Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
HINDERWET.
p< brootWal.
Waar gaan wij heen
G ebrandmerkt.
No. 2253.
Woensdag 20 Maart 1912.
23e jaargang
FEUILLETON.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 96 cent bij Tooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren. Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere No U
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 60 oent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Het kan voor sommige lezers vervelend
schenen zoo telkens op hetzelfde aambeeld
te zien hameren. En toch, ieder zal moeten
erkennen, men dringt er ons toe.
Bekend is het, hoe nog vóór het raads
besluit van 28 December 1.1. inzake de H.
B. S. genomen werd, voortdurend werd ge
ageerd tegen de mogelijke stichting. Na het
raadsbesluit verdween alles, wat maar op
kalmte en bedaardheid geleek en een gevaar
lijke, bedenkelijke zucht om agitatie te ver
wekken met alle mogeljjke en onmogelijke
middelen, was zichtbaar in de artikelen van
het anti-rev. blad alhier.
We hebben het onze taak geacht te wjjzen
op de oneerlijke en onwaardige tactiek door
sommige bestrijders gevolgd.
De strjjd, aangewakkerd door eene kleine
groep felle, principiëele tegenstanders, sleepte
door achterstelling v: n het beginsel en voor
opschuiving van andere redenen, die niet steek
houdend bleken, eene groote massa mede.
Nu bij velen de zaak duidelijker werd, nu
de bedoelingen begrepen worden, die aan vele
Roman van
Gr. BISS.
17)
Misschien was zjj ziek Dat zou hare
grillen en baar onberekenbare humeur kun
nen verklaren. Hij zon eens een dokter
raadplegenOf misschien was het leven
te Parijs haar te roezig geweest en had z|j
slechts behoefte aan wat rust Eenige
kalme dagen hier buiten konden wonderen
doenMaar hoe vreemd was zjj daar
even geweest, en hoe overspannenDe
kleine schrik, dien bij veroorzaakt bad, kon
toch geen voldoende verklaring geven voor
hare heftige verwarring en voor deD gloei-
enden blos op haar gelaat. Kon iets vóór
zijne thniskomst haar zon hebben geschokt
Het ieek onzinnig. Maar toch voelde hij
instinctmatig dat bet zoo wezen moest, en
dit vermoeden wilde hem niet loslaten. Wat
kon het zijo geweest? Iets in het boek
deel, waarin zij had zitten lezen Hij
moest zelf om de onderstelling lachen maar
toch kon hjj die niet van zich afzetten. Hij
rees op 30 begon rusteloos in de kamer heen
en weer te loopen. Welke bijzondere reden
motieven ten grondslag lagen, ia dat aantal
bestrjjders zichtbaar verminderd.
Maar juist dat verliezen van terrein maakt,
dat zij, die onverzoenlijk staan tegen elke
openbare onderwijsinrichting, met te grooter
woede het vuurtje van haat en tweedracht
aanblazen. Moge het vergeefsch zjjn
W|j kunnen uiet op alle ingezonden stukken
ingaan, maar wij willen toch de aandacht
vestigen op wat voorkwam in Luctor et Emergo
van Zaterdag 16 Maart. Daarin vinden wjj
een stukje van JaDtje Houvast.
Dit artikeltje is om meer dan één reden
merkwaardig.
Er bijjkt nameljjk duidelijk uit, dat al de
gewekte beweging gericht is op één doel, de
verkiezingen in 1913.
Bij ons stond dit al lang vast, we waren
sedert lang overtuigd, dat de tegenstand uit
geene zuivere bron Kwam. Maar nimmer werd
dit zoo duideljjk te kennen gegeven als thans
door vriend Houvast. Werkeljjk, deze ver
kiezingsagent is er vroeg b|j met z|jn wacht
woord.
Erger is evenwel wat midden in het ge
plaatste stuk voorkomt. Wjj willen dit even
citeeren.
»Er wordt geklaagd, dat de voortdurende
gisting in onze gemeente bet zakenleven
schaadt; een ex-voorstander der gemeeuteljjke
H. B. S., die aan het begin der campagne
nog al alarm had geblazen, beklaagde er
zich over, dat er menschen waren, die zjjne
nering niet meer begunstigden
»Is dit te verwonderen Onafhankelijke
menschen, menschen, die niemand naar de 1
oogen behoeven te zien, zullen allicht de neiging
voelen opkomen, om steun te onttrekken aan
hen, die noodeloos de medeburgers ingrjjpend
in de beurs tasten.
»Ik vind dit nog al een logisch gevolg.
»Of het atkeuring verdient?
»Och, M. d. RIk heb wel eens met
leedwezen gezien, dat onafhankelijke menschen
den felsteD tegenstander, die hun steun best
kon missen, voortdurend begunstigden, en hun
armen medestander lieten ploeteren en tobben
Dat keur ik beslist at!«
Verstaat ge die woorden, lezer
Ligt in deze woorden niet een duidelijke
wenk, om hen te boycotteD, die anders denken
dan Jantje Houvast? Ah niets anders helpt,
voor hare verwarring, zoo vroeg hjj zich
af. kon pr gevonden worden in een onden
jaargaDg van de „Illustrated London News"
Zjjn loopen bracht hem in den hoek, waar
h|j als knaap zoovele uren gesleten had, op
den grond gezeten, zooals Pnyllis daareven
en met eene vage nieuwsgierig keek hjj naar
de groote hoekdeelen, die de kroniek bevatte
van eene halve eeuw.
