, dat de kinderen, die daarvoor in aanmerking komen, onze school kunnen bezoekeu. 't Wil me voorkomen, dat we nog geen besluit kunnen nemen. Eerst moeten we zelfs de begrooting onder het oog hebben, om te zien, welke vruchten school B afwerpt. Waar we nu op dit punt nog geen zekerheid hebben, hoe kunnen we dan nu reeds de schoolgelden vaststellen voor de H. B. S. In de vergadering van 28 Dec. werd voor schoolgeld f 60 be rekend. Toen is dus reeds een zeker bedrag genoemd. Dit betrof echter geen eindbe slissing. We kunnen hier wijziging in brengen. Maar de zaak, die aan de orde is gaat hier niet over de schoolgelden, noch over het op richten eener H. B. S.het is hier de questie of het voordeeliger voor de gemeente is, een ander type H. B, S. te stichten, dan reeds besloten is. 't Gaat hier over al of niet goed keuring van het besluit van B. en W. Waar we ons bewegen in de richting van uitvoering van het besluit tot oprichting eener H. B. S., kunnen we gevoegelijk de schoolgeldregeling uitsluiten. We moeten thans slechts denken aan de belangen der kinderen en der ouders, die hun schoolgeld offeren, of het onderwijs, waarvoor wij zorgen, dat aan die school ge geven wordt, beantwoordt aan de eischen des tijds. Er heeft vroeger hier iemand gezegd, dat de Raad *iets grootsch zou doen door de oprichting dier school, ik voeg er aan toe, dat het tevens «iets schoons* is, thans het voorstel van B. en W. aan te nemen. Dhr. De Jager Er is toch destijds, 'k meen in de zitting van 11 Maart j.l., bepaald, dat het schoolgeld 100 zou bedragen. De som van f 6000 is in de vergadering met de heeren Ten Brugge Gate en Jansen, gesanctionneerd door die 100. Toen is ook besproken om ieder jaar 2°/0 af te lossen op de leeningdat wordt nu ook gewijzigd. De toekomst zal leeren, dat «Leiden in last* zal komen. Ik ben ook voor goed onderwijs. De opzet is niet uitgegaan van de mindergegoeden, doch van de ruimer be deelden uit de burgerij. Daarvoor zullen nu aan onze gemeente zware offers gevraagd worden. De ouders, die dat onderwijs hebben begeerd, moeten nu ook maar flink in de zak tasten. Dhr. Dees lk sta meer op een speciaal standpunt. Ik heb nog altjjd een H. B. S. verlangd, doch niet een, welke de gemeente op te groote kosten brengt. Ik ben een dergenen, die er van profiteeren kan en dus ook van de gelden der ingezetenen dat echter verlang ik niet. Ik acht me toch wel in staat mijn kinderen onderwijs te laten geven, dat ik zelf bekostig. Welnu, laat ik ook betalen, naar evenredig heid van het onderwijs, dat ik voor mijn kinderen wensch. We krijgen hier een verkapte H. B. S. met 5 jarigen cursus. Het zal niet zoo ge makkelijk gaan, voor de derde klasse jongens te krijgen, zonder eene inrichting voor M. U. L. O. De kinderen zullen dus ook dien cursus eerst moeten meemaken. Zijn stem zal hij geven, aan het voorstel van B. en W., als men eerst een voldoend bedrag voor schoolgeld vaststeld. Dhr. Waalkes lk kan weinig onderscheid vinden in het voorstel van B. en W., en dat, waaraan dhr. Dees. 11 Maart j. 1. zijn stem heeft gegeven. De eisch van dhr. Dees was toen f 100, welnu, dat staat in het voorstel B. en W. Dhr. DeesLaat de Raad zich dan nu ook uitspreken. De Voorzitter: De Raad zal, wanneer ze de gelden éénmaal vaststelt, wel zeker rekening houden met de opmerkingen van dhr De Jager en Dees. Dan zal de meerderheid zich moeten uit spreken. Een zoodanig besluit is voor wij- ziging van vatbaar.We behouden ons immer het recht voor, de schoolgelden naar ons goed dunken, vast te stellen. Dhr. De Jager Dat is juist het gevaar lijke. De Voorz We kunnen ons slechts reken schap geven van hetgeen we thans behandelen. Als de genoemde questie later aanhangig wordt gemaakt, dan kunnen we het dan be-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1912 | | pagina 2