BINNENLAND.
UIT ONZE OMGEVING.
Provinciale Staten van Zeeland.
Dat epistel, John, is door een hunner ge
lezen, en nu schrijft dat jonge mensch mij
een en ander, met verzoek om het te publiceeren.
Hij doet een beroep op het oude »hoor en
wederhoor* en het is billijk daaraan te vol
doen.
Ziedaar dan wat hij schrijft
»U hadt gelijk, toen u zeielke in het
jeneverglas omgekomene was eenmaal een
matig gebruiker*. En de verleiding is niet
gering, Rotterdam b v. heeft 417.000 zielen
en 1920 drankhuizen, of op elke 217 menschen
één drankhuis. Onder die 217 zijn ook vrouweu
en kinderen gerekend. Maar toch, ondanks
die ontzettende getallen, toch »moet ieder
maar zorgen, dat hij niet te veel drinkt*.
Ja, het is de sterke, die dat zegt. Hij kent
zijn maat wel, weet wel, hoever hij gaan kan.
Maar wat zegt hij van de duizenden, die de
kroeg binnengaan »omdat de deur openstaat*,
van die vele zwakken, die het drinken niet
laten kunnenvaak doordat ze erfelijk belast
zijn Moeten die dat zelf maar weten Of
moeten wij ons oprichten, om met onzen
vuist de deur te sluiten, die toegang geelt
tot het ongeluk En niet alleen voor henzelf.
Wie er in de allereerste plaats onder lijden,
de vrouwen en kinderen, zijn grootendeels
onschuldig, vergeet dat nietEn het nage
slacht weet er niét van, vergeet dat niet
»Jeugd is een voorbijgaande kwaal*, schreef
Perio. Dit in verband met de tegenwoordig
druk besproken organisatie der jeugd. Volgens
Perio dus een ziekte. Wat zeg je van dit
geval John
Eenige jongelui van een kweekschool tot
opleiding van Onderwijzers richten circa 2 jaar
geleden een af'deeling op van den Kweek.
Geh. Onth. Bond, en die afdeeling ging
bloeien. Nu is het gewoonte daar, elk jaar
de nieuw-aangekomen ibakkelingen* te
»ontgroenen«, d. w. z. ze worden ingewijd
in de bijzondere termen van de Bak«, de
bijnamen van de diverse leeraren met een
rijmpje er op, enz. enz. In den tijd van die
afdeeling ging er dat feestelijk toe zooals
nog, maar het bleef (vergeef me dat onfat
soenlijke woord) fatsoenlijk. Toen werd het
werken voor Geh. Onth. onder de bakkelingen
door den directeur verboden. En wat gebeurt
Bij de laatste ontgroening hielden de heeren
ontgroeners een nafuif, waarop ze speelden
»wie kan er het meeste hijschen Hoe ze
thuis kwamen, laat ik aan je verbeeld ng
over. Alleen nog diteen hunner kon z'n
eigen slaapkamer niet vinden, en viel binnen
in die van zijn kostlui.
Prachtig, niet waar Het was hun ver
boden er toe mede te werken dat de toekomstige
onderwijzer drankvrij zal wezen. En nu zal
wellicht later moeten gewerkt worden om te
genezen, wat tijdig voorkomen had kunnen
worden.
[J sprak over dwingen. Maar is geheel
onthouding dan dwang Het is geen dwang,
want juist is de sterke drank de dwingeland.
Wij hebben den jeugdigen St. Joris nu het
woord gegeven uit billijkheid en zullen hem
het laatste woord maar laten, hem enkel
doende opmerken, dat de betrokken Kweek
school-directeur toch zeker wel niet zal goed
keuren, dat zijne discipelen zich bedrinken,
al zou dit waarschijnlijk niet gebeurd zijn
als de geheel-onthouders-organisatie onder die
jongelui niet ware tegen gewerkt.
De Rotterdamsche mannelijke jeugd is in
beroering over de motie-van der Pols tot het
verbieden van optochten en openluchtspelen
op Zondag. Onze lezers lazen er reeds een
en ander over in dit blad. Een groote
protestmeeting werd reeds belegd, waarbij
honderden geen plaats meer konden krijgen.
