Burgerlijke Stand. die daarop gevankelgk naar Culemborg is vervoerd. De gearresteerde is jaren lang huishoudster in het R. K. Aarstbisschoppelp klein seminarie te Culemborg geweest en wordt verdacht, zich aan diefstalen verduistering op groote schaal te hebben schuldig gemaakt. Maandagmorgen is het parket uit" Tiel te Culemborg geweest om een onderzoek in loco in te stellen. Brandstichting. Het R.K. liefdegesticht in de Pausgang te Groningen is aan een groot gevaar ontsnapt. Een verpleegde, ontslagen uit Veenhuizen, heeft getracht den boel in brand te steken, omdat hem geweigerd was vóór Donderdag vrienden en ken nissen nieuwjaar te wenschen. Hij ging toch, kwam natuurlijk dronken thuis en den volgen den dag vertrok hij weer. Een der bewoonsters van het gesticht bemerkte toen dat er rook drong uit de ramen der mannenslaapzaal. De toegesnelde zusters ontdekten, dat reeds een bed, gordpen en kleeren en een houten beschot aan het branden waren. De brand was spoedig gebluscht en bleek aangestoken te zp onder een stroozak. De verpleegde in quaestie werd aangehouden en bekende het gedaan te hebben »om den boel in de lucht te laten vliegen*. Een vergiftig haariniddel. Wij lezen in het «Maandblad tegen de Verval8chingen« Wij onderzochten een met veel ophef aan gekondigd haariniddel genaamd «Vilixir,* hetwelk tegen een prp van 7,50 per flacon verkocht wordt en vonden daarin een hoe veelheid van 1127 mgr. lood (berekend als metallisch lood) per 100 gram vloeistof, overigens water, een weinig parfum, zwavel en c.a. 10 °/0 glycerine, derhalve een waarde van eenige centen vertegenwoordigende. Het spreekt vanzelf, dat een dergelp opgeloste lood verbindingen-houdend preparaat en derhalve zonder eenig voorbehoud als vergiftig te betitelen ten strengste uit den handel geweerd behoort te worden. In Duitschland en Oostenrp o. a. is de verkoop van schadelpe haarmiddelen ten eenenmale verboden, hier kunnen zij helaas, door het gebrek aan vol doende wetten, vrjj verkocht worden, zoodat publiciteit het eenige verweermiddel is cm het publiek voor schade te vrijwaren. Het treurigste van deze zaak is dat een drietal «deskundigen* (twee uit België en één uit Engeland) zich niet ontzien hebben in bjj- gevoegde attesten te verklaren, dat het artikel «zonder eenig gevaar aangewend kan worden, «niets inhoudt wat schadelijk voor de gezond heid is* en «vrij van alle ongewenschte dingen* isMen vrage alvorens dit «éénige haarmiddel* te koopen (a, raison van 7,50), het advies van zp medicus, of een geregelde behandeling van de huid met opgeloste lood- zouten al of niet schadelijk voor de gezondheid is 1 De moord in de Jodengas te Nijmegen. Zooals men zich zal herinneren, had voor eenigen tp in een café in de Jodengas te Nijmegen een vechtpartij plaats tusschen militairen der koloniale reserve, waarbij een der soldaten ernstig werd gewond, tengevolge waarvan hij kort daarna is overleden. De garnizoenscommandant, zoo meldt de «Prov. Geld.* heeft na onderzoek, den korporaal der koloniale reserve, W. P. H. J.,' naar den krijgsraad verwezen ter zake, dat hij te Nijmegen op 21 November 1911, des' na middags omstreeks 10 uur, in het bierhuis van Van Kempen, aari de Jodengas, opzetteip den soldaat J. P. W. van Heesch met een dolkmes in de linkerborst, ter hoogte van het hart, heeft gestoken, tengevolge waarvan deze op 23 November 1911 is overleden. De verdachte is Zaterdag naar het huis van bewaring te Arnhem overgebracht, teneinde voor den krjjgsraad terecht te staan. De iubrnak te Rotterdam. In verband met den diefstal bij de comestible- handelaars Van Schaïck en Baljon te Rotter dam wordt nog