Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Bekendmaking.
Bekendmaking.
Kit den ftaad.
Q ebrandmerkt.
j)rie ontwerpen jjaMrswct
GEMEENTERAAD.
No. 2281.
Woensdag 3 Juli 1912.
23e jaargang
FEUILLETON.
£e benoeming Van dr. jloordtzij.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere Nu 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grooteré letters nasr plaatsruimte
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant
verschijnt eiken
Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ter kennis, dat het primitief kohier van
den Hoofdelijken Omslag in deze gemeente voor
1912, in afschrift, gedurende vijf maanden op de
secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing
is nedergelegd.
Ter Neuzen, 26 Juni 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis van belanghebbenden dat de
geneesmiddelen enz., ten behoeve der armen, ge
durende het tweede halfjaar 1912 zullen worden
verstrekt door den apotheker E. H. T. VAN
BORSSUM WAALKES, alhier.
Ter Nauzen, 1 Juli 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Op één na waren we weder allen present.
Eene reeks van kleine zaken opende onze
werkzaamheden. Onder die reeks was een
schrijven van den Minister van Biunenlandsche
zaken met mededeeling, dat het adres van
H. Koelmans es. voor kennisgeving was aan
genomen. We hadden ook niet anders ver
wacht. Een wettig genomen besluit, zooals
dat inzake de H. B. S., wordt door een Minister
der Kroon zoo maar niet vernietigd en
geschorst. Heeft het adres als zoodanig dus
niets opgeleverd, we hopen, dat de autoriteiten
er geene aanleiding in mogen vinden tot het
zoo laag mogelijk houden van de subsidie.
40)
Roman van
Gr. B1SS.
En met dit plan begaf hij zich op zekeren
morgen naar hare woning, popelend wel een
weinig; want in zjjn hart was hy bang van
deze schoone furie, die bem om haren vinger
wond zooals vroeger nooit een andere vrouw
bet bad kunnen doen.
Hjj vond Phyllis in morgentoilet op den
divan in baar boudoir gezeten. Toen hij
binnentrad sprong zij op, met een papier in
hare hand. Hjj zag dat het een telegram
was.
„Nieuws, amice, nieuws riep zij. „Raad
eens wat het is I"
Hij schudde zjjn hoofl. „Erskin komt
terug giste hjj.
Maar nu was aan Pbyllis de beurt van
hoofdschudden.
„Neen", zeide zij, met eene vergeefsche
poging om hare blijdschap te verbergen.
„Neen. Hij is dood. Gestorven aan de koorst
in Centraal-Afrika."
De markies sloeg de handen ineen.
„Dood?" riep hij. „Erskin dood?"
Pnyllis knikte.
Want dat het adres van die zijde een'
nadeeligen invloed kan uitoefenen, is zeker.
Natuurlijk is bij de meeste onderteekenaars
dezé bedoeling ongewild, maar niet alzoo bij
diegenen, in wier borst het politieke duiveltje
heerschte. Zij zouden, dat is uit de geheele
onzuivere campagne gebleken, er zoo iets voor
over hebben. Vandaar, dat zoo talloos velen,
die op het eerste adres aan den Raad teekeuden,
in geen geval hun naam meer zouden geleend
hebben. Dat is ook niet gebeurd. Dat adres
kon natuurlijk als bijlage gebruikt worden
tot in hoogste instantie. En zoo is met deze
namen gechargeerd, al waren daar velen,
waarschijnlijk de meesten, alles behalve op
gesteld. Die velen hebben begrepen, zij het
ook wat te laat.
Intusschen wenschen wij den minister eene
loyale, onpartijdige beslissing toe, vrjj van
politieke bijsmaakjes.
Deze kan dan niet anders dan gunstig voor
onze plaats zijn.
Na de ingekomen stukken kwam de be
noeming van hoofd aan school A. De voor
dracht bestond uit het geëischte drietal.
Het aantal sollicitanten naar de vacante
betrekking was niet groot geweest, niet meer
dan elf. Naar den Zuidkant der Schelde
loopen de sollicitatie's nimmer druk. Van
die elf waren twee eigenlijke vreemden hier.
Van deze twee haalde niemand de voordracht.
Van de overige 9 waren niet minder dan 4
Neuzenaars. Van deze vier werd niemand
waardig gekeurd op de voordracht, te prijken.
Dit feit onder het publiek bekend, had alge-
meene verbazing gewekt, vooral, omdat ieder
wist, dat de Neuzenaars in geen geval in
ontwikkeling en geschiktheid bij de anderen
achterstonden. Het sterkste was wel, dat
iemand, die een dertigtal dienstjaren met ijver
en eere had doorgemaakt en de liefde der
kinderen en het vertrouwen der ouders geniet,
moest gepasseerd worden.
Het was dan ook eene zeer gelukkige ge
dachte vau den heer Moggré om over deze
zaak inlichtingen te vragen aan den Voorzitter.