En nu belegt ook de Kiesvereeniging Rotter
dam" eene vergadering tegen morgen avond.
Dat drijven van de anti-revolutionairen in
den Raad, dat dwingen om andere levenswijze,
hunne uitspanningen en hunne vermaken te
fatsoeneeren naar 't model van eigen inzichten,
vloeit voort uit dezelfde bron, waaruit de
eisch van afschaffing van drankverkoop voort
komt. Het »dwingt ze om in te gaan* doet
zich nog gelden. De dwaze meening, dat de
wet, dat de verordening, dat de toevallige
machthebber van 't oogenblik de menschen
kan dwingen tot wat hij goed acht. En de
bekrompen voorstanders van dit denkbeeld
vergeten, dat zulk dwingen in den regel voert
tot averechtsch resultaat.
Als jongen werd ik b. v. gedwongen tot
kerkgaan, d. i. tot het meejanken van onbe
grepen psalmen, tot het aanhooren van 'n
onbegrepen preek, tot 't opstaan bij 'n onbe
grepen gebed, terwijl de zon door de sombere
moet voor gewichtige zaken," zeide hjj hjj
zichzelf -- „en dan zal ik over eenige dagen
onverwachts terugkeeren en zien wat zij
uitvoert."
(Wordt vervolgd).
kerkramen scheen en de groene boomkruinen nog
even te zien waren, zoodat de jongensge
dachten heensmachtten naar de vrije natuur.
Toen zette zich in mijn bol de gedachte v^st
Zoodra je je eigen baas bentjongen, dan r\óóit
meer naar de Kerk En zoo ben ik opgegrqeid
tot 'n Christen zonder de hulp van verknoeide
Zondaguurtjes.
En dat zal net zoo gaan met het verbod
van zang- en muziekoptochten en voetbal
spelen op Zondag.
Er zal ergernis komen in de harten, ,die
nu vroolijk opbonsden onder de voetbaltrui,
en de kerkezakjes zullen geen cent méér
gaan bevatten.
Wèl, misschien, de geldlade van
den kroeghouder.
Ik vierde gister mijn Zondag met het lezen
van een vroom boek.
Het heetGebroken aardewerk en werd ge
schreven door een Engelschen broeder van de
richting des heeren Van der Pols, den heer
Harold Begbie (Uitgave H. Honig te Utrecht,
1912). Het is een verhaal van werken en
strijden en mede-lijden. Het speelt in de
achterbuurten van Londen, onder de paupers
dier ellendige wereldstad, en verhaalt van de
wijze, waarop Christenen tot hen gaan, met
blij gezang, en muziek, met pauken en
castagnetten, en tromgeroffel en hoorngeschal,
zooals ook het Leger des Heils dat doet.
En het boek juicht bij 't vermelden der
resultaten. Maar van eenigen dwang is daarin
geen sprake. 5
Zouden Van der Pols c. s. ook dat gezang
en die muziek verbieden
Ach, waarom toch doen de »uitverkorenen
des Heeren* in ons land zoo somber en zoo
droef? En waarom willen zij anderen dwingen
even zwart te kijken en even somber te doen
Geeft hun géén macht, kiezers
PERIO.
TWEEDE KAMER.
Spoorweg UoutenisseMoerbeke en
IJzenclijke - Selzaete.
In zijn memorie van antwoord, betreffende
rentelooze voorschottten voor een spoorweg
HontenisseMoerbeke en IJzendijkeSelzaete,
verdedigt de minister van waterstaat de
wenschelijkheid, dat ook de lijn Pymaride
Hoofdplaat in het wetsontwerp werd opge
nomen, omdat er naar zijne meening geen
reden kan bestaan die verbinding van rijks-
steun uit te sluiten, nu ook voor dat deel,
van het plan dooi; de meer onmiddelijk be
langhebbenden voldoende bijdragen zijn toe
gezegd. De bezwaren, ontleend aan de
omstandigheid, dat het kapitaal der Maat
schappij, welke met den aanleg en de exploitatie
van de ontworpen lijnen zal worden belast,
voor een belangrijk deel van Belgische zijde
wordt verstrekt, acht de minister in sterke
mate overdreven. Waar bij deze lijnen zoowel
Nederlandsche als Belgische belangen zijn
betrokken was samenwerking van Nederlansch
en Belgisch kapitaal aangewezen.
