Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. jUt pantserschij). G ebrandmerkt. No. 2267. Zaterdag 11 Mei 1912. 23e jaargang FEUILLETON. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. No 15, ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters na«r plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen. De minister van Marine zal ziehzelven wel geene illusie's gemaakt hebben over de aanvrage van een pantserschip voor Indië. Vooral de ernstige en waardige critiek van deskundigen, de zeeofficieren in Den Helder, moest aan zijne plannen wel de doodsteek toebrengen. Toch was ondanks de meest afdoende argumenten ertegen de openbare meening niet erg gerust en was de vrees gerechtvaardigd, dat misschien uit politieke overwegingen zou gegeven worden, wat anders algemeen tegenkanting vond. De heer Lohman trachtte nog den minister door zijne motie een reddingsplank toe te steken. Maar het geheele kabinet was voor deze motie niet te vinden en het bleek uit de rede van den premier, Minister Heemskerk duidelijk, dat aanneming van die motie het geheele kabinet tot aftreding kon nopen, de verwerping van het pantserschip niet. Geen wonder, dat de heer Lohman zijne motie introk. Eigenaardig was weer het optreden van Dr. Kuyper, die thans weer als een soort redder van het ministerie trachtte te poseeren en voor het pantserschip stemde. Zijn optreden werd door den heer Lohman als onoprecht gegispt. Van links was bij de stemming afwezig de heer Roodhuyzen wegens ziekte, verder 10 leden van rechts. Tegen het aangevraagde pantserschip stem den alle leden van links, alle chr-historischen op 2 na, 11 R-Katholiek en 2 anti-revolutio nairen (v. d. Voort v. Zijp en de Monté Ver Loren). Van de Zeeuwsche leden stemden de heeren Blum en Fruytier voor het aangevraagde pant serschip, de heeren Vorsterman van Öyen, Lohman en Patijn tegen. De minister van Marine zal dus wel alleen aftreden. Minister Heemskerk is nog al tac tisch in zijne rede geweest, zoodat de verwer ping van het pantserschip niet den val van het ministerie behoeft na zich te sleepen. Wij gelooven niet, dat velen bij het heen gaan van dezen bewindsman zullen treuren. Naar aanleiding van de bestrijding in de Roman van Gr. BISS. 30) „Beste kerel," zeide Bramber „ik wist wel fat je Diet zoadt versagen en staal zoudt blijken in het vuur. Voor zoover het mjj mogelijk is, zal ik je helpen en zoo vaak je mij noodig hebt hierheen komeD. Ik la->t je niet ïd den steek, en dat moet je toch een bemoedigend gevoel wezen, niet waar „Zeker, zeker 1" riep Ralph dankbaar. „Het is mjj machtig veel waard, dat ik op u ver trouwen kanEn boe nu met die andere zaak Hoe staat 't daarmee Hebt u al een draad in handen gekregen Bramber schudde zjjn hoofd. Niets nog tot dusver. Maar je moet mij op dit oogenalik niets vragenwant er is ploteling een idee in mjj opgekomen, dat misscheD wel tot iets leiden kan. Het is echter nu nog onbekookt, om het daglicht te kunnen verdragen"- Niettemin, hoe onbekookt de inval dan ook nog wezen mocht, was de advokaat zelf er geheel van vervuld, zoodat zijn geest zich met niets anders bezig hield en hjj den Tweede Kamer over het pantserschip laat het Handelsblad zich als volgt uit Men weet genoeg hoe wij denken over de zaak waar het om ging en over den Minister die nu verdwijnt, om te begrijpen, dat wij ons over de gevallen beslissing van harte verheugen. Ze is, wat het zakelijke betreft (en dat is het voornaamste) een gelukwensch waard aan het gansche land, dat bewaard is gebleven voor een uitgaaf van 7,000,000 gulden ten behoeve van een schip, dat door de gansche marine werd afgekeurd. Tegenover die eenstemmigheid der deskundigen kon het «persoonlijke oordeel* der acht collega's van den heer Wentholt weinig gewicht in de schaal leggen. En wat het persoonlijke betreft is de beslissing van heden vooral een geluk wensch» waard aan het kabinet. Want dit zal, door het uittreden van den heer Wentholt een politieke loutering ondergaan. Meer willen wij, nu de heer Wentholt un homme fini is, er niet van zeggen. Wel meenen wij er op te moeten wijzen, dat de geschiedenis van den heer Went holt een les dient te wezen, voor anderen, die na hem zullen komen en die op nieuw het altijd gevaarlijke bedrijf