Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
HINDERWET.
G ebrandmerkt.
Vertroebeling.
Sm Vreemde bewering.
GEMEENTERAAD.
Commissie van Fabricage.
No. 2249.
Woensdag 6 Maart 1912.
23e jaargang
FEUILLETON.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
lJpir 3 maanden 7 5 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc No 15
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 «ent; elke regeJ meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tariet. Grootere letters n&ir plaatst uimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend dat door den Gemeenteraad in zijne
zitting van 22 Februari 1912 tot leden der Commissie
van Fabricage in deze gemeente zijn benoemd de
heeren M. EIJKE en E. H. T. VAN BORSSUM
WAALKES.
Roman van
Gr. BISS.
15)
Lionel was van de wittebroodsweken niet
zóó spoedig gedesillusioneerd. Aanvankelijk
was bjj nog altoos de verliefde minnaar, die
aan de voeten ligt zijner godin. Want eene
godin was Phyllis in zijne oogen, niet slechts
lichamelijk, maar ook in geest en wezen. Hij
zag in haar geen smet of blaam, geen feiltje
en geen vlekje. Haar de zijne te weten en
met baar zijn leven te mogen leven, dit leek
bem al wat zijn hart begeeren kon. Oprecht
en waarachtig hield hij bare schoonheid voor
iets wpergaloos, en hij werd nimmer moede
haar aan te staren, zonder daarbij de behoefte
te voelen tot sprekeü. Het fluisteren van
bewonderende en aanbiddende woordjes in
hare ooren leek hem genoeg.
Maar na enkele dagen begonnen zachtjes
aan de schellen hem van do oogen te vallen,
en hij begon te bespeuren dat zijne godin een
stekelig humeur en eene scherpe tong bezat,
indien het een of ander haar niet naar den
zin was. Iu het eerst schreef hij dit toe aan
„zenuwen" en het nog ongewone van den
Voor velen is en blijft het eene moeilijke
kunst zaken als zaken te behandelen. Bij
komstigheden en kleine persoonlijkheden en
gevoeligheden spreken zoo vaak een woordje
mee.
Daardoor worden de dingen dikwijls ver
troebeld en aan de nuttigste werken worden
beletselen in den weg gelegd, beletselen, die
men later niet dan met groote moeite en dan
dikwijls te laat kan wegruimen, tot spijt
veelal van de veroorzakers dier beletselen
zelf.
Eene zaak zuiver te houden en afgescheiden
van omstandigheden, die er gansch niet. mede
te maken hebben, het schijnt voor velen
moeilijk. Erger is het, als de vertroebeling
het gevolg is van wèl doordachte handelingen,
d. w. z. als dit onzuiver maken van den
toestand niet een bijkomstig gevolg is, maar
als wèl bewust op die vertroebeling is aan
gestuurd.
Bij weinige zaken is wellicht in onze gemeen
te de zaak zoo onzuiver gemaakt als bij de
bespreking over eene H. B. 8. en de daarbij
gemaakte agitatie buiten de Raadzaal.
De oorspronkelijke tegenstand is uitgegaan
van hen, die onverzoenlijk staan tegen iedere
onderwijsinrichting van overheidswege, van hen,
die met leedwezen zouden zien, al kwam de
inrichting geheel van rijkswege tot stand.
Het blad Luetor et Emergo trad op als
tolk van dien onverzoenlijken geest en daalde
in sommige artikelen bij zijn strijd tot eene
ongekende laagte. Er moest getracht worden
het volk bang te maken met hoogere aanslagen.
Toen in de raadsvergadering glashelder bleek,
dat werkman en kleine burgerstand niets te
lyden zouden hebben bij de totstandkoming
dezer nuttige onderwijsinrichting, was het blad
een machtig wapen uit de hand geslagen.
Maar geen nood, dan door andere middelen de
publieke opinie opgezweept.
Ook bij de handteekeningen op het bewuste
adres aan den Raad veel troebelheid. Tal van
onjuiste voorstellingen kwamen ons ter oore.
En om de troebelheid nog te vergrooten, zal
het adres met een aantal handteekeningen
vermeerderd als kiezersadres moeten dienst
doen.
Is aan de ruim achthonderd onderteekenaars
voor de eerste raadszitting gevraagd, of ze
toestand maar gaandeweg deed hij de over
tuiging op, dat bet „natuur" was. Eo zoo
meende hij verder ook te ontdekken, dat eene
onbegrensde zelfzucht den grondtrek vormde
van Phyllis' karakter, hoewel hy te ridder
lijk was om het voor zichzelf te bekennen.