De minister bestrijdt de redeneering. als zou
schade voor de Nederlandsche bewoners kunnen
ontstaan, door dat de Nederlandsche fabrieken,
wegens hoogere vervoerkosten, aan de land
bouwers niet even goede prijzen voor bunne
bieten zouden kunnen aanbieden als de Belgi
sche fabrieken.
Bevoordeeling van de Belgische suikerfa
brieken door lagere vervoerprijzen behoeft niet
te worden gevreesd.
Het ligt in de bedoeling om in de te sluiten
concessie- en subsidieovereenkomst de bepaling
op te nemen, dat alle tarieven en de later
daarin aan te brengen wijzigingen aan de
goedkeuring van den minister van waterstaat
moeten worden onderworpen, iu dier voege,
dat begunstiging van buitenlandsche indus-
trieele ondernemingen boven Nederlandsche
uitgesloten zal zijn.
Dat in het algemeen deelneming door
het rijk in het maatschappelijk kapitaal van
een onderneming de voorkeur zou verdienen
boven toekenning van rentelooze voorschotten,
kan de minister niet inzien.
De minister sluit zich aan bij het oordeel,
door verscheidene leden uitgesproken, dat» de
bestaande praktijk het stelsel van subsidair
subsidieeren, meer aanbeveling verdient dan
het door eenige leden verdedigde stelsel,
waarbij het initiatief van den staat zou uitgaan.
In de op Donderdag a. s. des voormid
dags te 10 ure te houden openbare vergadering
van den gemeenteraad alhier, komen de
volgende punten in behandeling
Notulen.
Ingekomen stukken.
Benoeming van een hoofd van school A.
Op de voordracht zijn geplaats de heeren
0. F. Köhler te Nieuwe-TongeJ. G.
Bosschaart te St. Laurens J. J. van Doeselaar
te Arnemuiden.
Voorstel tot afwijzende beschikking op een
reclame tegen den hoofdelijken omslag, inge
diend door A. Baertsoen.
Voorstel tot het verleenen van toestemming
aan burgemeester en wethouders tot af- en
overschrijving in de begrooting van 1911.
Stratenplan van de Association Coöperatieve
Zélandaise de Carbonisation te Sluiskil.
Vaststelling verordening regelende degenees-
heel- en verloskundige dienst.
Wijziging verordening jaarwedden onder
wijzers.
Voorstel regelende de uren, waarop de
secretarie der gemeente voor het publiek ge
opend zal zijn en in verband daarmede vast
stelling van een nieuwe instructie voor de
ambtenaren ter secretarie.
Benoeming van een ambtenaar van den
Burgerlijken Stand ter voorziening in de
vacature van wijlen den heer i. A. P. Geill.
Ter benoeming worden aanbevolen de heeren
J. Huizinga, burgemeester en A. Visser,
wethouder.
Aanwijzing van den kantoorhouder voor het
hulptelefoonkantoor te Sluiskil.
Aanvraag van de lndustriëele Maatschappij
tot wijziging van de voorwaarden van de
haar verleend» concessie.
Met ingang van 1 Juli is benoemd
tot rijksklerk 8e klasse ter inspectie Ter
Neuzen (tijd.) de heer A. H. van Dalen, thans
partic. klerk te Gemert.
Tot dijkgraaf van den Lievenspolder
is door stembevoegde ingelanden van dien
polder benoemd de heer A. H. Donze en tot
plaatsvervanger de heer J. Huizinga.
Aan de Theologische SCI190I te Kampen
slaagde voor het propodeutisch examen in de
Godgeleerdheid de heer Fr. Tollenaar van
Zaamslag.
Te Middelburg slaagde bij het eind
examen voor het gymnasium voor afd. B.,
de heer H. L. C. Kok van Zaamslag.
