Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
€«ne VcrHecrde itazt.
G ebrandmerkt.
Beginselen zijn weg.
Zondagsheiliging.
GEMEENTERAAD.
No. 2237.
Woensdag 24 Januari 1912.
23e jaargang
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 96 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc No 15
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Do Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat eene Openbare Vergade
ring van den Gemeenteraad is belegd tegen Donder
dag den 25 Januari 1912, des voormiddags te 10 ure.
Ter Neuzen, den 22 Januari 1912.
De Burgemeester voornoemd,
A. VISSER Lo B.
We hebben geschreven, dat de leuze
protestant of katholiek, die wij van het begin
afkeurden, evenzeer trouwens als de leuze
liberaal of christelijk, (als men aan den eersten
naam, zooals de coalitiemannen graag doen,
de beteekenis van onchristelijk wil verbinden),
ontstaan is door het Zelandia-gedoe. Wij
houden vol tegenover de tegenspraak van
Zelandia, dat het optreden van dat blad de
godsdienstige onverdraagzaamheid heeft teweeg
gebracht, die vroeger in het z.g. land van
Cadzand onbekend was.
Zelandia heeft de katholieken opgewarmd
voor het opkomen voor allerlei rechten, die
ze volgens dat blad niet bezaten. Nu heeft
het blad steeds de voorstelling gegeven, alsof
een katholiek noodzakelijk ook van de katho
lieke staatspartij moest zijn, m. a. w. steeds
godsdienst met politiek verward.
Ons zijn een aantal katholieken bekend,
die in het waarnemen hunner godsdienstige
plichten bij geene anderen achterstaan, maar
in bun politiek vrijzinnig zijn.
Een aantal zijn als wij de leuze toegedaan,
door den heer Vorsterman van Oyen zoo be
vattelijk voor zijne kiezers gezegdDe
pastoor of dominé baas op de preekstoel, de
burgemeester baas op het stadhuis.
Ook bij de Aardenburgsehe verkiezing bleek
dit gemoedelijke en goede volksdeel vertegen
woordigd.
Men herinnert zich de bedekte bedreiging
tegenover deze kiezers in Zelandia uitgesproken.
Zou zoo'n bedreiging den strijd niet ver
scherpen Zouden billetten, als bij de
Aardenburgsehe verkiezing, aan de verdraag
zaamheid bevorderlijk zijn
In ieder geval door het steeds analoog ge
bruiken van godsdienst en politiek is Zelandia
oorzaak geweest, dat de door haar thans aan
gevochten leuze wortel schoot.
Roman van
G. BISS.
5)
De woordenstroom van den gewoonlijk zoo
stillen jonkman overstelpte tiet meisje z«ó, dat
zy in het eerst geheel sprakeloos bleefj Mid
delerwijl echter overzag zy den staat van zaken
en berekende en kansec. Lionel was een
adellijke spruit met een stevig inkomen en
een solide landgoed in Hertfordshire -- dus
lang geen verwerpelijke partjj, vooral ook
omdat hij zfjn eigen heer en meester was.
Maar natuurlijk viel hij niet te vergelijken
met den markies van Shelford, met zijne veer
tigduizend pond 's jaars en zijn groote histo
rische kasteel in de Midlauds. Bovendien had
Lionel in zijn wezen iets gereserveerds en
oudmodisch, dat haar Diet aanstond. Nochtans,
alles in overweging genomen, mocht zij hem
voorloopig nog niet voor het hoofd stooten.
Het zou verstandig zjjn, twee ijzers in het vuur
te houden.
„Sst, Sir Lionel", zeide zij zacht, maar toch
gebiedend. „U overrompelt mij zoo! Ik
had heel geen idee van zoo iets. Het komt
zoo oit de lucht gevallen. Ik heb u altoos
Wij behoeven van onze verklaring niets
terug te trekken en constateeren verder, dat
Zelandia zwijgt op een zeer voornaam punt
n.l. de verkiezing van Mr. P. Dieleman, een
door haar aanbevolen candidaat, die zijne
verkiezing tot lid der Provinciale Staten enkel
aan deze leuze te danken had.