Het bedenkelykste echter leek hem haar
zncht tot verkwisting. Niets kon zy zien
zonder het te willen koopen, onverschillig
tot weiken prijs een overgeërfd trekje
van haren vader. De juwelierswinkels in de
Roe de Ia Paix oefenden over haar eene
onweerstaanbare betoovering; en na verloop
van een veertien dagen ontdekte Lionel dat
bij in dien korten tijd bijDa méér had uit
gegeven dan in heel de rest van zijn leven
tevoren, en dat hij reeds een aardig gat
geslagen had in het gedurende zijnde minder
jarigheid bespaarde. In zijne verzotheid kon
hij haar Diets weigerentrouwens, eene
weigering veroorzaakte terstond eene uiterst
onaangename pruilerij. Nu Phyllis goed en
wel getrouwd was, spaarde zjj in 't minst
niet meer haar mans gevoeligheid. Stond haar
zin niet naar minnekoozen, dan wees zij
zijne verliefde opwellingeu af; en andere
malen, wanneer zij iets van hem gedaan
wilde krijgen, cajoleerde zij hem.
Maar Lionel was niet gek, ondanks zijn
zwakke karakteren op een goeden dag
voelde hij dat het tijd werd om eens den
met eene aanbieding van het adres in dien
geest genoegen vinden Ons zijn een aantal
gevallen bekend van menschen, die daarvoor
niet te vinden zijn en als ze alles geweten
hadden, reeds dadelijk niet hadden geteekend.
Vertroebeling bracht iemand als Den Hartigh
door zijne voortdurende speculatie op den
volksgeest.
Niet ter zake dienende was ook X Y, toen
hij het Volksblad trachtte verdacht te maken.
Waarom
Omdat wij verdedigd hebben op eerlijke
en krachtige wijze eene zaak, die wij als een
algemeen belang beschouwen? Het schijnt,
dat eene eerlijke strijdwijze sommigen tegen
de borst stuit.
Wij zullen ons door deze uitlatingen en
verdachtmakingen evenwel niet van het rechte
spoor laten afbrengen, en ons herinneren,
dat bij de behartiging van vele algemeene
belangen, ook, die alleen het volk betroffen,
we steeds hebben klaar gestaan. Maar. waar
we ook hier een groot belang aanwezig
achten, daar zullen wij rond voor onze mee
ning blijven uitkomen, ook te midden van
kunstmatige opwekking en bestrijding met
oneerlijke wapens.
Die vrijheid eischen wij voor ons op.
En dit met te meer recht, waar we ieder
eerlijk strijder de eere gaven, die hem toekomt.
Eerbiedigen konden wij het standpunt van
den heer Dees van den heer de Bruijne, van
den heer van der Moer, al achten wij ook,
dat zij te pessimistisch zijn. Het zjjn geene
tegenstanders quand même, zij zijn voor over
tuiging vatbaar en houden den strijd op zuiver
tenein.
Maar waar wordt gespeculeerd op volksop
winding, waarop door ons herhaaldelijk gewezen
is, daar blijven we dit bedrijf signaleeren als
in de hoogste mate onwaardig.
Wij hopen er voor te zorgen binnen de
palen te blijven, die ieder mensch zich dient
te stellen.
Zoo licht wordt iemand door de heerschende
agitatie medegesleept en gemakkelijk leidt zoo
iets tot verdere vertroebeling.
Ons standpunt blijve, wat het van den be
ginne was Opkomen voor het recht, ons en
onze streek niet onthouden, wat andere deeien
van ons land zoo ruimschoots bezitten.
Wie een oogenblik zich bedaard ter over
denking neerzet, ons vergelijkt met de plaatsen,
door den Heer Drost aangehaald, hij zal
rnoud open te doen. Het gebeurde na het
tweede ontbijt, dat gevolgd was op een bij
zonder dure expeditie van winkelen.
„Kindlief, begon hg zoo losweg, eene
sigarette aanstekend „je weet wei dat
jik alles voor je over heb en dat mijn
iefste wensch is al je wenschen te bevredigen.
Maar wy moeten elkaar klaren wjjn schen
ken. Ik ben namelijk niet zóó rijk, als jjj je
schijnt te verbeelden."
Phyllis vatte vuur, wel wetende wat er
op de komst was.
„Nu dan", voer L'ooel luchtig voort
„wij hebben op dit bnwelijksreisje, of in het
begin er van, eeu heele som geld uitgegeven.
Maar aangezien bet iets is, dat maar ééu-
maal in ons leven gebeurt, zoo behoeven wij
nu op een kleintje niet te zien. Mjjn inkomen
bedraagt in het geheel niet meer dan tus-
schen de zeven en achtduizend pond 's jaars
en de Hall kost uiij een heel stuk geld aan
onderhoud. Jij, in je lieve, onpractiscüe kopje
hebt geen idee van de waarde van geld. Das
moet ik tot je praten als een vader. Kort en
goed, wij hebben nu al de grootste helft van
mijn jaarljjksche inkomen uitgegevon voor
juweeleD, lappen en allerlei larifari. Dus
moeten wij nu een beetje remmen."
„Ik dacht niet dat je zoo laag was om
mij dit voor de voeten te werpen," snibde
Pbyllis, rood als vunr.
iets van dat onrecht voelen en zoo hij niet
dadelijk geheel aan onze zijde staat, ons beter
begrijpen, ons idee eerbiedigen en afkeuren
als eerlijk mensch de wijze, waarop deze
strijd van sommige zijden gevoerd is.