Aan den Raad der gemeente Zaamslag
is het volgende adres gezonden
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen
de afdeeling Ter Neuzen en Omstreken van
den Nederlandschen Bond van Koffiehuis-,
Sociëteit-, Restauranthouders en Slijters Ver
gunning*, goedgekeurd bij Koninklijk besluit,
dat in Uw vergadering van 11 Juni j.l.
het besluit is genomen de sluitingsuren voor
localiteiten, waarvoor een vergunning voor
den verkoop van sterken drank in bet klein
is verleend, voor den Zondag te bepalen o.a.
op des voormiddags van 9 tot 11 en des
namiddags van 2 tot 4 uur
dat bij het bepalen van dit sluitingsuur
met verschillende omstandigheden geen
rekening is gehouden, zooals in bjjgaande
Memorie van Toelichting is uiteengezet.
Redenen waarom ondergeteekende Uw Raad
eerbiedig verzoekt op het genomen besluit
terug te keeren.
De volgende Memorie van Toelichting is
aan het adres toegevoegd
Het besluit in Uw Raadszitting van 11 Juni
j. 1. genomen, is zeer zeker goed bedoeld.
Niemand zal betwisten, dat het een recht is
van den godsdienstigen burger om ongehinderd
zijn geloofsplichten te kunnen vervullen. En
als door ordeverstoringen of onrust verhindering
hiervan veroorzaakt wordt, zal alles gebillijkt
moeten worden, wat kan dienen om die ver
hindering weg te ruimen. Wanneer dus de
maatregel in het algemeen belang noodig
blijkt te zijn, zal niemand het recht hebben
zich er tegen te verzetten. En nu is stellig
de maatregel bedoeld als te zijn in het al
gemeen belang. Doch adressante betwist dat
hij inderdaad ook dit is en meent dat Uw
Raad zich ten deze heeft vergist.
In de eerste plaats hebben wij na te gaan
of de toestand in deze gemeente zoodanig
was, dat door het open blijven der koffiehuizen
op Zon- en feestdagen, aan anderen overlast
werd aangedaan of in eenig opzicht werden
gehinderd. Deze vraag nu meent adressante
volkomen stellig te kunnen beantwoorden met
neen. Van orde- of rustverstoringen was geen
sprake en in Uw Raadszitting is bij de be
spreking van het hier bestreden voorstel er
ook niet over gerept.
Waar dit vaststaat, kan een bepaling om
op Zon-en feestdagen de koffiehuizen van 9-
12 en van 2-4 te sluiten, voorzeker als onnoo-
dig worden gekwalificeerd,
Maar men kan met recht sterker beweren
De bepaling is niet alleen onnoodig en tegen
het persoonlijk belang van velen. Zij is ook
tegen het algemeen belang.
Wat toch is de zaak Door het toenemend
verkeer, iets dat een gelukkig verschijnsel mag
heeten, is op de uren waarop nu de koffiehuizen
gesloten moeten zijn, een vaak druk bezoek
van vreemdelingen per rijwiel, die de gemeente
passeeren en hier wel een glas kwast of andere
verfrissching willen gebruiken. Zoo wordt
des Zondags deze gemeente ook bezocht door
Belgen, die hier komen visschen. Tal van
personen, waarbij vele kerkgangers, stallen
hier 's morgens en 's middags de paarden in
de koffiehuizen. In het kort, voor zeer velen
is door de sluitingsuren op Zon- en feestdagen
een welkome of noodige gelegenheid ontnomen
om verfrissching, rust- of stalgelegenheid te
vinden. Ongetwijfeld zullen naburige ge
meenten de voordeelen genieten, die op deze
wijze hier verloren zullen gaan.
We twijfelen niet of Uw Raad zal niet
een bepaling in stand willen houden, wanneer
deze blijkt zoowel tegen het persoonlijk als
het algemeen belang werken. Waar wij
hebben aangetoond, dat dit hier het geval is,
durven wij vertrouwen dat Uw Raad, de
waarheid inziende van het spreekwoord het
is beter ten halve gekeerd, dan ten he»le
gedwaald, op zijn besluit zal willen terug
komen.
lot directeur van de gemeenschappelijke
gasfabriek voor de gemeenten Nnmansdorp
en Klaaswaal is benoemd de heer H. A. van
der YYoude, directeur van de gemeente-gas
fabriek te Hulst.