Wij hebben dat gebrek aan waarheidszin
bij Zelandia met den zachten naam van
onoprechtheid bestempeld. We hebben niets
te veel gezegd.
In het Weekblad voor Z.-Vl. W. Deel
wordt Zelandia opgeroepen amende honorable
te doen omtrent de onjuiste bewering in het
laatste blad, dat alleen de liberale party
een H. B. S. te Ter Neuzen zou wenschen,
tenzij, voegt het blad erbij ook de heer
Jos. v. Waesberghe tot de liberalen mag
gerekend worden. Niet alleen deze heer,
maar een groot aantal katholieken en Chr.-
historischen, ja ook sommige anti-rev. zouden
dan bij de liberalen moeten ingedeeld worden.
Jammer, dat geen verslaggever van Zelandia
een kijkje heeft genomen op de vergadering
van ingezetenen opgeroepen als belangstel
lenden in de totstandkoming eener H. B. S.
Wie toen in het Hotel der Nederlanden even
had rondgeblikt, had beter geweten. Dan
had Zelandia zeker onmiddellijk amende
honorable gedaan. Ja, als men niet Zelandia
was.
Toen door de motie-Kuyper de Minister
van Marine zich liet bewegen, de aanvrage
van het pantserschip voor Nederlandsch-Indië
uit de begrooting voorloopig terug te nemen,
heeft menigeen dit natuurlijk beschouwd als
een vrijwillig afstanddoen van dezen be
windsman. Het was toch te begrijpen, dat,
waar het Voorloopig Verslag zoo duidelijk
had doen zien, dat de overgroote meerderheid
der Kamer van dit schip niets hebben moest,
uitstel van behandeling slechts uitstel
van executie kon wezen.
Immers als er nog een schijntje van een
kans was geweest, om het voor zijn doel
absoluut onbruikbare schip, dat de eerste
maar beslissende stap zou wezen tot een
uitgave van minstens vijf en dertig miüioen
guldener door te sleepen, dan zou dit zijn
beschouwd als een vriend als iemand die
nog te jong was om aan een huwelijk te
denken."
„Maar", viel hij hartstochtelijk in —„niet
te jong om te beminneD O, Phyllis, je
weet niet hoe veel je voor mjj bent Wil je
kan je mij niet een beetje liefhebben?"
„Dat weet ik niet," antwoordde het meisje
langzaam. „IK ken mijn eigen hart nog niet,
Lionel." Zij liet het „Sir" reeds vallen.
„Ik ben zoo verrast. Laat mij wat tijd
om mij te bezinnen. Gun mij een dag of
wat."
„Natuurlijk, lieve," zeide hij teeder „zoo
lang als je wilt. Ik heb je overrompeld
maar mag ik bopen
Zy wierp hem uit hare mooie oogen een
raadselachtigen blik toe.
„Breng my terug naar mjjne tante ja
smeekte zjj, hare hand onder zijnen arm
stekend.
Maar zy was gedoemd tot teleurstelling
want de markies van Shelford, hoewel heel;
beleefd en opmerkzaan jegens haar, waagde
zich niet weêr op het ys.
„Lionel heeft mijne party bedorven," dacht
zjj innerlijk woedenb, terwyl zy lachte en
gekte met haren ouderen bewonderaar.
Eensklaps keek zy op en ving den blik
van Caton Bramber, den reeds vermaarden jon
gen advocaat, en die blik deed baar
geweest bij zeer overhaaste behandelingop
den laatsten dag alzoo, dat de Tweede Kamer
vóór het Kerstreces bijeen was.