Niet, dat dit verandering in de voordracht
kon brengen. De districtsschoolopziener heeft
bij het opmaken der voordracht aan eene
openbare school nu eenmaal het meeste te
zeggen, en het staat aan hem of hij van die
macht een bescheiden dan wel een ruim ge
bruik wil maken. Niet dus, wat de school-
„Ja", antwoordde zjj langzaam. „Lionel
is dood en ik ben vrjj
Id het eerst schokte bare hartloosheid
zelfs Shelforden toen begon hy haastig
den toestand te overwegen.
Hjj had Lionel, daarginds in Afrika, niet
dood gewenscüt. Integendeel, die jonge man,
eenige duizenden mjjlen weg, was hem vau
goeden dienst geweestwant zóó immers
kon by aan Phyllis verzekeringen geven en
beloften doen, die hem tot niets toch bonden.
Maar nu kon hij elk oogenblik aan zjjn woord
gehouden en gedwongen worden het ook gestand
te doen.
„Lieve vriendin", begon hy weifelend
„ik weet waarlijk haast niet of ik je
feliciteeren of condoleeren moet. Het is,
alles bijeengenomen, eene wonderlijke situatie."
Phyllis krulde hare lip.
„Geen condoieanties, als ik je verzoeken
mag^" zeide zy. „Zóó'n huichelaarster beo
ik niet. Wanneer een man eene vrouw
zóó slecht behandeld heeft, als Lionel my,
dan is 't niet van haar te verwachten dat
zy om zijnen dood nog zal treuren. Eene
felicitatie moge op het oogenblik ongepast
wezen maar ik geloof toch dat er wel
alle reden toe bestaat."
Hare koelheid verbijsterde hem, en voor
het eerst in zjjn leven wist hjj niet wat te
zeggen. Hjj opende een paar malen den
mond tot spreken, maar zweeg telkens
opziener had gewild, maar de houding van
Burgemeester en Wethouders in dezen, kon
al of niet voldoening wekken.
Uit het antwoord van den Voorzitter bleek,
dat inderdaad het Dag. Bastuur in de goede
richting was werkzaam geweest, hoewel zonder
succes. Toch had onze Voorzitter nog wat
sterker de verrichtingen van B. en W. kunnen
voorop stellen. In ieder geval, kan nu ieder
weten, bij wien de schuld ligt, niet bij de
Neuzensche onderwijzers en niet bij B. en W.
(Wordt voortgezet.)
Het anti-rev. orgaan in onze plaats is zeer
streng geweest in zijne afkeuring over het
schrijven van De Volkswil inzake de Zeeuwsch -
Vlaamsche Tramwegmaatschappij.
Wij hebben ons standpunt in deze zaak
uiteengezet en aangetoond, hoe we de
subsidiëering door provincie en rijk gerecht
vaardigd achtten, al oordeelden wjj tevens
hoe werkelijk veel waars school in hetgeen
De Volkswil schreef.
Dat Luctor et Emergo slecht te spreken is
over wat het blad van den heer Van Dalsum
schreef, kunnen wij begrijpen. Hoe het
echter dit gescbrijt met een gebaar van
verachting durft behandelen, als iets zeer
minderwaardigs tracht voor te stellen, de
wijze van bestrijding als min en laag veroor
deelt dat begrijpen wij niet.
Want dan denken we onwillekeurig aan
de weerzinwekkende manier, waarop het blad
tegen de H. B. S. te keer ging. De Volkswil
zal al heel ver moeten gaan, wil hij ook
maar in de verte halen bij wat het anti-
rev. blad aandurfde.
Wat men zoo streng veroordeelt in ande
ren, past men zelf in veel erger mate toe.
Het spreekwoord van balk en splinter is
hier wel op zijne plaats.
De Nederlander schrijft
»Indien het bericht juist is, dat door de
Kamerleden Aalberse en Passtoors zou worden
voorbereid de indiening van een nieuw ontwerp-
Bakkerswet, dan zou de Kamer zich binnen-
weêr.
„Ik ik dacht dat het je verheagen zon,"
zeide Pbyllis eindeljjk, hem verbaasd aan
kijkend. Het maakt toch voor ons de baan
vrjj, niet waar
„Dat weet ik nog zoo niet," antwoordde
Lord Sbelford norscb. ,Hjj was in zekeren
zin nog nattigen je moet bedenken dat
een jong en aantrekkelijk weeuwtje zooals
jjj, door den dood van haren man bare
vrjjheid van beweging verliest en feitelijk
terugkeert tot den status quo ante."
Phyllis haald wrevelig hare schouders op.
Zjj had verwacht dat hjj iets zeggen zou,
dat hjj nu niet zeideen voor de tweede
maal voelde zjj genoodzaakt tot het nemen
van een initiatief, dat in den regel van het
mannelijke individu uitgaat.
