i '1 Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, G ebrandmerkt. Kiiyper-üohttiait. JUtJottwwetje. BEVOLKINGSREGISTERS. Voorjaarsscliouwin g. No. 2264. Woensdag 1 Mei 1912. 23e jaargang FEUILLETON. Jacht en Visscherij. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden 76 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen. Voor België 96 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere, No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver minderd tariei. Grootere letters na«r plaatsi uimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant .ersch^pt elkep Woensdag- en Zaterdagmorgeil bij dep Uitgever M DE JOW^teJ^rJj^eu^zen^ Roman van G. BISS. 27) De geestelijke was in bet geheim ingewijd en had beloofd te zullen zwijgen. Vreemden waren er niet bij; want in het vroege morgenuur waren al de dorpeliogen aan hun werk en zelfs de oude vrouw, die gewoon was de kerk schoon te houden, was uitgestuurd op eene boodschap. Mevrouw Chicheie was reeds sedert eenige dagen op deu Rozenhof en zon daar bij mevrouw Jerniagh m blijven totdat Ralph en Doris terug waren van de huwelijksreis. Bramber was den avond tevoren op Btackles- bam aangekomen, waar hij bij Ralph over nachtte. Zij waren vroeg op en reden bjj bet aan breken van den morgen naar de kerk. „Het wordt een- mooie dag", zeide de advokaat, zijne sigaar uit den mond nemend, om de frissche zeelucht in te snuiven. „Het wordt voor mij de mooiste dag van mijn leven", zeide Ralpn plechtig efi in zijne stille opgewondenheid gaf hij het paard een tikje met de zweep. Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de van wege de gemeente te houden algemeene opneming van de wegen en voetpaden met de kunstwerken, zal aanvangen den 16en Mei 1912. Ter Neuzen, 1 Mei 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. De Burgemeester van TER NEUZEN, brengt door deze ter kennis van de belanghebbenden in deze gemeente dat op de werkdagen in Mei 1912 van des voormiddags 9 tot 12 en des namiddags van 2 tot 5 ure, op de gemeente secretarie alhier voor een ieder verkrijgbaar zjin gesteld blanco verzoek schriften, ter bekoming van Jacht- en Vischakten, voor het aanstaande seizoen 1912/1913. Ter Neuzen, 1 Mei 1912. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. In niet minder dan drie artikelen schrijft de Standaard over de bezwaren bij haar inge bracht over hare wijze van strijdvoeren. Dit alles naar aanleiding van het gevierd 40 jarig jubileum van dit blad. Daaruit leeren we, dat de Standaard niet van polemiek houdt. Het yoordeel daaraan verbonden, acht het blad twijfelachtig. De Standaard meent een vasten kring om „Pah lachte Bramber. „Jullie verliefde kDapen kunt aaD niets aoders denken. Je haalt ods oude menschen vóór dag en dauw uit ons bed, enkel omdat je zelf verliefd bent." „Het spijt mij, mijuheer Bramber", ant woordde Ralph „maar n deedt beter met zelf óók op uwe heart te verlieven. Dan zou u eens zien hoe kostelijk dat is. Geen wonder, dat onde vrijers zoo stekelig en cynisch worden „Ik hoop dat je zélf nooit stekelig en cy nisch mongt worden door je huwelijk, mijn beste jongen zooals de meeste van je lot- genooten in den heiligen echt. Dat is de beste wensch, dien ik je in het huwelijksbootje mee kan geven." „Dank u wèl". zeide Ralph, terwijl hij het paardtjD voor de kerkdeur inhield. De plechtigheid was spoedig voltrokken en daarna keerde het kleine gezelschap te voet terng naar den Rozenhof, waar het ontbijt wachtte, dat heel vrooljjk verliep. „Het trouwen schijnt je eetlust niet vermin derd te hebben, Ralph", zei le Doris, die hem met verbazing den eenen schotel na den anderen zag aantasten „Ik begin erg te vreezeo dat ja toch niet echt en werkelijk verliefd bent." „Ik heb geen reden om te kwijnen eo te smachten nu ik mijn hoogsten wensch vervuld zie," gaf de jonge man vroolijk ten antwoord, „en da morgenlucht heeft mij hongerig ge- zich gevormd te hebben, die vast in 't be ginsel staat. Het blad schrijft Gelooft ge niet, dat meer dan één blad 't ons benijdt A Heen ter voorkoming van misverstand voegen we er aan toe, dat we dit laatste niet met het oog op de Nederlander zeggen. Wat Dr. Kuyper te Utrecht naar aan leiding van mr. Lohman's zwijgen zei, was een zielskreet. »Het apostolisch gebod luidt nu eenmaal Dat de broederlijke liefde blijve Blijve, waarin ge ook overigens verschilt. »Dat op die zielskreet ditmaal geen weer klank uit gelijken toonaard mocht beluisterd worden, mogen we niet anders dan betreuren. »De jaren liggen achter ons, en vormen van de 40 jaren van ons bestaan zelfs het grootste deel, dat de heer Lobman met dr. Kuyper, soms nog meer dan hij, omdat hij meer vooraan stond, den smaad van het liberalisme droeg. »Thans werd de heer Lohman tot zelfs in de Kölnische Zeitung, der liberalisten held, om de wijze, waarop hij ook ditmaal zijn vroegeren bondgenoot bejegende. »Toch nadert de ure van een scheiden voor altoos, en met het oog daarop bljjft 't ook onze bede, dat de broederlijke liefde het, eer 't te laat is, van alle Rechthaberei winnen moge.