Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Zou het twogelijH zijn
G ebrandmerkt.
No. 2233.
Woensdag 10 Januari 1912.
23e jaargang
FEUILLETON.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
NED. - INDIË.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 75 cent voor binnen en buiteD Ter NeuzeD.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere No 15
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regeJ meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsi uimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Toen door de motie-Kuyper de Minister
▼an Marine zich liet bewegen, om de aanvrage
voor zijn pantserschip uit de begrooting
voorloopig terug te nemen, heeft menigeen
dat natuurlijk beschouwd als een vrijwillig
afstanddoen van dezen bewindsman. Hef was
toch te begrijpen, dat, waar het Voorloopig
Verslag zoo duidelijk bad doen zien, dat de
overgroote meerderheid van de Kamer van
dit schip niets hebben moest, uitstel van be
handeling slechts uitstel van executie kon
wezen. Als er nog een aasje van een kansje
was, om dit, voor het doel absolnut onbruik
bare schip, dat de eerste maar beslissende
stap zou wezen tot eene uitgave van VIJF
EN DERTIG M1LL10EN GULDEN, er door
te sleepen, ware het geweest bij zeer overhaaste
behandeling op den laatsten dag, dat de
Kamer bijeen was dat zal de minister toch
zeker zelf ook wel ingezien hebben, en als
dit niet het geval geweest is, dan had de
heer Heemskerk hem daarop kunnen wijzen.
Wij voor ons keken dan ook uit naar een
bericht, dat de heer Wentholt wegens onge
steldheid met verlof was gegaan, wat dan
weldra gevolgd had kunnen zijn door een
tweede bericht, dat Z. E. wegens gezondheids
redenen er het bijltje bij had neergelegd.
Wij moeten thans aannemen, dat wij ons
vergist hebben en dat de vice-admiraal Wentholt
van geen smadelijk verdwijnen weten wil.
maar dat hij ons het niet verwachte tafereel
wil bieden van fier met zijn eigen schip naar
den kelder te gaan want van zijn heengaan
hoort niemand meer iets.
Het zou echter ook kunnen wezen, dat de
zaak anders zit. Dat het ministerie liever
niet voor eene ministersvacature komende
te staan, de coalitie bereid had gevonden,
andermaal het landsbelang aan het coalitie
belang op te offeren, en den minister het
gevraagde pantserschip te geven. Het zou
wel over alles heen zijn, als zulks gebeurde,
en de coalitie waarlijk te duur worden,
maar er is veel grond voor vrees in dezen.
En dat wel, omdat niemand minder dan
Dr. Nolens in een artikel in de »Nieuwe
Venlosche Courant« zich o. a. aldus uitliet:
»De Kamer heeft nu den tijd om de
zaak rustig te bestudeeren en de Minister
krijgt de gelegenheid om zijn voorstel,
Roman van
Gr. BISS.
1)
„Zoo zeker als ik deze kaars uitblaas, zoo
zeker kunt gij door uwe beslissing bet leven
blus8chen van een medemeusch. Mjjne heeren
gezworenen, moge de Almachtige uwe uit
spraak rechtvaardig doen zijn
Met deze woorden boog de groote advocaat
zich voorover en blies de kaars uit, die op
de tafel naast hem flikkerde. Nogmaals ves
tigde bjj zijne oogen op de twaalf juryleden
tegenover hem toen zonk hij, afgemat van
het uitputtende .pleidooi, het zweet van zijn
voorhoofd wisscbend, op zijnen stoel neder.