Eensklaps bemerkte bij dat het deel, waarin
Phyllis gelezen had, gemakkelijk viel te on
derscheiden, daar bet niet zooals de andere
geheel naar achter was geschoven, en boven
dien bo 'eoop minder stoffig was. Met eene
half onbewuste beweging bukte hjj zich en
nam het van de plank. Op goed geluk sloeg
hij het open, of eigenlijk viel het vanzelf
reeds open, en daar zag hij vóór zich
het potret van zijne vrouw.
„Phyllis!" riep hü luid in zjjne verbazing
en op zijne beurt staarde hij met verbijster
de oogen de woDderbaarljjke gelijkenis aan.
Het duurde epnige minuten vóór de druk
letters onder het portret voor hem leesbaar
werden.
„Helena Jerningharm," hij kende den
naam, natuurlijk, zooals iedereen „die
deze week zal terechtstaan onder beschul
diging van haren man vergiftigd te hebben."
De letters schenen hem in de oogeo te
branden. En io den hoek der bladzijde was
dan moet de broodval maar dienen. We bebben
zulke feiten meer geboord en gezien, maar
zeldzaam zagen we ze in een blad verschoonen,
ja zoo goed als aanbevolen.
En in datzelfde blad, waarin dit liefeljjke
stukje staat, durfde men beweren, dat velen
niet dorsten teekeoen op bet adres, aan den
Raad gezonden.
Wjj vragenWaar is reden tot vrees
Ieder kan die vraag na het boven aangehaalde
zelf beantwoorden.
Nadat Jantje Houvast de leuze van den
heer De Jager verdedigt, om tot bjj de
Koningiii te gaan en aanspoort om de mede
werking van Gedeputeerde Staten hierbjj te
vragen (waarom veegt hjj er niet bjj Die
anders wil, dien zullen wijtreft
ons deze zinsnede
»N iet in het voeden van verkeerde uitingen
van hartstochtmoet onze kracht liggen, maar
in het kalm en bewust voortgaan om ieder
ingezetene van Neuzen te overtuigen van het
heilloos besluit van den Raad<. (Curs, van
ons, Red.)
Wie nu het zooeven aangehaalde omtrent
het dreigen met de broodval legt naast dit
laatste, ergert zich onwillekeurig aan zoodanig
Farizeïsme.
Over het sorteeren der liberale raadsleden
en bet onafscheidelijke gedicht op het eind,
kunnen wjj zwjjgen.
Ons doel was er op te wijzen, hoe men
tracht met allerlei middelen de persoonlijke
vrjjheid aan banden te leggen.
Zie, men kan over het besluit onzer raads-
leden verschillende meeningen hebben, de een
ziet duideljjk de lichtzjjde, een ander ziet
meer een donkeren kant. Maar dit zal ieder
wel met ons eens zjjn, dat het schande is
met zulke middelen te stryden, als nu sinds
eenigeo tijd worden te baat genomen.
Dat men iemands bestaansstryd wil ver
zwaren, iemand het leven moeiljjk wil maken,
omdat bjj in meening waagt te verschillen met
Jantje Houvast c. s., dat kunnen wjj niet
krachtig genoeg laken.
Ep zooveel gevoel voor vrjjheid zal Ter
Neuzen toch nog wel herbergen, dat die af
keuring zoo goed als algemeen zij.
de stoffige afdruk van een smallen duim.
Ook die afdruk hield hem geboeid.
Langzamerhand begon de geschiedenis der
Jerningbam8 voor zijn geheugen op te rjjzen
maar vraag eu met vele leemten. Hjj
voelde dat er achter deze gansche zaak een
geheim moest schnileD, een mysterie. Maar
hoe en wat? hoe en wat?
Eindelijk dwong hjj zijnen geest tot eenige
kalmte. Hij droeg bet boek naar de tafel en
legde het daar open nêer. Indien er op het
raadsel een sleutel was, dan moest die wezen
in dit boek hier vóór hem en hjj moest er
naar zoeken tot hjj hem gevonden bad
zoowel om zijn eigen geluk als om dat van
Pliylli9.
Maar eerst, aan eene plotselinge opwelliDg
gevolg gevend, ging hij naar de deur en
draaide iD bet slot den slentel om. Toen,
Daar de tafel teruggekeerd, begon hjj lang
zaam en regelmatig t6 lezen, alles wat Phyllis
een uur te voren gelezen had.
