Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Uitloting geldleening.
Op den Hop-
Pst Andere.
Jan Klaassens.
Talma-hulde.
Wat de oorlog Kost.
No. 2224.
Woensdag 6 December 1911.
22e jaargang
FEUILLETON.
De stem van den doode.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per B maanden 75 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters na«r plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M DE JONGE, te T e r N e u z e n.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
TER NEUZEN brengen ter kennis van belang
hebbenden dat van de geldleening aangegaan in
1904, groot 3500,— bestaande in 14 aandeelen
van 250,-, is uitgeloot No. 7 (zeven) welk
aandeel vanaf 1 Januari 1912 betaalbaar is gesteld
ten kantore van den Gemeente-Ontvanger.
Ter Neuzen, 4 December 1911.
Burgemeester en Wethonders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
De strijd om het Tarief duurt nog altijd
voort. Hoe meer de dag nadert, waarop de
Kamer deze Ongelukswet in behandeling zal
nemen, hoe sterker allerwege het verzet tegen
de Regeeringsplannen toeneemt.
Thans is de Tariefwet ook besproken in
de vergadering van den Middenstandsbond.
In die vergadering, door 300 personen be
zocht, werd met groote meerderheid een motie
aangenomen, waarin de Tariefwet werd ver
oordeeld.
Flink zoo
Het Katholieke «Centrum,* dat natuurlijk
geheel op de hand der Regeering is, keurt
dit besluit af. Het blad erkent wel, dat het
Tarief voor een deel der Middenstanders
nadeelig zal zijn, maar wat een nadeel is voor
den een, kan een voordeel zijn voor den
ander. In de bestrijding van het Tarief zit
politiek. De liberalen bestrijden de Tariefwet
alleen, om de Regeering ten val te brengen.
Het Centrum weet natuurlijk wel beter.
Bij de verkiezingen van 1897 hadden de
Klerikalen ook reeds protectie in hun vaandel
geschreven, die toen door alle Vrijzinnigen
samen bestreden en geweerd werd. In
dat jaar was een liberaal ministerie (Van
Houten) aan 't roer. Om de Liberalen te
verjagen, hebben in dat jaar de Klerikalen
aan de kiezers de Protectie als lokaas voor
gehouden.
De Klerikalen zijn dus de oorzaak, dat de
Protectie gebruikt wordt om een politiek doel
te bereiken.
Zoo keert men de zaken om en zet men
bij de Christelijken de dingen op den kop.
M. Mc. DONNELL BODKIN.
4)
„Indien hjj dien kant opgegaan was, moest
u hem gezien hebben, toen n terugkwam",
zeide hy tegen den beer Strangley, die naar
de dear was gekomen en over zyn schouder
heenkeek.
„Tenzy hij het gras op is geloopen, langs
dat boschje heen, naar rechts", antwoordde
Strangley.
„Ja zeker", zeide de heer Beck met instem
ming. „Ik verwachtte, dat n dit zondt zeggen.
Ik ben benieuwd of het te laat is, om nog
eenig spoor te vinden Kom mee".
Met gebogen hoofd nam by het gras van
het veld onder het voortloopen met een onder
zoekenden blik op. Twee maal vond hij een
plaats waar de glad geschoren oppervlakte
een moet vertoonde, onderzocht haar nauw
keurig en liep verder. Da derde maal vond
hij het indrnksel van een rubber bak in de
zoden. De grond was zacht geweest toen
het indruksel erin kwam te staan nu was
hjj bard. De hak was er diep en daidelyk in
afgedrukt.
Patrimonium is een Christelijke Werklieden-
vereeniging. Zij heeft in de voornaamste
plaatsen des lands hare afdeelingen, die dapper
meedoen aan de politiek en bij de verkiezingen
een heele steun zijn voor de Klerikalen.
Maar 't schijnt, dat de werklieden zoo lang
zamerhand genoeg krijgen van hun «Chris
telijke* leiders. Zij vragen brood en geen
steenen. Zoo komt het, dat het ledental van
enkele plaatselijke vereenigingen vrij wat
begint te minderen. De Rotterdamsche
afdeeÜDg, die in 1889 300 leden telde, heeft
er nu, naar de voorzitter mededeelde, maar
200 meer.
Dat is een veeg teeken en voorspelt voor
de Klerikale heeren weinig goeds. Maar
t was te voorzien. Een Christelijk werkman
hoort wel graag een zalvende toespraak, maar
hij is daarmee niet meer tevreê hij wil ook
wat anders. En dat andere, waarop hij jaren
geleden, volgens dr. Kuiper, »uiet langer kon
wachten, geen nacht en geen dag,* dat
andere komt nog maar altijd niet.
Dat de Anti-revolutionairen en de Katho
lieken bijna geregeld wegblijven in de af-
deelingsvergaderingen van de Tweede Kamer,
is van algemeene bekendheid. Men heeft
verschillende redenen opgegeven van dat ver
zuim, maar de ware reden bleef tot dusver
nog een geheim.