„Maar, lieve vriend", begon Phyllis met
ongewone bevangenheid „je moet toch
inzien dat dit sterfgeval ons ons huwelijk
nu mogeljjk maakt althans na
verloop van eene betamelijke tusschen-
poos".
Het groote woord was er uit, de verwachte
slag was gevallen, en Lord Schelford zette
zich spoedig schrap, om zijn hoofd uit den
strop te halen.
„Kindlief", begon hjj, zich de keel schrapend
„zooals je weet, houd ik heel veel van je.
Maar je zult begrjjpen wjj moeten de
«ivngcu niet overhaasten."
kort wellicht geplaatst zien voor twee ontwer
pen, aan hetzelfde belang gewijd want wjj
meenen zeker te weten, dat, reeds onmiddellijk
na de verwerping van het ontwerp, door enkele
leden der Christelijk-Historische Kamerclub
besloten werd een nieuw ontwerp in te dienen,
en dat thans de tekst van dit ontwerp reeds
voor een deel zou zijn vastgesteld.
»Het ware te wenschen, dat de ontwerpers
het eens konden worden over een gemeenschap
pelijke formuleering van het voorstel. Deze
wenscht schijnt echter, moeilijk te vervullen.
Waar de heeren Aalberse eD Passtoors, blij
kens de door hen uitgebrachte stem, vermoe
delijk zullen vasthouden aan een verbod van
nachtarbeid, zou het voorstel van Christelijk-
Historische zijde de oplossing zoeken, in het
verbod, van Zondagsarbeid, en daarnevens in
een regeling van den arbeid, zoowel gedurende
den dag, als gedurende den nacht, met sterke
beperking van deze laatste.*
Aan »Het Vad.« wordt van betrouwbare
zijde gemeld
»Ook de club der Unie-liberalen heeft reeds
een verbeterd ontwerp-Ba^kerswet in behan
deling. Op de mogelijkheid van zoodanig
ontwerp werd reeds gedoeld in de verklaring
van mr. Borgesius op 5 Juni j.l. vóór de
stemming over de Bakkerswet van minister
Talma plaats had. De leider der Liberale
Unie zeide immers op dien dag»Waar de
wet in geen geval zal worden ingevoerd,
vóórdat een jaar na de afkondiging is ver
streken, is er alle tijd bij afstemming van
dit ontwerp spoedig een regeling in te dienen,
die aan de bestaande misstanden een einde
maakt, maar niet aanleiding zal geven tot
zoo ernstige bezwaren, als uit het in werking
treden van deze wet zullen voortvloeien.*
Nu binnen enkele dagen een voorstel van
mr. Aalberse te wachten is, wordt de indie
ning van het ontwerp der Unie-liberalen
opgeschort, om eerst te zien, wat het ontwerp-
Aalberse inhoudt.
In chr.-hist. kringen is een reactie levend
geworden naar aanleiding van de van regee-
ringszijde zeer éénzijdigdoorgedreven politiek,
tot uiting gekomen in de reeds veel besproken
benoeming van dr. Noordtzij. Nader wordt
„Ik wil niets overhaasten", antwoordde
Pbyllis kalm. „Ik gaf zelf te verstaan, dat
wij moeten wachten zoolang als de betame
lijkheid het gebiedt. Maar ik dacht ik
dacht dat je na niet juist van overhaasting
spreken zoudt, na de bonderde malen die je
mij hebt gezegd dat je, als Lionel je niet in
den weg stond, my trouwen zoudt, dat je
het grootste gelnk zou zjjn, my tot markiezin
van Schelford te maken".
De markies had nu weer volkomen zyne
zelfbeheerching en zyn cynisme herwonneu.
Hij begreep dat er by dit bedrijf onverwijld
een stokje moest gestoken worden.
„Ik voor mij ben heel content met de
dingen zooals zjj zyn", grinnikte hjj. „Het
huiselijke heeft nooit op mijn weg gelegen,
weet je."
Een oogenblik wist Phyllis niet, wat op
dezen plompen zet te antwoorden. Toen, de
in haar kokende woede onderdrukkend, zeide
zy, met eene geforceerde dartelheid.
„Dat weet ik. Maar na is de tyd eindelijk
gekomen. Je kunt den kwaden dag nog ver
schuiven, maar toch is er ditmaal geen ont
snappen aan, Dandy."
Even keek bij haar bewonderend aan. Geene
vrouw had h9m ooit te voren zóózeer geïm
poneerd. Een huwelijk met haar zou misschien
Maar neenZyne vrijheid was hem
toch te dierbaar. Ed bovendien was er ais
ouov^rke-ïmlpk h'>'/.w»wr b*r" uo^riUr
TER \EI m.M H VOLKSBLAD.
mÊ—ÊmaamÈaz
Do Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat eene spoedeischende Openbare
Vergadering van den Gemeenteraad, zal worden
gehouden op Woensdag den 3 Juli 1912, des voor-
middags te 10 ure.
Ter Neuzen, den 2 Juli 1912.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.