In de Vrijdagmiddag te Cadzand gehouden
raadsvergadering is de datum van exploitatie
van den tramweg Breskens, Groede, Nieuwvliet,
Cadzand, Retranchement, Sluis met zijtak van
Cadzand naar de haven, gebracht op hetzelfde
tijdstip als door de Provinciale Staten is
bepaald t. w. op 1 Juli 1915.
Ook de richting van de baan is veranderd
zoodat het station veel dichter bij de kom
der gemeente komt.
De afdeeling Oostburg* van den Volks
bond tegen drankmisbruik mag zich in toe-
nemenden bloei verheugenbij de oprichting
voor een drietal jaren telde ze 52 leden, thans
is dit getal geklommen tot 86, wat een
verblijdend verschijnsel mag genoemd worden
in verband met de in Augustus a.s. in de
ambachtsschool aldaar te houden huisvlijt-
tentoonstelling. Deze tentoonstelling belooft
goed te zullen slagental van inzendingen
aijn toegezegd.
Zondagnacht heeft in de Wielingen een
aanvaring plaats gehad tusschen het Duitsche
stoomschip »Westphalia« van Antwerpen naar
Mexico bestemd en het Grieksche stoomschip
»Syra* van Sulina naar Antwerpen. De
»Westphalia* welke zware averjj aan den boeg
bekwam is naar Antwerpen teruggekeerd,
terwjjl de »Syra* lek te Zeebrugge is binnen
geloopen.
L> e haven van Ter Neuzen.
In hun toelichting op het voorstel om een
bijdrage van f 10 000 per jaar gedurende 12
jaar te verleenen in de kosten voor het maken
van los- en laadplaatsen in de haven alhier,
wijzen Gedep. Staten op eene briefwisseling
tusschen den Minister van Waterstaat èn hun
college betreffende deze zaak in 1903, 1904,
1906 en 1911 en schrijven dan verder:
»Het zal daaruit blijken, dat zoowel de
regeering als ons college overtuigd zjjn van
de noodzakelijkheid, om voor de gemeente
Ter Neuzen de nadeelige gevolgen van de
verdieping van het kanaal te voorkomen, doch
dat de door ons aangewende pogingen, om de
noodige werken van de gemeentehaven geheel
voor Rijksrekening te doen uitvoeren, geen
gunstig gevolg hebben gehad. De Minister
volhardt bij zijne verklaring, dat de los- en
laadplaatsen te Ter Neuzen alleen door het
Rijk zullen worden gemaakt, indien de
Provincie eene bijdrage in de op 600.000
geraamde kosten geeft van ten minste f 100.000
in eens of van f 120.000 in tien jaarlijksche
termijnen.
Hoever het Provinciaal belang zich uit
strekt, is eene vraag, welke theoretisch moeiljjk
te beantwoorden is en daarom aan de beslis
sing van de practijk moet worden overgelaten.
Dat havens daaronder vallen, is meermalen
uitgemaakt, o. a. bij de werken tot aanleg,
verbetering of herstel der havens van Goes,
Zaamslag, Yerseke, Eikerzee en Ellemeet het
waterschap Cadzand, Serooskerke en Noordwelle
ClingeKrabbendijke en Bruinisse.
De ontwerpen los- en laadplaatsen zijn niet
alleen voor Ter Neuzen een levensbelang
maar strekken evenzeer tot bevordering van
het verkeer van Zeeuwsch-Ylaanderen en het
verdere Zeeland, terwijl vaststaat, dat de ge
meente niet in staat is uit eigen middelen
eene bijdrage te verleenen. Noodzaakte men
haar daartoe dan zou die bijdrijge in den vorm
van bestuurskosten vroeger of later toch op
het Rijk en de Provincie moeten verhaald
worden.
Terwijl wij dus meenen, dat de Provincie
verplicht is de totstandkoming van het werk
door het verleenen van een subsidie mogelijk
te maken, komt het ons in het belang der
Provinciale finantiën het meest doelmatig voor
om dien steun te verleenen in den vorm van
eene jaarlijksche bijdrage van 10,000 gedu
rende 12 jaar.