Dit zal de Minister toch zeker ook wel
ingezien hebben, en als dit niet het'geval
geweest is, dan had de heer Heemskerk hem
daarop kunnen wijzen. Wij zagen dan ook
uit naar een bericht, dat de heer Wentholt
wegens ongesteldheid* met Terlof was gegaan,
wat dan weldra gevolgd had kunnen zijn door
een tweede bericht, dat Z.E. wegens gezond
heidsredenen er het bijltje bij had neergelegd.
Wij moeten thans aannemen, dat wij ons
vergist hebben en de heer Wentholt van
geen verdwijnen wil weten. In De Telegraaf*
van Donderdagmorgen toch werd medegedeeld,
dat niet alleen de Minister zich voorstelt,
zijn pantserschip te handhaven, doch dat de
rechterzijde bereid is, hem de gelden voor de
nieuwe Indische pantservloot toe te staan,
hoe vernietigende kritiek daarop ook van
deskundige zijde werd uitgeoefend.
Is ïDe Telegraaf* goed ingelicht en
wij hebben gegronde reden, dit aan te nemen
dan offert de »christelijke« coalitie voor de
zooveelste maal het lands-belang aan het
coalitie-belang op. Het verwondert ons niet,
waar de leider der roomsch-katholieken, dr.
Nolens, in de »Nieuwe Venlosche Courant*
eenige weken geleden ons daarop voorbereidde.
Ter wille van het onnatuurlijk bondge
nootschap, dat in de Staten-Generaal de
meerderheid vormt, ziet men er blijkbaar
niet het minste bezwaar in, zoo groot nadeel
aan onze defensie ter zee in Indië toe te
brengen.
Inderdaad, wij mogen wel verzuchten by
deze christelijke* coalitie is alles mogelijk.
Het is wel kendschetsend, dat juist zij, die
altijd den mond vol hebben van Zondagshei
liging, het minst in staat zijn eene Zondags
wet te geven. Het is aan Dr. Kuyper als
minister niet gelukt, om de zeer begrijpelijke
reden, dat katholieken en orthodoxe christenen
over deze zaak geheel verschillend denken', en
ook onder die orthodoxe christenen is men het
nog lang niet eens over de wijze, waarop een
»christelijke« regeering tegenover dit vraag
stuk staan moet. Men zal het den heer
Heemskerk dan ook niet al te euvel te moeten
zonderling aau. In den laatsten tijd toch
was het haar reeds herhaaldelijk opgevallen,
dat die jonge man haar zoo kon aanstaren.
„Misschien zou hij nog zoo'n slechte party
niet zyn," dacht zy. „Maar ik zon altoos
bang voor hem wezen."
„Aan wie doet toch dat meisje my denken
mompelde de advokaat, zijne oogen neer
slaande.
Middelerwijl had ook Doris reeds uit eeo
zwerm van vereerders een keus gedaan. Die
was gevallen op een zekeren Ralph Shopwyke,
in de oogen van de wereld geen schitterende
vangst Want vooreerst was Ralph nog niet
veel beter dan een kolossaal uit de kluiten
geschoten schooljongen ten tweede kon by
met zyne sjofele twee- of drieduizend pond
's jaars in de LoDdensche wereld niet eens
voor welgesteld doorgaanen ten derde was
hy met zijne geweldige afmetingen in de
lengte en in de breedte alles behalve een
Adonis te noemen, hoewel zyn ronde gezicht
en zyne eerlijke blauwe ocgeu wel iets
sympathieks hadden. Wie echter ep dit alles
critiek oefeude Doris niet. En aan den
anderen kant ontwikkelde Ralph, die over
het geheel niet van gezelschap hield en in
't bijzonder tegenover vrouwen zeer schuw
was, by Doris eeo ongekende spraakzaamheid
en bemindelykheid.
In Doris scheen by iets geheel Anders te
duiden, als hij dit roosje, met zooveel doornen
daaraan, onaangeroerd in den coalitietuin laat
betijen, al komt hem dat dan ook op de
vermaning uit het anti-revolutionnaire kamp
te staan, dat het toch maar goed is, dat Dr.
