Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Pen leider trouw. AANBESTEDING. G ebrandmerkt. HINDERWET. HINDERWET. BELASTING op Bedrijfs- en andere inkomstei). No. 2259. Zaterdag 13 April 1912. 23e jaargang FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden 7 5 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen. Voor België 95 cent bi] vooruitbetaling. Abonnementen worden &angenomen bij alle Boekbandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. No 13. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterd agmorgei» bij den Uitgever M DE IQNGE. te Ter Neuzen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, zullen op Maandag den 29 April 1912, des namiddags 3 uur, ten Gemeentehuize, in bet opeobaar aanbesteden Het voor een gedeelte af sluiten en rioleeren wan de Gemeentehaven, enz. Roman van G. BISS. 22) „Al wat ik wenscb," zeide zij, „is rust." „De wereld heeft mij slecht behandeld, en ik wensch dat zij my uu verder met vrede late. Dat is het éénige wat ik van haar vraag." Bij stilzwijgende overeenkomst werd er van Phyllis niet gerept, om niet reeds de eerste oogenblikkeu van het samenzijn te vergallen. De reis zelf liep zonder ongelukken af, en niemand vond ze lang of vervelendwant er viel zoo veel te praten en te vertellen. Tegen den avond stapteD de drie vrouwen teOhiehester uit den trein, en het was donker vóór zij den Rozenhof bereikten. Den volgenden morgen, na het onibyt, wan delde het drietal naar het strand. En terwjjl zfj daar zoo nederzaten in het warme duinzand, den bartigen zeewiod inademen?, vertelde He lena Jerningham van haar leven in de gevan genis, en hoe ontzettend hard het gemis der vrjjbeid haar vooral in den eersten tijd gevallen was, en hoe zij gehunkerd had naar hare kin deren. „Ik geloof nóg, hoe onwaarschijnlijk het lyke", zoo eindigde zii, „dat mijne onschuld een .aal blijken zal. Maar in de gevangenis was mijn éénige wenscb, dat mijn ongeluk niet ook liet leven van mijn kinderen bederven zon." Zij hield Doris' hand in de hare, en het meisje keek haar met een liefdevollen glimlach aan. „Geeu nood, moeder, geen nood," zeide zij. „Ik althans wil alles met u deelen, wat er verder ook komen moge. Ik zon noo.t kwaads van u hebben kunneu gelooven. Maar toch ben ik blij dat er nu geen geheim meer voor mij bestaat en dat ik weet wat ik behoorde te weten." „Die woorden spreken voor je goede hart, rajjn kind zeide de moeder. „Maar je bent dan ook ^in eene goede school geweest", liet zy er op volgen, en zij keek mevrouw Chichele aan. „Tur. tut," viel mevrouw Chichele in „wij doen allemaal het weinigje dat in ons vermogen staatMaar wat mjj verbaast, lieve vriendien. is, dat u er zoo merkwaardig goed uitziet. Ik zelf ben maar weinige jaren ouder dan u, en ofschoon het mjj aan niets ontbroken heeft, zou ik naar het uiterlijk wel voor uwe moeder kunnen doorgaan Mevroum Jerningham moest lachen. - „Ja jaOngezond is het leven in eene moderne gevaugenis niet. Vroeg op en vroeg naar bed, geregelde arbeid en eenvoudige kost, daar kan men oud hjj word°n. Toon ik Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gezien de artt 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad no. 222 van 1896) maken bekend dat op heden ter gemeente secretarie ter visie is gelegd een verzoek van CORNELIS H. A. VERMEULEN te Ter Neuzen, om vergunning tot het plaatsen eener benzine motor in het perceel plaatselijk gemerkt Q no. 200 en kadastraal bekend sectie G no. 1299, teneinde eene aanwezige ge combineerde lint- en circeleerzaag-, schaaf en boormachine in werking te brengen. en dat op Woensdag 24 April 1912. des namiddags van 3 tot 4 uren, ten raadhuize dezer gemeente, gelegenheid zal worden gegeven om tegen het maken dier inrichting bezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten. Ter Neuzen, 10 April 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. N.B. Wij vestigen er de aandacht op, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn verschenenteneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. te Aylesbury kwam, kreeg ik, na de eerste negen maanden van eenzame opsluiting, het gewone gevangeniswerk te doen. Maar later werd ik gepromoveerd tot het postje van bi bliothecaresse, en dat was een buitenkansje voor mij. Boeken toch zijn het éénige, wat het lot van een gevangene die tenminste tot de beschaafde klasse behoort wat ver- zacüteu kan. Ik heb dan ook heel wat afge lezen, al was de lectuur in den regel niet juist wat men tegenwoordig onder boeiend of interessant verstaat. Wat mij het hardst viel, was het afknippen van mijn haar, waarop ik altoos zoo trotse li was geweest. Overigens is het verwonderlijk, hoe men met de jaren ook aan zulk een bestaan zich gewent. Het komt toch in het leven alles