Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Nieuwjaarswenschen. Caroline's Kerstmis No. 2230. Donderdag 28 December 1911. 22e jaargang BINNENLAND. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere No 15 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters nair plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen. liet eerstvolgend nummer zal in plaats van Woensdagmorgen op Nieuwjaarsmorgen verschijnen. Evenals liet vorig jaar zal ook dit jaar de gelegenheid worden openge steld op den Nieuwjaarsdag zijn compliment van den' dag te brengen aan Familie, Begunstigers en Vrienden. Voor slechts worden deze advertentiën geplaatst. Spoedige opgaaf wordt beleefd ver zocht. DE UITGEVER. TWEEDE KAMER. Vergadering van 22 December. Duurte. Aan de orde zijn de ontwerpen tot ver booging en aanvulling van eenige hoofd stukken der Staatsbegrooting voor 1911 (tegemoetkoming wegens duurte van levens middelen aan daarvoor in aanmerking komende lagere ambtenaren en beambten). De heer Ferf (U. L.) zal geen rede houden over deze ontwerpen (wat hij voornemens was te doen), maar zich tot een korte verklaring bepalen. Spr. noemt de zwenking der regeering een verrassende. Hij dringt aan op een wer kelijke verbetering der salarissen, opdat lap middelen als deze ontwerpen niet meer noodig zullen zijn. De regeering onderzoeke de financieele gevolgen van zulk een verbetering. Op grond van den heerschenden nood zal spr. zijn stem aan deze ontwerpen geven. De heer Van Doorn (U. L.) kan met deze ontwerpen niet meegaan. Deze vorderen haast millioen. En nu zou men denken, dat zulk een voorstel behoorlijk zou toegelicht zijn. Maar dit is niet bet geval. De inleiding van de toelichting der regeering is bevreem dend, zou eer doen denken aan een toelichting STEPHEN LEACOCK. „Enderby," sprak h(j, „kan je betalen „Deurwaarder Perkins," zei de boer, „geef me tijd en ik zal betalen, help me nn en geef me nog vjjf jaar uitstel. Dan zal ik mjjn schnld tot den laatsten cent afdoen." „Jobn," zei de deurwaarder, die geroerd was ondanks zjjn ruwe (hondeleeren) uiterlijk, „ik zou niet kunnen, al won ik. Het gaat tegenwoordig Diet meer zooals vroeger. Het is een groote Nieuw-Yorkscbe maatschappij, Persuit Co., die nu die voorschotten geeft, en ze willen het geld op den dag af terug hebben, anders verkoopen ze den boel Ik kan 't niet helpen. Hier heb je dus het exploit. Het gaat me aan 't hart, man. Neen, dank, ik zal geen karnemelk drinken. Ik moet bet hoofd voor mjjn werk helder houden." En daarmede spoede hjj zich door de sneeuw verder. John zat op zyn stoel in gedachten verdiept. Het vuur in den baard minderde. De oude klok sloeg halfnegen, toen sloeg op een afwijzing van een verzoek om duurte- toelagen. De Premier betoogde het vorig jaar nog, dat de duurte niets bijzonders was, en geen extra-maatregelen rechtvaardigde. Ook de burgemeester der residentie betoogde in gelijken geest. Spr. zondert de huishuren uit, maar daarvoor helpt geen extra-toelage in eens. En daartegenover staat bovendien een stijging der loonen. Die duurte is een mode- gesprek geworden. Als de loonen te gering zijn, moet men niet met een gift van f 20 komen. De regeering zegt nu wel, dat dit geen precedent stelt, maar dit kon men ge makkelijk zeggen. Roeping van de regeering kan nooit zijn om met zulke ontwerpen te komen. Nu zegt men, dat de Staat zijn ambtenaren moet laten leven, maar boe vele duizenden in den lande hebben het niet veel moeilijker dan Staatsambtenaren, die zeker zijn van hun salaris, pensioen enz. En daaraan doet de regeering niets. Wat zullen al die menschen daarvan zeggen Spr. noemt deze voordracht in hooge mate onbillijk. Nu reeds roept men spr. toe stel ook voor die menschen wat voor. Daar hebt ge het al Daar leidt het toe. Van de sociale wetgeving komt tocb niets, maar nu komt men ten minste met geen gift aan de arbeidersHet is de oude manier van regeeren panem et circenses. Spr. vraagt op wiens rug de »zweep van Troelstrac, waarvan men altijd zooveel spreekt, nu is neergekomen. De heer Van Karnebeek (V. L.) vraagt ol er ooit een dergelijke wijze van wetgeven is vertoond Wat heeft men hier nu tocb mee voor Alleen zij die daarvoor »in aanmerking komenkrijgen deze toelage. Maar hoe gaat men dit na Dit is een wespennest voor de regeering, die daardoor in een lastige en on aangename