gemeld dat de inbrekers de brandkast geopend hebben door met tbermiet of acetyleen een gat te smelten in de deur van de kast, waardoor de schoten van het slot kwamen bloot te liggen, die zij daarop verder konden behandelen. In het geheel wordt vermist ƒ670. De firma was tegen inbraak verzekerd. Vermoedelp heeft de inbraak reeds des avonds omstreeks 10 uur plaats gehad. In verband met deze inbraak is gearresteerd een bewoner van den Visschersdp J. v. W. genaamd. Handige oplichting. Hel Huisgezin vertelt hoe een wagenbe woonster, die met baar woonwagen een paar uur te Stratum vertoefde, een slager aldaar in den nek wist te zien voor een «makelp stukje vleesch. Zij ging naar zp winkel en verzocht hem een flink stuk vleesch af te wegen, wat geschiedde. De slager legde daarna dit stuk vleesch in den korf, die onze wagen bewoonster in haar voorschot had geplaatst. Nu nog betalen en de zaak was gezond. Maar o wee Onze wagenbewoonster bad haar beurs vergeten. Even halen Ja, maar dan je korf hier laten staan Goed Onze wagenbewoonstei1 plaatste haar korf in een hoek van den winkel en ging even haar beurs halen. Toen zij na enkele uren nog niet was te- ruggekeerd, vond de slager het raadzaam het vleesch weer zoolang in de ijskast op te berden. Hij neemt het korfje... Maar wat duivel, wat is dat ding lichtHij opent het en be merkt tot zp groote verbazing, dat de bodem ontbreekt. Onze wagenbewoonster had het stuk vleesch natuurlp in haar schoot meegedragen en zal er wellicht kostelp van hebben gesmuld. Diefstal van bloembollen. Ruim anderhalf jaar geleden vond te VeU zen een belangrpe diefstal van bloembollen plaats bij den beer Van Duinen. Groot opzien baarde toen de arrestatie van den bloemist P., iemand, die in goeden doen verkeert, en ten wiens huize de bollen verborgen werden ge vonden. Spoedig daarop volgde invrpeidstelling en van vervolging werd niets vernomen. De heer Van Duinen deed alle moeite, de zaak aanhangig te maken en wendde zich ten slotte tot den Minister van Justitie. Deze heeft nu bevel tot iustructie gegeven, met het gevolg dat tegen P. rechtsingang is verleend en de zaak voor de Rechtbank te Haarlem zal dienen. Een portefeuille met f 13.610 gestolen. Zondagnamiddag is in de omgeving van het hoofdpostkantoor te Rotterdam den heer I. M., koopman in tricotgoederen, kantoor houdeode in de Wpstraat, een verlakt leeren portefeuille uit een binnenzak van zp overjas ontstolen. De portefeuille hield ƒ13.610 aan bankpapier in. Uit was de twist. In de V. St. is groote sensatie gewekt door de onfknooping van een geruchtmakende recht zaak. Een predikant, Richeson, was in hech tenis en werd vervolgd wegens moord, ge pleegd op een meisje, wie hg een trouwbelofte had gedaan. De justitie nam aan, dat hij haar door toediening van vergif uit den weg had geruimd, om met een andere, meer gefortu neerde dame, te kunnen trouwen. De vader van den beklaagde, maar ook diens gemeente en vooral de dames, die trouw bij den predikant ter kerke gingen, kwamen op voor de onschuld van den gevangene. En het werd een felle strjjd tusschen de voor- en tegenstan Iers van den gedetineerden predikant, waarbij de voor standers ver in de meerderheid waren. De opwinding was zeer grooot. En nu komt het bericht dat de beschuldigde een bekentenis heeft afgelegd. Een oorveeg. In de «Voss. Ztg.