Dat geheim verklapt nu «De Standaard.*
Zie hier, hoe de vork in de steel zit.
Vooreerst behoeft een Kamerlid niet elke
vergadering bij te wonen zoover reikt zijn
plicht niet. Maar dit niet alleen er zitten
in de afdeelingen (secties) zulke veelpraters,
die het alleraangenaamst vinden, als ze hun
«zwevende denkbeelden* in het lijvige verslag
gedrukt zien. Dan moeten de overige leden
het zich maar getroosten hun tijd te «verdoen*
met eindeloos naar zulk gepraat te luisteren.
Men zou er op kunnen antwoorden natuurlijk,
maar dat laat men liever aan de regeering
over, omdat men door eigen verweer soms de
Regeering bemoeilijkt.
Zie zoo, nu weten we 't dan. De Rechtsche
heeren blijven uit de vergaderingen weg,
„Mynheer Rutherford droeg rubber onder
zijn hakken", zeide hjj tegen den ander, meer
op den toon van iemand die een mededeeling
doet dan van iemand die een vraag stelt.
Strangley knikte. De heer Beck lag op
zijne knieen op het gras met een vergrootglas
dient bjj den grond. Hjj haalde het gras
voorzichtig uiteen zooals een chirurg het haar
naar twee kanten uiteen trekt om een schedel-
wond te onderzoeken.
„Was mjjnheer Rutherford een zware man
Do heer Strangley boorde hem in het eerst
niet, en hjj herhaalde de vraag. „Neen, hjj
was veeleer licht en tengermaar hjj had
groote voeten, als u dat bedoelt".
„Juist", zeide de heer Beek, „hier is een
volle afdruk van zijn voet". Hjj stond op
uit zijn geknielde houding en stapte vlug
voort, het spoor volgende als een jachthond
die de lucht heeft gekregen, ofschoon Strangley's
oogen slecht een paar vage afdrukken in net
gras kondeu bespeuren. Het spoor liep lan^s
den rand van het bosch en leidde hem naar
den oever van een diepp, stille rivier die
langzaam voortstroomde, op geljjke hoogte met
haren oever. Langs de oeveis van de rivier
voerde het spoor ongeveer 1600 meters verder,
steeds meer van het huis af.
Onder de schaduw van een boschje hield
de heer Beek stil en begon heen en weer te
loopen alsof hjj vlak bij zjjn doel moest zjjn
omdat ze die niet amusant vinden, en in de
tweede plaats, om de Regeering niet in
moeilijkheden te brengen. Men kon eens te
veel praten
Is 't niet precies een Jan Klaassenspel
Als de regeering haar marionetten noodig
heeft, trekt ze aan de onzichtbare draden
en aanstonds springen Jan en zijn beminne
lijke Griet en de gerechtsdienaars en de groote
Zwarte - op het tooneel om de menigte te
vermaken en in geestdrift te brengen
maar is de publieke voorstelling afgeloopen,
dan verdwijnen al de stomme spelers weer in
de duisternis.
't Is wel mooi
Naar aanleiding van de hulde, van Roomscb-
Katholieke zijde aan minister Talma gebracht
op de meeting voor sociale wetgeving te Utrecht,
schrijft «De Beukelaar*
De Roomsche sociale politiek staat in
het teeken van den dwang, van de dwang-
organisatie. En minister Talma gaat met
zijn wetgeving in Roomscheu lijn. Reeds
telkens betoogden wij dit, de jongste hulde
der Roomschen aan Talma's beleid beves
tigt ons betoog op merkwaardige wijze.
Rome heeft een andere opvatting van
vrijheid dan wij, Gereformeerden Rome
ziet in publiekrechtelijke bedrijfsorganisa
tie, in bedrijfsorganisatie met dwingend
gezag, vóór alles het maatschappelijk heil.
Alles naar het beeld der Middeleeuwen,
den katholieke bloeitijd.
Van antirevolutionnaire zijde gaat men
daarin thans ten deele mede. Zelf zonder
veel vast stuur drijft men bij coalitiepo
litiek met Roomsche strooming mee. En
minister Talma is nu de man, die op dezen
weg van «Christelijke* dwangwetgeving de
eerste schreden zet. Hij is deD Roomschen
de sociale wetgever bij uitnemendheid.
Hij zal ten onzent in eersten aanvang de
Roomsche sociale theorieë in daden om
zetten.
Dit ga men in anti-revolutionnaire en
christelijk-historische kringen verstaan
Wie in verzet komt tegen Talma's dwang
regeling wordt aanstonds voor conservatief
uitgekreten. Terwijl vlak omgekeerd heel
deze dwangverzekering zonder premie-vrij-
Hy onderzocht alle sporen op die plaats zoo
nauwgezet mogelijk, ging ongeveer twintig
meters voort tot waar een nieuwe ijzeren brug
over de rivier was geslagen, en liep nog
een wjjle met gebogen hoofd aan de overzijde
De heer Strangley sloeg hem al dien tijd
nieuwsgierig gade, tot hy eindelijk terugkwam
naar de plaats waar by eerst lont had ge
roken en keek met een strakken blik naar
het water.