« Hoe ic-droevig, plechtig zelfs klinkt die slottirade. Het was ons wat waard, als we het gezicht van den schrijver hadden kunnen zien, toen hjj die slotwoorden op het papier wierp. Het is bekend, hoe de Standaard lof van links als blaam opvat. Gansch begrijpelijk. »De druiven zijn te zuurt, zei de vos. En de Standaard voelt wel, dat ze geen aanspraak op verdiende lof kan maken. Het is heusch niet te verwonderen, dat ook bij de behandeling in de Eerste Kamer dit wetteke diseussie uitlokte. De heer Van der Feltz nam krachtig stelling tegenover de bevordering van het bijzonder onderwijs op kunstmatige wijze. Vooral hekelde hij de lichtvaardigheid der maakt. De volgende keer, dat wjj samen tafelen, zal in Londen z(jn." „Hoe lang denkt u weg te blijven, mevrouw Shanwyke?" vroeg Bramher. „Hoe gek klinkt dat!" riep het vrouwtje, kleurend van voldoening over haren nieuwen naam. „Niet waar? Maar n znlt wel spoedig er aan wennen." „Eene maand," zeide Ralph, in antwoord op de vraag. „Niet vier weken, maar voluit eene maand. Wij gaan naar Italië, om weg- te zijn uit den mist; en wjj denken er eens terdege de boter uit te braden." „En mevrouw Chicheie bljjft zoolang bij mij," vulde Helena Jerningham aan. „En acht dagen Da de terugkomst van het jonge paar trekken wij allen met pak en zak naar Bracklesham. „En u. mijnheer Bramber, moet mij beloven, dat u den eersten Zaterdag tot Maandag al bjj ons komt," zeide Doris, hare hand op den arm van den advokaat leggend en boD onweer staanbaar aaokijkend. „Van Vrjjdag tot Dinsdag zal ons nog liever wezen," liet Ralph er op volgen. En zóó trouwde Doris. De wittebroodsdagen bleken nog veel te kort, voor Ralph Sbapwyke en zjjn vrouwtje Geen van beiden beweerde dat de ander volmaakt was. Maar de liefde tusschen twee mensdmn wrdt n!pt verzwakt dpor bet regeering en de slechte partij-politiek, ge bleken bij 't amendement v. d. Molen c.s., om maar eventjes wat de minister vroeg, meer dan te verdubbelen. Natuurlijk verdedigde men dat maar raak putten uit de openbare kas ten behoeve van het bijzonder onderwijs, rechts algemeen. Van den Biesen, Woltjer en Hovy vonden die vreemde handelwijze alleszins geoorloofd. Als het op subsidie's voor de sectarische scholen aankomt, staat men rechts voor niets. De heer Van der Feltz was opgekomen voor de hem nog altijd dierbare openbare neutrale school. Toen moest de anti-rev. heer Woltjer daar natuurlijk op afgeven. Hij sprak over wan verhouding tusschen hoofden van scholen en onderwijzers van bijstand bij het openbaar onderwijs en wees op de klacht over het ge brek aan eerbied voor de beginselen van fatsoen, die sommige onderwijzers tegenover de kinderen toonen. Dat kwam bij 't bijzonder onderwijs niet voor. Wij dachten onwillekeurig aan hetdebatteeren van een vroeger hoofd der christelijke school te Sluiskil tegenover KI. de Vries in eene vergadering te Ter Neuzen, maar we meenden dat die praatjes bij hooger staande mannen nu toch zachtjes uit waren. Bij den heer Woltjer bljjkbaar nog niet. De heer Ferf, het pas gekozen liberale Eerste Kamerlid nam het geestdriftig voor de openbare school op. Wat men tegen de openbare school aanvoerde, was slechts een excuus voor het eischen van steeds meer geld uit 's Rijks kas voor de bijzonderehet was eenvoudig een run op de schatkist En wat den spreker 't meest er bij hinderde was dat men handelde, alsof de Grondwet reeds was gewijzigd in den geest der rechterzijde. Hij hield zijn medeleden hun eed, op de Grondwet gezworen, voor oogen Het spelletje met t amendement-Van der Molen was hem onsym pathiek het was een bewijs, dat de minister zich had laten regeeren, de leidsels had uit handen gegeven. Gevolg daarvan was, dat de bijzondere scholen meer kregen dan noodig is (men kon merken, dat dit verwijt rechts trof), en dat nog wel zonder dat aan den eisch wordt voldaan, die bij elke subsidie behoort te gelden controle en waarborgen. De minister trachtte zich te verdedigen en zeide, dat bij de teugels van 't regeerings- inzien van wederzijdsche feilen, en zjj heeft een wonderbaar vermogen om de scherpe kauten des levens af te rooden. Deze