* komt het volgende schetsje voor uit het Berlpsche groote stads leven. Op den Postdamer Platz, op het drukste uur van den drukken middag op deze drukke &traat, stapt plotseling een klein meisje, van ongeveer twee jaar, uit de menigte op het trottoir, de straat op. Een oogenblik nog, dan staat het kind op de tramrails. Een kreet van ontzetting, boel nadert een tramwagen, het kind is in levensgevaar. De wagenvoerder remt uit alle macht. Gillend roept de moeder om hulp, de rnenschen schreeuwen mede. Verbaasd kijkt het kind op en keert terug. Een zucht van verademingnog een paar schreden en zij is weer bij de moeder. Die grijpt fluks het kind beet, en geeft het een duchtigen oorveeg. Doch daar komt over de straat, tusschen de rnenschen door, een oude heer kalm aan gestapt. Hij heeft het geheele tooneel aange zien, en stapt naar de moeder toedaar aan gekomen zegt hij, kalm en ernstig «Niet het kind moest een oorveeg hebben, maar gij Zoo gezegd, zoo gedaan. Men hoort een Hinken klap. De verstandige en bedachtzame heer heeft zijn overtuiging op duidelijke wijze in een daad omgezet. Handig. Geheel Milaan spreekt op dit oogenblik over een brutale zakkenrollersstreek. De afgevaar digde Bolognini had van de bank 10.000 lire gehaald en dat bedrag gestoken in den buiten zak van zijn overjas, zijn hand in den zak houdende. Bij het verlaten van het gebouw werd een glazen buitendeur hem tegemoet ge- stooten, zoodat hij de hand uit den zak nam om de deur tegen te houden. Van dat oogen blik moet de dief gebruik gemaakt hebben, om het geld uit den zak te stelen. Want toen Bolognini in den zak greep, zoodra hij buiten was, waren de 10,000 lire verdwenen. In geen 18 jaar hebben de stormen in de Golf van Biscaye zooveel onheil aangericht als in het tijdperk van 20 tot 25 Dec. 1.1. Het weer is er dan ook ontzettend geweest en 't «matrozengat« heeft ten volle zijn be ruchtheid gehandhaafd. Niet minder dan zes stoomschepen, nl. de Chios«Ohahardja*, «White Rose*, «Hugenden*, Friedr. Krupp* en »Guileraot« hebben daar in het genoemde tijdsverloop hun ondergang gevonden en daarbij zijn ruim 140 rnenschen omgekomen.. Van de «Chios* en de «Hugenden* werden ieder twee, van de «Guilemot* zeven personen gered, de andere gingen met alle opvarenden naar de diepte. De 2e stuurman Davis van de «Hugenden*, een der zeven geredden, deelt de volgende bijzonderheden medeNa in de Golf van Biscaye zware zeeën overgekregen te hebben die het stoomstuurgerei vernielde^, brak de deklading los,» en een zware waarlooze schroef, die ongeveer zes ton woog, kwam vrij van de sjorringen, waarmee hij was vastge maakt en sloeg groote gaten in het dek. Ook het handstuurgerei raakte defect en de los gebroken schroef e,n de vaten vet van de deklading die over het dek heen en weer rolden en aan stukken sloegen, maakten 't zoo goed als onmogelijk op het dek te blijven van het ten ondergang gedoemde schip, dat snel begon te zinken. In den hoogsten nood .werd het te Manchester thuis- behoorende stoomschip «Lincairn* gezien, dat de «Guillemot* te hulp kwam. Er was slechts één boot aan de lijzijde, de andere waren beschadigd. Zij werd te water gebracht en vijf man kropen er in. De 3e machinist sprong over boord en zwom naar de boot, maar deze sloeg om. Twee van de zes man verdronken, éen sprong van de boot terug op het zinkende schip. Intusschen was men ook begonnen om de booten aan de loefzijde uit te zetten. Nadat ik gezien bad, dat éen boot behouden te water werd gebracht, klom ik over de brugreeling en kwam terecht in een andere boot, die de overige opvarenden zou opnemen. Maar nauwelijks was ik er in of de boot brak los, ging op drift en sloeg om en werd in zee geslingerd. Ik stootte met mijn hand tegen iets aan, greep het vast en zag toen ik weer boven kwam, dat het een bunker luik was. Om mij heen ziende, bemerkte ik de omgeslagen boot niet ver af, en ik slaagde er in, haar te bereiken en mij aan de kiel