De geschiedenis zelf boeide reeds zjjne
gewoon menscheijjke belangstelling, zoodat
hjj geen bladzijde, geen regel er van over
sloeg. Maar tot zóóver, als het verslag ging,
was er geen aanduiding van persoonljjken
aard in te vindenen hoe verder hjj las,
des te meer tastte hjj in het dnister. Dat de
zaak in eenig verband met Phyllis moest
staan, dit viel op te maken nit de gel jjkenis
Rapport Binneaschipperijbedrijf.
Blijkens het Maandag verschenen rapport
der Staatscommissie omtrent den toestand van
het binnenschipperijbedrijf, beveelt zjj, na tot
eenige conclusiën van algemeenen aard te zijn
gekomen, in hoofdzaak de volgende ver
beteringen en maatregelen in het belang van
het binnenschipperijbedrijf aan
Schipperspatenten, rjjkssteun aan onderwjjs
van schipperskinderen met leerplicht, over
heidstoezicht op de binnenvaart, instelling
van den monsterrol ter verbetering van de
verhouding tusschen schipper en knecht en
de hooge knechtsloonen, schippersleenbanken,
normaalafmetingen voor de schutsluizen op
de waterwegen, rijksouderhoud van de hoofd
waterwegen in Friesland, verbetering van den
Gelderschen Usel, van de Mark en Dintel in
Noord-Brabant, van den zijtak in het
Amsterdamsche Veld in Drenthe verbetering
der kanalen van de Overjjsselsche kanalisatie-
maatschappy, onderzoek naar aanleg en ver
betering van vluchthavens of ligplaatsen langs
de groote rivieren en de Zuiderzee, vooral
langs de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche
stroomen, meer voeling met de organen van
de schipperij, eenvormigheid in de wjjze van
betonning, brug- en sluisverplichting en
seingeving, beperking van het ongeriefljjke
oponthoud ojj gesloten spoorwegbruggen,
betere regeling der voorschutting met name
aan den sluis aan den Overtoom te Amsterdam
en de sluis te Lemmer, met scherper toezicht
op de plichtsvervulling in zake voorschutting
door het sluispersoneel
voorts algemeene rijkspolitieregeling voor de
binnenscheepvaart, versterking en verbetering
van het politietoezicht op de stoom- en
scheepvaart, een regelmatig systeem van
heffing van scheepvaartrechten, afschaffing van
de scheepvaartrechten op de andere belangrijke
scheepvaartwegen, volledige wetteljjke regeling
voor de binnenscheepvaart en ten opzichte
van den rechtstoestand der binneuschipperjj
en de vervoerovereenkomst o.a. internationale
regeling der vervoerovereenkomst, officieele
toelating van scheepbevrachters, wetteljjke
regeling van het sleepcontract, byzondere
organisatie voor de berechting van scheep
vaartzaken, verplichte inschrijving van vaar
tuigen boven 10,000 KG. draagvermogen met
meting van overheidswege.
met het portret en ook nit hare zonderlinge
confusie. Maar welk verband Hjj moest
voortlezen tot hjj het gevonden had.De
eenvoudige waarheid kwam vanzelf niet in
hem op.
In druk, zoo naar het konde, zakeljjke
verslag te oordeeleD, leek mevrouw Jerning-
ham's schuld bem boven feilen zedeljjken
twjjfel verhevenen in zjjnen practischen
ouebteren aard kon bjj voor znlk een in
koelen bloede beganen moord geen zween van
verontschuldiging vinden. Het was alles zoo
lomp en onhandig toegegaan, dat bjj zelfs
een zeer lagen dank kreeg van de intelli
gentie dezer vrouw. Vele gifmengers waren
te werk gegaan met knost en schranderheid.
Maar hier was alles zoo dom en plomp aan
gelegd. Hjj begreep niet hoe iemand voor
deze vrouw nog een woord van verdediging
had kuonen vinden. En Dog minder begreep
bjj de verontwaardiging, onder bet publiek
door bare vonniBsing gewekt, en de daarop
gevolgde agitatie te haren gunste.
„Het publiek laat zich altoos bedotten door
een mooi gezicht, al zou er eene dnivelsche
natuur achter schuilen,zoo pbilosofeerde
hjj, en toen, met een steek door zjjn
hart, herinnerde bij zich op wie mevronw
Jerningbam's gezicht geleek.
Bladzijde na bUdzjjde las bjj voort, tot
hjj ineens nog heftiger geboeid werd door
NEUZENSC
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
gezien de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad
no. 222 van 1896) maken bekend:
dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is
gelegd een verzoek van de Association Cooperative
Zélandaise de Carbonisation te Ter Neuzen, om ver
gunning tot het bouwen eener inrichting, dienende tot
het distilleeren van benzols en van teer, op het
perceel kadastraal sectie O no. 1578.
en dat op Maandag, 1 April 1912, des namiddags
van 3 tot 4 uren, ten raadliuize dezer gemeente, ge
legenheid zal worden gegeven om tegen het maken,
dier inrichting bezwaren in te brengen en deze mon
deling of schriftelijk toe te lichten.
Ter Neuzen, 18 Maart 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. YISSER, Lo. Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
N.B. Wij vestigen er de aandacht op, dat volgens
de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd
zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur
zijn verschenenteneinde hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.