positie zal komen. Gaat men na of de menschen behalve de 1000 ook bij verdiensten genieten (De spreker is bijna niet te verstaan). De heer Helsdingen (S. D.) ziet in deze ontwerpen de erkenning van de Regeering, dat de salarissen der lagere ambtenaren on voldoende zijn. Op zichzelf vindt spr. dit systeem nu ook niet zoo goed, maar spr. komt op tegen de beweringen van den heer Van Doorn. Zoo is het brood wel degelijk gestegen, mits men de vergelijking over ruimeren tijd uitstrekt. En beriep de heer Van Doorn zich op de cijfers van den Haagschen ze kwart voor negen, toen staakte ze langzaam het slaan. Hjj dacht aan de veertig jaar die hij hier op de hofstede had doorgebiacht, de moeilijke pionierdagen, het huis dat by zich zelf had gebouwd, met zijn eenvoudige meubelen, het ouderwetsche spinnewiel waarop Anna zjjn broek bad gesponnen, de houten telefoon en de grove plankentafel, waarop hy zyn maal at. Hy keek uit over het veld en zuchtte. Ver weg maar hij zag het niet kwam er een arreslee aangereden. Daarin zat een man, gekleed in een jas van zeehondebont en met een hoogen zjjden hoed op. Zijn gelaat glaDsde in het maanlicht, terwyl hy zich her- en derwaarts keeide by het zien naar alles wat hy voorbijreed, alsof het wel bekende dingen waren. Om zijn middel had hy een gordel, met een millioen dollar in goudstukken. Op een punt vau den weg hield hij stil, deed zyn gordel af en telde het geld. Achter hem kroop door het kreupelhout aan den weg, met oogen waaraan geen goudgeflikker ontsnapte en een vuist die een zwaren knuppel omklemde, een man wiens kort geknipt haar en gladgeschoren scherp- geljjnd gezicht nergens anders thuis behoorden dan in Sing Sing. Toen de slee weer op weg ging volgde de man in de struiken het spoor. burgemeester, dan stelt hij daartegenover de cijfers door zijn partijgenoot Hoejenbos daar tegenover gesteld. Laat ieder Kamerlid eens aan zijn vrouw vragen, of aan zijn keuken meid, of de tijd niet duur is. Spr. bemoeit zich hier wel eens mee, vraagt wel eens aan zijn vrouw waar het geld blijft. (Gelach) Spr. en de zijnen aceepteeren deze ontwerpen als tijdelijken, niet als afdoenden maatregel. De heer De Savornin Lohman (C. H.) zal tot zijn groot leedwezen zijn stem aan deze ontwerpen onthouden, en sluit zich aan bij de gronden door den heer Van Doorn ge noemd. De billijkheid is bij deze ontwerpen zoek geraakt. De verhouding tusschen Staat en ambtenaar is anders dan die tusschen een gewoon patroon en werknemer. Een ambte naar heeft daardoor minder behoefte aan zulk een toelage dan een gewoon arbeider, en deze ontwerpen zijn daarom onbillijk tegenover de gewone arbeiders, scheppen immers een privilege voor de ambtenaren. De heer Roodhuyzen (U. L.) zal van ganscher harte voor dit regeeringsvoorstel stemmen. De regeering doet niets anders, dan wat vele werk gevers reeds voor hunne werklieden deden. Een vergelijking met de gemeente Den Haag gaat niet op. Daar deed men zeer veel voor de gemeente-arbeiders. Spr. ontkent dat er geen duurte zou zijn, 'die is er wel. Men denke slechts aan kool. Bovendien zijn er verwach tingen opgewekt, die nu tot werkelijkheid moeten komen. De heer Nolens (R. K.) had verwacht, dat dit voorstel tot geen debat zou aanleiding geven. Nu dit wel het geval blijkt, wil spr. ook zijne meening te kennen geven. Ook spr. wil, dat de loonen voldoende zijn, en hij meent, dat dit niet altijd het geval is. Spr. komt met nadruk op tegen de bewering van den heer Van Doorn, dat er van de sociale wetgeving toch niets terecht zal komen, en ondersteunt het voorstel van de regeering. Het zou niet rechtvaardig zijn, het zou wreed zijn, om de opgewekte verwachtingen af te snijden. De heer Drucker (V. D.) wil ook zijn stem motiveeren en herinnert aan het door hem bij de Algemeene Beschouwingen gesprokene. Hier is een oogenblikkelijke nood, en niemand kwam op tegen het voornemen der Regeering, toen zij dit bij de Algemeene Beschouwingen in uitzicht stelde. En de heer De Klerk, na mens zijne geestverwanten sprekende, vroeg om verhooging tot f 26 (in plaats van f 20). Inmiddels had JohD Enderby zyn stallen en schuren afgeloopen. Hy verzorgde zyn vette koeien, die in het flikkerlicht van de lantaarn knipoogden. Hy stond een oogenblik stil tusschen zyn varkens, vergat zyn zorgen een wijle en sprak ze aaii, elk uoemende by zyn naam. Met