Dit was de derde dag geweest van het
groote proces-Jerningham, naar welks afloop
heel Engeland vol spanning uitzag. En heden
eindelijk zou de uitspraak moeten vallen. Het
werd tijd Want de driedaagsche zitting had
van alle krachten schier het bovenmenscbe-
ljjke gevergd bij deze Juli-hitte nog wel,
die de atmosfeer in de stampvolle gerecht
zaal ondragelijk maakte. Rechters, gezworenen,
niet het minst do advokaten alles snakte
naar den afloop, die veradeating brengen zou.
ook na zijn uitvoerige Memorie van
Antwoord, in het openbaar zonder over
haasting te verdedigen. Hij schijnt
alvast de meest verantwoordelijke autori
teiten op zijne hand te hebben. Blijkt
zijn verdediging redeljjk en even aan-
nemeljjk, dan zal rechts hem moeten
steunen, want de ervaring met de Militie-
wet opgedaan, heeft geleerd, dat. afgezien
van enkele uitzonderingen, men op links
niet mag rekenen in deze dingen. En
hjj zelf is verplicht, het kabinet, waarvan
hij deel uitmaakt, niet dan in de uiterste
noodzakeljjkheid, hoezeer het ook van
sommige zjjden gewenscht wordt, te
verlaten.*
Dit is alles zoo uiterst voorzichtig ge
steld, al krijgen zoowel de minister, die zeli
heen schijnt te willen gaan, als die leden
van de Rechterzjjde, die het als een Christen
zullen dragen als ze hun Wentholt zullen
missen, beiden eene vermaning. Eene ver
maning, die helaas zoo duideljjk is voor hem
die tusschen de regels pleegt te lezen, dat
wjj ons met schrik afvragen Zou het mogeljjk
zjjn, dat ter wille van het coalitiebelang zoo
groot nadeel aan onze defensie ter zee in
Indië zou worden toegebracht
Maar helaas, bjj deze coalitie is alles
mogeljjk.
Papieren kasteel
De Goudsche Ct. heeft van een bekend
industrieel te Gouda de volgende rnededeeling
ontvangen
Evenals andere jaren en evenals een groot
aantal andere industrieelen en handelaren
ontving ik een vragenljjst, uitgaande van de
afdeeling Handel van het departement van
landbouw, nijverheid en handel. Een en
ander in verband met het opmaken van
statistieken den handel betreffende. Het
volgende antwoord werd daarop gegeven
Aan de Afdeeling Handel van het
dept. van landbouw, njjverheid en
handel, 's Gravenhage.
In antwoord op uw circulaire gedateerd
30 December 11. moeten wjj u mededeelen,
dat wjj aan uw verzoek niet kunnen voldoen.
Het aantal circulaires, vragenljjsten en
ander drukwerk vanwege het rjjk of rjjks-
Iu da lucht hing donder. Vóór den avond
nog zou naar alle waarschjjoljjkbeid het
onweder losbreken.
Voor de verdediging was de advokaat
O'Brien zeer flink bijgestaan door zjjnen
jongeren confrater Caton Bramber, die bjj
deze sensationeele rechtzaak wel gezegd kon
worden zijne sporen te hebben verdiend. Ge-
lukwecschen waren den jongen jurist toe
gestroomd, en voor het eerst mocht bjj zich
verzekerd houden van eene carrière. En toch,
terwijl hij daar naast zijnen patroon zat, nog
onder den indruk van diens machtige redevoe
ring, waren zjjne gedachten minder met zjjne
eigene toekomst bezig, dan met den vermoe-
deljjken uitslag van dit rechtsgeding.
Want de beklaagde, H lena Jerningham,
was eene vrouw, in den bloei nog van hare
jeugd en schoonheid. Zooals zij daar in haar
weduwkleed op de bank zat, onder de beschul
diging van haren echtgenoot te hebben vergif
tigd, bood zjj een aandoenlijken aanblik, Haar
gelaat was bleek, en vermoeid stonden bare
oogen. Maar haar moed had haar niet in
den steek gelaten, en zjj had haar boofd hoog
gehouden onder deze ontzettende beproeving.