vast te klampen. Niet lang daarna kwam de bootsman, die van de brug van het schip sprong, toen dit in de diepte verdween, mij gezelschap houden. W ij hingen zoo een poos en werden toen opgepikt door een boot van de «Lincairn*. Nu kwam de «Lincairn* in onze nabijheid, rouwen werden ons toegeworpen om ons op te hijschen, maar dit ging niet gemakkelijk, daar de zee woest en de rnenschen uitgeput waren. Twee man sloegen uit de boot in zee en een er van verdronk, de andere wist een plank te grijpen en werd gered. De stuur man poogde tegen de zijde van de «Lincairn* op te klimmen, doch viel terug in zee en verdronk. Tot zoover Davis. De gezagvoerder van de «Lincairn*, kapt. Jaksen, roemt ten zeerste den moed van den len stuurman, den heer Ruckey en de vier matrozen, Ros, Simonson, Crikson en Blokland, die niet aarzelden bij het ontzettende slechte weer de uitgezette reddingsboot te bemannen. De equipage van de «Guilemot* bestond uit 23 man en door hun moed werden er 7 aan een zekeren dood in de golven ontrukt. Allen waren min of meer gekwetst. Toen men de reddingsboot weer aan boord wilde nemen sloeg zij tegen de zijde van 't schip te pletter. Korten tijd na de redding dezer zeven man zag men aan boord van de «Lincairn* een Spaansch stoomschip, dat in grooten nood verkeerde. De «Lincairn* stoomde er on- middelijk heen, doch voor hij eenige hulp kon bieden, zonk het schip in de diepte. Nog 12 uren bleef de «Lincairn* op de plaats des onheils, doch kon niemand redden. De «Guilemot* was een stalen schroefstoom schip van 1711 ton en werd in 1894 gebouwd. Een raar huwelijk. De gevangenis van Versailles zal binnenkort het tooneel zijn eener romantische huwelijks voltrekking, en wel tusschen een bekend in breker en eeD schoone en rijke 28-jarige dame, die te Versailles woont, en met wie de aan staande bruigom door middel van zijn advocaat in kennis kwam. Vroeger circusclown, raakte hjj op den slechten weg en werd bij een in braak betrapt. Het Hol van gezworenen van Seine-et-Oise veroordeelde hem tot vjjf jaar dwangarbeid in Guyana. Maar de man slaagde er in, te ontsnappen en keerde naar Frankrijk terug, waar hij op nieuw gevangen werd genomen. Hg veinsde nu waanzin, werd in een gekkenhuis opge sloten, ontsnapte daaruit eveneens, werd ge arresteerd en naar de gevaDgeüis te Versailles overgebracht, waar, naar hij hoopt, z n huwelijk nog voor 22 Januari kan worden voltrokken, als wanneer hij opnieuw voor het Hof van Gezworenen moet verschijnen. Zijn advocaat wekte de belangstelling der aanstaande bruid voor den berouwhebbenden boef op, en deze, overtuigd zijnde, dat de ex-clown in den grond een brave vent is, be sloot daarop zjjn vrouw te worden, hetgeen zjj de beste manier acht, om hem tot een ba- hoorljjk lid der maatschappij te hervormen. Raadselachtige verdwijning. De Westmorland-politie is druk aan het zoeken naar een oude dame, Robinson ge naamd, die anderhalf jaar geleden uit Brough Sowerby, een Engelsch dorpje, verdween. Mejuffrouw Robinson bewoonde een villatje en leefde, naar het heette, van haar geld. Zij vertelde nooit iets van haar zelve, had geen dienstpersoneel en droeg steeds een dichte voile, zoowel binnen als buitenshuis. Om zich voor nieuwsgierige blikken te vrijwaren, had zij op een muur, die de wo ning van den weg scheidde een bouten schut ting doen bouwen en de klimop aan haar huis liet zij zoo dicht opgroeien, dat de vensters bijna daardoor bedekt waren. In Augustus 1910 verliet mej. Robinson haar woning en vertrok, naar men vermoedt, per trein. Daar zij nooit met iemand sprak, was 't zeer verwonderlijk, dat zij voor haar heen gaan zeide, dat