een schok herdacht hy, hoe by soms in de verleiding was geweest om een van zijn varkens te verkoopen, of zelfs de koebeesten en met de opbrengst de hypotheek af te lossen. Maar, den Hemel zjj dankhij had de verzoeking weerstaan. Toen hij weer by huis kwam stond er een arreslee voor. Anna wachtte hem by de deur op. „John", zei ze, „terwjjl jy in de schuur was, is er een vreemdeling gekomen. Hy vroeg onderdak voor den nacht. Ik wou het hem niet weigeren en heb hem Willie's kamer gegeven. Wjj zullen die kamer toch nooit meer uoodig hebben. Hy is naar bed". „Ja, wy kunnen het niet weigeren." John Enderby bracht het paard in de schuur en keerde terug om met Anna bjj het vuur te gaan waken. De karnemelk had uitgewerkt en zjjn brein was weer helder. Terwjjl hy daar zat dacht bjj aan middernacht en wat die zon brengen. In de kamer boven had de man in de over jas van zeehondebont zich, vermoeid van den rit, met kleeren en al op bed geworpen. Ook daartegen kwam niemand op. Iedereen kent den nood, en vele werkgevers, ook die goede loonen uitbetalen, gaven iels extra. Ge meenten deden evenzoo Deze f 20 zijn reeds uitgegeven aan duurdere levensmiddelen. De schade is reeds geleden, en nu juicht spr. het toe, dat de regeering een weg heeft gekozen waaruit het exceptioneele duidelijk blijkt. De Regeering zal bet geld, naar billijkheid ver- deelen. Geroep Stemmen, stemmen Minister Heemskerk komt allereerst tegen het slot van de rede van den heer Van Doorn op. De heer Van Doorn sprak leelyke dingen uit, maar bewees die niet. Bovendien is de Regeering overtuigd, dat de sociale wet geving zeer goed kan terecht komen. Om den politieken steur van de heeren Troelstra c s. heeft de Regeering niet gedacht. Dit voorstel heeft geen politieke strekking, staat geheel los van de politiek. Het is een on mogelijkheid, om alle loonen zóó hoog te maken, dat zij altijd tegen buitengewone omstandigheden opgew^sschen zijn. De Minister wijst op de duurte van de peulvruchten en zuivelproducten. Dit is de basis van deze ontwerpen. Er is buitengewone nood, en daaarom is dit voorstel van buitengewonen exceptioneelen aard. Geroep Stemmen Bij art 1 geeft de heeft Patijn (U.L.)een redactieaanvulling in overweging, opdat de Rekenkamer geen bezwaar zal maken. Hiervoor is noodig, dat in het W. O. staat, dat de Minister te beoordeelen heeft, wie in aanmer king komen voor den toeslag. Voldoende is een toevoeging van de woorden »naar de meening van den Minister van De Regeering neemt deze wijziging over. Het W. O. wordt in stemming gebracht en aangenomen met 55 tegen 29 stemmen. Tegen Beckers, Van Foreest, Van Vuur- ren, Van Dedem, Van Veen, De Ram, Lohman, Van Wassenaer, Van Doorn, Duynstee, Van Idsinga, Van Lynden, Tydeman, Lieftinck, Hubrecht, De Jong, Van den Berch van Heemstede, Van Sasse van Ysselt, Patijn, De Kanter, Van Karnebeek, De Visser, Schimmel- penniuck, Van Asch van Wjjck, Kooien, Middelberg, Arts en Jansen. Z. h. st. worden aangenomen de w o. be treffende de spoorwegen van Oostburg naar Cadzaud, Ter Apel - WinschotenDelfzijl en BlijhamBellingwolde en NijmegenVenlo. „Hoe komt alles weer bjj me op," mompelde bjj bij bet in slaap vallen, „dezelfde onde kamer, niets veranderd, behalve zjj: boe zor gelijk zien zjj er nitEn een traan welde hem in de oogen. Hij dacht er aan, hoe bjj vijftien jaar geleden was vertrokken, hoe hjj in de groote stad had gestreden, aan het grootscbe denkbeeld dat er in bem was gerezen om geld te maken en van de Landbouwbank die hij had opgericht, het eenvoudige stelsel om de macht van het kapitaal te ge bruiken teneinde den laatsten penning uit de voorschotten te balen. En nu was hjj hier terug, met een millioen dollar in zjjn gordel. „Morgen," fluisttrde hjj, „zal ik het hun zegden. Dan zal het Kerstmis wezen." Toen was William ja, lezerhet was William (zie boven) in slaap gevallen. De uren giugen voorbjj en bleven voorbjj- gaan. Het was halftwaalf. Toen sprong Anna plotseling van haar stoel op. „Henty riep ze, toen de deur geopend werd en een man binnentrad. Hjj kwam vrooljjk op haar toe eb een oogenblik later lagen moeder en zoon elkaar in de armen. Het was Heüry, de man uit Sing Sing. Trouw aan zjjn woord was hjj ongemerkt, op het hoogtepunt van de feesteljjkheden, weggeslo pen. DOOR 3)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1911 | | pagina 1