Kuyper er is om de beginselen hoog te houden
tegenover een ministerie, dat zich maar al te
weinig om de Zondagsheiliging bekommert.
Deze grief gaat eigenlijk tegen »onzen Talma*
die niet aan den wensch van den heer Duy-
maer van Twist en andere zeloten wilde
voldoen, om de a. s. Internationale Land
bouwtentoonstelling in Den Haag op Zondag
te sluiten. Iets wat voor den heer Talma
meer dan verdiend loon is, waar hij zelf
't indertijd als propagandist altijd als grief aan
de liberalen aanrekende, dat dezen in de wet
geving geene rekening wilden houden met
Gods gebod omtrent den Zondag.
Maar verder dan peuteren komt het
niet. Als Rechts regeert, komt er van eene
Zondagswet nietséén van de invloedrijke
leden daarvan zeide ons eens, dat, als er ooit
iets van wilde komen, een kabinet van Links
zulks zou moeten doen, daar Rechts op dit
punt nooit tot overeenstemmming kon gera
ken. En waar de zaak zoo staat, moet men
zich vergenoegen in Calvinistische kringen
met bij alles en nog wat aan te dringen op
sluiting op Zondag, en men doet dit vaak op
zeer onberedeneerde wijze o. a. bij de lees
zalen. En het verheugt ons, dat »De Neder
lander* daartegen nu eens is opgekomen.
Ze schreef
In een enkele gemeente van ons land,
waar ook mannen van christelijke beginselen
zich voor de zaak der openbare leeszalen
hadden uitgesproken, worden dezen gekapitteld
over het feit, dat die Leeszaal, in welker
bestuur zij zitting hebben, op Zondag geopend
is, waarvoor zjj dan mede verantwoordelijk
worden gesteld.
Mag dat niet En zoo neen, waarom
niet
Waarom zou men de leeszalen, althans
buiten de kerktijden, niet openstellen voor
het publiek Is het niet goed, hiermede hèn
te dienen, die op zich zelf wonend en niet
in den kring van een gezin opgenomen, anders
allicht genoopt worden hun tijd door te
brengen in lokalen waarin althans een Christen
hen veel minder gaarne moet zien vertoeven
Zij zullen daar althans bladen en boeken
hebben gevonden, dan in alle andere vronwen.
Maar toen de season op een einde liep en
de jonkman zich al duidelijker en duidelyker
van den waren staat zijner gevoelens jegens
het meisje bewust werd, viel bem de conver
satie met haar al moeilijker en moeilijker, en
al de tact eener vrouw was er dikwijls noo-
dig om hem uit de bitterste verlegenheid te
helpen en bem nog een draaglyk figuur te
te laten slaan.
Toch hoewel hy zich tot over de ooren
verliefd voelde, kon by zichzelf niet tot
spreken brengen deels uit angst voor een
blauwtje, en deels ook omdat bij zichzelf niet
goed achtte voor een meisje, dat niet alleen
eene schoonheid was, maar bovendien nog
den roep genoot, eene aardige huwelijksgift
te zullen meebrengen.
Eindelijk dan tocb, met oog op de naderde
scheiding, die by den afloop der season
onvermijdelijk bad hy zichzelf vermand tot
den grooten sprong, zoo eenvoudig wanneer
men hem eenmaal achter den rog heeft
maar bij d°n aanloop zoo onzettend en ijzing
wekkend.
„Ik had namelijk vanavond thnis moeten
wezen", zeide by, het Detelige onderwerp
laugs een omweg naderend. „Ik had namelijk
mijn gewone jongeheerenpartytje. Maar ik
heb getelegrafeerd dat ik niet komen kon."
„Dat was erg onbeleefd," zeide Doris be-
TER NEIMSCH VOLKSBLAD.