maar op de ge woonte aan." En zoo praatte en vertelde mevrouw Jer- niugham, terwijl de twee audere aandachtig luisterden. „Ware feestdagen", zoo eindigde zij, „waren voor mij de bezoekdagen, wanneer mijne lieve vriendiu hier altoos kwam, om mij beticht te brengen van mijne kinderen en mjj woordeu van hoop toe te sprekeo. Eens werd mij a's eene bijzondere gunst toegestaan, eene ptiotograpbie vau mijne meisjes te zien, en ik mocht haar zelfs een nacht in mijne cel behouden. Wat heb ik er over geschreid Haast tot ik er ziek van was, zoodat ik oog r«cl,ten dsavna n:,>t slepen k n.' Ma,ir Woensdagavond heeft de heer De Meester te Nieuwediep een rede gehouden. In Het Vad. is een overzicht van het gesprokene opgeno men, waaraan wij het volgende ontleeneu Valt naar spr.'s meening over de daden van het kabinet-Heemskerk niet te roemen, al bracht het ons eene nieuwe Zedelijk- heidswet eu een nieuwe Militiewet, een groot en dreigend gevaar ziet spr. in den noodlottigen invloed van den leider der antrev. partij, die helaas weer sterk was sende is. Er is een tijd geweest, dat velen in den lande dit voor niet meer mogelijk hielden. Men denke aan de Ridderorden-zaak, de zaak Van Heeckeren, het boetekleed, de wijze waarop de Eereraad zich uitsprak. Maar wat onmogelijk scheen, ziet men niettemin gebeuren. L)r. Kuyper laat zich meer gelden. Zijn volgelingen door-dik-en- dun sterken hem. Patrimonium, Chr. Jon- gelingsvereenigingen, antirev. kiesvereeni- gingen nemen moties aan ter verheerlij king van den leider. Zijn optreden in het Noorden en elders was een ware triumi- tocht. Tegenover de Regeering treedt dr. K. gaandeweg meer op om haar te drijven in de uiterste richting, waarin hij zelf dreef in de jaren 1901 1905. Getuige zjjn po gingen om den schoolstrijd naar Indië over te brengen, getuige ook zijn optreden bij de Marinebegrooting. Doch er is meer. Er is reden om te verwachten, dat bij de Grondwetsherzie ning getracht zal worden het onderwijs- het beurde ui li toch op en gaf mij moed En nu," liet zij er treurig op volgen „nn heb ik slechts ééne van mijne tweelingen." Dit was hare eerste rechtstreeksche toe speling op Pnyllis ten aanboore van Doris, die wist dat haro moeder de ganscbe ge schiedenis met hare zuster reeds gehoord had vau mevrouw Cnichele. Over dit pijnlijke ouderwerp werd echter niet verder uitgeweid. Maar uitvoerig sprak mevrouw Jerningham nog over Caton Bramber, haren verdediger, die haar in de gevangenis herhaaldelijk had bezocht. „Voor zijne onbaatzuchtige goedheid en hulp kan ik nooit genoeg dankbaar zijn," zeide zjj. „E i nn, om de kroi op het werk te zetten, wil hij, naar ik van jullie boor, een hoogste beroep voor mij doen om ge rechtigheid. Voor mijzelf maal ik er haast niet meer om maar terwille van mijne kin deren zal ik nooit rast of duor hebben zoolang niet mijn goede naam my openlijk is teruggegeven. Voor haar moet ik mijne onschuld bewijzen." Bij hare terugkomst thnis vonden de drie vrouwen de ochteudbladen. Nieuwsgierig keken zij die in. Maar het nieuws bleek schraal en stond vervat in ongeveer de volgende, gelijkluidende bewoordingen „Vanmorgen vroeg werd, naar wij ver nemen, da bekende mevrouw Jerningham d- fi iti-f n't de gevangenschap o-'tsiaje». Bestek no. 2 met 2 teekeningen zal vanaf 13 April 1912 ter gemeente-secretarie ter inzage liggen en aldaar tegen betaling var, f 0.50 verkrijgbaar zijn. Nadere inlichtingen worden alle werkdageü van 912 uur ten gemeentehuize verstrekt doot den Gemeente- Bouwmeester. Ter Neuzen, 25 Maart 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. VISSER, Lo. Burgemeester^ L. WABEKE, Secretaris. De Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN Gezien de circulaire van den Commissaris der Konin gin in Zeeland van 3 April 1912 A no. 150/1 le afdeeling dat de aanvang van het beschrijvingswerk voor de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten voor het dienstjaar 1912/13 door den Commissaris der Koningin is bepaald op Woensdag 1 Mei 1912, en dat het we k der coinmissiën van aanslag behoort te zijn afgeloopeu op 26 September daaraanvolgende: dat omdat er bezwaar zou kunnen rijzen tegen regeling, na den krachtens art. 19 7 der wet op do bedrijfsbelasting bepaalden termijn, van aanslagen welke niet uit de beschrijving voortvloeien of die om eene andere reden zij n aangehouden moeten worden is be paald, dat die regeling moet zjjn afgeloopen binnen p?xe maand, nadat de commissie van aanslag of bet college van zetters door den voorzitter daartoe zal zijn opgeroepen en dat de voornaamste verplichtingen welke het publiek heeft te vervullen, zijn voorgeschreven bij do navolgende artikelen der wet van 2 October 1893 (Staatsblad no. 149) die luiden: Artikel 15. 