Daarna zeide hy doodkalm tegen den heer
Strangley „Het lyk van den heer Ratbarford
ligt daar ginds, onder water."
De heer Straogley verschoot van klenr.
Hij staarde den heer Beck met stomme
verbazing aan.
„Bent u er zeker van vroeg hy ten
slotte verschrikt fluisterend.
„Zoo zeker ervan als n en ik hier aan
den oever staan. Wjj kunnen voor het
oogenblik niets meer doen. Laten wy nu
teruggaan om wat te eten. Na het noenmaal
zullen wy het lijk ophalen en thuis brengen".
Zij liepen zwygend voort langs den rand
van het water en naar het huis terng. Te
midden van bet mooie landschap, dat in de
zon schitterde, vervolgde hen het drama dat
het donkere water van den diepen langzaam
voortgijjdenden stroom onder de boomen ver
borgen hield.
„Zeg niets tegen de dames", fluisterde de
stelling der lage loonen niets is dan een
anti-sociale staatvoogdij
Op de hulde-meeting te Utrecht werd
door den heer Engels op treffende wijze
op veler zoo uiterst gering loon gewezen,
maar de heer Engels voegde er niet aan
toe, dat zelfs van de gruwelijke lage loo
nen nog premie zal opgeeischt.
De heer Talma gaat in de richting der
Roomsche sociologie, in een richting die
onze maatschappij naar vooropgesteld plan
van middeleeuwsch model wil vervormen.
Naar eisch van coalitie-politiek mag dit
niet te luide uitgesproken. En het is juist
eisch, dat men er zich in Protestantsche
kringen al meer rekenschap van geve.
Sociale dwangregelen kan reactionnair,
vrijheid met krachtigen steun juist sociaal-
vooruitstrevend wezen.
Talma bij uitstek de man der Roomsch-
sociale politiek. Voor Talma de hulde
der duizenden bijeengestroomde Room
sehen. De beteekenis hiervan blijve niet
verborgen. Talma, de anti-revolutionnaire
staatsman, gehuldigd op den Zondag.
Het treinenvervoer door de honderden, uit
alle deelen des lands saamgestroomd, sterk
vergroot de Zondagsdrukte van Utrecht
in hooge mate vermeerderd, de dag des
Heeren publiekelijk ontheiligd. En dit
alles ter huldiging van een anti-revolution-
nair.
Ziehier, concludeert De Beukelaar, «de
coalitie-politiek, ziehier de verwording. Tal
ma's dag, zoo heette Het Centrum dit hulde
blijk Talma's dag de ontheiligde dag des
Heeren.*
Een halve eeuw geleden kwam ieder ka
nonschot ongeveer op 3 gulden Dat was
een uiterst billijke prijs - en meu kou
zich toen zonder groot bezwaar de weelde
veroorlooven, zoo nu en dan, al was het
maar voor de aardigheid, een kanon af te
schieten.
Maar thans heeft men kanonnen, die bij
inkoop ruim 200 duizend gulden kosten en
waarvan elk schot op ruim 4 duizend gul
den komt. Veel weerstandsvermogen heb
ben die kanonnen ook niet: als er 100
schoten uit gelost zijn, zjjn ze verder niet
heer Strangley, toen zy door de glazen dear
terugkwamen, „voor a er volstrekt zeker van
bent."
„Ik ben volkomen zeker van myn zaak",
antwoordde de heer Beek, „maar ik zal niets
zeggen."
Zyne verzekerdheid was gerechtvaardigd.
Uit de donkere diepte van de rivier, precies
op de plaats die hy aan had gewezen, vischten
da mannen het doornatte lijk van den mil-
lionair Rutherford op. De zakken van de jas
van den doode puilden uit van de steenen,
die er in zaten. Het was afschuwelijk om
het lyk daar op het zachte gras te zien
liggen onder de boomen, terwijl de been en
weer wuivende takken den zonneschijn door
lieten en de vogels hun lied zongen.
Weer dacht de heer Strangley dadelijk met
bezorgdheid aan de dames.
„Wij moeten hem stil in huis zien te
krygen."
De beer Beek knikte.
„Laat den lijkschouwer ontbieden", voegde
hij er bij, „wij moeten morgen het onderzoek
houden."
Het lyk werd behoorlijk neergelegd, de
starende oogen werden toegedrukt, de grijze
handen over de borst gevouwen, voor men
zyne vrouw en dochter mot de afgrijselijke
ontdekking in kennis stelde.
De heer Beek sloeg hen uauwkeurig gade
DOOR