Toch telde zij eerst drie-en-twintig, toen zij
aldns gesteld werd voor de vreeseljjkste be
tichting, die een menseheljjk wezen wel treffen
kan. In Fraukrjjk zou eene verschijning als
deze, zoo bekoorlijk en zoo pathotisch, met
instellingen is van dien aard, dat wjj alleen
ingaan op die vragen, welke bij de wet zjjn
voorgeschreven. Voeg daarbjj het schrjjfwerk
in verband met de ongevallenwet en thans
alweer in verband met de arbeidswet, dan
begrjjpt u toch zeker wel, dat ons de lust
tot medewerking aan het papieren kasteel
ontgaat.
Was dat alles noodig en nuttig, dan was
het iets anders, maar mjjns inziens is ten
minste 50 pet. van al die papieren van geen
belang en onnoodige last voor den patroon,
ongerekend het papier en kosten van drukwerk
die er aan worden verknoeid. Want vele
gedrukte stukken konden wel wat goedkooper
in uitvoering, hoewel uw circulaire daarop
een gunstige uitzondering maakt.
Jammer genoeg is daarvan het gevolg,
dat het werkelijk nuttige er onder lijdt, en
dat men, indien meerdere firma's zich van
medewerking onthouden, onbetrouwbare statis
tieken krjjgt.*
T U R K IJ E.
De .journalen" van Aluloel I lam id.
Naar de berichtgever der Daily Chronicle
te Konstantinopel meldt, is er besloten tot
publicatie der zoogenaamde »journalen« van
Abdoel Harnid. Het meerendeel er van zjjn
brieven van verklikkers. Abdoel Hamid wan
trouwde, guljjk men weet, iedereen en een
uitgebreid stelsel van verspieding moest dienen
ter geruststelling van den steeds voor zjjn
leven vreezenden tiran. Die journalen waren
zjjn dageljjksche lectuur. Verklikking was
een probaat middel om promotie te maken.
De verklikker kwam in de gunst tot een
ander hem op zjjn beurt verdacht wist te
maken. Vandaar voortdurende wisseling van
personen in de omgeving des Sultans en op
tal van staatsposten. Naar de journalen was
indertjjd na de afzetting van Abdoel Hamid
langen tijd vergeefs gezocht. Toen men ze
eindeljjk gevonden had was men huiverig voor
de publicatie er van, daar ook vele personen
die thans invloedrjjke posities bekleeden, er
door gecompromitteerd zullen worden. Ook
eenige oud-grootviziers moeten gevaar loopen.
De huidige grootvizier was, zooals men weet,
ook in verband met deze zaak genoemd, maar
hjj heeft pas in de Kamer zjjn onschuld
zekerheid schier op vrijspraak hebben kunnen
hopen. Maar de harten eener Britsche jury
zijn voor schoonheid minder ontvankelijk en
voor emotie minder vatbaar.
Met een stillen glimlach dankte zij den
grooten advokaat voor zijn magnifiek pleidooi,
en toen zonk zij weder roerloos op den stoel
tusschen hare beide bewakers.
En toen nam de Attorney-General het
woord, om nogmaals nadruk te leggen op de
beschuldiging, als de wrekende Engel der
Gerechtigheid. En elke zjjner volzinnen viel
als ijskoud water op de warme aandoeningen,
door de verdediging gewekt. En elk zijner
kalme, koude, nuchtere woorden scheen de
rampzalige vrouw eene schrede nader te
brengen tot het schavot.
De gerechtszaal was opgevuld met belang
stellenden en vrienden, die bij de Jerninghams
plachten aan huis te komeu. Zij hadden aan
Montagu Jerningham's tafel gezeten niet
uit bijzondere genegenheid voor dezen gast
heer, maar omdat hjj zulke uitstekende diners
gaf en zulke goede muziek er bij gaf. Helena
Jerningham werd door de mannen geadoreeid,
door de vrouwen in haar gezicht gevleid en
achter haren rug belasterd. Maar, hoe dan
ook, iedereen had het zich tot eene eer ge
rekend, met de Jerninghams om te gaan, en
daarom te meer nog had de verschrikkelijke
toestand, in welken de gevierde en benijde
betuigd. De minister van oorlog, Sjefket
pasja, moet er voor zjjn geweest de papieren
te verbranden en ze aldus aan de vergetelheid
prijs te geven, maar zjjn advies schijnt in
den wind geslagen te zjjn.