mochten willen bestaan van te zitten in twee opeenvolgende kabinetten van tegen gestelde politieke kleur. Op den bodem immers van het votum van heden ligt dat, wat wij nu maar zullen noemen de politieke onvastheid van den heer Wentholt. In de marine, waar men misschien meer dan ergens elders houdt van »recht-door-zee«, beeft die eigenaardigheid van den heer Went holt stijgenden wrevel gewekt. En al is het krachtige en aanhoudende verzet van de marine tegen het schip, een verzet dat den heer Heemskerk ietwat spijtig deed zeggen, dat de deskundigen wat zuiniger moesten zijn met hun inkt en hun papier, ongetwijfeld vooral uit zakelijke over wegingen voortgekomen, het valt even min te betwijfelen, dat het veel minder sterk en volhoudend zou zijn geweest wanneer de slechte zaak niet bovendien ware verdedigd door een Minister, die volgenden morgen in den trein aan niets anders kon denken. „Of dit de verlorene schakel zou kannen zijn, waarnaar wjj al deze jaren gezocht hebben mompelde hjj keer op keer. „Ik heb er vroeger nooit aan gedacht. Maar nu ljjkt het mjj mogelijk ja zelfs waarschijnlijk." Bjj zjjne aankomst in zjjn bureau te Londen was zijn eerste gang naar de telefoon. Hij verlangde aansluiting met inspecteur Barnett, en weldra was hjj met dien heer Id gesprek. „Hola, BarnettZeg eens, ik heb een klein karreweitje voor je. Kan je van avond om negen uur eens bjj mij komen, om er over te praten? Ja? Mooi zoo! Om negen uur dus. Smakeljjk eten En hij schelde af en stak zich in toga en pruik, om voor de rest van den dag zich schrap te zetteD tot pleiten. Inspecteur Barnett was indertijd een der beste detectives geweest, en Dadat hjj bjj de politie gepensioneerd geworden was, had hjj een zaakje als particulier detective opgezet nabij de Regent Street. Dit zaakje had ge floreerd, en Barnett was overal waar iets op te sporen en na te snuffelen viel de gezochte en gewilde persoon. Hjj was een groote, dikke man, met een monter gezicht, een bruinen baard en eene frisscue kleur. Iu zjjn tjjd had hjj met alle vermaarde gevallen te doen gehad en in verband met de JerniDgbam-zaak was hjj voor 't eerst met Caton Bramber in aan- zich bij de marine zoo gehaat had weten te maken. Een Minister, die een vlag officier als de viee-admiraal Van den Bosch op ruwe wijze opofferde aan een vloot- dominé, had bij de marine-officieren afgedaan. En zoo kan men zeggen, dat deze Minister zich het lot heeft bezorgd van dien Romeinschen keizer, die door zijn eigen soldaten werd vermoord. De eenstemmige adviezen van de marine-officieren hebben den heer Went holt doen vallen. En de hardnekkigheid waarmee die adviezen werden herhaald, heeft de Minister zichzelf te wijten. De heer Van den Bosch heeft, gelijk die Engelschman, die avond aan avond den waagsprong van een acrobaat bij woonde omdat hij er bij wilde wezen wanneer de man zijn nek zou breken, sinds zijn ontslag geen Kamervergadering overgeslagen wanneer er kans was dat de heer Wentholt zijn ministerieelen nek zou breken. Altijd zat hij dan, zwijgend en geduldig, in de presidentsloge. Ook deze dagen weder. En heden beeft hij den acrobaat dan eindelijk zien vallen. De N. R. Ct. schrijft Erger gevolgen, dan het aftreden van den heer Wentholt als minister, schijnt het votum van gisteren niet te zullen hebben. De minister van binnenlandsche zaken heeft dit aan de Kamer te kennen gegeven. Niet overduidelijk naar ons voorkomt. Maar in de Kamer zijn minister Heemskerk's woorden opgevat en het is aldus uitgesproken ook als liet hij blijken, dat het kabinet zijn lot niet aan dat van het pantserschip bond. Waar op tegenspraak uitbleef. Voor de 63 die het pantserschip hebben afgestemd, mag dit eene geruststelling zijn. De minister van marine had gesproken, alsof wie thans tot den bouw van zwaar materieel niet over wilde gaan, eene ondragelijke verantwoordelijk op zich zoude laden. Het zal, nu de beslissing niettemin tegen het schip is gevallen, der Kamer een troost zijn, te ontwaren dat er dan toch ook nog acht ministers zijn, welke voor raking gekomen. Ook hjj bad daarbij nooit de overtuiging gekregen van mevrouw Jerning- ham's schuld, eD onbewimpeld had hij tegenover den advokaat, met wien hij herhaaldelijk over het geval gesproken had, in