Het is bekend, dat de duurte-toeslag, die
in de Tweede Kamer was aangenomen, door
de Eerste Kamer is verworpen.
Nu moet men weten, dat de Eerste Kamer
in hare groote meerderheid rechts is, en toch
wordt door het katholieke blad De Voorhoede*
beweerd, dat deze verwerping een bedrijf der
liberalen is.
De Vaderlander (Unie-lib.) schrijft hierover
Waarheid is, dat de rechterzijde in de
Eerste Kamer het geheel in haar macht had
dezen duurtetoeslag te weigeren of toe te staan,
en dat ze het eerste heeft verkozen.
»Er waren bij de stemming 42 leden aanwe
zig, waarvan 28 van rechts en 14 van links.
Van die leden van links stemden 7 vóór en 7
tegen den duurtetoeslag, wat toch zeker alle
gedachte aan politieke samenzwering uitsluit.
Maar van de 28 leden van rechts stemden er
20 tegen.
»Onder die tegenstemmers waren 7 katho
lieken, alle anti-revolutionairen op den heer
Hovy na, en alle Christelijk-historischen. Het
is dus wel de coalitie zelve in de Eerste
Kamer ei. niemand anders, die den duurte
toeslag deed verwerpen.»
Nu weten wij wel, dat de heer Aalberse
voor dien duurte-toeslag was, maar het gaat
niet aan zijnen lezers diets te maken, dat
van de verwerping de liberalen de schuld
zijn. De coalitie had aanneming of verwerping
geheel in hare macht. Het lag dus op den
weg van »De Voorhoede« de coalitiebroeders
te kapittelen. Waarom zoo de waarheid in
het aangezicht te slaan
TWEEDE KAMER.
Thans is in behandeling het bouwwetje.
Hoewel men rechts trachtte stiekum zijn
voordeel te doen met dit verkleinwoord, blij kt
het, dat dit wetje meer aandacht vraagt dan
menige wet van deze regeering. Op schande-
„Sla zoo'n toon niet aan," beet baar man
haar toe. „Je weet zelf wel dat 't niet waar
is. wat je zegt. Ik heb met plezier al die
iiDgen voor je gekocht; maar op die manier
kan 't niet voortgaaü."
„Gelukkig zal ik over een paar jaren geld
van mij zelf hebben," zeide Phyllis uit de
hoogte. „Maar dat zal je zeker ook onder je
beheer willen nemen, he
Met groote moeite hield hij zyne drift in,
zich op de lip bijtend.
„Je hebt geen reden om zóó tegen my te
spreken, kind," zoide bij met geforceerde
kalmte. Ik ben waarachtig geen vrek maar
evenmin ben ik een Monte Christo. Als jy
je geld krijgt, dan kan je er meé doeo wat
je verkiest. Maar met mijn inkomen moet
ik het scheepje boven water haudenen
je kunt zeggen of denken wat je wilt ik
ben niet van plan ons fortuin en ons geluk
op de öesch te helpen door eene zotte over-
denbalkgooierij. Vóór ons huwelijk heb ik
eene som op je vastgezet, zoo véél als het
lijden kon ;en die moet minstens voor je kleêren
en je private uitgaven volstaan. Dat wou ik
je maar even zeggen."
Pbyllia zette een gezicht als een nbebbelyk
schoolnest, dat eene berisping ontvangt.
„Om behoorlijk, overeenkomstig onze positie,
te kunnen leven, voer Lionel heel bedaard
voort, „moet ik met mjjn inkomen een beetje
Do Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat eene Openbare Vergade
ring van den Gemeenteraad, zal worden gehouden
op Zaterdag den 9 Maart 1912, des voormiddags
te 10 ure.
Ter Neuzen, den 4 Maart 1912.
De Burgemeester voornoemd,
A. VISSER Lo B.
Ter Neuzen, den 29 Februari 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. VISSER, Lo. Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wothouders van TER NEUZEN,
gezien de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad
no. 222 van 1896) maken bekend
dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is
gelegd een verzoek van PIETER JOHANNES VISSER,
logementhouder, wonende te TER NEfJZEN, om ver
gunning tot het plaatsen van een electromotor op de
bovenzaal van zijn logement, plaatselijk gemerkt 6
en gelegen aan de Markt, kadastraal Sectie L no. 85,
tot het geven van bioscoopvoorstellingen;
en dat op Maandag, 18 Maart 1912, des namiddags
van 3 tot 4 uren, ten raadhuize dezer gemeente, ge-
.egenbeid zal worden gegeven om tegen het maken
dier inrichting bezwaren in te brengen en deze mon
deling of schriftelijk toe te lichten.
Ter Neuzen, 4 Maart 1912.
Burgemeester en Wethouders roornoemd
A. VISSER, Lo. Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
N.B. Wij vestigen er de aandacht op, dat volgens
de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd
zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur
zijn verschenenteneinde hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.