Een olifantenjaclit.
De Deli Ct. schrjjft het volgende
'tls een rude metier, dat van olifanten
jager en gevaarljjk ook. Dat ondervond
dezer dagen weer een planter in Asahan.
Met twee inlanders toog hij ter jacht, de
zware geweren op den nek. Uren en uren
lang zoeken door bosschen en velden, volgend
het spoor van een kudde, die haar weg toeken
de met gebroken boomen en vertreden heesters,
alsof een batterjj artillerie zich den weg had
geschoten, met krakende kartetsen. Na uren
van zenuwspannend zoeken eindeljjk onver
wacht tegenover 7 reuzen. De blanke planter
met 2 inlanders. De planter wetend dat zijn
geweer na het schot de patroonhuls niet uit
werpt, dat hij na zijn eerste schot niet
spoedig laden kan. Toch koen het geweer
aan den schouder gedrukt, even turen over
den loop. In orde: vizier, korrel en het
dierenlichaam.
Dan een slag als van een kanon en met
een groote gierende angstkreet stormt de kudde
heen als krankzinnige monsters, alles ver
tredend wat op haar weg komt. Maar één
is gebleven. De slurf in de lucht gestoken,
wreed angstig trompettend, staat daar de
gewonde kolos tegenover den man, die zjjn
rookend geweer tracht te herladen. Maar
't gaat niet.
Dan stort de olifant zich met een gil op
den vijand, trachtend hem te omvatten met
zijn slurf. De man verdedigt zich, beukt met
het geweer op die dreigende vangarm, tracht
te ontkomen. Maar hjj struikelt en de zwaar
gewonde reus boven op hem. Het reuzen-
lichaam kneust zijn leden, een poot verplettert
hem bjjkans. De slurf tracht zijn been te
bewerken, de spieren beurs drukkend tot zijn
lichaam blauw met bloed beloopen is. Toch
weet hjj zich te ontrukken aan die doodeljjke
omhelzing. Hij loopt weer weg, maar strui
kelt weer en verwacht weer die berg op zich
te voelen.
Maar neen. Door bloedverlies uitgeput en
door het moordende schroot verscheurd, kan
vrouw zich op het oogenblik bevond, zulk
eene sensatie gemaakt.
Vjjf jaren geleden was zjj als een meteoor
aan den maatschappelijken hemel opgedoemd
en was onmiddellijk de „rage" geworden.
Niemand bad naar hare herkomst gevraagd.
Hare schoonheid en meer nog hare stem
waren haar paspoort geweest, nadat zjj, als
Helena Stanton, op een concert bad gede
buteerd.
Van al hare bewonderaars toen was niemand
zóó verrukt en opgetogen geweest, als
Montagu Jerniugbam, de welbekende dilettant
en muziekvriend. Hoewel reeds dicht bjj de
veertig, was hjj, een echte bon-vivant, altoos
vrijgezel gebleven, tot hjj kort vóór Helena
Stanton's debuut in de concertzaal om
redenen van financieelen aard was verloofd
geraakt met de reeds alles behalve jeugdige
dochter van den rijken Lord Paignton. Maar
zóó aanstooteljjk was zjjn gedrag na Heiena's
debuut geworden, dat de oude pair, anders
niet voor een klein geruchtje vervaard, de
verloving zjjner dochter met hem bad af
gebroken. Daarop had Jerningham zich aan
Heiena's voeten geworpen, en binnen vier
weken tjjds waren zjj getrouwd.
Aanvankelijk was bun samenleven tameljjk
gelukkig geweestmaar al spoedig had de
man genoeg gekregen van zijn nieuwste
objetd'art, bad zjjne verlorene vryheid terug-