dien zin zich uitgelaten. Klokslag negen klopte de inspecteur bij Bramber aan. Hjj werd terstond in de bibliot heek gelaten, waar de advokaat hem reeds zat te wachten. „Ah, ben je daar Barnett riep Bramber. „Dat is braaf! Ga nu eens in dien grooten stoel tegenover mjj zitteD, steek den brand in eene sigaar, bedien jezelf van een grokje, en laten wjj dan samen eens heel gemoedelijk praten." „Met plezier, mijnheer," zeide de detective, aan de uitnoodiging in alle deelen met groote bereidwilligheid gevolg gevend. „Wel, wat is er aan de hand „Alweer het zaakje Jerningham", antwoord de de advokaat zonder omwegen. „Zooals je weet, interesseer ik rnjj bjjzonder daarvoor méér dan de menschen wel weten ,en ik heb met mevrouw Jerningham sedert hare invrijheidstelling voortdurend in verbinding gestaan." Barnett knikte maar eens, en Bramber voer voort „Het spijt mij te moeten zeggen dat, door een ongelukkig accident, bare verblijfplaats bekend is geworden aan eene oude kennis de bestendiging vai: den toestand, waar in onze vloot nu verkeert, althans nog één jaar het jaar, dat de motie-Lohman had in uitzicht gesteld willen mede- aansprakelijk zijn. Dal de regeering zich gemakkelijk bij het votum van gisteren kan neerleggen, is duidelijk. Het schip is op zuiver technische gronden bestreden. Bij de beslissing de stemlijst wijst het uit geen zweem zelfs van politiek. In de discussie was ook niets anders geweest, dan een slecht schip, dat alléén in politieke wateren had kunnen varen. Heeft niet de heer Lohman zelf het ongeveer zoo gezegd Zoo behoeft dus ook waarlijk het kabinet zich van dit scheepsougeval niets aan te trekken. Deed het dit toch, dan zouden wij ook daarover niet tobben. Het is nog altijd beter, dat het schip het kabinet meesleurt, dan dat het kabinet het vaartuig op sleeptouw zou hebben genomen. TWEEDE KAMER. De Tweede Kamer kwam Woensdag bjjeen ter behandeling der bakkerswet Over artikel 2, verbiedende den bakkersar- beid des Zondags en des nachts, ontspon zich een breedvoerige discussie, vooral naar aanlei ding van een amendement van den heer Snoeck- Henckemans, dat tegenover het regeeringsstel- sel bedoelt de vrijheid voor beperkten nachtar beid en geen verbod van arbeiden voor den patroon. Vooral de heeren De Klerk, Schaper, Pas- stoors en Aalberse bestreden dit uitschakelen van de patroons. De heer Schapor wenschte in het regeerings- stelsel, dat hij tegenover den heer Snouck Henckemans verdedigde, alleen beter omlijnd te hebben den arbeidsduur tot hoogstens 10 uur. De heer Borgesius trok zijn amendement in brtreffende de invoering van het drieploe- genstelsel. Hij meende dat een oplossing ge zocht kan worden in de richting van het amendement Snoeck Henckemans. Wanneer daarbij de nachtarbeid meer wordt ingeperkt. De heer Bos oordeelde dat niet slechts het euvel van nachtarbeid, maar ook dat van den van haar, die baar alles behalve welgezind is, zoodat er aan de zaak wel spoedig alle mogelijke ruchtbaarheid zal gegeven worden. Zij woont op het oogenblik bjj oenejvan hare twee dochters je herinnert je wel de tweelingen die onlangs getrouwd is met een jongen landheer in Sussex." Barnett knikte maar weêr eens, bjj ervaring wetende dat de advokaat bem zooveel of zoo weiuig zou vertellen als hij kwjjt wilde zijn, en dat alle vragen nutteloos waren. Waarop Bramber verder ophaalde vsn me vrouw JerniDgbam's terugkomst, van haar intrekken bij Ralph en Doris, en vooral ook van hetgeen er twee dagen te voren met Lady Maitland voorgevallen was. „Deze Lady Margaret Maitland was indertijd verloofd met Montagu Jerningham, die haar botweg liet zitten na zijne kennismaken met Helena Stanton", zoo voer Bramber voort. „en de versmade schoone bleef altoos van de uitverkorene de verbitterde vijandin. Kort na het proces trouwde zij met den ouden Theodere Maitland, die m|j geheel door het hoofd was gegaanen natuurlijk, daar zjj niets gehoord bad van het huwelijk, dat plaats bad tijdens zjj in de gevaogois zat, kon mevrouw JerLingham in Lady Margaret Maitland niet de persoon vermoeden, die vroeger Margaret Somers heette." „Eene allerongelukkigste affaire", zeide Barnett hoofdschuddend. „Zulk eene vrouw

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1912 | | pagina 1