ze naar familie ging te Kendal. Mej. Robinson keerde nooit terug en men weet niet, maar zij is Tegen het eind van 1911 werd haar familie ongerust en ging men informeeren, maar zonder resultaat. Zaterdag werd huiszoeking gedaan. Alles was in 't huis. zooals mejuffrouw Robinson het had achtergelaten. Er werd niets van haar zelf gevonden. De klimop was door het kozijn naar binnen gegroeid en klom nu tegen de binnenmuren. Het onderzoek duurt voort. De Bookmakers opnieuw bedreigd. Een rechter heeft den wensch uitgesproken, dat de postmeester-generaal de bevoegdheid erlangt brieven, gericht aan wedkantoren in Zwitserland (waarheen zjj voor een goed deel uit Nederland zijn verhuisd) aan te houden. De Westminster Gazette voelt er wel voor, maar zou het beter vinden, het opnemen van advertenties van die kantoren te verbieden. ele bladen, zegt de W. G., leven er grooten- tendeels van. Als daar een eind aaD kwam zou het fatsoen van de Engelsche dagbladpers er bjj gebaat zijn. Een aanslag verijdeld. Een ernstige aanslag is in den vooravond van Maandag op den spoorweg van Bully- Grenay naar Saint-Pol gepleegd, tusschen de halte Saint Bouvigny en het station Ersin- Coupigny. De bijzonderheden er van worden pas nu bekend. De baanwachter Donneke zag van zijn huisje uit, dat aan den overweg is gelegen, dat de lantaarn van een seinschjjf in de verte omlaag ging, en ging kijken wat er gebeurde. Vlak bjj het sein werd hij door twee kerels over vallen, die hem op den grond wierpen, sloegen, zjjn gezicht met modder insmeerden, zjjn portemonnaie en mes stalen, en vervolgens de vlucht namen, na hun slachtoffer met den dood te hebben bedreigd. Na hun vlucht constateerde de baanwachter, dat de paal, die ter beschutting voor de sein schgf is geplaatst, uit den grond was gerukt en dwars over het spoor was gelegd, dat de seinlantaarn w, s gebroken, en dat van de 24 moerbouten, die een rail van 9 meter op de dwarsliggers bevestigd hielden, 20 waren losgeschroefd. Bij het passeeren van den trein, die om 9 u. uit Bulley-Grenay vertrekt, zou een ramp onvermjjdelijk zjjn geweest. Donneke ging in allerjjl den chef-baan wachter waarschuwen, en met hun beiden konden zjj de moerbouten weder aanschroeven, de paal van de rails ver- wjjderen en het sein weder in orde brengen. Eenige minuten later raasde de trein van 9 uur in volle snelheid voorbjj. I e Malaga in Spanje is een dezer dagen een zeer oude man overleden, die het tot den eerbiedwekkenden leeftjjd van 113 jaar ge bracht had. Pastrana Garcia, zoo heette hjj, is in 1799 te Almagria geboren en heeft dus in drie eeuwen geleefd. Uit een nederige familie van landbouwers voortgekomen, is hg tot zjjn dood een vrjjgezel gebleven, stond steeds vroeg op, en heeft tot het laatst toe zjjn gezicht behouden. Een Bulgaar heeft volgens een telegram uit Uskub te Koprülü in het clublokaal der partjj voor Eenheid en Vooruitgang vijf Jong- Turken doodgeschoten. Daarop werd bjj zelf neergelegd. De man behoorde tot een nieuwe Bulgaarsche revolutionaire vereeniging, die zich de «Roode Haod* noemt. TER NEUZEN. Huwelijksaangiften. 5 Jan. Edmond Adolph van den Eeckhout oud 26 j., jm en Maria Louisa Geers, oud 22 jjd. Huwelyks-voltrekkingen. 5 Jan. Gerard van den Berge oud 24 j., jm. en Cornelia Mathilda Stasse oud 23 j., jd. Geboorten. B Jan. Josephus Antoon Judocus, z. van Desiré Heijdens en Maria de Vrieze. Overlijden. 31 Dec. Jan Platteeuw, oud 75 j. weduwn. van Jacomina Geertrujja Leijnsen' 1 Jan. Anna Geertruida Pieternella Frederiksen.' oud 17 j., d. van Andries en Elisabeth Hamelink.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1912 | | pagina 3