2. Ieder die optreedt als bestuurder of beheerend vennoot van een hier te lande gevestigde vennootschap, onderlinge verzekering-maatschappjj, coöperatieve ver- eeniging, of van eene vereeniging of stichting die een bedrijf of beroep uitoefent, of als boekhouder eener hier te lande gevestigde reederjj, is gehouden daarvan schriftelijk binnen éóne maand kennis te geven bij het bestuur der gemeente waar bij woont. Het gemeentebestuur handelt met deze kennisgeving op de wijze voorgeschreven in de laatste zinsnede der vorige paragraaf. Artikel 16. Hier te lande wonende beheerende vennooten van Nederlandsche vennootschappen en maatschappen, als bedoeld in art. 6 2, en van de in art. li bedoelde commanditaire vennootschappen op aandeelen, bestuur ders van bier te lande gevestigde nuamlooze vennoot schappen, coöperatieve en andere vereenigingon, eu onderlinge verzekering-maatschappijen, alsook boek houders van hier te lunde gevestigde reederijen mogen niet tot het doen van uitdeelingen of uitkeeringen waar over volgens art 5 1 en 2 en art. 6 2 belasting verschuldigd is, overgaan, alsvoren daarvan aangifte gedaan en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde belasting betaald te hebben. Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarover verschuldigde belasting is voldaan. Artikel 45. Bestuurders van de bij art. li en c bedoelde nuam looze vennootschappen, coöperatieve vereenigingen andere vereenigingen en stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge verzekeringmaatachappij- en en sociëteiten alsook beheerende vennooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschap pen op aandeelen en boekhouders van hier te lande gevestigde reederijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na de vaststelling van balans of rekening een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uitkeeringen of uitdeelingen to doen toekomen aan den voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19 1 ft of 2, die den aanslag moet regelen Artikel 47. 5. Hij, die daartoe gehouden, nalaat de ver plichtingen na te komen bedoeld bij art. 15 1 eerBte lid, en art. 15 2 eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. Gelijke straf wordt opgelegd in geval van over treding van art. 45. 6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eono geldboete van ten hoogste f 400. Artikel 34. Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen die hun bedrijf of beroep rondtrekkende uitoel'euen, voor zoover zij behooren tot do bedoelden bij art. 1 a, h en k, zijn gehouden onverminderd hunne verplichtin gen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na bet begin van bet belastingjaar hetoerst bevinden, bij het gemeentebestuur schriftelijk aan te melden, met opgaaf van huu naam, hunne woonplaats en hun bedrijf of beroep. Ten blijke dat zij hieraan voldaan hebben, ontvangen zij kosteloos een door of vanwege bet hoofd van dat bestuur onder teekend Bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onder teekenen en op aanvraag aan ambteuaren der directe belastingen te vertoonen. Artikel 47. 7. Personen, die van oen bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in art 34 en die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het be voegd gezag een valsche naam, woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een ander afgegeven bewijs, dsn worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 150. Eindelijk vestigen zij nog de aandacht op de in art. 12 2, 2e lid lo aan de ingezetenen van het Rijk verleende bevoegdheid om zich bij de aanstaande be schrijving de uitreiking van een bescbrijvings-biljet B te verzekeren, door vóór of op 13 Mei a. s. het verzoek daartoe te richten tot den ontvanger der directe be lastingen over hunne woonplaats. Ter Neuzen, 11 April 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZENGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gezien de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad no. 222 van 1896) maken bekend dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd een verzoek van de Association Cooperative Zélandaise de Carbonisation te Ter Neuzen, om ver gunning tot het oprichten van eene zaal, die de centrifugale pompen en den alkoelingsbak zal bevatten, op bet perceel kadastraal sectie G no. 274; en dat op Woensdag 24 April 1912, des namiddags van 3 tot 4 uren, ten raadhuize dezer gemeente, ge legenheid zal worden gegeven om tegen het maken dier inrichtingen bezwaren in te brengen en deze mon deling of schriftelijk toe te lichten. Ter Neuzen, 10 April 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. N.B. Wij vestigen er de aandacht op, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn verschenenteneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1912 | | pagina 1