twee joDge menschen nu leerden op hun buwolijksreisje elkaar beter kennen, zonder ontgoocheling toch, wat het beste deel der liefde en des huwelijks is. Gaarne zouden z(j nog wat langer zijn uitgebleven maar aan den anderen kaDt verlangde Ralph naar zijn eigen woning en Doris was nieaws- gierig naar het oude huis, waarvan Ralph haar reeds zooveel wonderen had verteld, en dat zij vóór haar huwelijk Dog nooit gezien had. Want Bracklesham Manor was in de familie Shapwyke geweest sinds minstens twee eeuweDde Shadwykes waren er als mee vastgegroeid, van vader op zoon en dus liet bet zich begrijpen, dat ook Ralph voor het oude goed eene buitengewone ge hechtheid koesterde. Doris nu goot geen koud water daarover. Ook zij dweepte met oude dingen en tradities, en voor oude meubelstukken bad z(j een waren hartstocht. Op den dag Da buDne thuiskomst reed het jonge paar naar den Rozenhof, om zich darfr te vertoonen, en tevens om de noodige schikkingen te treilen tot het verhuizen. Mevrouw Jerningham en mevroaw Chicheie ontvingen hen met open armen. „Maar," zeiden zij, „jullie moeten niet dpt k »*n dit wij twee o»de vrouwen o s 'liet Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN, Gelet op het Koninklijk besluit van den 27 Juli 1887, (Staatsblad no. 141), regelende de verplichting der ingezetenen tot het doen van aangifte voor de bevolkingsregistersbepalende ondermeer het volgende Artikel 2. Zij, die uit een Nederlandsche kolonie, een over- zeesche bezitting of uit den vreemde hunne woonplaats overbrengen in eene gemeente binnen het Rijk, doen hiervan eene verklaring aan het gemeentebestuur, vergezeld van het gebruikelijke getuigschrift voor hen die uit de koloniën of bezittingen, van een paspooit, of reis- of verblijfpas of andere door de politie deugdelijke erkende bewijsstukken voor lien die uit den vreemde komen. Deze verklaring geschiedt bin nen ééne maand na bun aankomst in de gemeente. Art. 3. De kennisgeving in het vorige artikel vermeld gaat vergezeld van de noodige opgaven om in de bevol kingsregisters te worden ingeschreven. Art. 4. Zij die hunne werkelijke woonplaats binnen het Rijk verlaten om die over te brengen naar eene Nederlandsche kolonie, eene overzeesche bezitting of naar den vreemde, doen hiervan eene verklaring aan het bestuur der gemeente, welke zij verlaten. Art. 5. Zij die hunne werkelijke woonplaats uit eene ge meente van het Rijk naar eene andere gemeente overbrengen, doen hiervan eene verklaring aan het bestuur der gemeente, die zij verlaten en waar zij in het bevolkingsregister zijn ingeschreven met opgaaf der gemeente, waar zij wenscben zich te vestigen. Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift vun ver andering van werkelijke woonplaats. Art. 6. Ter plaatse, waar zij hunne werkelijke woonplaats overbrengen, doen zij uiterlijk binnen ééne maand na hunne aankomst eene verklaring aan het gemeentebe stuur, met overlegging van het getuigschrift in het vorige artikel vermeld. Art. 7. Elk hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk binnen ééne maand kennis aan het gemeentebestuur van ieder lid dat in het huisgezin wordt opgenomen, of daar uitgaat, inwonende dienst- en werkboden daaronder begrepen. Omtrent die kennisgeving geldt art. 3. Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzonderlijk levende personen, wanneer zij andere personen in hun huisgezin opnemen. Bestuurders van instellingen, gestichten en inrich tingen, niet staande onder bestuur of toezicht van het openhaar gezag, waar personen, onder eenig bestuur samen wonen, geven maandelijks aan het gemeente bestuur keunis, van alle personen, die in de samen woning zijn opgenomen ot daarvan zijn uitgetreden. De verplichting vervalt, wanneer langs een anderen weg de vereischte kennisgeving voor het bevolkings register gedaan is. Art. 8. Onverminderd de bovenstaande voorschriften is een ieder, door het gemeentebestuur daartoe opgeroepen, verplicht tot het doen der opgaven, die vereischt worden om de bevolkingsregisters in te vullen. Art. 9. Overtreding der bepalingen van dit besluit wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen, of geldboete van ten hoogste honderd gulden. Maken de ingezetenen op het vorenstaande opmerk zaam met dringende aanbeveling om de daarin ver vatte verplichtingen stipt na te komen, teneindo zich voor de toepassing der bedreigde straffen te vrijwaren Qedaan te Ter Neuzen, den 29 April 1912. Burgemeester en Wethouders v jornoemd, J. HUIZINGA, Burgermester. L. WABEKE, Secrelans.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1912 | | pagina 1